• No results found

Conclusies veldonderzoek

Wat zijn de geo(morfo)logische en bodemkundige kenmerken van de ondergrond van het plangebied?

Binnen het plangebied zijn van boven naar beneden de volgende afzettingen aangetroffen: Laagpakket van Walcheren (voorheen Afzettingen van Duinkerke) op Hollandveen Laagpakket (Hollandveen) op Laagpakket van Wormer (voorheen Afzettingen van Calais). Beide kleipakketten gaan in oostelijke richting geleidelijk over van kom- naar oeverafzettingen. Dit is in overeenstemming met het feit dat op het AHN kreekruggen zijn te zien op slechts enkele tientallen meters ten oosten van het plangebied. Het AHN lijkt ook een aanwijzing te geven voor de loop/samenkomst van twee kreken direct ten oosten van het plangebied. De verklaring hiervoor licht mogelijk in het feit, dat hier zowel een Duinkerke- als een Calais-kreek heeft gelopen.

In hoeverre is de oorspronkelijke bodemopbouw intact met het oog op de eventuele aanwezigheid en gaafheid van archeologische vindplaatsen?

Binnen het plangebied zijn slechts zeer beperkte verstoringen aangetroffen in boring 2 en 4, die reiken tot op een diepte van 40 tot 50 cm onder maaiveld. De geplande bodemingrepen reiken vermoedelijk dieper dan het verstoorde niveau.

Boring 3 is meerdere malen gestuit op een puinlaag. Uit mondelinge informatie van de bewoners bleek zich ter plaatse een mestput te hebben bevonden. Deze put is tientallen jaren geleden na verwijdering volgestort met puin. Naar schatting reiken de verstoringen ter plaatse tot 50 à 100 cm onder maaiveld.

VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V959, definitief 2.0, d.d. 15-3-2016 15 Bevinden zich in de ondergrond van het plangebied archeologische indicatoren en zo ja, waaruit bestaan deze?

Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische vondsten of lagen aangetroffen, die een aanwijzing vormen voor menselijke aanwezigheid in het verleden.

Geven de resultaten van het veldonderzoek aanleiding tot vervolgstappen ten aanzien van de planontwikkeling in het kader van de archeologische monumentenzorg?

Het veldonderzoek heeft geen (directe) aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het plangebied. Wel zijn in oostelijke de richting, overeenkomend met de resultaten uit het bureauonderzoek, aanwijzingen gevonden voor een overgang in het landschap naar kreekruggen met bijbehorende oeverwallen die in principe een goede vestigingslocatie moeten hebben gevormd. De Afzettingen van Calais, die in het plangebied vanaf circa 2,5 m -mv zijn aangetroffen, zijn in principe bewoonbaar geweest vanaf het Neolithicum en de Afzettingen van Duinkerke vanaf de IJzertijd.

In het grootste deel van het plangebied zijn deze sedimenten echter aanwezig in de vorm van voor bewoning ongeschikte komafzettingen. In één boring is op circa 1,4 m -mv een geoxideerde toplaag in het veen aangetroffen. Dit geeft aan dat het ook veen ter plaatse in principe mogelijk gedurende enige tijd geschikt is geweest voor bewoning. De veraarde laag mist echter de compactie die men zou verwachten bij een oppervlak dat langdurig bewoond is geweest, zoals bij verschillende vindplaatsen uit de Late Prehistorie in het Maasmondingsgebied bekend is geworden. Opgemerkt wordt wel dat dit de

aanwezigheid van archeologische resten in de top van het veen niet volledig uitsluit. Ondanks dat bieden ook de (paleo)landschappelijke kenmerken van het plangebied te weinig aanknopingspunten om de aanwezigheid van een archeologische vindplaats te vermoeden. Mede tegen de achtergrond van de geringe bodemverstoringen (omvang 80 m2) die de bouw van het huis met zich mee zal brengen, wordt de kans (zeer) gering geacht dat binnen het plangebied daadwerkelijk archeologische resten zullen worden aangesneden.

Derhalve worden ten aanzien van de planontwikkeling geen vervolgstappen in het kader van de archeologische monumentenzorg geadviseerd.

VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V959, definitief 2.0, d.d. 15-3-2016 16 Literatuur

BÄCKER,A.,2008: Aalkeet Buitenpolder langs Zuidbuurt. Uitwerking alternatieven kadeverbetering, fase II, Amsterdam (Royal Haskoning i.o.v. het Hoogheemraadschap van Delfland).

BAKKER, H. DE/J.SCHELLING,1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus, Wageningen (Staring Centrum).

BERENDSEN,H.J.A.,1997: Landschappelijk Nederland, Assen.

DEFILET,M.P./T. DE RIDDER (RED.),2003: Archeologische verwachtingskaart Maassluis, VLAK-verslag 19, Vlaardingen.

GROENEWOUDT,B.J.,1994: Prospectie, waardering en selectie van archeologische vindplaatsen: een beleidsgerichte verkenning van middelen en mogelijkheden, Amersfoort (Nederlandse Archeologische Rapporten 17).

LOUWE-KOOIJMANS,L.P./P.W. VAN DEN BROEKE/H.FOKKENS/A. VAN GIJN,2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam.

STIBOKA,1984: Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad Rotterdam West (37 W). Stichting voor Bodemkartering, Wageningen.

TOL, A./P. VERHAGEN/A. BORSBOOM/M. VERBRUGGEN,2004: Prospectief boren. Een studie naar de

betrouwbaarheid en toepasbaarheid van booronderzoek in de prospectiearcheologie, Amsterdam (RAAP-rapport 1000).

TOL,A/PH.VERHAGEN/M.VERBRUGGEN,2006: Leidraad Inventariserend Veldonderzoek, deel karterend booronderzoek, (uitgave SIKB).

VAN STAALDUINEN,C.J.,1979: Geologische Kaart van Nederland, schaal 1:50.000, blad Rotterdam West (37 W). Rijks Geologische Dienst, Haarlem.

WEERTS, H.J.T./P. CLEVERINGA/J.H.J. EBBING/F.D. DE LANG/W.E. WESTERHOFF,2003:De lithostratigrafische indeling van Nederland – Formaties uit het Tertiair en Kwartair, Utrecht (TNO-NITG).

WILT,C.G.D. DE/G.J.KLAPWIJK/J.D. VAN TUYL/A.C.RUSELER,2000: Delflands kaarten belicht, Delft (Hoogheemraadschap van Delfland).

Digitale bronnen

- Archeologisch Informatiesysteem (Archis): http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html.

VESTIGIA BV Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V959, definitief 2.0, d.d. 15-3-2016 17 Afbeeldingen, kaarten en bijlagen

Afbeelding 1: Ligging plangebied

Afbeelding 2: Plangebied geprojecteerd op de Geologische kaart van Nederland Afbeelding 3: Plangebied geprojecteerd op het Actueel Hoogtebestand Nederland Afbeelding 4: Plangebied geprojecteerd op de kaart van Kruikius (1712)

Kaart 1: Boorpuntenkaart

Bijlage 1: Overzicht van archeologische en geologische perioden

Bijlage 2: Toelichting Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek Bijlage 3: Boorstaten

Bijlage 4: Boorprofiel

1

( K N A 3 . 2 D e e l I I P r o t o c o l 4 0 0 2 )

H e t d o e l v a n i n v e n t a r i s e r e n d v e l d o n d e r z o e k ( I V O ) i s h e t a a n v u l l e n e n t o e t s e n v a n d e g e s p e c i f i c e e r d e

x z -1,9 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

10 ks1 3 dgrbr 0

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

78826,0 437313,0

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen

x z -1,9 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

310 ks1 2 gr plr 1

450450 ks2 1 dgr 1 schelp gruis

460 ks2 gr 1 schelp gruis

470 ks2 1 dgr plr 1 schelp gruis, riet

480 ks2 1 dgr 1 schelp gruis, riet

490 ks2 3 dgrbrr 1 zeer veel riet

500

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

78826,0 437313,0

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen

x z -2,1 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

10 ks2 grbr 0 ger

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78849,0

437312,0

x z -2,1 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

310 ks3 1 gr r 1

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78849,0

437312,0

x z y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

10 ksx 1 dgr ger

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78860,0

437307,0

x z -2,1 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

10 zs1 gegr ger

140 ks4 gr fijn zand bandjes, hum vl

150

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78862,0

437326,0

x z -2,1 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

310 vk1 br r

320 vk3 br r

330 ks2 1 gr 1

340 ks3 gr r 1 schelp gruis, slap

350350

350350 ks4 gr r 2 schelp gruis, slap

360 ks4 gr r 2 schelp gruis, slap

370 ks4 gr r 2 schelp gruis, slap

380 ks4 gr r 2 schelp gruis, slap

390 ks4 gr r 2 schelp gruis, slap, #

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78862,0

437326,0

x z -1,5 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

10 ks1 3 dgrbr

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78815,0

437318,0

x z -1,5 y

diepte textuur org. kleur plr M50 GW or Ca Fe M hk bot aw ns met horiz bijzonderheden

310 vk1 brgr r 1

* textuur, organische stof, kalkgehalte cf. NEN5104 (NNI, 1989)

* IJzergehalte (Fe) cf. Berendsen, 1999

* archeologische indicatoren: hk=houtskool, bot=verbrand/onverbrand bot aw=aardewerk, ns=natuursteen, met=metaal

* horiz - (optioneel) horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (1989) Versie 1.0

* bijzonderheden: bijv. laklaag, antropogene gronden, verstoord, sedimentaire structuren, etc.

coördinaten hoogte (m ± NAP) geologie opmerkingen 78815,0

437318,0

G sx grind siltig

K s1 klei zwak siltig Z kx zand kleiig

K s2 klei matig siltig Z s1 zand zwak siltig K s3 klei sterk siltig Z s2 zand matig siltig K s4 klei uiterst siltig Z s3 zand strerk siltig Z s4 zand uiterst siltig Veen/humusgehalte vermeld in kolom 'Org.'; overig vermeld in kolom 'Textuur'

Kleur bl blauw

vorming code: toevoeging - secundaire kleuring - primaire kleur (vb. lbrgr : lichtbruingrijs)

plr plantenresten plr plantenresten - ongedifferentiëerd

h hout

r riet

z zegge

M50 in geval van textuurklasse zand: mediaan korrelgrootte (in micrometers)

GW grondwater ghg gemiddeld hoogste grondwaterstand

horiz horizontbenaming cf. De Bakker & Schelling (zie onder)

bijzonderheden ger. geroerd

FAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989 Afwijking van FAO

Hoofdhorizonten

H Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; Onderscheid tussen H en O horizonten wordt langdurig met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem niet gemaakt; oftewel: verzadiging vormt geen O Organische horizont, ontstaan door organische accumulatie op het minerale oppervlak; onderscheidend criterium

nooit met water verzadigd; maakt geen deel uit van de minerale bodem 1966: AO <--> 1989: O A Minerale horizont (lager gehalte organische koolstof dan H/O horizont) 1966: A1 <--> 1989: A

accumulatie van intensief met minerale bestanddelen gemengde gehumificeerde organische stof; of morfologie door bodemvorming, zonder kenmerken van E/B hor.

E Minerale horizont; belangrijkste kenmerk: eluviatie van kleimineralen, ijzer, aluminium 1966: A2 <--> 1989: E of een combinatie daarvan. -> relatieve verrijking aan kwarts en andere mineralen in

zand/silt-fractie. Minder organische stof/lichter van kleur dan A; lichter/grover dan B B Horizont waarin gesteentestructuur afwezig of sterk vervaagd is; gekenmerkt door:

concentratie van ingespoelde kleimineralen/ijzer/aluminium/organische stof residuaire concentratie van sesquioxyden; verwering van moedermateriaal, leidend tot nieuwvorming van kleimineralen/oxyden;

C Minerale horizont van ongeconsolideerd materiaal; geen kenmerken van een van de 1966: deel van C <--> 1989: Bw overige horizonten; verwering is mogelijk 1966: G <--> 1989: onderscheid naar C/Cr R Aaneengesloten laag van vast gesteente

Overgangshorizonten

"AB" eigenschappen van boven- of onderliggende horizont komen tegelijkertijd voor

"E/B" in een horizont komen begrensbare gedeelten voor met eingenschappen van verschillende horizonten

Lettertoevoegingen

FAO/Unesco, 1988 De Bakker & Schelling, 1966, 1989

Afwijking van FAO

a: geheel/gedeeltelijk door mens van elders aangevoerd 1966: an <--> 1989: a

b begraven horizont

c concreties; meestal met 2e letter die aard van concreties aanduidt extreem ijzerrijke horizont (géén ingespoeld ijzer) e: ontijzerde B en C (1966: - )

f: omgezette doch herkenbare plantenresten g vlekking door variatie in oxydatie/reductie (gleyverschijnselen)

h accumulatie van organische stof (bij A alleen bij onverstoord) 1966: v <--> 1989: h (deels)

i permafrost half of minder gerijpt materiaal (bij C horizont) (1966: - )

j jarosiet kattekleivlekken

k calciumcarbonaat

l: vers/nauwelijks aangetast strooisel m sterk gecementeerd; vaak met 2e letter die aard van cementatie aanduidt

n accumulatie van natrium

o residuaire accumulatie van sesquioxyden

p verstoring door ploegen en vergelijkbare antropogene ingrepen q accumulatie van silica

r sterke reductie (grondwaterinvloed) geheel gereduceerd (1966: - )

s illuviale accumulatie van sesquioxyden 1966: -

t illuviale accumulatie van lutum

u onderverdeling gewenst; echter zonder betekenis 1966: - <--> 1989: ongespecificeerd

w verwering in situ 1966:

-x fragipan

y accumulatie van (pedogeen) gips

z accumulatie van zouten die beter oplosbaar zijn dan gips Cijfertoevoegingen

….2 nadere onderverdeling van horizont 2…. aanduiding van lithologische discontinuïteit

-1,90 k

with Reserved Font Name <Inconsolata_dz>.

Molengo_Vestigia Copyright (c) 2007, Denis Moyogo Jacquerye, with Reserved Font Name <Molengo>.

Copyright (c) 2011, Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie (www.vestigia.nl), with Reserved Font Name <Molengo_Vestigia>; available at www.vestigia.nl/fonts.

This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1.

The license is available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL

ofl

“ E n g i n e e r i n g t h e p a s t , c r e a t i n g t h e f u t u r e ”

Telefoon 033 277 92 00 E-mail info@vestigia.nl Website www.vestigia.nl K.v.K. Gooi- en Eemland 32078894

Erfgoedingenieurs