• No results found

Dit onderzoek had als doel het ontwikkelen van een nieuwe persoonskaart waarmee de informatie die nodig is om in te kunnen schatten of een solistische dreiger daadwerkelijk zal overgaan tot geweld, op een gestructureerde/gestandaardiseerde manier verzameld kan worden. Deze persoonskaart zal in de toekomst onderdeel uitmaken van het dreigingsmanagement systeem dat door PDM wordt gebruikt. Om tot de nieuwe persoonskaart te komen, werden 9 onderzoeksvragen beantwoord.

In onderzoeksvraag 1 werd onderzocht welke factoren samenhangen met geweld, gepleegd door solistische dreigers en welke factoren een voorspellende waarden hebben.

In de literatuur en het empirisch onderzoek (onderdeel 1 en 2) stellen we vast dat een meerderheid van de solistische dreigers lijdt aan een of meerdere ernstige

psychiatrische stoornissen. In de meeste gevallen gaat het over een psychotische stoornis (meestal een grootheidswaan), die vaak in combinatie met andere stoornissen (co-morbiditeit) optreedt: cluster-B persoonlijkheidstoornissen, impulsief gedrag, middelenmisbruik, waanachtige fixatie op de bedreigde, emotionele instabiliteit, sociale isolatie en een gebrekkig sociaal netwerk. Het samengaan van deze factoren kan de kans op gewelddadig gedrag aanzienlijk vergroten. Tevens stelden we vast dat de meerderheid van de solistische dreigers al eerder in aanraking kwam met politie en justitie. Dit was in de meeste gevallen vanwege stalking in de privésfeer of tegenover publieke personen en gewelddadig gedrag in het algemeen.

Onderzoeksvraag 2 onderzocht welke factoren het risico op waarschijnlijk geweld kunnen verminderen.

Factoren die in relatie staan tot geweld kunnen op een continuüm geplaatst worden. Aan de ene kant van het continuüm is de factor gerelateerd aan geweld, aan de andere kant is de factor een buffer/beschermer tegen geweld. Zo is bekend dat de

afwezigheid van cluster B persoonlijkheidsstoornissen, impulsiviteitstoornissen, vijandigheid en middelenmisbruik, de kans op gewelddadig gedrag doet afnemen. De combinatie van deze vier risicofactoren noemen we de ‘antisociale vierhoek’ die een grote voorspellende bijdrage levert aan gewelddadig gedrag. Ook is bekend dat het consequent innemen van medicatie, een stabiliserend factor is voor psychotische patiënten en de kans op geweld doet afnemen. Medicatie-ontrouw daarentegen is een risicofactor en verhoogt de kans op geweld. Er zijn nog andere beschermende factoren die samenhangen met gewelddadig gedrag, zoals een beschermend sociaal netwerk, positieve houding tegenover (eerdere) behandelingen en eventuele justitiële

voorwaarden, een stabiele relatie, voldoende sociale vaardigheden,

In de onderzoeksvragen 3, 4 en 5 wordt nagegaan wat risicotaxatie-instrumenten meten, waar en hoe worden deze instrumenten worden toegepast en wat weten we over de psychometrische kwaliteiten.

Afhankelijk van het risicotaxatie-instrument, wordt toekomstig algemeen, gewelddadig en/of seksueel recidive voorspelt. In dit onderzoek werden 15

risicotaxatie-instrumenten bestudeerd. De predictieve validiteit van deze instrumenten was acceptabel tot goed. Sommige instrumenten hebben alleen statische risicofactoren die betrekking hebben op het verleden en irreversibel zijn. Enkele

risicotaxatie-instrumenten, zoals de HCR-20 en de HKT-30, hebben een eerste onderdeel met risicofactoren uit het verleden, zoals het aantal eerdere veroordelingen en de leeftijd van de eerste veroordeling. Daarnaast is er een tweede onderdeel dat klinische risicofactoren bevat die belangrijk zijn voor diagnostiek en behandeldoeleinden. Te denken valt aan persoonlijkheidskenmerken, impulsiviteit, middelenmisbruik, de relatie ten aanzien van een slachtoffer en verantwoordelijkheid ten opzichte van een gepleegd delict. Tenslotte is er een derde onderdeel dat bestaat uit factoren die gericht zijn op de toekomst: komt de persoon in een beschermend sociaal netwerk terecht? Heeft de persoon een woonsituatie en een dagbezigheid? Hoe zal de persoon omgaan met toekomstige stresserende gebeurtenissen? Er zijn instrumenten voor specifieke doelgroepen, zoals huiselijk geweldplegers, partnergeweld, geweldplegers,

zedendelinquenten en mentaal beperkten.

Een probleem waar vrijwel alle risicotaxatie-instrumenten mee te maken hebben is dat ze ‘theorieloos’ zijn ontwikkeld. De theoretische oefening naar onderliggende

mechanismen die van een factor een risicofactor maakt moet nog plaatsvinden. Het pathway van ‘factor tot en met recidive’ wordt zelden in kaart gebracht. Als reden wordt geregeld aangehaald dat de ‘time at risk’ een grote blackbox is en er naast de ‘bekende en onderzochte’ risicofactoren, minstens evenveel risicofactoren zijn waarover nooit melding zal worden gemaakt in de literatuur. Hier zit een kern van waarheid in. De bekende risicofactoren zijn via case-studies en groepsanalyses

onderzocht naar voorspelbaarheid. Echter, een individuele risicofactor die alleen voor persoon A geldt: ‘agressief worden door een vreemd geluid in hoofd’, komt alleen via casusonderzoek tot uiting. Over psychometrische eigenschappen van risicotaxatie-instrumenten is voldoende bekend. Naast de predictieve validiteit, zijn de

betrouwbaarheid, validiteit en interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van de meeste instrumenten, schalen en items acceptabel tot goed. Daarom zijn de factoren die in deze instrumenten samenhangen met geweldpleging of ander probleemgedrag geïnventariseerd voor verder onderzoek t.b.v. de te ontwikkelen persoonskaart.

Onderzoeksvraag 6 peilde welke delen/items uit risicotaxatie-instrumenten bruikbaar zijn voor de te ontwikkelen persoonskaart.

In onderdeel 1 van het empirisch onderzoek werd aan de hand van 12 persoonskaarten onderzocht welke risicofactoren het vaakst worden aangetroffen bij solistische

dreigers met een persoonlijke aanpak. Deze persoonskaarten werden gescreend met een checklist die ontwikkeld was op basis van risicofactoren uit 15 risicotaxatie-instrumenten die gerelateerd zijn aan toekomstig algemeen, gewelddadig of seksueel geweld. Ook werd gekeken naar beschermende factoren die een buffer kunnen zijn tegen gewelddadig gedrag. De volgende factoren zijn zeer bruikbaar voor de nieuwe

persoonskaart: psychotische kenmerken, persoonlijkheidskenmerken, gedrag en attitude en voorwaarden en behandeling.

Onderzoeksvraag 7 onderzocht welke relevante factoren die niet direct samenhangen met geweld in de persoonskaarten worden aangetroffen.

In onderdeel 2 van het empirisch onderzoek werden aan de hand van 30 persoonskaarten nagegaan of naast de risicofactoren die beschreven staan in onderzoeksvraag 6, er nog andere relevante factoren zijn die niet direct gerelateerd zijn aan gewelddadig gedrag maar toch belangrijk zijn om te betrekken in de nieuwe persoonskaart. We vonden dat (de afwezigheid van) relaties, dagbesteding, arbeid en woonst bij sommige solistische dreigers een verhoogd risico zijn voor gewelddadig gedrag. Deze bevindingen werd getoetst aan de gebruikers van de persoonskaart bij het KLPD.

Onderzoeksvraag 8 ging na hoe risicofactoren op een niet klinische maar narratieve wijze kunnen worden omschreven.

In de nieuwe persoonskaart zijn alle risicofactoren en andere relevante factoren op een narratieve wijze omschreven zodat ze ook verstaanbaar en observeerbaar zijn voor bijvoorbeeld informatieverwerkers die geen of nauwelijks psychologische en/of psychodiagnostische voorkennis hebben. De risicofactor ‘psychotische kenmerken’ wordt bijvoorbeeld op de volgende manier narratief omschreven: Is er sprake van een incoherent, moeilijk te volgen verhaal? Is er sprake van een buitensporige hoeveelheid communicatie? Ziet, hoort, denkt, voelt de persoon zaken die niet realistisch zijn? Is er sprake van verwardheid en/of psychische problemen? Is er sprake van grote boosheid, woede of frustratie?

Ook voor persoonslijkheidskenmerken, gedrag en attitude, voorwaarden en

behandeling, relaties, dagbesteding, arbeid en woonst zijn narratieve omschrijvingen gebruikt.

Onderzoeksvraag 9 heeft betrekking op de inhoud en structuur van de nieuwe persoonskaart.

Literatuuronderzoek, empirisch onderzoek (onderdeel 1 en 2) en het oordeel van de KLPD-gebruikers hebben uiteindelijk geleid tot de nieuwe persoonskaart. De persoonskaart onderscheidt personalia, risicofactoren en andere relevante factoren en melding bij PDM. De persoonskaart is zo opgebouwd dat de meest recente mutatie eerst verschijnt; daarna verschijnen eerdere mutaties. In het onderdeel melding bij PDM wordt een onderscheid gemaakt tussen communicatievorm en toenaderingsvormen. Ook wordt gevraagd naar de herkomst van de informatie en naar case-management door PDM (genomen beslissingen). Alle politiesystemen zijn zichtbaar alsook de mutaties na de meest recente melding. Ook is er een rubriek ‘beoordeling Stalking Risk Profile’. Dit onderdeel wordt verder uitgewerkt door PDM. De informatieverwerker hoeft in de nieuwe persoonskaart niet meer alle onderliggende politiesystemen te raadplegen. Elke nieuwe mutatie in BlueView (en andere systemen) wordt vermeld in de nieuwe persoonskaart.

Literatuur

Adams, S.J., Hazelwood, T.E., Pitre, N.L., Bedart, T.E., & Landry, S.D. (2009). Harassment of Members of Parliament and the Legislative Assemblies in Canada by individuals believed to be mentally disordered. Journal of Forensic Psychiatry and Psychology, 20, 801-814.

Aegisdottir, S.M.J.W., Spengler, P.M., Maugherman, A.S., Anderson, L.A., Cook, R.S., Nichols, C.N., Lampropoulos, G.K., Walker, B.S., Cohen, G., & Rush, J.D. (2006). The meta-analysis of clinical judgment project: Fifty-six years of accumulated research on clinical versus statistical prediction. The Counseling Psychologist, 34(3), 341 - 382.

Andrews, D.A., Bonta, J., & Hoge, R.D. (1990). Classification for Effective Rehabilitation: Rediscovering Psychology, Criminal Justice and Behavior, 17(1), 19-52.

Andrews, D.A., & Dowden, C. (2005). Managing correctional treatment for reduced recidivism: A meta-analytic review of programme integrity. Legal and Criminological Psychology, 10, 173-187.

Blok, G.T., De Beurs, E., De Ranitz, A.G.S., & Rinne, T. (2010). Psychometrische stand van zaken van risicotaxatie voor volwassenen in Nederland. Tijdschrift voor Psychiatrie, 52(5), 331-341.

Bogaerts, S. (2010). Emerging international perspectives in forensic psychology: Individual level analysis. The Journal of Forensic Psychology Practice, 10(4), 263-266.

Bogaerts, S. & Spreen, M.(2011). Persoonlijkheidspathologie, slachtofferschap vóór het 18e levensjaar, huiselijk geweld en delict informatie in een klinische groep terbeschikkinggestelden. Intervict, Tilburg University: Tilburg.

Bogaerts, S., Spreen, M., Horváth, Z., Polak, M.S., & Cima, M. (2013). Career criminality, childhood experiences and adult personality among forensic patients in the Netherlands. In J.B., Helfgott (Ed.). (Forthcoming). Criminal Psychology, Volumes 1-3. Westport, CT: Praeger Publishers.

Borum, R., Fein, R., Vossekuil, B., & Berlund, J. (1999). Threat assessment: Defining an approach for evaluating risk and targeted violence. Behavioral Sciences & the Law, 17, 323-337.

Bovenkerk, F. (2006). Bedreigingen in Nederland, Uitgeverij. Amsterdam: Augustus. Brand, E.F., & Van Emmerik, J.L. (2006). FP40 - Handleiding v2006 Forensische

profiellijsten. Den Haag/Utrecht: DJI/Oostvaarderkliniek.

Calhoun, F.S. (2001). Violence toward judicial officials. Annals of the American Academy of Political And Social Science, 576, 54-68.

Cheung, P., Schweitzer, I., Crowley, K., & Tuckwell, V. (1997). Violence in

schizophrenia: Role of hallucinations and delusions. Schizophrenia Research, 26(2-3), 181-190. doi: 10.1016/S0920-9964(97)00049-2

Clark, M. (2011).Exploring the criminal lifestyle: a grounded theory study of Maltese male habitual offenders. International Journal of Criminology and

Comité Instrumentarium Forensische Psychiatrie (2000). Risicotaxatie in de forensische psychiatrie: Een Nederlands instrument in ontwikkeling. Den Haag: Ministerie van Justitie, Dienst Justitiële Inrichtingen.

Dane, A.V., & Schneider, B.H. (1998). Program integrity in primary and early secondary prevention: Are implementation effects out of control. Clinical Psychological Review, 18(1), 23-45.

Davies, J.L., & Turnbull, O.H. (2011). Affective bias in complex decision making: Modulating sensitivity to aversive feedback. Motivation and Emotions, 35(2), 235-248.

Desmarais, S.L., Nicholls, T.L., Wilson, C.M., & Brink, J. (2012). Using Dynamic Risk and Protective Factors to Predict Inpatient Aggression: Reliability and Validity of START Assessments. Psychological Assessment, 24(3), 685-700. doi: 10.1037/a0026668

De Ruiter, C. (2011). Risicotaxatie bij relationeel geweldplegers in de praktijk: de B-SAFER. GZ-Psycholoog, 7, 24-33.

De Vogel, V., De Ruiter, C., Van Beek, D., & Mead, G. (2004). Predictive validity of the SVR-20 and Static-99 in a Dutch sample of treated sex offenders. Law and human behaviour, 28(3), 235-251.

De Vogel, V. (2005). Structured risk assessment of (sexual) violence in forensic clinical practice: The HCR-20 and SVR-20 in Dutch forensic psychiatric patient. West Lafayette: Dutch University Press/Purdue University Press. De Vogel, V., De Ruiter, C., & Bouman, Y. (2007). Meting van protectieve factoren

en het belang ervan voor behandeling in de forensische setting: Introductie van de SAPROF. Tijdschrift voor Psychotherapie, 33, 102-119.

De Vogel, V., De Ruiter, C., Bouman, Y., & De Vries Robbé, M. (2009). SAPROF. Guidelines for the assessment of protective factors for violence risk. English Version. Utrecht, The Netherlands: Forum Educatief.

Dietz, P.E., Mattews, D.B., Martell, D.A., Stewart, T.M., Hrouda, D.R., & Warren, J. (1991). Threatening and otherwise inappropriate letters to members of the United-States-Congress. Journal of Forensic Sciences, 36, 1445-1468. Dietz, P.E., & Martell, D.A. (2010). Commentary: Approaching and Stalking Public

Figures. A Prerequisite to Attack. Journal of the American Academy of Psychiatry and the Law, 38, 341-348.

DJI (2003). Handleiding HKT-30 versie 2002. Den Haag: Ministerie van Justitie Dienst Justitiële Inrichtingen.

Douglas, K. S., Guy, L. S., & Weir, J. (2005). HCR-20 violence risk assessment scheme: Overview and annotated bibliography. Available:

http://www.sfu.ca/psychology/groups/faculty/hart/violink.htm.

Douglas, K.S., Guy, L.S., & Hart, S.D. (2009). Psychosis as a risk factor for violence to others: A meta-analysis. Psychological Bulletin, 135, 679-706.

Douglas, K.S. & Reeves, K.A. (2010). Historical-Clinical-Risk Management-20 (HCR-20) Violence risk assessment scheme: rationale, Application and Emperical Overview. In R.K. Otto, & K.S. Douglas (Eds.), Handbook of violence risk assessment. International perspectives on forensic mental health (p.147-185). New York: Routledge.

Dressing, H., Foerster, K., & Gass, P. (2011). Are Stalkers Disordered or Criminal? Thoughts on the Psychopathology of Stalking. Psychopathology, 44, 277-282. Drieschner, K. H., Hesper, B. L., & Marrozos, (2010). Effectonderzoek in de TBS-

sector, De Psycholoog, 45, 38-48.

Falzer, P.R. (2004). Cognitive schema and naturalistic decision making in evidence-based practices. Journal of Biomedical Informatics, 37 (2), 86-98.

Fein, R.A., & Vossekuil, B. (1999). Assassination in the United States: An operational study of recent assassins, attackers, and near-lethal approachers. Journal of Forensic Sciences, 44, 321-333.

Frith, C. (2012). Explaining delusions of control: The comparator model 20 years on. Consciousness and Cognition, 21(1), 52-54. doi:

10.1016/j.concog.2011.06.010

Grann, M., Belfrage, H., & Tengstrom, A. (2000). Actuarial assessment of risk for violence - Predictive validity of the VRAG and the historical part of the HCR-20. Criminal Justice and Behavior, 27(1), 97-114. doi:

10.1177/0093854800027001006

Hanson, R.K., & Thornton, D. (1999). Static-99: Improving actuarial risk

assessments for sex offenders (User Report 99-02). Ottawa: Department of the Solicitor General of Canada.

Hilbert, M. (2012). Toward a Synthesis of Cognitive Biases: How Noisy Information Processing Can Bias Human Decision Making. Psychological Bulletin, 138(2), 211-237.

Hilton, N. Z., & Harris, G. T. (2005). Predicting wife assault: A critical review and implications for policy and practice. Trauma, Violence, and Abuse, 6, 3-23. Hoffman, J. (2009). Public Figures and Stalking in the European Context. The

European Journal on Criminal Policy and Research, 15, 293-305.

Hoffmann, J., Meloy, J.R., Guldimann, A., & Ermer, A. (2011). Attacks on German Public Figures, 1968-2004: Warning Behaviors, Potentially Lethal and Non-lethal Acts, Psychiatric Status, and Motivations. Behavioural Sciences & The Law, 29, 155-179.

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/persberichten/2010/07/01/meer-zicht-op-solistische-dreigers.html

Ilyushina, E.A. & Kuznetsov, I.V. (2012). The Role of the Perceptual in the Formation of Delusions. European Psychiatry, 27(1), 662.

James, D.V., Mullen, P.E., Meloy, J.R., Pathe, M.T., Farnham, F.R., Preston, L., & Darnley, B. (2007). The role of mental disorder in attacks on European politician 1990-2004. Acata Psychiatrica Scandinavia, 116, 334-344. James, D.V., Mullen, P.E., Pathe, M.T., Meloy, J.R., Farnham, F.R., Preston, L., &

Darnley, B. (2008). Attacks on the British royal family: The role of psychotic illness. Journal of the American Academy of Psychiatry and the Law, 36, 59-67.

James, D.V., Mullen, P.E., Pathe, M.T., Meloy, J.R., Preston, L.F., Darnley, B., & Farnham, F.R. (2009). Stalkers and harassers of the royalty: the role of mental illness and motivation. Psychological Medicine, 39, 1479-1490.

James, D.V. (2010). Protecting the prominent? A research journey with Paul Mullen. Criminal Behaviour and Mental Health, 20, 242-250.

James, D.V., Meloy, J.R., Mullen, P.E., Pathe, M.T., Farnham, F.R., Preston, L.F., & Darnley, B.J. (2010a). Abnormal Attentions Toward The British Royal Family: Factors Associated With Approach and Escalation. Journal of the American Academy of Psychiatry and the Law, 38, 329-340.

James, D.V., McEwan, T.E., MacKenzie, R.D., Meloy, J.R., Mullen, P.E., Pathe, M.T., Farnham, F.R., Preston, L.F., & Darnley, B.J. (2010b). Persistance in stalking: a comparison of associations in general forensic and public figure samples. Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 21, 283-305.

James, D.V., Kerrigan, T.R., Forfar, R., Farnham, F.R., & Preston, L.F. (2010c). The Fixated Threat Assessment Centre: Preventing harm and facilitating care. Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 21, 521-536.

James, D.V., Mullen, P.E., Meloy, J.R., Pathe, M.T., Preston, L., Darnley, B., Farnham, F.R., & Scalora, M.J. (2011). Stalkers and Harassers of British Royalty: an Exploration of Proxy Behaviours for Violence. Behavioral Sciences & The Law, 29, 64-80.

Jopeck, E. J. (2000). Five steps to risk reduction: Learn to identify and reduce risk by following these five steps. Security Management, 44(8), 97‐98, 100‐102. Klein, G. A., Orasanu, J., Calderwood, R., & Zsambok, C. E. (Eds.). (1993). Decision

making in action: Models and methods. Norwood, NJ: Ablex Publishing Corporation.

Klein, G.A. (2008). Naturalistic decision making. Human Factors, 50(3), 456-460. KLPD-Dienst IPLO (2011). Pilot Dreigingsmanagement. Risicotaxatie en

zorgtoeleiding bij gefixeerde personen. Korps Landelijke Politiediensten, versie November 2011.

Kropp, P.R., & Hart, S.D. (2000). The Spousal Assault Risk Assessment (SARA) guide: Reliability and validity in adult male offenders. Law and Human Behavior, 24(1), 101-118. doi: 10.1023/A:1005430904495

Kropp, P.R., Hart, S.D., Lyon, D.R., & Storey, J.E. (2011). The Development and Validation of the Guidelines for Stalking Assessment and Management. Behavioral Sciences & The Law, 29(2), 302-316. doi: 10.1002/bsl.978

Lench, H.C. (2011). Personality and Health Outcomes: Making Positive Expectations a Reality. Journal of Happiness Studies, 12(3), 493-507. doi: 10.1007/s10902-010-9212-z

Lim, M., Gleeson, J.F., & Jackson, H.J. (2011). Selective Attention to Threat Bias in Delusion-Prone Individuals. Journal of Nervous and Mental Disease, 199(10), 765-772.

Lipshitz, R., Klein, G., Orasanu, J., & Salas, E. (2001). Focus article: Taking stock of naturalistic decision making. Journal of Behavioral Decision Making, 14(5), 331-352.

Lipshitz, R., Klein, G., & Carroll, J.S. (2006). Introduction to the special issue. Naturalistic decision making and organizational decision making: Exploring the intersections. Organization Studies, 27(7), 917-923.

MacKenzie, R.D., McEwan, T.E., Pathé, M.T., James, D.V., Ogloff, J.R.P., & Mullen, P.E. (2009). The Stalking Risk Profile. Guidelines for assessing and managing stalkers. StalkInc. & the Centre for Forensic Behavioural Science: Monash University

MacKenzie, R.D., & James, D.V. (2011). Management and Treatment of Stalkers: Problems, Options, and Solutions. Behavioral Sciences & The Law, 29, 220-239.

Marquez, A., & Scalora, M.J. (2011). Problematic approach of Legislators. Differentiating Stalking From Isolated Incidents. Criminal Justice and Behavior, 38, 1115-1126.

McEwan, T., Mullen, P.E., & Purcell, R. (2007). Identifying risk factors in stalking: A review of current research. International Journal of Law and Psychiatry, 30, 1-9.

McEwan, T.E., Pathe, M., & Ogloff, J.R.P. (2011). Advances in Stalking Risk Assessment. Behavioral Sciences & The Law, 29, 180-201.

Meloy, J.R., James, D.V., Farnham, F.R., Mullen, P.E., Pathe, M., Darnley, B., & Presotn, L. (2004). A research review of public figure threats, approaches, attacks, and assassinations in the United States. Journal of Forensic Sciences, 49, 1086-1093.

Meloy, J.R., James, D.V., Mullen, P.E., Pathe, M.T., Farnham, F.R., Preston, L.F., & Darnley, B.J. (2011). Factors Associated with Escalation and Problematic Approaches Toward Public Figures. Journal of Forensic Sciences, 56, 128-135.

Mossman, D. (1994). Assessing predictions of violence: Being accurate about accuracy. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 62, 783-792. Mullen, P.E., Pathé, M., Purcell, R.P., & Stuart, G.W. (1999). Study of Stalkers.

American Journal of Psychiatry, 156, 1244-1249.

Mullen, P.E., Pathé, M., & Purcell, R. (2000). Psychologist, 13(9), 454-459. Mullen, P.E., Mackenzie, R., Ogloff, J.R.P., Pathe, M., McEwan, T., & Purcell, R.

(2006). Assessing and managing the risks in the stalking situation. Journal of the American Academy of Psychiatry and the Law, 34(4), 439-450.

Muller, E.R., Bron, R.P., de Hoog, D., & van der Varst, L.P. (2010). Individuele bedreigers van publieke personen in Nederland. Fenomeenanalyse en een beleidsverkenning. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding: den Haag. Musalek, M. (2007). Delusions - diagnosis and treatment. European Psychiatry, 22(1),

98-98.

Nah, M. (2011). Probation, PSRs and public protection: Has a 'critical point' been reached? Criminology & Criminal Justice, 11(5), 471-486. doi:

10.1177/1748895811414509

O'Reilly, G., Carr, A., Murphy, P., Cotter, A. (2010). A Controlled Evaluation of a Prison-Based Sexual Offender Intervention Program. Sexual Abuse: A Journal of Research and Treatment, 22(1), 95-111.

Purcell, R., Pathe, M., & Mullen, P.E. (2004). Editorial: When do repeated intrusions become stalking? Journal of Forensic Psychiatry & Psychology, 15, 571-583. Rice, M. E., & Harris, G. T. (1995). Violent recidivism: Assessing predictive validity.

Journal of Consulting and Clinical Psychology, 63, 737-748. Roeser, S. (XXXX). Plenair: Intuïties, emoties en onderbuikgevoelens in

Rosenfeld, B. (2004). Violence risk factors in stalking and obsessional harassment: A review and preliminary meta-analysis. Criminal Justice and Behavior, 31, 9-36.

Scalora, M.J., Baumgartner, J.V., Zimmerman, W., Callaway, D., Maillette, M.A.H., Covell, C.N., Palarea, R.E., Krebs, J.A., & Washington, D.O. (2002). An epidemiological assessment of problematic contacts to members of Congress. Journal of Forensic Sciences, 47, 1360-1364.

Schoeneman-Moris, K.A., Scalora, M.J., Chang, G.H., Zimmerman, W.J., & Garner, Y. (2007). A comparison of email versus letter threat contacts toward

members of the united state congress. Journal of Forensic Sciences, 52, 1142-1147.

Schoeneman, K.A., Scalora, M.J., Darrow, C.D., McLawsen, J.E., Chang, G.H., Zimmerman, W.J. (2011). Written Content Indicators of Problematic

Approach Behavior toward Political Officials. Behavioral Sciences & The Law, 29, 284-301.

Schönberger, H.J.M., Hildebrand, M., Spreen, M., & Bloem, O. (2008). De waarde van gestructureerde risicotaxatie en van de diagnose psychopathie bij seksuele delinquenten: Een onderzoek naar de betrouwbaarheid en predictieve

validiteit van de SVR-20, Static-99, HKT-30 en PCL-R. Utrecht: Expertisecentrum Forensische Psychiatrie.

Sheridan, L., Maltby, J., & Gillett, R. (2006). Pathological public figure

preoccupation: It’s relationship with dissociation and absorption. Personality and Individual Differences, 4, 525-535.

Slovic P., Finucane M., Peters E., MacGregor D.G. (2004). Risk as analysis and risk as feelings: Some thoughts about affect, reason, risk, and rationality. Risk Analysis 24. 311-322.

Spreen, M., Ter Horst, P.R.M., Bogaerts, S., Lammers, S.M.M., Hochstenbach, J., Soe-Agnie, S.E., & Reubsaet, R.J. (2009). Risicotaxatie aan de hand van de HCR-20 en de HKT-30: Een vergelijking tussen beide instrumenten. In T.I. Oei & M.S. Groenhuijsen (Eds.), Forensische psychiatrie en haar

grensgebieden: Actualiteit, geschiedenis en toekomst (pp. 459-476). Alphen aan den Rijn: Kluwer.

Staring, A.B.P., Blaauw, E., & Mulder, C.L. (2012). The Effects of Assertive Community Treatment Including Integrated Dual Diagnosis Treatment on Nuisance Acts and Crimes in Dual-Diagnosis Patients. Community Mental Health Journal, 48(2), 150-152. doi: 10.1007/s10597-011-9406-9

Taylor, P.J. (2006). Delusional disorder and delusions: Is there a risk of violence in social interactions about the core symptom? Behavioral Sciences & The Law, 24(3), 313-331. doi: 10.1002/bsl.686

Tjaden, P.G. (2009). Stalking Policies and Research in the United States: a Twenty Year Retrospective. The European Journal on Criminal Policy and Research, 15, 261-278.

Unsgaard, E., & Meloy, J.R. (2011). The Assassination of the Swedish Minster for