• No results found

Besluitvorming bij solistische dreigers: gestructureerd en naturalistisch De kritiek van de naturalistische of intuïtieve besluitvormers op de planmatige

4 Risicotaxatie-instrumenten: een beschrijving 4.1 Inleiding

4.6 Besluitvorming bij solistische dreigers: gestructureerd en naturalistisch De kritiek van de naturalistische of intuïtieve besluitvormers op de planmatige

besluitvormers is vandaag niet meer terecht. Meer dan 20 jaar later staat vast dat de naturalistische besluitvormingsmethodiek doordrenkt is van cognitieve en emotionele bias en hierdoor foutieve beslissingen genereert. De kritiek die zij hadden op de planmatige besluitvormers dat een protocol, handleiding of beslissingsprocedure niet werd gevolgd, was een terechte kritiek die zeker tot in de jaren negentig nauwelijks aandacht kreeg. Echter, de naturalistische besluitvorming biedt geen echt alternatief. Dit betekent niet dat intuïties en het onbewust handelen op basis van cognitieve representaties geen voordeel kunnen hebben bij besluitvormingprocessen. Alleen, een objectieve en statistisch ondersteunde methodiek van besluitvorming, bij voorkeur aangevuld met naturalistische besluitvorming op basis van kennis en ervaring, geniet de voorkeur. Dit is ook de methode die gebruikt wordt in PDM. Zij gebruiken

“Wat zegt het als iemand wordt ingeschat met een kans van 70% dat er daadwerkelijk een aanslag zal plaatsvinden? Het gebruik van al die tools is niet altijd evident. Ook is het lastig om cijfertjes en dat soort dingen te gebruiken omdat we werken in termen van

waarschijnlijkheid. Dus ja, wat is de ernst van een gebeurtenis? Is dat dan dat er iemand dood zou kunnen gaan, of alleen maar een lichte verstoring van de openbare orde of een fysieke bedreiging van de VIP, bij wijze van spreken. Dat is de ernst.”

Vertaald naar solistische dreigers en de onderzoeksvragen is het belangrijk om een gevalideerde checklist of persoonskaart te hebben om risicofactoren en beschermende factoren in kaart te brengen die verband houden met solistische dreigers en een

voorspellende bijdrage kunnen leveren aan de inschatting of een solistische dreiger zal overgaan tot gewelddadig gedrag. Naast risico- en beschermende factoren is het ook belangrijk dat de checklist andere relevant informatie in kaart brengt, zoals informatie uit verschillende politiesystemen. De uitdaging is een instrument te ontwikkelen dat gebruiksvriendelijk is, de gebruiker toelaat om in een oogopslag over alle informatie te beschikken en tegelijkertijd efficiënt is.

Recherchepsychologen werken al met checklist en instrumenten (ondermeer de Stalking Risk Profile). Echter, er is geen sprake van één checklist of één lijst die door alle inschatters en andere actoren wordt gebruikt, waardoor de kans op willekeur en verkeerde beslissingen niet gering is (Andrews & Dowden, 2005). Bovendien toont onderzoek aan dat een grote valkuil bij effectief gebleken programma’s of interventies juist het ontbreken van registraties blijkt te zijn (Dane & Schneider, 1998). Wanneer de registratie wegvalt, dan zijn reconstructies niet meer mogelijk maar ontstaat het risico dat allerlei aanpassingen worden gedaan die afwijken van de oorspronkelijke opzet. Het principe van de programma-integriteit indachtig is belangrijk om een checklist of inventarisatieformulier te ontwikkeld op basis waarvan risicofactoren, beschermende factoren, profielen en dergelijke meer in kaart kunnen worden gebracht.

“Wat mooi kan zijn is wat E ons laatst vertelde tijdens een opleiding: het is belangrijk dat abstracte concepten geoperationaliseerd worden in gedragsbeschrijvingen.”

A voegt hieraan toe: “Ja, en die ook overnemen uit de literatuur, dus niet zelf weer opnieuw bedenken want dat maakt het soms ook wel lastig. Als iedereen zijn eigen definitie gaat geven aan een term schieten we niets op. Als iemand bij de poort van een paleis staat moet de beveiliger kunnen aangeven wat hij ziet en welke indruk de persoon op hem maakt. Je wilt een gedrag zien”. In politieinformatie staat soms dat iemand verward of gestoord overkomt. Maar er staat dan niet waarom ze denken dat hij gestoord is. Dan mis je net die nuance, dat is lastig. Ja, in ideale gevallen gaan we zelf zo'n persoon opzoeken, dan kan je zelf een idee krijgen van hoe komt hij over. Is dit verwardheid of is dit gewoon betrokkenheid en toewijding in een zaak?”

4.7 Voorlopige conclusie

In dit hoofdstuk werd de checklist (tabel 1) ontwikkeld aan de hand van risico- en beschermende factoren afkomstig van 15 risicotaxatie-instrumenten. Ook werd de

SRP toegelicht dat al door PDM wordt gebruikt. Om geen bias te veroorzaken in de resultaten werd de SRP niet meegenomen in de analyse van de

risicotaxatie-instrumenten. In dit hoofdstuk werd ook stilgestaan bij risicotaxatie van veroordeelde delinquenten en risicotaxatie van solistische dreigers. Een groot verschil is dat

risicotaxatie van veroordeelde delinquenten gebeurt aan de hand van meerdere informatiebronnen, terwijl bij risicotaxatie van solistische dreigers niet altijd

voldoende informatie beschikbaar is wat het werk kan bemoeilijken om bijvoorbeeld preventieve maatregelen te nemen. In ieder geval is de taxatie een samenspel tussen gestructureerde beoordeling en klinisch oordeel. Hoofdstuk 4 heeft de basis gelegd voor hoofdstuk 5. Aan de hand van empirisch onderzoek (onderdeel 1, 2 en 3) wordt in het volgende hoofdstuk gekeken of bevestiging te vinden is tussen de risicofactoren in de literatuur en risicofactoren van solistische dreigers die een persoonsgerichte aanpak krijgen en dus bekend zijn bij het pilot team solistische dreigers (onderdeel 1). Daarnaast wordt ook gekeken of er naast typische risicofactoren, ook sprake is van andere relevante factoren (onderdeel 2). Tenslotte wordt gekeken of er op basis van beide onderdelen, aangevuld met informatie uit interviews (onderdeel 3), een nieuwe persoonskaart kan worden ontwikkeld die kan bijdragen aan een betere systematiek en het efficiënt traceren en systematiseren van informatie over solistische dreigers? Verder wordt verslag gelegd van de wijze hoe deze persoonskaart door de praktijk wordt beoordeeld?