• No results found

In dit onderzoek is gekeken naar enerzijds de invloed van cultuur en anderzijds de invloed van de mate van werknemersbescherming op cost stickiness. Cost stickiness wordt door Anderson e.a. (2003) beschreven als het fenomeen dat een toename van de kosten als gevolg van een toename in de verkopen, groter is dan de afname van de kosten bij een gelijkwaardige daling van de verkopen. Hier worden in dit onderzoek twee nieuwe verklaringen voor gegeven. Ten eerste wordt op basis van de onderzoeken van Banker e.a. (2006, 2013) voorspeld dat een hogere mate van werknemersbescherming zal leiden tot een hogere mate van cost stickiness. Dit onderzoek heeft aangetoond dat er inderdaad een significant direct positief verband bestaat tussen de mate van werknemersbescherming en de mate van cost stickiness. Een hogere mate van werknemersbescherming verhindert werkgevers om het personeelsbestand snel en economische rendabel aan te passen aan tijdelijke veranderingen in de vraag. Dit zal leiden tot een grotere mate van cost stickiness. Ten tweede is bevestigd dat er significante verbanden bestaan tussen cultuur en cost stickiness. Eerdere onderzoeken hebben reeds ontdekt dat cultuur van invloed is op de beloning van de CEO ( Nash e.a., 2012) en de hoogte van de dividenduitkering (Fidrmuc e.a., 2010) maar de invloed van cultuur op cost stickiness is vooralsnog niet onderzocht. Aan de hand van onder andere het onderzoek van Fidrmuc e.a. (2010) is voorspeld dat een hogere mate van individualisme en power distance zal leiden tot een hogere mate van cost stickiness. Een hoge mate van individualisme en power distance creëren de prikkel en de mogelijkheid voor managers om hun eigen belangen na te streven. Een voorbeeld hiervan is empire building, waarbij managers streven naar het opbouwen van een zo groot mogelijke organisatie omdat dit hen status, macht en een hogere beloning oplevert. Dit streven naar een zo groot mogelijke organisatie kan ervoor zorgen dat overtollige capaciteit toch wordt aangehouden waarmee cost stickiness gecreëerd wordt. Dit onderzoek heeft uitgewezen dat de mate van individualisme een significant negatieve invloed heeft op de mate van cost stickiness. In tegenstelling tot de verwachtingen duidt dit resultaat erop dat managers het resultaat van hun onderneming belangrijker vinden dan de omvang. Mogelijk levert het behalen van goede bedrijfsresultaten meer status op dan het leiding geven aan een grote onderneming. Een andere verklaring is dat het behaalde resultaat van groter belang is bij het vaststellen van de beloning dan de omvang van het bedrijf. De invloed van de mate van power distance, een andere belangrijke cultuur dimensie, op cost stickiness is zowel bij het gebruik van het model van Hofstede als bij GLOBE significant. Bij het gebruik van Hofstede is dit verband significant positief terwijl bij het gebruik van GLOBE een significant negatief verband gevonden wordt. Verder onderzoek, mogelijk met behulp van andere cultuur maatstaven, is noodzakelijk om vast te kunnen stellen welke richting het verband heeft.

Op basis van de onderzoeken van onder andere Nash e.a. (2012) en Fidrmuc e.a. (2010) is vastgesteld dat een hogere mate van uncertainty avoidance gepaard gaat met lagere beloningen voor CEO’s en aandeelhouders. Het variabele deel van de CEO beloning en de hoogte van de dividenduitkering worden bepaald door het bedrijfsresultaat. Een hogere mate van uncertainty avoidance kan ervoor zorgen dat managers besluiten de capaciteit niet direct aan te passen aan dalende verkopen omdat zij niet weten of de lagere verkopen voor langere

tijd zullen aanhouden. Het aanhouden van overtollige capaciteit verlaagt op korte termijn het bedrijfsresultaat (lagere CEO beloning en dividenduitkering) en veroorzaakt cost stickiness. Overeenkomstig de verwachtingen is uit dit onderzoek gebleken dat een hogere mate van uncertainty avoidance een significant positief effect heeft op de mate van cost stickiness. Omdat het vaak onzeker is of veranderingen in de vraag blijvend zijn, zullen managers met een hoge mate van uncertainty avoidance wachten met het aanpassen van de productiecapaciteit totdat duidelijker is of de vraagverandering tijdelijk is of niet.

Tot slot is gebleken dat cultuur ook indirect, via EPL, van invloed is op de mate van cost stickiness. De nationale cultuur bepaalt in belangrijke mate welke wetten en regels worden opgesteld (Schwartz e.a., 2007; Williamson, 2000) . De verwachting was dat cultuur daarom mogelijk ook indirect, via werknemersbescherming, van invloed kan zijn op de mate van cost stickiness en dit is door dit onderzoek bevestigd. Opvallend is dat alleen de mate van uncertainty avoidance indirect de mate van cost stickiness verhoogt. Door de hoge gevoeligheid voor de keuze van de cultuurmaatstaf, kan alleen worden vastgesteld dat een individualisme score de mate van cost stickiness verlaagt. Verder onderzoek is nodig om vast te stellen welke richtingen de invloeden van power distance en uncertainty avoidance moeten krijgen en of er daadwerkelijk sprake is van een indirect effect van de nationale cultuur op de mate van cost stickiness. De resultaten van dit onderzoek tonen aan dat verder onderzoek naar de invloed van werknemersbescherming en de nationale cultuur op de mate van cost stickiness zeker geoorloofd en noodzakelijk is om dit relatief nieuwe fenomeen beter te kunnen verklaren.

Beperkingen

Net als de meeste andere onderzoeken kent ook dit onderzoek enkele beperkingen. Ten eerste de hoge onderlinge correlaties en VIF scores. Doordat enkele variabelen niet volledig onafhankelijk zijn kan de kracht van de gevonden verbanden te hoog worden ingeschat, waardoor een vertekend beeld ontstaat. Ten tweede het verschil in resultaat wanneer de dimensies van Hofstede of GLOBE gebruikt worden als maatstaf voor cultuur. Het feit dat verschillende maatstaven leiden tot verschillende bevindingen zorgt er in dit geval voor dat de resultaten minder generaliseerbaar zijn. Tot slot het schatten van de mate van werknemersbescherming voor de jaren 2009 tot en met 2011. Het is mogelijk dat landen, als gevolg van de financiële crisis, de mate van werknemersbescherming toch drastisch hebben aangepast. Afhankelijk van de omvang van de aanpassingen zou dit een effect op de resultaten kunnen hebben.

Toekomstig onderzoek

Toekomstig onderzoek zou zich ten eerste kunnen richten op het verklaren van de tegenstrijdige resultaten tussen Hofstede en GLOBE met betrekking tot de directe invloed van power distance op de mate van cost stickiness. Ten tweede zou het nuttig zijn om dit onderzoek te herhalen zodra de OECD de EPL cijfers heeft gepubliceerd tot en met 2011. Voor dit onderzoek is voor de jaren 2009 tot en met 2011 het EPL cijfer van 2008 gebruikt, aangezien dit cijfer gemiddeld genomen weinig fluctueert op de korte termijn. De financiële en economische crisis van de afgelopen jaren kan er echter voor gezorgd hebben dat de mate

van werknemersbescherming toch plotseling drastisch is veranderd, waardoor de uitkomsten van dit onderzoek mogelijk veranderen. Ten derde zou nog onderzocht kunnen worden of de overige twee cultuur dimensies (Long Term orientation en Masculinity) ook een significante invloed hebben op de mate van cost stickiness. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat PDI, IND en UAI van de vijf dimensies van Hofstede de meeste invloed hebben op financiële beslissingen. Dit hoeft echter niet te betekenen dat dit ook geldt voor de keuze om de kosten al dan niet aan te passen aan veranderingen in de vraag. Voornamelijk Long term orientation lijkt een potentieel belangrijke variabele aangezien de toekomstverwachting van managers een belangrijke rol speelt bij het al dan niet optreden van cost stickiness. Tot slot is er nog relatief weinig onderzoek gedaan naar cost stickiness. Weten hoe het management zal reageren op een verandering in de vraag is belangrijk voor onder andere aandeelhouders, analisten en de overheid. Toekomstig onderzoek zou zich dan ook moeten richten op nog niet onderzochte oorzaken voor cost stickiness.

GERELATEERDE DOCUMENTEN