• No results found

Conclusies

In document De deelfiets in Nederland (pagina 61-63)

Deel 4: Conclusies en aanbevelingen

8.1 Conclusies

8.1.1 Deelfietspotentie en kansrijke deelfietssystemen in Nederland

‘De situatie met betrekking tot de deelfiets in Nederland is niet te vergelijken met de buitenlandse situaties vanwege het hoge fietsbezit in Nederland’

De reden dat er in Nederland nog altijd niet op dezelfde schaal stedelijke deelfietssystemen bestaan zoals deze in steden over de hele wereld wel bestaan, is het verschil in uitgangssituatie. In Nederland ligt het fietsbezit en het fietsgebruik hoger dan in welk land dan ook. In buitenlandse steden worden

deelfietssystemen doorgaans opgezet om de fiets te promoten en de fiets als efficiënt stedelijk

transportmiddel te profileren. In Nederland is de fiets al een populair en veelgebruikt transportmiddel, waardoor deze profilering en stimulering van de fiets niet meer aan de orde is. Om deze reden kan het succes van buitenlandse deelfietssystemen niet één op één op Nederland geprojecteerd worden. Overheden en marktpartijen zijn daarom tot op heden terughoudend geweest met stedelijke

deelfietssystemen. De gedachte dat de deelfietspotentie in Nederland zich beperkt tot het natransport vanaf het station werd breed gedragen. De succesvolle OV-Fiets vervulde daarmee de afgelopen jaren perfect de rol van de Nederlandse deelfiets.

‘De deelfietspotentie in Nederland reikt verder dan alleen het natransport vanaf het treinstation’

In Nederland is er echter meer markt voor de deelfiets dan alleen maar het natransport vanaf het treinstation. Ook bij overheden en marktpartijen begint langzaam een verschuiving zichtbaar te worden. Sinds kort is er langzaam maar zeker steeds meer aandacht voor de deelfiets in Nederland en de

mobiliteitsimpact die de deelfiets kan betekenen, ook voor Nederlandse steden waar de OV-Fiets al succesvol rond rijdt. Daarom ontstaan er sinds kort steeds meer kleinschalige deelfietsinitiatieven in verschillende Nederlandse steden.

Het is lastig om exact aan te geven waar de potentie zit voor de Nederlandse deelfiets, omdat dit van veel factoren en onvoorspelbaarheden afhankelijk is. Uit het succes van de OV-Fiets en het feit dat de vraag naar de OV-Fiets niet zelden groter is dan het aanbod, blijkt dat er meer vraag is naar een

deelfiets. Daarbij is het aannemelijk dat wanneer de flexibiliteit van OV-Fiets toe zal nemen de vraag ook toe zal nemen. Concreet wil dit zeggen dat het aannemelijk is dat een meer flexibel deelfietssysteem met meer terugbrengmogelijkheden en de mogelijkheid om de fiets voor een korte duur te huren in Nederland meer vraag zal trekken. Het is echter niet waarschijnlijk dat OV-Fiets in de huidige vorm zelf

in deelfietsen kan voorzien voor deze deelfietsmarkt die naast de OV-Fiets overblijft. Omdat de OV-Fiets een andere doelgroep trekt en een andere prijssetting heeft dan een stedelijk deelfietssysteem zal de extra vraag door een ander systeem opgepakt moeten worden. Het huidige systeem van OV-Fiets kan hierbij ook in de toekomst blijven bestaan, omdat dit een andere doelgroep aanspreekt. De OV-Fiets spreekt mensen aan die regelmatig in een andere stad komen en die één eigen deelfiets wil hebben in de stad voor een hele dag. Een stedelijk deelfietssysteem bedient de doelgroep die de deelfiets wil gebruiken als een goedkope en flexibele manier om zich te verplaatsen binnen de stad, als alternatief of als aanvulling op het openbaar vervoer.

Kansrijke toekomstscenario’s voor de Nederlandse deelfiets

Met de onderzoeksresultaten zijn in hoofdstuk 6 drie kansrijke scenario’s opgesteld voor de

Nederlandse deelfietstoekomst. In alle drie de scenario’s wordt rekening gehouden met de voornaamste beperking voor de ontwikkeling van de deelfiets in Nederland; het hoge fietsbezit. In het eerste

scenario, deelfietsdoorbraak, ontstaan er in de grote Nederlandse steden fijnmazige deelfietssystemen met veel deelfietslocaties, met name in gebieden met een hoge dichtheid. Het tweede scenario, de

deelfiets op hotspots, beschrijft een meer grof deelfietsnetwerk met deelfietsen op belangrijke

centrumlocaties en bij belangrijke functies in de stad. In het derde scenario, OV-Fiets+, blijft de rol van de deelfiets voornamelijk beperkt als aanvulling op het openbaar vervoer en bevinden deelfietslocaties zich bij OV-knooppunten en HOV-haltes.

Met name de scenario’s ‘deelfiets op hotspots’ en ‘OV-Fiets+’ zijn op –relatief- korte termijn realistisch en kansrijk. Het eerste scenario, ‘deelfietsdoorbraak’, is een realistische weergave van de

deelfietstoekomst op lange termijn. Het zal tijd nodig hebben om in Nederland tot een dergelijk fijnmazig deelfietsnetwerk te groeien. Het is dan ook waarschijnlijk dat, mocht er een fijnmazig deelfietsnetwerk komen, één van de andere scenario’s uiteindelijk zal uitgroeien tot dit scenario.

8.1.2 Ruimtelijke effecten en mobiliteitseffecten deelfietssystemen

‘De ruimtelijke effecten en de mobiliteitseffecten van deelfietssystemen hangen af van de grootte van een deelfietssysteem en de manier waarop een deelfietssysteem ingericht wordt’

Deelfietssystemen kunnen verschillende effecten hebben op de stedelijke mobiliteit en op de ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde van de openbare ruimte in een stad. De deelfiets kan op het gebied van mobiliteit effecten teweeg brengen op het autogebruik in de stad, de bereikbaarheid van de stad en het gebruik en het netwerk van het stedelijk openbaar vervoer. Ruimtelijke effecten van deelfietssystemen hebben voornamelijk te maken met de inrichting en het ontwerp van deelfietsfaciliteiten en de

ruimtelijk inpassing hiervan. De inpassing van deze faciliteiten in de bestaande openbare ruimte kan een bedreiging vormen voor de ruimtelijke kwaliteit en de belevingswaarde van een plaats. Ruimtelijke kansen voor de deelfiets liggen er op het gebied van fietsparkeerdruk en de vermindering van

autogebruik. Daarnaast kunnen deelfietssystemen zorgen voor een verandering van de mobiliteitsvraag, waarmee het gebruik van de openbare ruimte in het algemeen verandert. Als de openbare ruimte op dit veranderde gebruik aangepast kan worden ontstaan er ruimtelijke kansen, er is dan meer ruimte voor andere ruimtevragers.

Wat deze ruimtelijke effecten en mobiliteitseffecten precies zijn en hoe groot deze effecten zijn is per stad en per deelfietssysteem verschillend. Deze effecten zijn afhankelijk van de grootte van het systeem, de manier waarop het systeem wordt ingericht en de manier waarop het wordt gebruikt. Een

grootschalig systeem zal bijvoorbeeld sterkere effecten teweeg brengen dan kleinschalige systemen. Een deelfietssysteem dat is gericht op de inwoners van een stad zal sterkere effecten hebben op het gebied van fietsparkeerdruk dan een systeem dat gericht is op de gasten van een stad. De mogelijke effecten van deelfietssystemen in Nederland hangen daarom af van de potentie van de deelfiets en kansrijke deelfietssystemen voor Nederland. Omdat niet exact te voorspellen is wat de deelfiets in de toekomst zal doen zijn er drie toekomstscenario’s opgesteld, welke in hoofdstuk 6 besproken zijn. In het vervolg van deze paragraaf worden de ruimtelijke effecten in deze scenario’s kort besproken op de effecten voor de fietsparkeerdruk en de effecten voor het openbaar vervoer.

In document De deelfiets in Nederland (pagina 61-63)