• No results found

4. Actoren en achtergrond van het onderzoek

5.4 Conclusies alternatieve keten

In de resultaten van de alternatieve keten zijn de kenmerken die naar voren kwamen uit de data besproken en verbonden aan de bestaande literatuur. Kenmerken die behoren tot de Short Food Supply Chain zijn gevonden bij verschillende actoren uit dit onderzoek. Samenwerking en vertrouwen zijn kenmerken die nodig zijn in de relatie tussen de producent en afnemer om alternatieve oplossingen voor reststromen te vinden, de juiste afstemming van vraag en aanbod te krijgen en een relatie te krijgen waar loyaliteit een belangrijke positie inneemt (Galli & Brunori, 2013). Allereerst worden deze kenmerken (samenwerking en vertrouwen) gestimuleerd door de filosofie van de actoren in dit onderzoek. De actoren zochten een manier om zich te onderscheiden van de conventionele keten en in sommige gevallen proberen de conventionele keten te veranderen. De redenen hiervoor stond vaak hand in hand met ideeën over duurzaamheid en over een keten waar elke actor een gelijkwaardige positie heeft (Galli & Brunori, 2013). De filosofie is een drijfveer die alternatieve routes en samenwerking aanmoedigt. De filosofie zorgt ervoor dat er een

verantwoordelijkheidsgevoel is naar de verliezen in het productie proces en om daar vervolgens een alternatieve route voor te vinden. De filosofie is dan de reden om meer tijd en energie te steken in het complexe logistieke proces van de reststromen naar diverse afnemers (Petersen et al., 2010). Ook wordt de samenwerking tussen producent en retailer gestimuleerd door de filosofie van de bedrijven. Een

gelijkwaardige positie van de producent in de keten is een kenmerk die in de filosofie van bedrijven terug komt (interview 5). Daarnaast hebben de bedrijven door hun filosofie een andere kijk op kwaliteit dan de gestandaardiseerde klassen. De kwaliteit van producten uit de tweede klassen hebben volgens Interview 1, 2, 6, 7 een gelijke waarde aan de producten uit klasse een en er zou hiervoor een gelijkwaardige prijs aan de teler betaald moeten worden.

Het tweede kenmerk dat naar voren komt uit de resultaten is de eerlijke prijs. Dit is een kenmerk die de positie van de producent in de keten kan verbeteren en komt van de filosofie van verschillende

respondenten (2, 5, 9). De gelijkwaardige positie van de producent wordt gestimuleerd door een

transparante keten waar een eerlijke prijs beschikbaar is voor de producent. Daarnaast wordt er aangegeven door respondenten dat door een eerlijke prijs de productiekosten voor producten worden gedekt en hierdoor

kwalitatief betere producten worden geproduceerd (interview 1, 2, 5; (Galli & Brunori, 2013)). Dit geldt ook voor de prijs voor producten uit de tweede klasse die alleen op uiterlijke kenmerken naar deze klasse zijn verlaagd. Volgens de respondenten (1, 2, 6, 7, 8, 9) behoren producten die alleen een afwijkend uiterlijk hebben, dezelfde prijs te krijgen als klasse 1 producten (Stuart, 2008; Gellynck et al., 2017).

Om verspilling tegen te gaan van producten in het keten proces zijn er verschillende alternatieve oplossingen die gebruikt worden door de onderzochte actoren in het onderzoek. De sleutelpersonen maakten gebruik van de verschillende opties binnen de Food Waste Hierarchy ((Papargyropoulou et al., 2014). Preventie door afstemming met andere afnemers dan de hoofdzakelijke groothandel of afnemer (interview 5, 8). Daarnaast is er sprake van hergebruik voor menselijke consumptie door de producten te verwerken of naar de voedselbanken te sturen (interview 2, 5, 6, 8). Hierbij is er een kans dat de producten verlaagd worden in waarde. De alternatieve routes zijn vaak een tijd en geld inefficient proces voor bedrijven (Petersen et al., 2010). De drijfveer voor het vinden van alternatieve routes is bij de sleutelpersonen in dit onderzoek te verklaren door hun filosofie en bij respondent 8 door een economische drijfveer. Voor goede preventie van overschotten en het vinden van alternatieve routes is eigen initiatief nodig van de producent. De relaties met alternatieve afnemers wordt gestimuleerd in een SFSC, door de sociale en fysieke nabijheid (Galli & Brunori, 2013).

Afstemming van vraag en aanbod wordt gezien als een balans tussen het vastleggen en plannen van de productie met afnemers en de ruimte voor wisselvalligheden in de productie afnamen. Communicatie is een belangrijk kenmerk dat de samenwerking versterkt en de afstemming verbetert (Brindley & Oxborrow, 2014). Door een goede afstemming tussen de actoren kan de afstemming geoptimaliseerd worden en verspilling worden verminderd (Galli & Brunori, 2013).

Tenslotte is loyaliteit onderling tussen producenten en retailers een belangrijk aspect wat naar voren kwam bij verschillende actoren in de keten die geïnterviewd zijn voor dit onderzoek. Een persoonlijke relatie tussen de actoren zorgt volgens de respondenten voor een vertrouwde band waardoor samenwerking wordt

verbeterd (Brindley & Oxborrow, 2014; Hingley, 2005).

Kortom, de respondenten van dit onderzoek benoemen de kenmerken van de SFSC. De kenmerken zijn vaak passend bij hun filosofie en hebben een positieve invloed op de onderlinge afstemming van de product kwaliteit en hoeveelheden.

6. Conclusie

In dit exploratieve onderzoek is er gekeken naar de keten en productafstemming in de Nederlandse

voedselketen en voedselverspilling. Negen actoren uit de Nederlandse keten hebben hun perceptie gegeven over de keten en productafstemming. Dit onderzoek is bedoeld om een beeld te krijgen van de processen in de keten die de kwaliteit van groente en fruit bepalen, die als basis kan dienen voor verder onderzoek naar voedselverspilling in de Nederlandse voedselketen. De voedselverspilling in de Nederlandse keten is vergeleken in twee casussen, de conventionele keten en de alternatieve keten. Aan de hand van deze twee casussen is geprobeerd de hoofdvraag te beantwoorden: ‘Op welke manier zorgt keten- en

productafstemming van groente en fruit in de voedselketen voor verminderde voedselverspilling?’

Allereerst is in literatuuronderzoek gevonden dat voedselverspilling een significant probleem is op sociaal, economisch en duurzaam gebied en het van belang is dat er onderzoek wordt gedaan naar de aanpak van verspilling (Gustavvson et al., 2011; Nellman et al., 2009). De grootste verspilling in de keten ligt bij de producent. In deze fase van de keten wordt 10 tot 20% van de verspilling veroorzaakt door uiterlijke eisen aan producten. Deze eisen worden gesteld door groothandel en retailers (Stuart, 2009; Europese

Commissie, 2011a; Gustavvson et al., 2011). Dit beeld is door de respondenten bevestigd in de interviews. Uit het voedselverspilling managementmodel dat is opgesteld door Papargyropoulou et al. (2014), de Food Waste Hierarchy, blijkt dat de preventie van voedselverspilling de meest gunstige optie is om

voedselverspilling te voorkomen. Deze preventie van verspilling is kenmerkend voor de alternatieve voedselketen. Om een beter begrip te krijgen hoe preventie van voedselverspilling mogelijk zou zijn, was kennis van de huidige voedselketen nodig.

De conventionele keten bestaat uit een complex systeem van actoren (Mena et al., 2011). In de literatuur wordt een onbalans beschreven in de verticale samenwerkingsrelaties, waar producenten opdraaien voor de kosten van de gehele voedselketen. Deze onbalans heeft invloed op de samenwerking in de keten en daardoor invloed op de verspilling in de keten (interview 1, 7; Peters et al., 2011). De consument staat boven aan deze keten en bepaalt wat er uiteindelijk in de winkel komt te liggen (interview 1, 3, 4, 7; de Hooge et al., 2017; Stuart, 2008). De belangrijkste bevindingen van de conventionele keten uit de interviews zijn als volgt.

In de conventionele keten is er beperkte flexibiliteit bij het afnemen en in de kwaliteitsstandaarden (interview 1, 2, 6, 8). Hierdoor ontstaan er overschotten met lage waarde die bij de producent kunnen eindigen als compost en dus als verspilling (interview 1, 2; Gustavsson et al., 2017). Deze houding van de conventionele actoren wordt volgens literatuur en de respondenten veroorzaakt door prijs-gedrevenheid (interview 1, 3, 4, 7; de Hooge et al., 2017). Een lage prijs staat centraal in de concurrentie onder supermarkten en

groothandels. Een opmerkelijk kenmerk dat naar voren kwam bij de conventionele keten was het ondernemerschap van de producenten (interview 1, 2, 7, 8, 9). Gebrekkig ondernemerschap of initiatief kwam voort uit de trouwe relaties met groothandels. Ook scheve samenwerkingsrelatie tussen de producent en retailer zorgen ervoor dat de producent vaak het meest opdraaien voor marktfluctuaties en overschotten (Galli & Brunori, 2013; Hingley, 2005). Dit gebrekkige ondernemerschap heeft invloed op hoe de

producenten kijken naar de verliezen in de productie en of ze alternatieve oplossingen zoeken voor de overschotten om verspilling te voorkomen (interview 1, 2, 7, 8, 9; Galli & Brunori, 2013; Gustavsson et al., 2017).

De alternatieve keten in dit onderzoek heeft de preventie van voedselverspilling centraal staan. De Short Food Supply Chain draagt bij aan de preventie van voedselverspilling door verbeterde flexibiliteit en samenwerking in de keten (Galli & Brunori, 2013). De samenwerkingsrelaties en het vertrouwen tussen actoren in de keten worden verbeterd door een fysieke en sociale nabijheid die bij de SFSC horen (Free, 2008; Hingley, 2005). De positie van de producent en de afnemer worden in de SFSC gelijkwaardig gesteld. Het grootste deel van de sleutelpersonen van dit onderzoek had kenmerken van de alternatieve keten (interview 1, 2, 3, 6, 7, 8 en 9). De alternatieve keten wil zich onderscheiden van de conventionele keten of verandering te weeg brengen in de conventionele keten. Respondenten hopen door een eerlijke prijs te bieden voor producten in de keten wordt een gelijkwaardigere positie voor de producenten te verkrijgen in de keten (Hingley, 2005; Galli & Brunori, 2013). Volgens de respondenten (1, 2, 6, 7, 8, 9) behoren producten die alleen een afwijkend uiterlijk hebben, dezelfde prijs te krijgen als klasse 1 producten (Stuart, 2008; Gellynck et al., 2017). Het bieden van een eerlijke prijs komt voort uit de filosofie van de respondenten, die dient als een drijfveer voor duurzame ketenmanagement (interview 2, 5, 6, 7, 8, 9; Sharma et al., 2010). Deze filosofie motiveert producenten ook voor het zoeken van alternatieve oplossingen en dus de preventie van voedselverspilling (Galli & Brunori, 2013). Daarnaast heeft de sociale nabijheid van de SFSC invloed op de samenwerking en vertrouwen. In de interviews werd dit door de respondenten als loyaliteit naar elkaar toe genoemd (interview 7, 8). De loyale relatie zorgt voor vertrouwen en betere communicatie waardoor de actoren in de keten met elkaar afstemmen (Hingley, 2005; Galli & Brunori, 2013; Free, 2008).

De resultaten van dit onderzoek zijn gebaseerd op de percepties van negen actoren uit de Nederlandse voedselketen. Dit vormt een klein deel van de voedselketen en kan daarom geen representatief beeld geven van de gehele keten. De percepties van de actoren uit het onderzoek zijn waardevol geweest voor het vormen van een beeld van de keten en product afstemming in de Nederlandse voedselketen en daarbij hoe verbeteringen kunnen worden gemaakt in het tegengaan van voedselverspilling.

Verder is onderzoek aanbevolen naar het aandeel van de groothandels en retailer in de kwaliteitsbepaling. Kennis over de invloed van en overzicht van diverse duurzame initiatieven en de conventionele actoren in de keten zal in toekomstig onderzoek naar keten afstemming erg waardevol zijn.

Daarnaast kan in verder onderzoek ketenmanagement beter gedefinieerd worden en onderzoek gedaan vinden om verbetering in de ketenmanagement aan te brengen. Meer inzicht in de ketenmanagement kan betere afstemming in de keten verzorgen.

7. Literatuurlijst

Aubry, C., & Kebir, L. (2013). Shortening food supply chains: A means for maintaining agriculture close to urban areas? The case of the French metropolitan area of Paris. Food Policy, 41, 85-93.

Aschemann-Witzel, J., de Hooge, I., & Normann, A. (2016). Consumer-related food waste: Role of food marketing and retailers and potential for action. Journal of International Food & Agribusiness Marketing, 28(3), 271-285.

Aschemann-Witzel, J., Jensen, J. H., Jensen, M. H., & Kulikovskaja, V. (2017). Consumer behaviour towards price-reduced suboptimal foods in the supermarket and the relation to food waste in households. Appetite, 116, 246-258.

Bio Intelligence Service (2010). Preparatory study on food waste across EU 27. European Commission.

Bitsch, V. (2005). Qualitative research: A grounded theory example and evaluation criteria. Journal of Agribusiness, 23(1), 75-91.

Brindley, C., & Oxborrow, L. (2014). Aligning the sustainable supply chain to green marketing needs: A case study. Industrial Marketing Management, 43(1), 45-55.

Bryman, A. (2016). Social research methods. Oxford university press.

Buurman, R., & Velghe, J. (2014). Supermarkten en voedselverspilling. OIVO.

CONCITO. (2011). The Hidden Food Waste Mapping and Recommendations. Juni 2011. Geraadpleegd op 8 oktober 2018 van

http://concito.dk/files/dokumenter/artikler/report_the_hidden_food_waste_0.pdf.

Eriksen, S. N. (2013). Defining local food: constructing a new taxonomy–three domains of proximity. Acta Agriculturae Scandinavica, Section B–Soil & Plant Science, 63(sup1), 47-55.

Europese Commissie, (2008). Commission Regulation (EC) No 1221/2008 of 5 December 2008 amending Regulation (EC) No 1580/2007 laying down implementing rules of Council Regulations (EC) No 2200/96, (EC) No 2201/96 and (EC) No 1182/2007 in the fruit and vegetable sector as regards marketing standards. Geraadpleegd op 13 oktober 2018 van http://eur-lex.europa.eu/legal-

content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:32008R1221&from=EN.

European Commission, (2010). Preparatory study on food waste across EU 27. Technical Report 2010-054. Europe: EC.

Europese Commissie (2011a). Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa. Geraadpleegd op 10 oktober 2018 op https://eur-lex.europa.eu/legal-

content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:52011DC0571&from=EN.

Europese Commissie (2011b). Uitvoeringsverordening 543/2011 van de Commissie. Geraadpleegd op 26 september 2018 op https://eur-lex.europa.eu/legal-

content/NL/TXT/PDF/?uri=CELEX:32011R0543&from=PT.

Facchini, E., Iacovidou, E., Gronow, J., & Voulvoulis, N. (2018). Food flows in the United Kingdom: The potential of surplus food redistribution to reduce waste. Journal of the Air & Waste Management Association, 1-13.

Free, C. (2008). Walking the talk? Supply chain accounting and trust among UK supermarkets and suppliers. Accounting, Organizations and Society, 33(6), 629-662.

FUSIONS, EU (2014). Reducing food waste through social interventions. Geraadpleegd op 10 oktober van https://www.eu-

fusions.org/phocadownload/Publications/FUSIONS%20Definitional%20Framework%20for%20Food%20Was te%202014.pdf.

FUSIONS, EU (2016). Estimates of European food waste levels. Geraadpleegd op 29 December van https://ec.europa.eu/food/safety/food_waste_en.

Gellynck X., De Pelsmaeker S., Lambrecht E. & Vandenhaute H. (2017). De impact van

cosmetische kwaliteitseisen op voedselverlies: casestudie Vlaamse sector groente en fruit, in opdracht van Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie, Brussel.

Griffin, M., Sobal, J., & Lyson, T. A. (2009). An analysis of a community food waste stream. Agriculture and Human Values, 26(1-2), 67-81.

Guest, G., Bunce, A., & Johnson, L. (2006). How many interviews are enough? An experiment with data saturation and variability. Field methods, 18(1), 59-82.

Gustavsson, J., Cederberg, C., Sonesson, U. , van Otterdijk, R. & Meybeck, A. (2011). Global food losses and food waste. Extent, causes and prevention. Study conducted for the International Congress "Save Food!" at Interpack 2011, Düsseldorf, Germany. Rome, FAO.

Halloran, A., Clement, J., Kornum, N., Bucatariu, C., & Magid, J. (2014). Addressing food waste reduction in Denmark. Food Policy, 49, 294–301.

Henderson, G. (2004). ‘Free’food, the local production of worth, and the circuit of decommodification: a value theory of the surplus. Environment and Planning D: Society and Space, 22(4), 485-512.

Hermsdorf, D., Rombach, M., & Bitsch, V. (2017). Food waste reduction practices in German food retail. British Food Journal, 119(12), 2532-2546.

Hingley, M. K. (2005). Power imbalanced relationships: cases from UK fresh food supply. International Journal of Retail & Distribution Management, 33(8), 551-569.

Hingley, M., Lindgreen, A., & Grant, D. B. (2015). Intermediaries in power-laden retail supply chains: An opportunity to improve buyer–supplier relationships and collaboration. Industrial Marketing Management, 50, 78-84.

Hogg, D., Barth, J., Schleiss, K., & Favoino, E. (2007). Dealing with Food Waste in the UK. Report for WRAP. Eunomia Research & Consulting.

de Hooge, I. E., Oostindjer, M., Aschemann-Witzel, J., Normann, A., Loose, S. M., & Almli, V. L. (2017). This apple is too ugly for me!: Consumer preferences for suboptimal food products in the supermarket and at home. Food quality and preference, 56, 80-92.

Knapen, H.P.M. (2011). EU-mededeling: Stappenplan voor efficiënt hulpbronnengebruik in Europa COM(2011)571. Brief van de Staatsecretaris van Buitenlandse Zaken, 31 oktober 2011.

KNMI, (2018). Zomer 2018. Geraadpleegd op 15 oktober 2018 van https://www.knmi.nl/nederland- nu/klimatologie/maand-en-seizoensoverzichten/2018/zomer.

Kwaliteits-Controle-Bureau (2018). Handelsnormen G&F. Geraadpleegd op 5 oktober van http://kcb.nl/handelsnormen-gf.

Kromkommer (2016). Reactie van Kromkommer op het Nederlandse Voedselbeleid. Aanleiding van het regeringsstandpunt op het WRR-rapport Naar een voedselbeleid, 3 februari 2016. Geraadpleegd op 8 oktober 2018 van https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2016Z01455&did=2016D03064.

Kromkommer (2018). Het is tijd voor een nieuwe definitie van kwaliteit. Rondetafelgesprek ‘Voedsel, duurzame en gezonde keuzes voor consumptie’, 5 april 2018. Geraadpleegd op 8 oktober 2018 van

https://www.kromkommer.com/kromkommer-in-de-tweede-kamer/.

Kumar, N., Scheer, L. K., & Steenkamp, J. B. E. (1998). Interdependence, punitive capability, and the reciprocation of punitive actions in channel relationships. Journal of Marketing Research, 35(2), 225-235.

Liu, S., Kasturiratne, D., & Moizer, J. (2012). A hub-and-spoke model for multi-dimensional integration of green marketing and sustainable supply chain management. Industrial Marketing Management, 41(4), 581-588.

Loebnitz, N., Schuitema, G., & Grunert, K. G. (2015). Who buys oddly shaped food and why? Impacts of food shape abnormality and organic labeling on purchase intentions. Psychology & Marketing, 32(4), 408-421.

LTO Nederland (2018). Actie #hetezomeroogst. Geraadpleegd op 03-10-’18 op http://www.lto.nl/actueel/uitgelicht/10895543/Actie-HeteZomerOogst.

Lundqvist, J., de Fraiture, C., & Molden, D. (2008). Saving water: from field to fork: curbing losses and wastage in the food chain. Stockholm: Stockholm International Water Institute.

Malhotra, S. K. (2017). Horticultural Crops and Climate Change-A Review. Indian J. agric. Science, 87(1), 12-22.

Marqt, (2018). Samenvatting Marqt Kwaliteitsbeleid, Ondergrens 2018 versie 1.9. Marqt Kwaliteitsbeleid voor partners 1.9, 1-2.

Nellman, C., MacDevette, M., Manders, T., Eickhout, B., Svihus, B., Prins, A.G., 2009. The

environmental food crisis – the environment׳s role in averting future food crises United Nations Environment Programme (UNEP).

Olesen, J. E., & Bindi, M. (2002). Consequences of climate change for European agricultural productivity, land use and policy. European journal of agronomy, 16(4), 239-262.

Papargyropoulou, E., Lozano, R., Steinberger, J. K., Wright, N., & bin Ujang, Z. (2014). The food waste hierarchy as a framework for the management of food surplus and food waste. Journal of Cleaner Production, 76, 106-115.

Parfitt, J., Barthel, M., & Macnaughton, S. (2010). Food waste within food supply chains:

quantification and potential for change to 2050. Philosophical transactions of the royal society B: biological sciences, 365(1554), 3065-3081.

Peters, N. J., Hofstetter, J. S., & Hoffmann, V. H. (2011). Institutional entrepreneurship capabilities for interorganizational sustainable supply chain strategies. The International Journal of Logistics Management, 22(1), 52-86.

PWC. (2011). Voedselverspilling in de gehele voedselketen. Veel onderzoek beschikbaar, weinig onderzoek bruikbaar voor een integrale uitspraak. Een inventarisatie van bestaand onderzoek naar voedselverspilling. In opdracht van de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie en het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel, 5 december 2011.

Robinson, O. C. (2014). Sampling in interview-based qualitative research: A theoretical and practical guide. Qualitative research in psychology, 11(1), 25-41.

Roels, K., & Van Gijseghem, D. (2011). Verlies en verspilling in de voedselketen. Departement Landbouw en Visserij, afdeling Monitoring en Studie.

RTLnieuws, Hooman, M. (2018). RTL Nieuws: Supermarkten helpen boer, kopen te kleine pruimen en peren. Geraadpleegd op 28 september 2018 van https://www.rtlnieuws.nl/geld-en-

werk/artikel/4357151/supermarkten-helpen-boer-kopen-te-kleine-pruimen-en-peren.

Schor, J. B. (2005). Prices and quantities: Unsustainable consumption and the global economy. Ecological Economics, 55(3), 309-320.

Sharma, A., Iyer, G. R., Mehrotra, A., & Krishnan, R. (2010). Sustainability and business-to-business marketing: A framework and implications. Industrial Marketing Management, 39(2), 330-341.

Stenmarck, Â., Jensen, C., Quested, T., Moates, G., Buksti, M., Cseh, B., ... & Scherhaufer, S. (2016). Estimates of European food waste levels. IVL Swedish Environmental Research Institute.

Stuart, L. (2009). Waste: Uncovering the Global Food Scandal. New York, NY: Penguinbooks Ltd. Staps, S., Trom, S., van Gogh, B., & van der Burgh, M. (2017). Efficiënte keten: preventie

reststromen: rapportage 2015/2016. Louis Bolk Instituut.

Taskforce Circular Economy in Food, (2018). Samen tegen voedselverspilling, 26 februari 2018. Geraadpleegd op 13 oktober 2018 van

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2018D20461&did=2018D20461.

Waarts, Y. R., Eppink, M., Oosterkamp, E. B., Hiller, S. R. C. H., Van Der Sluis, A. A., &

Timmermans, T. (2011). Reducing food waste; obstacles experienced in legislation and regulations (No. 2011-059). LEI, part of Wageningen UR.

van der Zee, F. (2017) Beschrijvend onderzoek. Geraadpleegd op 10 oktober 2018 van https://hulpbijonderzoek.nl/online-woordenboek/beschrijvend-onderzoek/

.

8. Bijlagen

8.1 Interviews

Naam Bedrijf Functie Plaats

1 Mark de Jong ZLTO Specialist Public

Affairs Den Bosch 2 Chantal van Engelen Kromkommer Oprichter Utrecht 3 Michiel van Steen Plus Gors Bedrijfsleider Purmerend 4 Martijn Ligthart Plus Ligthart Bedrijfsleider en

Agf specialist Purmerend 5 Marinka van der Ark Looye Account manager Den Haag 6 Laurien Adriaanse Kromkommer Ketenregisseur Utrecht 7 Gijs Heineke Marqt Agf specialist Amsterdam 8 Andre Bouma Kwekerij Osdorp Agf specialist/teler Osdorp

(Amsterdam) 9 Saskia van der Laan Willem & Drees Development

GERELATEERDE DOCUMENTEN