• No results found

Dit rapport beschrijft een toekomstverkenning die is uitgevoerd naar de

drinkwatervoorziening in Nederland in 2040. Het doel van deze verkenning was om relevante informatie over de toekomstige drinkwatervoorziening te

verzamelen die kan worden gebruikt bij het opstellen van de nieuwe Nota Drinkwater door het ministerie van IenM.

In het project is veel informatie verzameld over mogelijke ontwikkelingen en de impact daarvan op de drinkwatervoorziening. Het rapport geeft op hoofdlijnen de belangrijkste elementen weer. De bijlagen bevatten achtergrondinformatie, toegesneden op de scenario’s.

De bevindingen uit de analyse van de verschillende scenario’s zijn vergeleken met het streefbeeld van het ministerie van IenM voor de drinkwatervoorziening, de toekomstplannen van drinkwaterbedrijven en het bestaande

drinkwaterbeleid. Dit levert een aantal conclusies en aanbevelingen op. Deze worden beschreven in dit hoofdstuk.

6.1 Conclusies

Omgaan met onzekerheid

 Een toekomstverkenning als deze gaat gepaard met een grote mate van onzekerheid. Daarom is in dit rapport bij de meeste bevindingen een bandbreedte aangegeven. In de vertaalslag naar de Nota Drinkwater is het van belang om met deze bandbreedte rekening te houden. Dit kan door voor de korte termijn concrete maatregelen te benoemen en die ontwikkelingen in de toekomst niet in de weg staan. Zo kan voor het bronnenbeleid worden gedacht aan de ruimtelijke reserveringen die nu moeten worden gedaan om de drinkwatervoorziening voor de lange termijn zeker te stellen.

Ontwikkeling drinkwatervraag op langere termijn

 De ontwikkeling van de drinkwatervraag tot 2040 wordt gekenmerkt door een flinke onzekerheid en kan variëren van groei tot krimp. In de visies van drinkwaterbedrijven wordt hier veelal geen rekening mee gehouden, maar wordt uitgegaan van een min of meer gelijkblijvende watervraag op de middellange termijn (extrapolatie van de huidige ‘trend’) (2025).

 Technische innovaties en andere waterbesparingsmaatregelen kunnen een aanzienlijke invloed hebben op de ontwikkeling van de drinkwatervraag.  Door verstedelijking zal de drinkwatervraag in stedelijk gebied toenemen en

in landelijk gebied afnemen. Beschikbaarheid en kwaliteit bronnen

 De hoeveelheid oppervlaktewater die geschikt is voor drinkwater staat onder druk (een robuuste ontwikkeling die plaatsvindt in ieder scenario). In het bijzonder geldt dat:

o de beschikbaarheid van Maaswater, in droge periodes, in toenemende mate een knelpunt wordt;

o een beperkte beschikbaarheid van oppervlaktewater kan leiden tot verhoogde druk op de beschikbare grondwatervoorraad.

 In droge periodes verslechtert de oppervlaktewaterkwaliteit door verzilting en de relatief grotere bijdrage van lozingen. Ook hevige regenval en

temperatuurverandering beïnvloeden de waterkwaliteit in belangrijke mate. Deze ontwikkelingen kunnen gevolgen hebben voor de beschikbaarheid van kwalitatief goed oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening.

 In de eerste knelpuntenanalyse van het Programma Zoetwater

(Deltaprogramma, 2011) is de invloed berekend van klimaatverandering op de temperatuur en de chlorideconcentratie bij innamepunten voor drink- en industriewater. Er is nog niet gekeken naar de invloed van

klimaatverandering op concentraties van andere drinkwaterrelevante stoffen en de ontwikkeling van ziekteverwekkers in bronnen voor drinkwater.  De kwaliteit van ongeveer de helft van de grondwaterwinningen wordt in

2011 in enige mate beïnvloed door menselijk handelen. Dit betreft de invloed van landbouw, verstedelijking (lekkende riolering), (oude)

verontreinigingen door (bedrijfsmatige) activiteiten, (oude) stortplaatsen en de infiltratie van oppervlaktewater. Op basis van de scenario’s wordt

verwacht dat landelijk gezien de toekomstige belasting van het grondwatersysteem van dezelfde ordegrootte blijft.

 Op Rijks- en regionaal niveau is er een trend om ruimtelijke reserveringen voor onttrekkingen los te laten. Dit geldt overigens niet voor alle provincies. Deze strategie houdt geen rekening met de mogelijkheid dat de

beschikbaarheid van oppervlaktewater onder druk kan komen te staan en de watervraag kan toenemen.

Consumentenvertrouwen

 Consumentenvertrouwen is niet alleen afhankelijk van de werkelijke

kwaliteit van het drinkwater, maar wordt in toenemende mate bepaald door de perceptie hierover in bijvoorbeeld de media.

Drinkwaterfunctie in het omgevingsbeleid

 Het landelijk beleid is gericht op een goede inbedding van de

drinkwaterfunctie in het ruimtelijk beleid. De lokale doorwerking is nu nog een punt van zorg. Bovendien is de verwachting dat de ‘concurrentie’ tussen ruimtelijke functies (boven- en ondergronds) zal toenemen.

 De aanwijzing van de drinkwaterfunctie als zwaarwegend openbaar belang (Drinkwaterwet) kan hierin een belangrijke rol gaan vervullen. De

doorwerking naar het ruimtelijk beleid moet echter nog plaatsvinden. Relatie overheid – drinkwaterbedrijf

 Afhankelijk van het scenario kan de drinkwatersector er flink anders uit gaan zien (schaalvergroting, waterketenbenadering, verzakelijking). Hierdoor kan de positie van de overheid ten opzichte van de drinkwaterbedrijven

veranderen.

6.2 Aanbevelingen

Watervraag versus beschikbaarheid bronnen

In het rapport worden verschillen gesignaleerd in de verwachte ontwikkeling van de drinkwatervraag in de prognoses van drinkwaterbedrijven en de verschillende toekomstscenario’s. Daarnaast kunnen de effecten van klimaatverandering leiden tot een verminderde beschikbaarheid van bronnen. Deze combinatie vraagt om een landelijke analyse over oplossingsrichtingen met de stakeholders (drinkwaterbedrijven, Rijk, provincies, waterbeheerders en gemeenten). Hierbij zou over de huidige geografische grenzen van deze partijen heen moeten worden gekeken, en de afstemming worden gezocht tussen milieu-, water- en ruimtelijk beleid.

Afstemming met het Deltaprogramma

In de volgende knelpuntenanalyse van het Deltaprogramma zouden naast temperatuur en chloride ook andere drinkwaterrelevante parameters moeten worden meegenomen.

Een regelmatige afstemming gedurende het proces naar de Nota Drinkwater met het Deltaprogramma biedt kansen voor beide programma’s. Binnen het

Deltaprogramma worden binnen enkele jaren beslissingen genomen die

consequenties kunnen hebben voor de drinkwatervoorziening. Het opstellen van de Nota Drinkwater en het proces daar naar toe kan informatie leveren over mogelijke oplossingsstrategieën voor drinkwaterbronnen die kunnen worden meegenomen in de afweging rondom de totale zoetwatervoorziening. In hoofdstuk 7 van dit rapport is hiertoe een eerste aanzet geschetst. Veranderende relatie overheid – drinkwaterbedrijf

Ook de (drink)watersector kan er in 2040 geheel anders uitzien, bijvoorbeeld georganiseerd rondom een gesloten waterketen. De relatie tussen de overheid en de waterbedrijven kan daarmee sterk veranderen. Het is aan te raden na te gaan hoe de overheid in de verschillende scenario’s op effectieve wijze invulling kan geven aan haar verantwoordelijkheid als toezichthouder en wat zij daarbij (nog) nodig heeft.

Invloed van internationale context op ontwikkelingen in Nederland

Veel van de in deze studie geschetste ontwikkelingen zijn voor het grootste deel afhankelijk van processen op mondiaal niveau, zoals de verandering van het klimaat en de mate van globalisering. Ook regelgeving ontwikkelt zich meer en meer op mondiaal (WHO) en Europees niveau (EU) en in mindere mate op nationaal niveau. De stroomgebiedbenadering van de KRW heeft ook een extra impuls gegeven aan de samenwerking tussen de verschillende oeverstaten langs de grote rivieren. De kwaliteit van het oppervlaktewater in Nederland wordt mede bepaald door activiteiten en emissies bovenstrooms. Aanbevolen wordt om niet alleen de huidige knelpunten in internationaal verband op te pakken, maar ook visies over toekomstige kwaliteitsrisico’s te delen en gezamenlijk te kijken naar mogelijke oplossingsstrategieën. Zo zal in periodes van droogte de aanvoer van oppervlaktewater naar Nederland ook veranderen door