• No results found

Hoofdstuk 7: Conclusies en aanbevelingen

In dit onderzoek zijn de risico’s en risicomanagement rapportages in de jaarverslagen van 2006, van de 30 Nederlandse ziekenhuizen met de grootste omzet geanalyseerd aan de hand van een inhoudsanalyse.

Door middel van dit onderzoek heb ik een antwoord proberen te vinden op de volgende hoofdvraag:

Wat wordt er door Nederlandse ziekenhuizen in het jaardocument gerapporteerd over risico’s en risicomanagement. Wat is de theoretische achtergrond van nieuws wel of niet rapporteren. Zijn de gerapporteerde risico’s en vormen van risicomanagement bij Nederlandse ziekenhuizen hoofdzakelijk positief, negatief of neutraal van aard?

In paragraaf 7.1 zet ik mijn conclusies uiteen gevolgd door mijn aanbevelingen in paragraaf 7.2.

7.1 Conclusies

Conclusie 1:

De diversiteit aan gerapporteerde risico’s en risicomanagement tussen de verschillende ziekenhuizen is erg groot.

Gezien de lange lijst aan risico’s en risicomanagement die bij de analyse uit de jaardocumenten was al snel duidelijk dat de ziekenhuizen vele verschillende risico’s en risicomanagement zaken rapporteren. Je zou kunnen spreken van een wildgroei in de risico- en risicomanagementrapportage.

Enerzijds is het logisch dat er vele verschillende risico’s en risicomanagement zaken worden gerapporteerd, omdat de risico’s en de vormen van risicomanagement waar een ziekenhuizen mee te maken hebben ook zeer divers zijn.

Anderzijds moet er geconstateerd worden dat er bepaalde risico’s en vormen van risicomanagement niet bij alle ziekenhuizen worden onderkend in de rapportage, terwijl deze ongetwijfeld bij alle ziekenhuizen een belangrijke rol (gaan) spelen. Bijvoorbeeld het niet rapporteren over de toenemende marktwerking door 6 ziekenhuizen uit de steekproef of het niet rapporteren over de overheidsbudgetkortingen door 7 ziekenhuizen uit de steekproef. Hieruit concludeer ik vervolgens dat:

Conclusie 2:

Een groot deel van de ziekenhuizen rapporteert onvoldoende over risico’s en risicomanagement.

Hoofdstuk 7: Conclusies en aanbevelingen

Het feit dat er door verschillende ziekenhuizen niet wordt gerapporteerd over risico’s en vormen van risicomanagement die een grote impact op de continuïteit kunnen hebben, geeft aan dat er onvoldoende wordt gerapporteerd door de ziekenhuizen. Een bedrijging van de continuïteit zou er toe kunnen leiden dat de doelstelling niet wordt gehaald (het leveren van een dienst om maatschappelijk nut te creëren). Informatie hierover is voor belanghebbende van groot belang voor het maken van onder andere de risicoinschattingen.

Tussen de verschillende ziekenhuizen in de steekproef zitten echter wel grote verschillen met betrekking tot het aantal risico’s en vormen van risicomanagement waarover wordt gerapporteerd in het jaardocument. Het ziekenhuis wat rapporteert over de meest verschillende risico’s en vormen van risicomanagement rapporteert 72 keer over risico’s en risicomanagement, het ziekenhuis wat over de minste risico’s en risicomanagement zaken rapporteert, rapporteert slechts over 19 risico’s en vormen van risicomanagement.

Conclusie 3:

De belangrijkste rapportage categorie in het jaardocument van Nederlandse ziekenhuizen is

de operationele categorie.

Er wordt overall genomen het meeste gerapporteerd over de operationele categorie (36,7%). Gevolgd door rapportages uit de markt categorie (17,8%). Slechts bij twee van de dertig ziekenhuizen uit de steekproef komt een andere categorie (de markt categorie) uit het onderzoek als grootste categorie. Het is niet heel verrassend dat er over de operationele categorie het meest wordt gerapporteerd omdat het jaardocument een erg operationele invalshoek heeft.

Conclusie 4:

Nederlandse ziekenhuizen rapporteren te neutraal over risico’s en risicomanagement.

Met 46,6% neutrale rapportages over risico’s en risicomanagement zijn de rapportages erg algemeen van aard. Er bestaan, uiteraard, verschillen tussen de ziekenhuizen, enkele ziekenhuizen hebben een uitgebreide en concrete rapportage, maar bij het merendeel van de ziekenhuizen is de rapportage te neutraal. Met zoveel algemene vermeldingen wordt de rapportage weinig zeggend en is daarmee van weinig nut voor de belanghebbenden.

Conclusie 5:

Nederlandse ziekenhuizen rapporteren relatief weinig over negatieve risico’s en risicomanagement.

Hoofdstuk 7: Conclusies en aanbevelingen

Slechts 15% van alle gerapporteerde risico’s en risicomanagement zaken in de steekproef waren negatief van aard. Ruim twee keer zoveel risico en risicomanagement werd er gerapporteerd over positieve risico’s en risicomanagement. Bijna 39% van de gerapporteerde risico’s en vormen van risicomanagement zijn positief. Dit komt overeen met de verwachting naar aanleiding van de theorie uiteengezet in hoofdstuk 5. Dit zou er wellicht op kunnen duiden dat negatieve risico’s onderbelicht zijn in het jaarverslag van Nederlandse ziekenhuizen, waardoor belanghebbenden niet over alle relevante informatie beschikken om beslissingen te nemen.

7.2 Aanbevelingen

Het feit dat er over belangrijke risico’s met mogelijk verstrekkende gevolgen door meerdere ziekenhuizen niet wordt gerapporteerd laat zien dat de rapportage over risico’s en risico-management bij ziekenhuizen (nog) niet optimaal is.

Om dit te verbeteren heb ik de volgende aanbevelingen:

I. Ten eerste zouden ziekenhuizen vollediger én gestructureerder over de verschillende risico categorieën kunnen rapporteren door in het jaarverslag risico’s gestructureerder te beschrijven. Wellicht zou het opstellen van een checklist met categorieën behulpzaam kunnen zijn. Ik denk dan aan bijvoorbeeld de volgende categorieën waarvan ik vind dat die in ieder geval in een risico analyse behoren voor te komen: 1) operationeel, waarbij gedacht kan worden aan zaken als technische storingen, calamiteiten, menselijke fouten, het ontwikkeling van kwaliteitssystemen, verzorgen van trainingen, tevredenheidsonderzoeken, rampenoefeningen en verzuimbeleid. 2) Markt, waarbij gedacht kan worden aan zaken als de groter wordende concurrentie, de toename (of afname) van de patiënten groei en een efficiëntere bedrijfsvoering. 3) Financiering, waarbij gedacht kan worden aan zaken als financieringsrisico’s, renterisico’s, de DBC- problematiek, de wijziging in kapitaallasten, het opbouwen van weerstandsvermogen en het uitvoeren van interne audits etc, etc.

II. Ten tweede moet de in het eerste punt genoemde categorisering in het jaardocument te herkennen zijn. Dit zou bereikt kunnen worden door een duidelijke rubricering of categorisering te hanteren in een specifieke risicoparragraaf. Ziekenhuizen hebben hierdoor een richtlijn wat er in het jaarverslag moet worden gerapporteerd en de belanghebbende krijgt hierdoor informatie die van groter nut is bij het maken van beslissingen.

Hoofdstuk 7: Conclusies en aanbevelingen

III. Ten derde zouden ziekenhuizen meer specifiek moeten zijn in het beschrijven van de risico’s en minder algemeen. Door het hanteren van een specifieke risicoparagraaf wordt er aangestuurd op een specifiekere beschrijving van verschillende risico’s en risicomanagement. Hierdoor zou de informatie over risico’s en risicomanagement in het jaarverslag minder algemeen kunnen worden en van groter nut bij het maken van beslissingen door de belanghebbenden.