• No results found

6. Slot

6.2. Conclusie

Al met al wegen, naar mijn mening, de tegenargumenten zwaarder dan de argumenten voor het verzekerbaar maken van door eigen schuld of met opzet veroorzaakte schade. De probleemstelling van deze scriptie luidde als volgt: in hoeverre zou het verzekerbaar maken van door eigen schuld of met opzet veroorzaakte schade wenselijk zijn?

Ik meen dat het verzekerbaar maken van met opzet als oogmerk en opzet als zekerheidsbewustzijn veroorzaakte schade nooit wenselijk zou zijn, tenzij het een

ziektekostenverzekering betreft. Ook zou het nooit wenselijk zijn om met voorwaardelijk opzet veroorzaakte schade verzekerbaar te maken in geval van een levensverzekering. Mijns inziens zou het ook niet wenselijk zijn om met voorwaardelijk opzet veroorzaakte schade verzekerbaar te maken in het kader van andere verzekeringen, maar zou het wel wenselijk zijn dat de rechter in uitzonderlijke gevallen een opzetclausule buiten toepassing kan laten. Ten aanzien van de eigen schuld acht ik het niet wenselijk om schade veroorzaakt door

roekeloosheid verzekerbaar te maken in geval van een levensverzekering, maar wel bij andere verzekeringen, omdat partijen volgens de wet anders mogen overeenkomen ten aanzien van door roekeloosheid veroorzaakte schade. Het is wel wenselijk om schade veroorzaakt door merkelijke en lichte schuld verzekerbaar te houden, nu de verzekeringsovereenkomst juist bedoeld is om die schade op te vangen.

40

Literatuurlijst

Wet- en regelgeving

Wetgeving

Nederlandse wet- en regelgeving:

Burgerlijk Wetboek Boek 3: artikel 40 Burgerlijk Wetboek Boek 5: artikel 1

Burgerlijk Wetboek Boek 6: artikel 217, 227a, 232, 233, 235, 236, 237, 238, 248 Burgerlijk Wetboek Boek 7: artikel 925, 952, 954, 963, 966, 973, 974

Wetboek van Koophandel (oud): artikel 276, 283, 294 Wetboek van Strafrecht: artikel 36e, 350

Zorgverzekeringswet: artikel 15

Belgische wet- en regelgeving:

Wet op de landverzekeringsovereenkomst: artikel 3, 8

Franse wet- en regelgeving:

Code des Assurances: artikel L. 113-1

Duitse wet- en regelgeving:

Versicherungsvertragsgesetz: §81, 87

Zwitserse wet- en regelgeving:

Versicherungsvertragsgesetz: art. 14

Europeesrechtelijke regelgeving:

Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten

Kamerstukken

Kamerstukken II 1985/86, 19529, 3

41

Kamerstukken II 2003/04, 29763, 3

Kamerstukken II 2003/04, 29763, 3 (Memorie van toelichting)

Kamerstukken II 2004/05, 30137, 8

Kamerstukken II 2004/05, 30137, 8 (Nota naar aanleiding van het verslag)

Jurisprudentie

Hoge Raad

HR, 19 juni 1911, W9203 (Hoornse taart)

HR, 12 maart 1954, NJ 1955, 368 (Codam/Merwede)

HR, 9 november 1954, ECLI:NL:HR:1954:1 (Cicero-arrest)

HR, 30 mei 1975, ECLI:NL:PHR:1975:AC5594, m. nt. B. Wachter (Stukgegooid bierglas)

HR 13 maart 1981, ECLI:NL:HR:1981:AG4158 (Haviltex)

HR, 27 maart 1987, ECLI:NL:PHR:1987:AG5566, m. nt. W.C.L. van der Grinten (X/Interpolis)

HR, 17 juni 1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0365, m. nt. W.C.L. van der Grinten (Van Kasteren/Nationale Nederlanden)

HR, 3 februari 1989, ECLI:NL:PHR:1989:AB8307 (Containerbrand)

HR, 11 januari 1991, ECLI:NL:HR:1991:ZC0109 (Van den Wijngaard/Haagman)

HR, 18 oktober 1996, ECLI:NL:HR:1996:CZ2173, m. nt. M.M. Mendel (Nationale Nederlanden/Veerman)

HR, 11-09-1998, ECLI:NL:PHR:1998:ZC2701, m. nt. M.M. Mendel (K en J/ Zorgverzekeraar Oost Nederland)

HR, 6 november 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC2771, m. nt. M.M. Mendel (Aegon/Van der Linden)

HR, 4 april 2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF2831 (Amev/Meijerink)

42 HR, 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:601 (Shaken baby)

Gerechtshof

Hof ’s-Hertogenbosch 22 mei 2007, ECLI:NL:GHSHE:2007:BA6950

Rechtbank

Rb. Utrecht 8 juni 2007, ECLI:NL:RBUTR:2007:BA6717

Rb. Utrecht 22 oktober 2008, ECLI:NL:RBUTR:2008:BG1570

Hof van Justitie van de

Europese Unie

HvJEU 16 juli 1998, ECLI:EU:C:1998:369 (Gut Springenheide)

HvJEU 23 april 2015, ECLI:EU:C:2015:262 (Van Hove)

Overige instanties

Hof van Cassatie, 12 april 2002, JLMB 2002, p. 1218

Literatuur

Tijdschriftartikelen

Hendrikse/Margetson, NTHR 2004-4

M.L. Hendrikse en N.J. Margetson, ‘De memorie van antwoord bij Titel 7.17 NBW: weer een stap in de richting van een nieuw verzekeringsrecht’, in Nederlands Tijdschrift voor

Handelsrecht 2004-4, p. 102-107.

Hendrikse/Rinkes, TVC 2010-3

M.L. Hendrikse en J.G.J. Rinkes, ‘Consument en verzekeringsvoorwaarden’, in Tijdschrift voor Consumentenrecht & handelspraktijken-reeks 2010-3, p. 106-117.

Hendrikse/Vloemans, NTHR 2005-6

M.L. Hendrikse, N. Vloemans, ‘Geschiedenis, structuur en rechtskarakter van Titel 7.17 BW’, Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht 2005-6, p. 226-228.

43

Van Eijk-Graveland, NTHR 2009/6

J.C. van Eijk-Graveland, ‘Opzettelijk en tegen een persoon of zaak gericht wederrechtelijk handelen; de opzetuitsluiting in de AVP-polis’, in Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht 2009/6, p. 250-256.

Ten Oever/Van Veldt, NTBR 2016/52

H. ten Oever en G. Veldt, ‘Vragen over nietigheid op grond van art. 3:40 lid 1 BW: Een pleidooi voor een twee fase toets’, in Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht 2016/52, p. 354-362.

Wansink/Van Tiggele-van der Velde 2019

J.H. Wansink en N. van Tiggele-van der Velde, in Asser/Wansink, Van Tiggele & Salomons 7-IX 2019/13.1, nrs. 445-477.

Boeken

Blom 2006

A. Blom, Causaliteit in het verzekeringsrecht, Deventer: Kluwer 2006.

Brouwer 2017

H.M.B. Brouwer, Eigen gebrek in het transportverzekeringsrecht, Paris 2017.

Frenkel 1917

Ph.S. Frenkel, Bijdrage tot de leer van het voorwaardelijk opzet, diss. Utrecht, Utrecht 1917.

Hazewinkel-Suringa/Remmelink 1996

D. Hazewinkel-Suringa en J. Remmelink, Inleiding tot de studie van het Nederlandse strafrecht, Deventer 1996.

Hendrikse 2002

M.L. Hendrikse, Eigen schuld, bereddingsplicht en medewerkingsplicht in het

44

Hendrikse 2011

M.L. Hendrikse, ‘Een rechtsvergelijkende analyse aangaande de verzekerbaarheid van opzet in het schadeverzekeringsrecht’, in Over grenzen: liber amicorum Herman Cousy, Intersentia 2011, p. 465-474.

Hendrikse, ACIS-serie deel 8 2011

M.L. Hendrikse, ‘De aansprakelijkheidsverzekering’, in Amsterdam Centre for Insurance Studies-serie deel 8, 2011, hfd. 2, De opzetclausule: een nadere analyse, p. 29-41.

Hendrikse e.a. 2019

M.L. Hendrikse, Ph. H.J.G. van Huizen, J. G. J. Rinkes et al., Recht en Praktijk – Verzekeringsrecht.

Van Bemmelen/Van Veen 1995

J.M. Van Bemmelen, Th.W. van Veen, D.H. de Jong en G. Knigge, Ons strafrecht deel 1, het materiële strafrecht, Arnhem 1995.

Van Eijk-Graveland 1998

J.C. van Eijk-Graveland, Verzekerbaarheid van opzet in het schadeverzekeringsrecht, W.E.J. Tjerenk Willink 1998.

Internetbronnen

Cieremans, GS Bijzondere overeenkomsten

T.L. Cieremans, ‘Commentaar op art. 7:944, 952 en 963 BW’, in Groene Serie Bijzondere overeenkomsten.

Van Kooten, GS Vermogensrecht

H.J. Van Kooten, ‘Commentaar op art. 3:40 BW’, in Groene Serie Vermogensrecht.

Van Zwieten/Engel, GS Bijzondere overeenkomsten

P. van Zwieten en K. Engel, ‘Commentaar op art. 7:925 BW’, in Groene Serie Bijzondere overeenkomsten.

45

Verbond van Verzekeraars 2020

Verbond van Verzekeraars, circulaire MSS-2020-4, 2 april 2020, 2020-00005945/IPOUW.

Wansink/Van Tiggele-van der Velde, T&C BW

J.H. Wansink en N. van Tiggele-van der Velde, ‘Commentaar op art. 7:925, 944, 952, 963, 964, 973 en 974 BW’, in Tekst & Commentaar BW.

https://bijnametpensioen.nl/kan-mijn-verzekeringsmaatschappij-failliet-gaan/, laatst geraadpleegd 14 november 2020

https://www.dnb.nl/resolutie/resolutie-van-verzekeraaars/index.jsp, laatst geraadpleegd 14 november 2020

GERELATEERDE DOCUMENTEN