• No results found

In dit onderzoek is gekeken naar de verbeelding van concentratiekampen in acht verschillende speelfilms. De volgende onderzoeksvraag stond hierbij centraal: Hoe zijn concentratiekampen verbeeld in speelfilms? Om deze vraag te beantwoorden zijn de bronnen middels vier

benaderingen bestudeerd, namelijk het kamp als fysieke ruimte, het kamp als sociaal systeem, het kamp als leefwereld en het kamp als genocidale instelling. Daarnaast is in dit onderzoek een hypothese opgesteld: De verwachting is dat er sprake is van een veramerikanisering in de geselecteerde speelfilms. Alle scènes van deze films zijn zeer uitgebreid geanalyseerd waarbij er gelet is op de plot, de personages, de onderdelen van de mise-en-scène en symboliek. Daarbij is er is niet gelet op mogelijke anachronismen in de films en de films zijn daarom ook niet daarop beoordeeld.

Naar aanleiding van het analyseren van de fysieke ruimte van de concentratiekampen in de desbetreffende films, kan er geconcludeerd worden dat de kampen altijd omheinde ruimtes zijn en in de meeste gevallen naast een bos staan. Door middel van wachttorens, treinen en barakken wordt het beeld van het kamp verder opgeroepen. Geluid in de vorm van gefluit van stoomtreinen en boze Duitse stemmen worden daarnaast ingezet om via de mise- en-scène de kampen op te roepen. Het is belangrijk om te benoemen dat in de loop der jaren steeds meer en nieuwe onderdelen, zoals gaskamers, binnen de kampen worden getoond. De basiselementen zijn daarbij minder verbeeld en bovendien ook niet hetzelfde.

Bij de analyse van het kamp als sociaal systeem viel allereerst op dat de daders, slachtoffers en omstanders vaak op herkenbare manieren in beeld zijn gebracht door middel van de kostumering. Echter, hier zijn ook verschillen aan te wijzen. De relaties tussen de SS’ers en de gevangenen worden in beeld gebracht door middel van de plot en de karakters die daar een rol in spelen. De relaties zijn in de meeste gevallen eenduidig weergegeven via archetypische protagonisten en antagonisten. Vaak zijn de officieren en commandanten

afgebeeld als psychopaten. De gevangenen zijn bang wanneer ze in het kamp aankomen, maar weten de verschrikkingen in de meeste gevallen toch te overleven. Daardoor zijn onderlinge relaties tussen de gevangenen en de SS’ers vaak hetzelfde weergegeven door middel van een vast plot. Desondanks zijn er ook uitzonderingen en divergenties in de bronnen wat betreft de onderlinge relaties.

De verbeelde leefwereld in de kampen is in de meeste films tweeledig. Uit de analyse van de plot blijk dat het dagelijks leven een duidelijke structuur heeft. Die structuur komt tot stand op basis van appèls en dwangarbeid. Daarbij is er een strenge en vaak gewelddadige

46

controle door de SS’ers met ondersteuning van Kapo’s. De vormen van dwangarbeid en de invulling van de appèls verschillen in de films. Daarnaast is door middel van de plot het dagelijks leven in meerdere films dermate verbeeld dat de gevangenen de mogelijkheid hebben zich te verzetten tegen de SS’ers. Dit betreft zowel actief als passief verzet.

Het laatste focuspunt dat onderzocht is in deze thesis betreft het kamp als genocidale instelling. Via de plot zijn een aantal vaste chronologische stappen is de aanloop naar

genocide zelf verbeeld. De inzet van geluiden speelt bij deze stappen een belangrijke rol. Hierdoor wordt het publiek meegenomen in deze stappen. De meeste films brengen de

stappen minder expliciet in beeld. Zo zijn gaskamers slechts in enkele films in beeld gebracht, en focussen de meeste films meer op symboliek om genocide te verbeelden. Rokende

schoorstenen zijn daarbij het meest voorkomende symbool maar er zijn ook andere manieren aanwezig waarmee genocide wordt verbeeld.

Naar aanleiding van bovenstaande informatie kan een antwoord op de vraagstelling van dit onderzoek worden geformuleerd. Geconcludeerd kan worden dat concentratiekampen veelal op dezelfde manier zijn verbeeld. Echter, ondanks de steeds terugkerende

overeenkomsten zijn er ook verschillen binnen en tussen de films aan te wijzen. De

filmmakers hebben de mogelijkheid een eigen wereld te creëren door middel van de mise-en- scène, personages en een eigen plot. Bovendien hebben ze de bewegingsvrijheid een eigen reality effect op touw te zetten. Daarbij kunnen ze een hyperrealistische weergave van een kamp produceren of juist een versie die het publiek niet zou verwachten. Desalniettemin zijn voor filmmakers een herkenbaar decor, met kenmerkende karakters en relaties, een duidelijke leefwereld en een vaste opzet om genocide te verbeelden nodig om tot het beoogde reality effect te komen. Zodoende wordt voor het publiek een typerend concentratiekamp in beeld gebracht.

Naast de beantwoording van de vraagstelling werd ook middels dit onderzoek beoogd de opgestelde hypothese al dan niet te bevestigen. Op basis van de analyse is gebleken dat deze hypothese bevestigd kan worden. Van alle gehanteerde methoden wijst de plot er het meeste op dat er sprake is van veramerikanisering van het beeld van concentratiekampen in speelfilms. De onderzochte bronnen hebben namelijk een vergelijkbaar plot waar de

gevangenen na veel lijden in opstand weten te komen tegen de SS’ers, actief of passief. Zodoende weten de meeste gevangenen te overleven en is er sprake van een soort van happy ending. Wanneer dit niet direct blijkt, omdat er bijvoorbeeld geen sprake is van een opstand waarbij gevangenen ontsnappen, wordt er vrijwel altijd duidelijk gemaakt dat er een positieve noot is aan het einde van een film. Het behouden van de menselijke waardigheid is daar een

47

voorbeeld van. Dit wordt in de meeste gevallen ondersteund door archetypische karakters van SS’ers en gevangenen die herkenbaar zijn in zowel uiterlijk als gedrag.

De horreur die in de verbeelde kampen plaatsvindt wordt in de meeste gevallen niet direct getoond, maar indirect opgeroepen door geluiden en de inzet van symboliek. Zodoende ziet het publiek Medusa voornamelijk via een spiegel. Al krijgt het publiek wel verschillende executies, martelingen en andere misère te zien, dus sommige verschrikkingen worden wel in beeld gebracht. Bovendien kan de indirecte verbeelding van genocide, bijvoorbeeld door het geluid van schreeuwende gevangenen, ook als onaangenaam ervaren worden door de kijker. Het achterwege laten van het verbeelden van de verschrikkingen is dus minder aan de orde dan uit de theorie bleek. De kijker krijgt dus af en toe wel een directe glimp van Medusa te zien.

De laatste bevinding die relevant is ter ondersteuning van de opgestelde hypothese laat zien dat concentratiekampen in bijna alle gevallen worden opgeroepen via een aantal vaste bouwstenen in het decor. In de onderzochte bronnen was ook sprake van een aantal

verschillen binnen de bestudeerde onderdelen waardoor er gesteld kan worden dat de verbeelde kampen niet noodzakelijkerwijs steeds meer op elkaar zijn gaan lijken.

Desalniettemin wijst de bewijslast er op dat er wel degelijk sprake is van veramerikanisering. In dit onderzoek zijn alleen Westerse speelfilms onderzocht. Een mogelijkheid voor vervolgonderzoek is om ook naar films uit Oost-Europa te kijken. Uit de literatuur bleek namelijk dat de concentratiekampen daarin op een andere manier zijn verbeeld dan in Westerse speelfilms. Zo zouden films, volgens de literatuur over de verbeelding van concentratiekampen, voor de val van de muur tamelijk ideologisch gekleurd zijn. Zo lag de nadruk in Oost-Europese speelfilms bijvoorbeeld meer op de strijd tussen de Russen en de nazi’s dan op Joodse slachtoffers die in verzet komen. Een soortgelijk onderzoek naar meerdere films uit verschillende decennia en afkomstig uit Oost-Europa zou een wezenlijke bijdrage kunnen leveren aan het onderzoek naar de verbeelding van concentratiekampen in speelfilms.

48

Bibliografie

Primaire bronnen

• Benigni, Roberto (Regisseur en scriptschrijver), Cerama, Vinzeco (Scriptschrijver), La vita è bella (Italië, 1997).

• Gold, Jack (Regisseur), Rose, Reginald (Scriptschrijver), Escape from Sobibor (Groot- Brittannië, 1987).

• Mann, Daniel (Regisseur), Miller, Arthur (Scriptschrijver), Playing for Time, (Verenigde Staten, 1980).

• Nelson, Tim B. (Regisseur en scriptschrijver), The Grey Zone (Verenigde Staten, 2001). • Nemes, László (Regisseur en scriptschrijver), Royer, Clara (scriptschrijver), Saul fia

(Hongarije, 2015).

• Pontecorvo, Gillo (Regisseur en scriptschrijver), Solinas, Fracno (Scriptschrijver), Kapò (Italië, 1960).

• Spielberg, Steven (Regisseur), Zaillian, Steven (Scriptschrijver), Schindler’s List (Verenigde Staten, 1993).

• Targarona, Mar (Regisseur), Danès, Roger (Scriptschrijver), El fótografo de Mauthausen (Spanje, 2018).

Literatuur

• Arendt, Hannah, The origins of totallitarianism (New York, 1951). • Barber, Sian, Using film as a source (Manchester, 2015).

• Baron, Lawrence, Projecting the Holocaust into the present: The changing focus of contemporary Holocaust Cinema (Lanham, 2005).

• Benshoff, Harry, Film and Television Analysis: An Introduction to Methods, Theories, and Approaches (Londen, 2015).

• Black, Jeremy, Holocaust History and Memory (Bloomington, 2016).

• Carruthers, Susan, ‘Compulsory viewing, concentration camp film and german re- education’, Journal of International Studies 30:3 (2001), 733-759.

• Cesarani, David, Endlösung: Het lot van de joden 1933-1949 (Amsterdam, 2018). • Chapman, James, The new film history: Sourches, methods, Approaches (Basingstoke,

49

• Christoph, Classen, en Wächter, Kirsten, ‘Balanced Truth: Steven Spielberg's "Schindler's List" among History, Memory, and Popular Culture’, History and theory 48:2 (2009), 77- 102.

• Corrigan, Timothy, Film and Literature: And introduction and reader (New Jersey, 1999).

• De Jong, Loe, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, 12 dln (Den Haag, 1978).

• Dobson, Miriam, en Ziemann, Benjamin, Reading Primary Sources: The Interpretation of Texts from Nineteenth and Twentieth Century History (Londen, 2008).

• Farmer, Sarah, ‘Going Visual: Holocaust Representation and Historical Method’, The American Historical Review 115:1 (2010), 115-122.

• Friedländer, Saul, The Years of Extermination: Nazi Germany and the Jews, 1939–1945 (New York, 2007).

• Hilberg, Raul, Perpetrators, victims, bystanders: The jewish catastrophe 1933-1945 (New York, 1993).

• Hilberg, Raul, The Destruction of the European Jews, 3 dln (New Heaven, 2003). • Hirsch, Joshua, Afterimage: Film, Trauma and the Holocaust (Philadelphia, 2004), • Insdorf, Annette, Indelible Shadows: Film and the Holocaust (New York, 2002). • Kendall, Walton, ’Fearing fictions’, The journal of philosophy 75:1 (1978), 5-27. • Knowles, Anne K., Paul Jaskot, Benjamin Blackshear, Michel de Groot en Alexander

Yule ‘Mapping the SS Concentration Camps’, in: Anne Kelly Knowles en Tim Cole (red), Geographies of the Holocaust (Bloomington, 2014), 19-52.

• Lagage, Koen, Vanden Borre, Sarah, en van Nieuwenhuysen, Karel, Herinneringen aan de Holocaust: Geschiedenis & collectieve herinnering in gespannen verhouding (Leuven, 2016).

• Perra, Emiliano, Intermittently Americanized? Italian Debates on Holocaust Cultural Products’ in: Hans Krabbendam en Derek Rubin (red.), American Responses to the Holocaust: Transatlantic Perspectives (Bern, 2017), 151-166.

• Picart, Caroline, The Holocaust film sourcebook, 2 dln (Santa Barbara, 2004).

• Pingree, Geoffrey, ‘Visual Evidence Reconsidered: Reflections on Film and History’, The Public Historian 21:2 (1999), 99-107.

• Presser, Jaques, Ondergang: De vervolging en verdelging van het Nederlandse Jodendom (Den Haag, 1965).

50

• Ross, Steven, ‘Jargon and the Crisis of Readability: Methodology Language, and the Future of Film History’, Cinema Journal 44:1 (2004), 130-133.

• Sandall, Rogers, ‘Review: Night and Fog (Nuit et Brouillard) by Alain Resnais’, Film Quartely 14:3 (1961), 43-44.

• Stone, Dan, Histories of the Holocaust (New York, 2010).

• Trent, Robert, en Eudy, Jason, ‘The Historian Encounters Film: A Historiograpy’ Magazine of history 16:4 (2002), 7-12.

• Van Free, Frank, In de schaduw van Auschwitz: herinneringen, beelden, geschiedenis (Groningen, 1995).

• Vree van, Frank, Hoflandlezing 2018: Film, geschiedenis en herinnering (Rotterdam, 2018).

• Wachsmann, Nikolaus, KL: een geschiedenis van de concentratiekampen (Amsterdam, 2016).

• Weissmann, Gary, Fantasies of witnessing the Holocaust: Postwar Efforts to Experience the Holocaust (Ithaca, 2004).