• No results found

In dit hoofdstuk worden allereerst de resultaten bediscussieerd. Er zal hierbij terugkoppeling plaatsvinden naar de theorie en er wordt getracht resultaten die tegenstrijdig zijn aan de verwachtingen te verklaren vanuit de literatuur. Vervolgens worden de beperkingen van dit onderzoek besproken. Tot slot worden er aanbevelingen gedaan voor vervolgonderzoek.

6.1 Conclusie

In dit onderzoek is de relatie onderzocht tussen de financiële prestaties van organisaties en de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report. Daarnaast is gekeken of de sector waarin de organisatie opereert van invloed is op deze relatie. De steekproef bij dit onderzoek bestaat uit 92 organisaties waarvan is geïdentificeerd dat ze een Integrated Report hebben uitgebracht over het jaar 2014 en waarbij de kwaliteit en inhoud van dit verslag is beoordeeld in de Transparantiebenchmark.

Vanuit de literatuur was de verwachting dat de financiële prestaties positief van invloed zouden zijn op de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report. Dit komt voort uit de slack theorie waarbij de verwachting is dat organisaties met betere financiële prestaties meer middelen hebben om zich bezig te houden met waardecreatie voor belanghebbenden en de rapportage daarover (Waddock & Graves, 1997; Chen et al. 2015). Echter, uit dit onderzoek blijkt geen significante relatie te bestaan tussen de financiële prestaties van organisaties en de inhoud van een Integrated Report enerzijds en de kwaliteit anderzijds. Een opvallend detail is nog wel dat de richting van de relatie aangeeft dat financiële prestaties mogelijk negatief van invloed zijn op inhoud en kwaliteit van een Integrated Report. Hoewel deze relatie niet significant is en er geen verdere conclusies over deze relatie kunnen worden getrokken, zou een mogelijke verklaring voor deze relatie kunnen worden ontleend aan de stakeholdertheorie. Hierbij wordt verwacht dat slecht presterende organisaties meer zullen rapporteren om zo de percepties van belanghebbenden te veranderen (Cho & Patten, 2007). Andere mogelijke verklaringen voor deze relatie zouden te maken kunnen hebben met de beperkingen van dit onderzoek. Deze zullen verderop in dit hoofdstuk besproken worden. Aan de hand van de resultaten kan wel geconcludeerd worden dat de grootte van de organisatie positief van invloed is op de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report. Dit is conform eerdere onderzoeken op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving en vrijwillige rapportages (Bachoo, 1995; Gul & Leung, 2004; Patten, 2002).

Daarnaast was de verwachting dat de sector van invloed zou zijn op de onderzochte relatie, omdat de organisaties een afweging zouden maken in welke mate de extra middelen beschikbaar gesteld zouden worden voor rapportages. De verwachting was dat deze afweging afhankelijk is van de maatschappelijke prestaties van organisaties. De relatie was echter niet eenduidig. Zo zouden organisaties in sectoren met goede maatschappelijke prestaties dit graag kenbaar willen maken aan de buitenwereld (Clarkson et al., 2008), maar aan de andere kant zouden organisaties in sectoren met slechte maatschappelijke prestaties graag de percepties van belanghebbenden willen veranderen en daarom zorgen voor een betere kwaliteit en inhoud van een Integrated Report (Cho & Patten, 2007). Uit de resultaten blijkt dat alleen de sector technologie significant afwijkt van de andere sectoren met betrekking tot de invloed die de sectoren hebben op de onderzochte relatie. Gezien het feit dat maar één sector afwijkt van de overige sectoren, kan niet geconcludeerd worden dat het verschil in de maatschappelijke prestaties tussen de sectoren van invloed is op de relatie tussen de financiële prestaties van organisaties en de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report.

30

6.2 Beperkingen

In het onderzoek zijn een aantal beperkingen te onderkennen die mogelijk van invloed zijn geweest op de uitkomsten van dit onderzoek. Allereerst kan de omvang van de sample als een beperking worden gezien. Over het algemeen wordt gesteld dat 100 waarnemingen benodigd zijn om betrouwbare resultaten te verkrijgen. In dit onderzoek zijn 92 organisaties meegenomen. Daarnaast is bij de analyse van de invloed van de sector op de onderzochte relatie de sample verder verkleind, omdat in sommige sectoren maar een zeer beperkt aantal organisaties waren vertegenwoordigd. Om de betrouwbaarheid van de resultaten te waarborgen, zijn de organisaties die in de betreffende sectoren zaten uit de analyse gelaten, waardoor de sample nog maar 74 organisaties bevat. De reden voor deze relatief kleine sample komt voort uit het feit dat bij dit onderzoek gebruik is gemaakt van de scores uit de Transparantiebenchmark 2015. De Transparantiebenchmark meet alleen de scores van Nederlandse organisaties. Daarnaast is ervoor gekozen om uit de Transparantiebenchmark alleen de organisaties die een Integrated Report uitbrengen mee te nemen in dit onderzoek. Voor een grotere sample, zal gekozen moeten worden voor een andere bron dan de Transparantiebenchmark om de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report te meten. Dit maakt het mogelijk om niet alleen de organisaties met een Integrated Report die in de Transparantiebenchmark vertegenwoordigd zijn mee te nemen, maar ook andere organisaties en bijvoorbeeld ook buitenlandse organisaties.

Een andere beperking van dit onderzoek heeft te maken met de selectie van de organisaties met een Integrated Report uit de Transparantiebenchmark. Uit de resultaten van de self-assessment die door de organisaties is ingevuld, blijkt dat 100 organisaties hebben aangegeven dat ze een

Integrated Report hebben. Aangezien deze lijst met organisaties niet publiekelijk beschikbaar is,

is er in dit onderzoek voor gekozen om de organisaties met een Integrated Report te selecteren aan de hand van een aantal criteria. Op basis van deze criteria is vastgesteld dat 92 organisaties een Integrated Report uitbrengen. Hoewel dit aantal dicht bij de 100 organisaties ligt die er volgens de resultaten van het self-assessment zouden moeten zijn, komt dit niet helemaal met elkaar overeen. Dit kan te maken hebben met de subjectiviteit die ten grondslag ligt aan de selectie van de organisaties in dit onderzoek. Hierdoor bestaat de kans dat sommige organisaties niet zijn geïdentificeerd als zijnde het hebben van een Integrated Report en hierdoor buiten de sample zijn gelaten of dat sommige organisaties die wel in de sample zijn opgenomen niet hebben aangegeven in de self-assessment dat ze een Integrated Report uitbrengen.

Tot slot kan de aanpak voor het meten van de financiële prestaties van organisaties als een beperking van dit onderzoek worden gezien. In dit onderzoek is gekozen om net als in de onderzoeken van Gul en Leung (2004) en Clarkson et al. (2008) de financiële prestaties te meten aan de hand van de return on assets. Uit een analyse van de data blijkt echter dat banken en verzekeraars een lage return on assets hebben, doordat de waarde van de totale activa zeer hoog is in vergelijking met het resultaat. Dit hoeft echter niet te duiden op slechte financiële prestaties, maar kan meer gezien worden als een kenmerk van die organisaties die in deze sector opereren. Dit maakt echter de vergelijkbaarheid met andere sectoren minder sterk. Het relatief grote aantal organisaties in de sector banken & verzekeraars en de lage return on assets die deze organisaties hebben zou een verklaring kunnen zijn voor de onverwachte negatieve relatie tussen de financiële prestaties van organisaties en de kwaliteit en inhoud van een

Integrated Report. Voor een vervolgonderzoek zou het daarom beter zijn om deze organisaties

niet in de sample op te nemen bij het meten van de financiële prestaties door middel van de return on assets. Een andere mogelijkheid is om ervoor te kiezen om de financiële prestaties op een andere manier te meten. Voorbeelden hiervan zijn de groei van de omzet, de return on equity of de cashflow/omzet ratio (Chen et al., 2015).

31

6.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

De verkregen resultaten en de in de vorige paragraaf beschreven beperkingen van dit onderzoek, bieden mogelijkheden tot vervolgonderzoek. Allereerst zou dit onderzoek gereproduceerd kunnen worden met in achtneming van de bovenstaande beschreven beperkingen. Hierbij zou dan dus gebruik moeten worden gemaakt van een grotere sample en zou de manier van meten van de financiële prestaties herzien moeten worden. Het gevolg van het gebruik maken van een grotere sample is echter dat de resultaten van de Transparantiebenchmark niet kunnen worden gebruikt, aangezien dit de reden is voor de gelimiteerde sample in dit onderzoek. Ondanks deze gelimiteerde sample is wel gekozen om de Transparantiebenchmark te gebruiken, omdat zo op een objectieve manier de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report vastgesteld kan worden. Als men geen gebruik maakt van de Transparantiebenchmark om op deze manier een grotere sample te verkrijgen, dan zou een disclosure-index moeten worden opgesteld door de onderzoeker zelf waarmee de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report wordt gemeten.

In dit onderzoek is alleen gekeken naar de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report in Nederland. Een interessant onderwerp voor vervolgonderzoek zou kunnen zijn of de relatie tussen de financiële prestaties en de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report verschilt tussen verschillende landen. Er zijn verschillende landspecifieke factoren die deze relatie kunnen beïnvloeden, zoals de mate waarin organisaties in bepaalde landen nadelen ondervinden van het uitbrengen van een kwalitatief en inhoudelijk slecht Integrated Report. Daarnaast kan het vrijwillig of verplicht uitbrengen van een Integrated Report hierop van invloed zijn.

Tot slot zou vervolgonderzoek de invloed van de sectoren op de relatie tussen de financiële prestaties en de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report op een andere manier kunnen onderzoeken. Zo kan ervoor gekozen worden om de sectoren in te delen in twee categorieën, namelijk sectoren met slechte maatschappelijke prestaties en sectoren met goede maatschappelijke prestaties. Op deze manier is het gemakkelijker om een beeld te krijgen van de verschillen tussen de sectoren. Daarnaast kan er ook voor gekozen worden om meer risicogericht naar bepaalde sectoren te kijken. Zo zou er gekeken kunnen worden of de sectoren met slechte maatschappelijke prestaties, zoals de sector energie, olie en gas, de relatie tussen de financiële prestaties en de kwaliteit en inhoud van een Integrated Report beïnvloedt.

32

GERELATEERDE DOCUMENTEN