• No results found

Het doel van deze scriptie was om een argumentatief patroon in de preventieteksten van KWF te vinden. Er werd daarom gekeken naar de institutionele context, het wijzen op onwenselijke gevolgen en het aandragen van een uitvoerbare oplossing bij probleemoplossende

argumentatie en naar het soort argumentatieschema’s dat wordt toegepast om de centrale vraag te kunnen beantwoorden: ‘wat is het argumentatieve patroon dat kan worden ontdekt in adviserende gezondheidsbrochures van het KWF?’

In de inleiding werd uitgelegd dat het probleem waarmee het KWF te maken heeft is dat de lezers van de teksten zich gedragen op een manier die schadelijk is voor hun

gezondheid. Het is aan de schrijver van de brochures om de lezers ervan te overtuigen dat ze moeten stoppen met dit gedrag en dat de gedragsverandering haalbaar en uitvoerbaar is.

Omdat het doel van het KWF te verklaren en uit te leggen wat de invloed is van dit institutionele context op het activiteitstype, werd in hoofdstuk 2 de institutionele context van adviserende gezondheidsbrochures van het KWF onderzocht. De schrijver van de teksten moet rekening houden met het institutionele doel, de eigenschap van de preventieteksten en de beperkingen die deze teksten met zich meebrengen. Met behulp van de in dit hoofdstuk opgedane kennis wordt duidelijk wat het standpunt is van de preventieteksten, wat de eerste stap is om het argumentatieve patroon te ontdekken. Dat standpunt is een prescriptief standpunt; er wordt een bepaalde handeling geadviseerd.

Hoe er in de preventieteksten van het KWF geprobeerd word de lezer ervan te

overtuigen iets aan zijn gedrag te veranderen, werd in hoofdstuk 3 uitgelegd. Hierin bleek dat de schrijver met pragmatische argumentatie wijst op onwenselijke gevolgen van het

schadelijke gedrag om aan te tonen dat er een probleem is en dat dit probleem ernstig is, en dat hij vervolgens wijst op de effectiviteit van het aanbevolen gedrag en de uitvoerbaarheid van dit gedrag. Deze twee elementen kunnen gezien worden als respectievelijk het uitleggen dat er een probleem is en het uitleggen dat het opvolgen van het advies dat probleem oplost, delen van de complexe probleemoplossende argumentatie.

In hoofdstuk 4 werd gekeken hoe er op twijfel van de lezer wordt geanticipeerd. Met behulp van de inzichten uit de vorige hoofdstukken kon uitgelegd worden hoe met

pragmatische argumentatie geanticipeerd wordt op twijfel betreffende de onwenselijke gevolgen van het gedrag dat veranderd moet worden, en op de wenselijkheid van het

aangeraden gedrag. Om aan te tonen dat het aanbevolen gedrag helpt om het risico af te wenden, en dat dit gedrag uitvoerbaar is, wordt kentekenargumentatie gebruikt.

In hoofdstuk 5 werd ten slotte het argumentatief patroon van de brochure getypeerd, en hiermee werd de centrale vraag beantwoord. Hieruit werd duidelijk dat het patroon bestaat uit een prescriptief standpunt, ondersteund met pragmatische argumentatie, in een

nevenschikkende argumentatiestructuur. De ondersteunende argumentatie wordt

gepresenteerd als complexe probleemoplossende argumentatie, waarbij wordt gewezen op de onwenselijke gevolgen van het gedrag dat veranderd moet worden, en op de mogelijke effectiviteit en uitvoerbaarheid van de aangeraden oplossing. Met pragmatische argumentatie wordt er gewezen op het probleem, en op de onwenselijke gevolgen van dit probleem. Met kentekenargumentatie wordt gewezen op de oplossing, en op de mogelijke effectiviteit en uitvoerbaarheid van de oplossing. Ook werd gekeken of dit patroon te vinden is in een verstandig-zonnen-brochure van het KWF.

Met deze scriptie is er iets toegevoegd aan de bestaande literatuur. Er is namelijk aangetoond dat het wijzen op onwenselijk gevolgen, waarbij dus zowel de dreiging als de uitvoerbaarheid en effectiviteit van de aanbevolen handelswijze duidelijk moet worden gemaakt, aansluit op een complexe probleemoplossende argumentatiestructuur. Of deze combinatie van argumentatiestructuur en overtuigingstrategie een vaste combinatie is in adviserende gezondheidsbrochures zou in vervolgonderzoek onderzocht kunnen worden. In vervolgonderzoek kan tevens worden nagegaan welke patronen in andere soorten teksten dan preventieteksten voorkomt, en of het gevonden patroon geldt voor alle teksten van het KWF of dat er ook verschillen zijn. Ook zou kunnen worden onderzocht of er in ander brochures andere tekststructuren voorkomen en als dat zo is, welke invloed deze dan hebben op de argumentatie in de tekst. Tot slot zou ook kunnen worden onderzocht of dit patroon te vinden is in brochures van andere organisaties dan het KWF.

Bibliografie

Eemeren, F. H. (2010). Strategic Maneuvering in Argumentative Discourse; Extending the pragma- dialectical theory of argumentation. Amsterdam/Philadelphia: John Benjamins.

Eemeren, F. H. (2015). Identifying Argumentative Patterns: A Vital Step in the Development of Pragma-Dialectics. Argumentation, 1-23.

Eemeren, F. H., & Garssen, B. (2013). Argumentative patterns in discourse. Virtues of argumentation: proceedings of the 10th International Conference of the Ontario Society for the Study of Argumentation (OSSA) (pp. 1-15). Windsor: OSSA.

Eemeren, F. H., & Snoeck Henkemans, F. (2011). Argumentatie. Groningen/Houten: Noordhoff. Garssen, B. (1997). Argumentatieschema's in pragma-dialectisch perspectief : een theoretisch en

empirisch onderzoek. Dordrecht: ICG Printing b.v.

Garssen, B. (2016). Problem-Solving Argumentative Patterns in Plenary Debates of the European Parliament. Argumentation, 2016, 30(1), 25-43.

Poppel, L. v. (2010). De strategische functie van varianten van pragmatische argumentatie in gezondheidsbrochures. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 32(3), 214-227.

Poppel, L. v. (2012). The Strategic Function of Variants of Pragmatic Argumentation in Health Brochures. Journal of Argumentation in Context, 1(1), 97-112.

Poppel, L. v. (2013). Getting the vaccine now will protect you in the future! : a pragma-dialectical analysis of strategic maneuvering with pragmatic argumentation in health brochures (dissertatie). Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.

Schouten, B. C. (2000). De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst. Kennis van tandartsen. tandartsen. Nederlands Tijdschrift Tandheelkunde, 107, 238-241.

Schulz, P., & Rubinelli, S. (2008). Arguing ‘for’ the Patient: Informed Consent and Strategic Maneuvering in Doctor–Patient Interaction. Argumentation, 2008, 22(3), 423-432 .

Witte, K., & Allen, M. (2000). A meta-analysis of fear appeals: implications for effective public health campaigns. Health education & behavior : the official publication of the Society for Public Health Education, 27(5), 591-615.

Aantal woorden: 17.283

GERELATEERDE DOCUMENTEN