• No results found

Wie in de eerste meidagen door Praag loopt, zal de schaal van de Praagse Opstand pas goed kunnen begrijpen. Terwijl in Nederland op 5 mei Bevrijdingsdag wordt gevierd, klinken in Praag om twaalf uur ’s middags een minuut lang sirenes.291 Er wordt niet herdacht in stilte, maar in herrie, waarin de chaos van de opstand echoot: de grootste slag geleverd door het 291 Toen ik controleerde hoe laat de sirenes precies gingen, las ik in een Engelse toeristengids dat het om de herdenking van de ‘Praagse Opstand’ van 1968 zou gaan. Om het nog maar eens te benadrukken: in 1968 was er geen opstand – dat is gepropageerd door Moskou om de inval te legitimeren. De protesten die uitbraken in 1968 waren een reactie op de Russische inval, en die vond daarbij plaats op 21 augustus, niet in mei.

Tsjechoslowaakse leger in haar geschiedenis begint. In de dagen erna verschijnen overal in de stad kransen. In bijna elke straat in het centrum hangt aan de muren van gebouwen een plaquette, soms meerdere. Sommige hebben lijsten met namen: burgers en militairen worden samen herdacht. Andere herdenken de gevallenen die ongeïdentificeerd zijn gebleven. Op 8 mei gaan de vlaggen uit: het is de dag van de overwinning. De Duitsers in Bohemen en Moravië zijn net als in de rest van Europa gecapituleerd. Niet op 9 mei, zoals lang gebruikelijk was, de dag dat het Rode Leger naar Praag kwam. Sinds 1992 herdenken de Tsjechen hoe zij zelf het laatste leger van het Reich op de knieën hebben gekregen.

Doel van dit onderzoek was om te bewijzen dat de Praagse Opstand een militaire operatie was, geen conflict gestuurd door het volk. Er valt niet te ontkennen dat het begin van de opstand inderdaad spontaan en massagestuurd was. Als het aan de militaire leiding van Kutlvašr en Nechanský bij het ČNR had gelegen was er nog een aantal dagen gewacht tot het Rode Leger of de westerse geallieerden dichterbij waren. Maar als de opstand toch uitbreekt, grijpt het regeringsleger zijn kans en probeert die in goede banen te leiden. Er kan ook niet ontkend worden dat het volk een aanzienlijk aandeel heeft gehad in de opstand: zonder de duizenden vrijwilligers die meevochten of hebben geholpen bij de bouw van de barricades was de opstand kansloos geweest. Daarmee zijn de analyses van Bartošek uit de jaren zestig en die van Marek uit 2015 niet helemaal ontkracht. Maar dat neemt niet weg dat de acties van de opstandelingen werden gestuurd door de militaire leiding: de Slag om de Radio werd beslecht onder de leiding van officieren van het regeringsleger. Zo wordt duidelijk dat de historiografie rond de Praagse Opstand niet compleet is. Het was het regeringsleger dat de plannen maakte over hoe het gebouw bestormd moest worden en de overgave van de SS’ers in het gebouw bewerkstelligde. De correspondentie en bevelen van het hoofdkwartier laten

Monument bij de laatst overeind staande muur van het oude stadhuis op het Oudestadsplein: ‘Ter nagedachtenis aan de strijders van de Praagse Opstand die in de dagen van 5 tot 9 mei 1945 met wapens in de hand aan de bevrijding van hun moederland en haar hoofdstad van de nazi- overheersing hebben bijgedragen.

Eer aan de nagedachtenis van hen die in het gevecht voor de vrijheid zijn gesneuveld.’ (foto auteur).

Balbínstraat bij het radiogebouw: ‘Hier sneuvelden op 5 mei 1945 in het heroïsche gevecht om de Tsjechoslowaakse radio twee onbekende helden. Ter nagedachtenis aan hen.’ (foto auteur). er ook geen twijfel over bestaan: in Praag vecht het Tsjechoslowaakse leger onder het commando van de Tsjechoslowaakse regering in ballingschap die onderdeel uitmaakt van de geallieerden.

De Tsjechoslowaakse eenheden bij buitenlandse mogendheden hebben allen de oorlog anders meegemaakt, en dat is te zien aan de verschillende rollen die zij in de opstand

vervulden. Het regeringsleger onttrekt zich gelijk op 5 mei aan de Duitse leiding over het leger en zweren trouw aan de regering in ballingschap. Door de hele oorlog heen hebben zij gefunctioneerd als transnational soldiers: soldaten die vechten voor de bezettende macht van hun land. Als teken van verzet gebeurde dat vechten en het voorkomen van sabotage niet altijd met volledige inzet. De hoogste Tsjechische bevelhebber van het regeringsleger, generaal Eminger, heeft gedurende de hele oorlog contact onderhouden met de regering in ballingschap. Gedeserteerde soldaten in Italië zetten hun eigen legioenen op en probeerden zich aan te sluiten bij de geallieerden. Maar het was juist de training die ze van de Duitsers hadden kregen die tijdens de opstand in hun voordeel zou werken. Ondanks alles wat zij voor het verzet hadden gedaan, zijn ze – ten onrechte – de geschiedenis ingegaan als incapabele collaborateurs.

Kapitein Nechanksý die als commando door de Britse SOE was getraind, onderhield gedurende de hele oorlog heen contact met de officieren van de organisatie. Daardoor verwierf hij in de PVVP ook een belangrijke positie die eigenlijk boven zijn rang lag. Het valt op dat juist hij, ondanks zijn Britse training, teruggrijpt naar de strategieën van het leger van de Eerste Republiek. Dit heeft te maken met het feit dat hij als speciale commando was getraind om aanslagen en sabotageacties te plegen, niet om grote steden te verdedigen. Met de aansluiting van de parachutisten bij de PVVP en het Tsjechoslowaakse leger ontdoen ze zich ook van hun label als foreign trained fighter/terrorist.

Het is enkel het Tsjechoslowaakse legerkorps bij het Rode Leger dat tot het einde van de oorlog blijft functioneren als forgein miliairy fighters. Het uitroepen van het

Tsjechoslowaakse leger in Praag heeft geen effect op hen, omdat men er op dat moment nog niet bij is. Wel houdt dit legerkorps vast aan het sterke patriottisme dat is aangeleerd in het leger van de Eerste Republiek, versterkt met het panslavistische idealisme van het Rode Leger. Dit wordt duidelijk bij de rekrutering van Slowaakse soldaten voor de inval in het Protectoraat: er wordt een beroep gedaan op de plicht van elke Slowaak om te helpen bij de bevrijding van hun volk.

Zoals al vanaf het begin te merken is, gaat het plannen van de operatie niet altijd van een leien dakje. Veel wordt retroactief en ad-hoc gedaan, zoals de verdeling van de sectoren in Praag: de meeste troepen bleven in de sector die ze zelf al als hun eigen sector hadden uitgeroepen, en verplaatsten zich niet per se naar plekken waar ze het hardst nodig waren. Als de nood hoog was, werden ze door de gemotoriseerde divisies naar brandhaarden gependeld,

maar in principe had iedereen de opdracht om de belangrijke objecten in zijn sector te beschermen. Dit is een element van oorlogsvoering uit het interbellum, volgens de Franse doctrine. Bij de gevechten op het Oudestadsplein, bij de radio, de Burcht en bij de gevechten om de Trojský brug (tegenwoordig de brug van Barricadevechters– most Barikádníku) is dit het beste te zien. Als op bevel van het hoofdkwartier in de nacht van 5 op 6 mei de barricades worden gebouwd, is aan de verdeling van de barricades te zien dat hier enthousiast gehoor aan is gegeven, zij het niet altijd op de meest doordachte manier. Het is dan ook een

wanhoopspoging om het de vijand zo lastig mogelijk te maken met de weinige middelen die voorhanden zijn. Maar de ene barricade is de andere niet: er zijn voorbeelden van barricades die naar het idee van de bataille conduit in drie linies zijn gebouwd onder leiding van officieren van het regeringsleger,. Anderen zijn spontaner ontstaan. De officieren die het bevel hebben over de secties zorgen dat de bemanning van de barricades soepel verloopt: ze maken rapporten op, zorgen voor de wisseling van de wacht en regelen met het hoofdkwartier de bevoorrading. Ook verzorgen zij de training van nieuwe manschappen. Bij gevechten om objecten, zoals de radio of het stadhuis, organiseren de officieren de posities van hun

manschappen in de chaos van het gevecht.

Zowel de Duitsers als de westerse geallieerden en de Russen spreken niet over een Tsjechoslowaaks leger dat vecht in Praag, ze hebben het bij uitstek over opstandelingen en patriotten. In het begin wordt het Tsjechoslowaakse leger in Praag niet erkend, ook al is de regering in ballingschap wel erkend. De enige buitenlandse mogendheid die het leger nog enigszins gelijkwaardig probeert te behandelen is het ROA. Het ROA probeert een

gelijkwaardige samenwerking te bewerkstelligen, maar de politieke positie van het ROA als collaborerend leger is zodanig ingewikkeld dat het ČNR hier liever van afziet. Desondanks is hun hulp hard nodig geweest, dat mag zeker niet worden onderschat. Het ROA-offensief in Praag zorgt ervoor dat het Tsjechoslowaakse leger korte tijd in het voordeel is met het bezetten van strategisch belangrijke plekken zoals Petřín-heuvel.

De Duitsers erkennen de Tsjechoslowaakse militairen pas als het er echt slecht voor hen uitziet: als ze al moeten capituleren, dan eervol tegenover een officier. Het is terug te zien bij de Slag om de Radio, waar de overgave pas plaatsvindt als kapitein Záruba naar voren treedt. Ook Toussaint krijgt de eer om tegenover iemand van zijn eigen rang te capituleren, tegenover generaal Kutlvašr. Het is ook pas op 7 mei dat het Tsjechoslowaakse leger, met betrekking tot de volledige Duitse capitulatie in Reims wordt erkend als onderdeel van de geallieerde macht.

Al deze elementen ondersteunen de aanname dat de Praagse Opstand van 5 tot 9 mei al militaire operatie is uitgevoerd. Er kan niet ontkend worden dat het niet altijd even soepel liep en dat niet alle doelstellingen, zoals het voorkomen van burgerslachtoffers en van schade aan de historische binnenstad, volledig zijn behaald. Ook mag zeker het aandeel van non- combattanten niet worden onderschat. Toch hebben de leiding van de PVVP en haar

officieren ook successen behaald met hun organisatie van de opstand. Dat is te danken aan de planning van de PVVP die altijd van een militaire operatie in Praag is uitgegaan. Het

ontzetten van de Tsjechoslowaakse radio en het innemen van de bruggen over de Moldau zijn de verdienste van officieren die het commando hadden. Ook het innemen van de Burcht op de SS is de verdienste van de planning van de PVVP en van de officieren die de aanval leidden. Tot slot, de capitulatie van de Duitse eenheden in Praag door generaal Toussaint zou, zoals hij zelf later zei, niet gelukt zijn als er geen militair van zijn rang aanwezig zou zijn geweest.