• No results found

Conclusie en discussie

In document De Finse locatieven herzien (pagina 47-51)

De hypothese die gesteld was in hoofdstuk 3 was dat de uitgangsvormen van de traditionele locatieven in het Fins bestaan uit individuele elementen die hun eigen betekenis hebben. In deze scriptie is gekeken naar vier van de zes locatieven (adessief, inessief, ablatief en elatief) en is een argument gemaakt voor de toekenning van de betekenissen [BUITEN], [BINNEN] en [RICHTING] voor respectievelijk l, s en t. Voor A is geen hypothese opgesteld omdat deze vorm overal gelijk is en daarom zelf geen onderscheidende betekenis draagt voor deze vier gevallen. De termen [BUITEN], [BINNEN] en [RICHTING] staan voor een breed gebruik van de termen zelf en niet de letterlijke interpretatie. [BUITEN] staat voor ‘buiten bepaalde grenzen’ ook als deze grenzen abstract zijn. Op dezelfde manier betekent [BINNEN] ‘binnen bepaalde grenzen’ ook als deze grenzen abstract zijn. [RICHTING] staat voor (de intentie van) beweging uit een bepaald gebied of naar een gebied toe, ook als deze beweging alleen wordt geïnsinueerd.

De hypothese dat l, s en t een eigen talige vorm zijn met een eigen betekenis is getest met behulp van minimale paren uit een bekende Finse roman van Juhani Aho. Met de minimale paren zijn de potentiële betekenissen van de verschillende uitgangsvormen geïsoleerd zodat de

betekenisverschillen van de zinnen terug te leiden zijn naar de individuele uitgangsvormen. Deze minimale paren ondersteunen de hypothese. Daarmee kunnen de vier traditionele naamvallen adessief (-llA), inessief (-ssA), ablatief (-ltA) en elatief (-stA) in een praktischer schema weergegeven worden waardoor een spreker van het Fins niet vier vorm-betekenis combinaties hoeft te onthouden, maar slechts drie die passen in een nieuwe structuur (tabel G, hier herhaald als tabel H). Op de eerste positie in de structuur wordt de positie bepaald en op de tweede positie wordt bepaald of er sprake is van beweging of de intentie ervan.

Positie 1 2 3 Vorm l/s ø/t A Betekenis [BUITEN]/ [BINNEN] N.V.T./ [RICHTING] N.V.T.

Tabel H: De voorgestelde verdeling van de uitgangsvormen -llA, ssA, ltA en -stA, met betekenissen per vorm.

Belangrijk om mee te nemen bij het trekken van deze conclusie is dat er binnen het onderzoek een aantal beslissingen genomen zijn die hun voordelen hadden, maar soms ook nadelen hadden. Zo is voor de minimale paren gekozen om de zinnen uit bestaande literatuur te halen. Zoals ook al in hoofdstuk 3 is gezegd heeft het voordelen en nadelen om een corpus te gebruiken uit bestaande

47 literatuur. Het nadeel is dat de minimale paren nooit helemaal minimaal zijn en de context mogelijk de analyse beïnvloedt. Om deze reden is het belangrijk dat er meerdere paren geanalyseerd worden om dit probleem uit te sluiten. Het voordeel van het gebruik van dit corpus is dat de minimale paren een objectief beeld geven van het Finse taalgebruik en is er geen gevaar dat de auteur het onderzoek beïnvloedt.

De vertalingen voor deze glossen zijn echter niet volledig objectief. In de oorspronkelijke vertaling van Piet Schepens zijn sommige zinnen en zinsdelen nooit vertaald. De tweede vertaling is een persoonlijke vertaling en hoewel het zo professioneel mogelijk is vertaald, is het eigenlijk niet volledig betrouwbaar. Een betere oplossing zou zijn geweest om een onafhankelijke spreker van zowel het Fins als het Nederlands deze zinnen te laten vertalen. Dit kan uitgebreid worden met meerdere vertalingen van verschillende vertalers voor een optimale uitkomst.

Daarnaast zijn niet alle vormen van de traditionele locatieven in deze scriptie onderzocht omdat de uitgangsvorm voor de traditionele illatief afwijkt en daarom niet in de voorgestelde structuur past. Binnen de traditionele grammatica zijn er verschillende vormen voor de illatief: Vn, -hVn, seen en -siin. Geen van deze vormen sluit aan op de gehypothetiseerde structuur. Voor verder onderzoek naar deze structuur zal naar het Ests gekeken moeten worden waarin de vormen meer overeenkomsten vertonen (tabel H). Het probleem blijft bestaan dat de illatief nog steeds een afwijkende interne structuur heeft: het heeft immers een extra -s die verantwoord moet worden. Maar de verklaring voor deze afwijking is mogelijk makkelijker te ontdekken. Naast de afwijkende vorm van de illatief zoals die hier in tabel H is weergegeven, zijn er ook onregelmatige vormen voor de illatief in de traditionele Estse grammatica: -de, -te, -hu en -he. Ook deze vormen zullen verklaard moeten worden. Een verklaring zou kunnen zijn dat het gebruik van de vormen of de inherente eigenschappen van de fonemen invloed uitoefenen op de ontwikkeling van de vormen: namelijk dat ze robuuster zijn en daarom minder snel veranderen dan de andere vormen. Een andere verklaring is dat deze vormen zo afwijkend zijn door assimilatie uit andere talen of dat er zelfs meerdere

systemen/strategieën door elkaar gebruikt worden.

Statisch Dynamisch

Scheiden Naderen Buitenlocatieven Adessief (-l) Ablatief (-lt) Allatief (-le)

Binnenlocatieven Inessief (-s) Elatief (-st) Illatief (-sse)

48 Daarnaast is ook CSL niet geheel zonder problemen. Een linguïst die de methode van de CSL hanteert moet tegelijkertijd een hypothese stellen voor de vorm als de betekenis. Het gevaar is dan ook dat een onderzoeker aannames doet die niet verantwoord kunnen worden of zich toch

(onbewust) wendt naar de bekende traditionele categorieën. Divers onderzoek naar het

Focussysteem richt zich op de naamvallen die traditioneel het subject, direct object en indirect object markeren. Diver heeft goede redenen om deze traditionele termen te verwerpen, maar sluit

tegelijkertijd alle andere elementen uit die niet met de traditionele grammaticale naamvallen gemarkeerd worden. Kate Moore maakt een argument voor het focussysteem in het Fins, maar beargumenteert niet waarom ze bepaalde uitgangsvormen wel behandelt en andere uitgangsvormen niet. Dit wordt bijzonder duidelijk wanneer Moore’s methode vergeleken wordt met die van Diver. Binnen Diver’s focussysteem is datgene dat gemarkeerd wordt met de datief een motivator voor de handeling om uitgevoerd te worden. Het Fins heeft echter geen datief en een element dat in een Finse zin dezelfde rol speelt (en dus dezelfde waarde zou moeten hebben binnen menselijke communicatie) als een die in het Latijn een datief krijgt, wordt in het Fins op een andere manier gemarkeerd (-lle). Moore neemt elementen die op deze manier zijn gemarkeerd niet mee in haar focussysteem. Het is niet heel raar dat ze deze vorm buiten beschouwing heeft gelaten omdat -lle ook elementen markeert die in het Latijn weer een andere markering hebben en door Diver weer niet meegerekend worden in het focussysteem. Met andere woorden: Om een vorm-functie relatie te bewijzen moet er zowel een hypothese komen voor zowel de vorm als de functie. De een is niet te bewijzen met de ander.

Ook wordt in deze scriptie uitgegaan van een logische structuur die we in de Finse locatieven terugvinden. Deze structuur wordt aangenomen vanwege de overeenkomsten in uitgangsvormen en hun respectievelijke betekenissen in ruimtelijke zin. De traditionele illatief echter ontkent deze structuur als er puur naar de vorm gekeken wordt. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat deze vorm door externe invloeden anders is geëvolueerd of simpelweg een andere betekenis heeft dan de betekenis die verwacht wordt op basis van het gebruik van de uitgangsvorm. Dit zou het onderwerp kunnen zijn van vervolgonderzoek.

49

6. Literatuurlijst

Aho, J. (2013) Papin Rouva. Scott’s Valley, CA: CreateSpace Independent Publishing. 158p. Aho, J. (1946) De Domineesvrouw. Vert. uit het Fins door Piet Schepens. Antwerpen: De Eik 297p. Ahonen, L. (2007) Kuulosta hyvältä. Helsinki: Suomalaisen Kirjallisuuden Seura. 275p.

Diver, W. (1980) Introduction. In Diver, W. (Ed.) Columbia University Working Papers in Linguistics. Vol. 2. p1-25

Diver, W. (2012) The Elements of a Science in Language. In Huffman, A. & Davis, J. (Eds.). Language: communication and human behavior: The linguistic essays of WIlliam Diver. Leiden/Boston: Brill. p65-84

Diver, W., Davis, J., Reid W. (2012) Traditional grammar and its legacy in twentieth-century

linguistics. In Huffman, A. & Davis, J. (Eds.). Language: communication and human behavior: The linguistic essays of WIlliam Diver. Leiden/Boston: Brill. p371-443

Hakulinen, A, et al. (2004) Iso suomen kielioppi. Suomalaisen Kirjallisuuden Seuran toimituksia (SKST) 950. Helsinki: Suomalaisen Kirjallisuuden Seura. 1698p.

Hasselblatt, C. T. (2008). Grammatisches Wörterbuch des Estnischen. (3rd ed.) Wiesbaden: Harrassowitz. 189p.

Holmberg, A. & Nikanne, U. (1993) Introduction. in Holmberg, A. & Nikanne, U. (eds.). Case and Other Functional Categories in Finnish Syntax. Berlijn: Mouton de Gruyter. p1-20

Huffman, A. (2001) The linguistics of William Diver and the Columbia school. Word. Vol. 52:1. p29-68 Huffman, A. (2012) Introduction: The Enduring Legacy of William Diver. In Huffman, A. & Davis, J.

(Eds.). Language: communication and human behavior: The linguistic essays of WIlliam Diver. Leiden/Boston: Brill. p1-20

Huffman, A. & Davis, J. (2012) Traditional Grammar and Its Legacy in Twentieth-Century Linguistics. In Huffman, A. & Davis, J. (Eds.). Language: communication and human behavior: The linguistic essays of WIlliam Diver. Leiden/Boston: Brill. 566p.

Karlsson, F. (2015) Finnish: An essential grammar. London: Routledge. 342p.

Katara, P. (1964) Suomalais-Saksalainen Sanakirja. Helsinki: Werner Söderström Osakeyhtiö. 1359p. Kolehmainen, T. (2010) Montako Sijamuotoa? Kielikello: Kielenhuollon tiedotuslehti [online]

https://www.kielikello.fi/ (bekeken op 15-07-2019)

Moore, K (1984) The Focus System in Finnish. In Diver, W. (Ed.) Columbia University Working Papers in Linguistics. Vol. 7. p71-90

50 Reid, W. (2018) The justification of grammatical categories. In Shin N.L, Erker, D (Eds.), Questioning

Theoretical Primitives in Linguistic Inquiry. Studies in Functional and Structural Linguistics, Vol. 76. Amsterdam: John Benjamins, p91–132

Sabar, N. (2018) Lexical Meaning as a testable hypothesis: The case of English look, see, seem and appear. Studies in Functional and Structural Linguistics. Vol. 75. Amsterdam: John Benjamins, 144p

Savolainen, E. (2001) Verkkokielioppi [online]. Helsinki: Finn Lectura. http://www.finnlectura.fi (bekeken op 15-07-2019)

Schoolfield, G. C. (1998) A History of Finland’s Literature. Nebraska: University of Nebraska Press. 877p.

Temisevä, H. (1979) The Semantics of the Inner and Outer Local Cases of Finnish. Deseret Language and Linguistic Society Symposium Vol. 5-1. p157-167

In document De Finse locatieven herzien (pagina 47-51)