• No results found

Conclusie en aanbeveling

In document Breda Heilaardreef 21 (pagina 15-18)

In opdracht van Schots Makelaardij heeft de Afdeling Ruimte van de gemeente Breda op 17 november 2015 een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven uitgevoerd aan de Heilaardreef 21 te Breda. Er is één proefsleuf aangelegd. Het natuurlijke dekzand bevond zich op 2,70 tot 3,09 m + NAP, circa 50 tot 70 centimeter onder het maaiveld. De aangetroffen sporen dateren allen uit de nieuwe tijd, en staan vermoedelijk in relatie met de ontginning van het gebied. De aangetroffen greppel komt overeen met een perceelgrens die op de kadastrale minuut van 1824 staat weergegeven. In de vulling van de greppel zijn vondsten aangetroffen, die dateren uit de nieuwe tijd.

7.1 Beantwoording onderzoeksvragen

In deze paragraaf zullen de gebiedsspecifieke onderzoeksvragen die in het PvE zijn weergegeven worden beantwoord. De aanwezige archeologische dataset kon de algemene onderzoeksvragen uit hoofdstuk 5 niet beantwoorden.

 Kan de vindplaats worden aangesloten bij de resultaten uit Breda-west?

De vindplaats sluit niet direct aan bij de resultaten uit Breda-West. Wel zijn daar ook spitsporen en greppels aangetroffen, die overeenkomen of parallel lopen met de

perceelgrenzen van de akkers die op de kadastrale minuut van 1824 staan weergegeven.

Echter komen deze sporen van akkerbewerking en ontginning in grote delen van Breda voor, en zijn niet specifiek voor deze vindplaatsen.

 Wat is de aard, datering, omvang en kwaliteit van de aangetroffen vindplaats(en)?

Er zijn een greppel, spitsporen en paalkuilen uit de nieuwe tijd aangetroffen. Het betreft sporen van akkerbewerking en ontginning van het gebied.

 Wat is de locatie van de aangetroffen vindplaats(en), zowel horizontaal als verticaal?

De vindplaats is aangetroffen op 50 tot 70 centimeter onder maaiveld, op circa 2,70 tot 3,09 m + NAP. De sporen bevinden zich met name in de zuidelijke helft van de proefsleuf. De greppel loopt buiten de grenzen van het opgegraven vlak door in noordoostelijke en zuidwestelijke richting.

 Wat kan er gezegd worden over de bodemkundige gaafheid van de bodem in het plangebied?

Volgens de bodemkaart bevinden zich hoge zwarte enkeerdgronden in het plangebied. Er is echter geen 50 tot 100 centimeter dik esdek aangetroffen in het plangebied, wat kenmerkend is voor dit type bodem. In het zuiden van de proefsleuf zijn twee fasen van antropogene ophoging met humeuze grond aanwezig op het dekzand. Er is geen sprake van een inspoelingshorizont. De ophogingspakketten zullen in de nieuwe tijd zijn opgebracht. In het noorden van de sleuf wordt het dekzand direct afgedekt door de modern geroerde bouwvoor.

 Hoe is de bodemopbouw en de fysische geografie in het gebied (tevens eventueel door middel van boringen in kaart te brengen)?

De natuurlijke ondergrond bestaat uit lichtgeel matig siltig dekzand met veel roestvlekken. Het dekzand wordt direct door een A-horizont afgedekt; in het zuiden door twee humeuze

ophogingslagen, in het noorden direct door de bouwvoor.

 Kunnen de aangetroffen sporen in een groter kader worden geplaatst?

De aangetroffen sporen verschaffen informatie over akkerbewerking en ontginning in de nieuwe tijd.

 Zijn er sporen uit het paleolithicum of mesolithicum aanwezig?

Er zijn geen sporen uit deze periode aangetroffen.

 Zijn er sporen uit het neolithicum, de bronstijd, ijzertijd of Romeinse tijd aanwezig?

Er zijn geen sporen uit deze periode aangetroffen.

 Zijn er sporen van ontginning aanwezig?

Er is een perceelgreppel aangetroffen.

16

 Is er sprake van een esdek en wat is de ontwikkeling en datering hiervan?

Er is geen sprake van een esdek.

 Zijn er sporen die wijzen op middeleeuwse oorsprong van de bewoning?

Er zijn geen sporen uit deze periode aangetroffen.

 Zijn er sporen van oudere infrastructuur aanwezig?

Er zijn sporen van oudere infrastructuur aangetroffen.

 Is er bebouwing aanwezig?

Er is geen bebouwing aangetroffen.

 Zijn er aanwijzingen voor activiteiten uit de Tachtigjarige oorlog? Zijn er sporen van een legerkamp, of omwalling?

Er zijn geen sporen aangetroffen, die in verband gebracht kunnen worden met activiteiten uit de Tachtigjarige oorlog.

 Zijn er nog andere (bewonings)sporen?

Er zijn spitsporen en paalkuilen gedocumenteerd.

 Wat is de waarde van de aangetroffen sporen?

De informatiewaarde van de aangetroffen sporen is laag. De waardering van de vindplaats wordt in paragraaf 7.2 nader toegelicht.

7.2 Waardering van de vindplaats

Er is een vindplaats aangetroffen, die te plaatsen is in de archeologische complextypes economie en infrastructuur (percelering/verkaveling) en agrarische productie en voedselvoorziening.10 Conform de criteria van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie 3.3 (KNA 3.3) is de vindplaats gewaardeerd:

Archeologische waarderingstabel Heilaardreef 21, Breda; Gemeente Breda

Waarden Criteria Scores

Hoog Midden Laag

Beleving Schoonheid nee

Herinneringswaarde nee

Fysieke kwaliteit Gaafheid 2

Conservering 2

Inhoudelijke kwaliteit Zeldzaamheid 1

Informatiewaarde 1

Ensemblewaarde 1

Representativiteit n.v.t.

1. De criteria schoonheid en herinneringswaarde zijn alleen van toepassing op archeologische vindplaatsen die nog zichtbaar zijn in het landschap. Hier is dat niet het geval daarom is de belevingswaarde niet van toepassing op het onderzochte terrein.

2. De criteria gaafheid en conservering krijgen een middelhoge score De sporen die zijn aangetroffen waren goed geconserveerd maar vooral vanwege de geringe ouderdom.

3. De criteria zeldzaamheid en informatiewaarde krijgen een lage score. De sporen hebben weinig informatie opgeleverd over de bewoningsgeschiedenis van het plangebied.

Op 19 november 2015 heeft de gemeente Breda een selectie besluit genomen.11 Hierin is de bovenstaande waardering opgenomen en is het gehele plangebied vrijgegeven voor wat betreft archeologie.

10 www.archis.cultureelerfgoed.nl

11 Craane en Peters 2015b.

17

De directe omgeving van deze vrijgegeven zone kent een middelhoge archeologische verwachting en dient bij voorgenomen bodemingrepen archeologisch onderzocht te worden. Tot slot merken we op dat dit archeologisch onderzoek geen 100% garantie geeft dat er geen archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Wanneer er bij het ontgraven van het terrein toch nog archeologische sporen aan het licht komen, dienen deze volgens de Monumentenwet 1988 binnen drie dagen te worden gemeld bij de afdeling ruimte van de gemeente Breda.

18

In document Breda Heilaardreef 21 (pagina 15-18)