• No results found

In dit hoofdstuk worden de conclusies die voortvloeien uit de resultaten uiteengezet. Beantwoorden van de onderzoeksvraag en de deelvragen staan hierbij centraal. Voorts stel ik de beperkingen die aan dit onderzoek verbonden zijn ter discussie. Tot slot doe ik een aantal voorstellen voor vervolgonderzoek die voortvloeien uit dit onderzoek.

5.1.CONCLUSIE

In hoeverre heeft de wijze waarop de (lokale) overheid invulling geeft aan sustainability reporting invloed op de wijze waarop private partijen invulling geven aan sustainability reporting?

De volgende deelvragen leiden tot het beantwoorden van bovenstaande onderzoeksvraag: 1. Wat beïnvloedt de mate van transparantie van de (lokale) overheid?

2. In hoeverre zou de (lokale) overheid de handelswijze van private partijen kunnen beïnvloeden bezien vanuit de theorie en vanuit de praktijk?

3. Hoe zou de (lokale) overheid invulling moeten geven aan sustainability reporting, volgens zowel de transparantiebenchmark als de stakeholders?

4. Hoe geeft de (lokale) overheid invulling aan sustainability reporting en wat is de mate van transparantie van de rapportage, bezien vanuit de transparantiebenchmark?

Uit paragraaf 2.4 blijkt dat dat de mate van transparantie van de lokale overheid kan worden beïnvloed door onder meer de omvang van de gemeenten, druk van stakeholders, de politiek en het aantal partijen in de coalitie. Uit de interviews met zowel de gemeenten als de ondernemingen kan

geconcludeerd worden dat de indruk bestaat dat invloed van politiek mogelijk een grote rol speelt bij de mate van transparantie van de gemeente, maar ook de mate waarop aandacht wordt besteed aan MVO beleid. De theorie van García-Sánchez et al. (2013) die stelt dat de mate van transparantie wordt beïnvloed door de verschillende politieke ideologieën die door de verschillende partijen worden aangehangen, kan op basis van het onderzoek worden gesteund.

De druk van stakeholders en het aantal partijen in de coalitie wordt door de geïnterviewden bij de Nederlandse gemeenten niet gezien als factor die de mate van transparantie beïnvloed. De geïnterviewden van de ondernemingen geven aan geen druk ten aanzien van transparante duurzaamheidsverslaggeving te zetten op de gemeente. De lijnen tussen de gemeenten en de ondernemingen zijn kort en in vele gevallen is sprake van een nauwe samenwerking, waarbij over en weer inzage wordt gegeven in de ambities en de resultaten daarvan, waardoor de behoefte om druk te zetten niet aanwezig is. Ook het aantal politieke partijen dat deel uitmaakt van een coalitie wordt door de geïnterviewden niet ervaren als een factor dat de transparantie beïnvloedt.

32

Op basis van de theorie van Koski en Lee (2014), de social exchange theory, social learning theory en de reinforcement theory is van belang dat:

- gemeenten als een leider worden gezien en ervaren

- eerlijkheid en vertrouwen in de gemeenten worden ervaren

- gewenst gedrag wordt vertoont door gemeenten dat geïmiteerd kan worden door de ondernemers - door middel van straffen en belonen onderling voorbeeldgedrag wordt bewerkstelligd

In dit kader kan op basis van de onderzoeksresultaten geconcludeerd worden dat gemeenten over het algemeen op het gebied van duurzaamheidsverslaggeving niet als een leider worden gezien en ervaren. Dit is gelegen in het feit dat gemeenten niet zichtbaar transparant rapporteren over duurzaamheid. Het opstellen van een (maatschappelijk) jaarverslag met behulp van de criteria van de

Transparantiebenchmark kan bijdrage aan het inzichtelijk maken van de strategie die de gemeenten voeren in het kader van MVO. Daarnaast geven de onderzoeksresultaten weer dat eerlijkheid en vertrouwen in de gemeenten vergroot kan worden door het opnemen van de gemeenten in de

Transparantiebenchmark, waarbij de gemeenten in het kader van transparantie zwaar moeten inzetten op het op een open wijze uiteenzetten wat de dillema’s en afwegingen zijn geweest bij het opstellen en uitvoeren van het MVO beleid en het monitoren van de resultaten daarvan.

Voorts wijzen de onderzoeksresultaten uit dat geconcludeerd kan worden dat het vertonen van gewenst gedrag op het gebied van transparante duurzaamheidsverslaggeving door gemeenten niet per definitie geïmiteerd zal worden door de ondernemingen, omdat druk van stakeholders, de onderlinge positie in de Transparantiebenchmark en intrinsieke motivatie een grotere rol spelen dan het voorbeeldgedrag van de overheid in deze. Echter wordt het gedrag van de overheid, in dit kader zowel gemeenten als het Rijk, op het gebied van sustainability reporting wel gezien als een vorm van ‘tone at the top’, waarbij het niet vertonen van het gewenste transparante gedrag op den duur een ‘dissatisfier’ zou kunnen zijn voor ondernemingen en ook een legitimatie kan zijn voor ondernemingen die in mindere mate intrinsiek gemotiveerd zijn om transparant gedrag te (gaan) vertonen op het gebied van

duurzaamheidsverslaggeving. Daarnaast verwachten de ondernemingen wel dat de overheid

langzamerhand meebeweegt met de ondernemingen om meer dan tot nu toe gezamenlijke ambities op het gebied van duurzaamheid te bepalen, de voortgang en resultaten daarvan te monitoren en

transparant verantwoording af te leggen over de voortgang en resultaten. Op basis van het onderzoek kan gesteld worden dat de gemeenten zichtbaarder zijn voor de ondernemingen dan het Rijk als het gaat om het profileren en het uitdragen van het duurzaamheid/MVO beleid.

Uit analyse van de jaarverslagen aan de hand van de criteria van de Transparantiebenchmark, blijkt dat gemeenten over de gehele linie achter blijven en gecategoriseerd kunnen worden als ‘laag scorende’. Volgens de Transparantiebenchmark zou de overheid aandacht moeten besteden aan zowel

inhoudsgerichte als kwaliteitsgerichte normenkaders die tot uitdrukking komen in acht

beoordelingsaspecten. Kijkend naar de aspecten van het inhoudsgerichte normenkader kan er gesteld worden dat uit de jaarverslagen in het kader van MVO onvoldoende aandacht is voor het, voor het voetlicht brengen van het inhoudelijke MVO beleid. De gemeenten geven in hun jaarverslagen

onvoldoende aan wat hun beleid is om de wereld duurzaam te maken, noch wordt er in voldoende mate weergegeven wat in de operationele processen wordt gedaan om maatschappelijk verantwoord te besturen. Tevens wordt onvoldoende inzicht gegeven in de wijze waarop het MVO beleid verankerd is in de ambtelijke organisatie en in de wijze waarop het wordt gemonitord. Uit de diepte-interviews blijkt

33

dat zowel gemeenten als private partijen de indruk hebben dat gemeenten zich tekort doen op dit gebied. De ervaring is dat de gemeenten wel degelijk duurzaamheid/MVO op de agenda heeft staan maar dat hierover versnipperd en veelal intern verantwoording wordt afgelegd.

Op basis van het onderzoek kan geconcludeerd worden dat de wijze waarop de (lokale) overheid invulling geeft aan sustainability reporting, de wijze waarop private partijen invulling geven aan

sustainability reporting niet positief beïnvloedt, maar dat in het kader van intrinsieke motivatie en ‘tone at the top’ wel wordt verwacht van de (lokale)overheid dat het gaat bewegen richting een

transparantere duurzaamheidsverslaggeving, waarbij het opnemen van de (lokale) overheid in de Transparantiebenchmark gerechtvaardigd wordt geacht. Met als doel gezamenlijk

duurzaamheidsambities te bepalen en gezamenlijk de voortgang van de ambities op een transparante wijze te monitoren.

5.2.DISCUSSIEPUNTEN EN AANBEVELING VOOR VERVOLGONDERZOEK

In deze paragraaf stel ik ter afronding van dit onderzoek een aantal aspecten van mijn onderzoek ter discussie en geef ik een aantal suggesties voor vervolgonderzoek.

De mate van transparantie is uitsluitend beoordeeld aan de hand van de jaarverslagen, zonder dat hoor wederhoor heeft plaatsgevonden. Dit betekent niet dat in andere vorm of hoedanigheid intern of extern verantwoording wordt afgelegd over het duurzaamheidsbeleid en de voortgang van de prestaties daarvan. Dit onderzoek maakt inzichtelijk dat het clusteren van de verantwoording de mate van transparantie positief beïnvloedt. Een vervolgonderzoek naar de wijze waarop de overheid het beste invulling kan geven aan duurzaamheidsverantwoording om de transparantie naar een hoger niveau te tillen zou op zijn plaats zijn.

Daarnaast heeft een belangrijk deel van de dataverzameling plaatsgevonden door middel van diepte-interviews. Dit geven de resultaten enigszins een subjectief karakter. Echter door de veelheid aan diepte-interviews aan de hand van gestandaardiseerde stellingen geven de resultaten een betrouwbaar beeld.

Tot slot tonen de onderzoeksresultaten aan dat de indruk heerst dat de mate van transparantie van in dit geval de duurzaamheidsverslaggeving wordt beïnvloed door de politiek. In hoeverre de politiek de mate van transparantie duurzaamheidsverslaggeving daadwerkelijk beïnvloedt zou nader onderzocht moeten worden.

34

6. Bronvermelding

Abramson, P. 1992. A Case for Case Studies. Newbury Park, California: Sage.

Alcaraz-Quiles, F., Navarro-Galera, A., Ortiz-Rodríguez. 2014. Factors influencing the transparency of sustainability information in regional governments: an empirical study. Journal of Cleaner Production, 82: 179-191.

Baarda, B., 2009. Dit is onderzoek! Handleiding voor kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers.

Bae, H. 2012. Voluntary Disclosure of Environmental Performance: Do Publicly and Privately Owned Organizations Face Different Incentives/Disincentives? American Review of Public Administration, 20(10): 1-18.

Ball, A., Broadbent, J., Jarvis, T. 2006. Waste Management, the Challenges of the PFI and ‘Sustainability Reporting’. Business Strategy and Environment, 15: 258-274.

Bandura, A. 1977. Social learning theory. Englewood Cliffs ; London : Prentice-Hall.

Bryman, A. 1992. Leadership in Organizations. Beschikbaar op: Transparantiebenchmark (TB). 2015b. Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015.

Cramer, j. 2013. Duurzaamheid: vroeger, nu en in de toekomst.

Beschikbaar op: http://janmoddermanstichting.nl/wp-content/uploads/2015/05/2013Jacqueline-Cramer.pdf.

Geraadpleegd op: 24-10-2015.

Cuadrado-Ballesteros, B. 2014. The impact of functional decentralization and externalization on local government transparency. Government Information Quarterly, 31 (2): 265-277.

Emans, B., 2002. Interviewen theorie techniek en training. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers. Fairbanks, J., Plowman, D., Rawlins, B. Transparency in government communication. Journal of Public Affairs, 7: 23-37.

Florini, A. 1999. Does the Invisible Hand Need a Transparant Glove? The Politics of Transparency. Beschikbaar op: http://siteresources.worldbank.org/INTWBIGOVANTCOR/Resources/florini.pdf Geraadpleegd op: 2-12-2015.

García-Sánchez, I., Frías-Aceituno, J., Rodríguez-Dominguez, L. 2012. Determinants of corporate social disclosure in Spanish local governments. Journal of Cleaner Production, 39: 60-72.

Gerring, J., 2004. What is a Case Study and What is it Good for? American Political Science Review, 98:2 341- 354.

35

Grabosky, P. 1995. Using Non-Governmental Resources to Foster Regulatory Compliance. Governance: An International Journal of Policy and Administration, 8(4): 527-550.

Graymore, M. 2014. Sustainability Reporting: An approach to Get the Right Mix of Theory and Practicality for Local Actors. Sustainability 2014, 6: 3145-3170.

Grimmelikhuijsen, S. 2011. Being transparent or spinning the message? An experiment into the effects of varying message content on trust in government. Information Polity, 16: 35-50.

Grimmelikhuijsen, S. 2012. Linking transparency, knowledge and citizen trust in government: an experiment. International review of administrative science., 78 (1): 50-73.

Guest, G., Bunce, A., Johnson, L., 2006. How Many Interviews Are Enhough?: An Experiment with Data Saturation and Variability. Field Methods, 18: 59-82.

Habets, E. 2015. Transparantie en drempels voor transparantie duurzaamheidsverslaggeving. De Nederlandse gemeenten. Masterscirptie, Rijksuniversiteit Groningen.

Hak, T. 2004. Waarnemingsmethoden in kwalitatief onderzoek. Huisarts en Wetenschap, 47:205-2012. Hartog, D.N. den, 1997. Inspirational Leadership. Enschede: Printpartners Ipskamp B.V.

Heald, D. 2006. Varieties of Transparency. Proceedings of the British Academy, 135: 25-43. Jones,H. 2010. Sustainability reporting matters: what are national governments doing about it? Beschikbaar op: http://www.accaglobal.com/content/dam/acca/global/PDF-technical/sustainability-reporting/tech-tp-srm.pdf. Geraadpleegd op: 24-10-2. p015.

Koski, C., Lee, T. 2014. Policy by Doing: Formulation and Adoption of Policy through Government Leadership. The Policy Studies Journal, 42(2):30-54.

Lasthuizen, K. 2008. Leading to integrity. Academisch proefschrift, Vrije Universiteit Amsterdam. Beschikbaar op: http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/12872

Geraadpleegd op: 20-10-2015.

Lynch, B. 2010. An examination of environmental reporting by Australian state government departments. Accounting Forum, 34: 32-45.

Mason, S., Marker, T., Mirsky R. Primary Factors Influencing Green Building in Cities in the Pacific Northwest. Public Works Management & Policy, 16(2): 157-185.

May, P., Winter, S. 2000. Reconsidering Styles of Regulatory Enforcement: Patterns in Danisch Agro-Environmental Inspection. LAW & POLICY, 22 (2): 143-173.

McCall, J. 2002. Leadership and Ethics: Corporate Accountability to Whom, for What and by What Means? Journal of Business Ethics 38: 133-139.

Mc Gregor, S. 2009. Reorienting consumer education using social learning theory: sustainable

36

Murphy, K. 2004. The Role of Trust in Nurturing Compliance: A Study of Accused Tax Avoiders. Law and Human behavior, 28 (2) 187-209.

Navarro Galera, A., Ríos Berjillos, de los, A., Ruiz Lozan, M., Tirado Valencia, P. 2014. Journal of Cleaner Production 64: 495-504.

Philipsen, H. Vernooy-Dassen, M. 2004. Kwalitatief onderzoek: nuttig, onmisbaar en uitdagend. Huisarts en Wetenschap, 47: 288-292.

Preuss, L., 2007. Buying into our Future: Sustainability Initiatives in Local Government Procurement. Business Strategy and the environment, 16: 354-365.

Regeerakkoord VVD-Pvda. 2012. Bruggen slaan.

Beschikbaar op: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2012/10/29/regeerakkoord Geraadpleegd op: 20 oktober 2015.

Reulink, N., Lindeman L. 2005. Dictaat kwalitatief onderzoek. College 23 november 2005. Beschikbaar op: http://www.cs.ru.nl/~tomh/onderwijs/om2%20(2005)/om2_files/syllabus/ kwalitatief.pdf.

Geraadpleegd op: 1 december 2015.

Sol del, D. 2013. The institutional, economic and social determinants of local government transparency. Journal of Economic Policy Reform, 16 (1): 90-107.

Stålenheim, P., Surry,E. 2006. Transparency in military expenditure and arms production. Paper presented at the Xiangsham Forum 22-24 October 2006, Xiangshan China.

Swanborn, P., 2005. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Meppel/Amsterdam: Boom.

Swanborn, P., 1982. Schaaltechnieken theorie en praktijk van achte eenvoudige procedures. Meppel/Amsterdam: Boom.

Tejedo-Romero, F., Estevez-de Araujo, J. 2015. Determinants of Local Governments’ Transparency in Times of Crisis: Evidence From Municipality-Level Panel Data. Administration & Society, 1-28.

Transparantiebenchmark (TB). 2015a. Criteria Transparantiebenchmark 2015.

Beschikbaar op: http://www.transparantiebenchmark.nl/sites/default/files/fotos/10-04- 2015%20Criteria%20Transparantiebenchmark%202015%20met%20comments.pdf. Geraadpleegd op: 15 oktober 2015.

Transparantiebenchmark (TB). 2015b. Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015. Beschikbaar op: http://www.transparantiebenchmark.nl/sites/default/files/fotos/

Deelnameprotocol%202015.pdf. Geraadpleegd op: 15 oktober 2015.

37

Transparantiebenchmark (TB). 2015c. Proces en planning Transparantiebenchmark 2015. Beschikbaar op: http://www.transparantiebenchmark.nl/sites/default/files/fotos/

Proces%20en%20planning%20TB%202015%20NL.pdf. Geraadpleegd op: 15 oktober 2015.

Treviño, L.K., Hartman, L.P. , Brown M.E., 2000. Moral person and moral manager. How executives develop a reputation for ethical leadership. California Management Review 42 (4): 128-142.

United Nations, 2015. A new global partnership: eradicate poverty and transform economies through sustainable development.

Beschikbaar op: http://www.un.org/sg/management/pdf/HLP_P2015_Report.pdf. Geraadpleegd op: 21-10-2015.

United Nations, 2015. Resolution adopted by the General Assembly: Transforming our world: the 2030 Agenda for Sustainable Development.

Beschikbaar op: http://www.un.org/ga/search/view_doc.asp?symbol=A/RES/70/1&Lang=E. Geraadpleegd op: 21-10-2015.

Verschuren, P., Doorewaard, H., 2005. Het ontwerpen van een onderzoek. Utrecht: Lemma BV.

VNG, 2012. De transparante gemeente: Lokaal bestuur dat transparant is, wordt vertrouwd; een discussiestuk over openbaarheid in het lokaal bestuur.

Beschikbaar op: https://vng.nl/files/vng/201211010_vng_transparante_gemeente.pdf Geraadpleegd op: 30-10-2015.

VNG International, 2015. Sustainable development goals (SDGs). Millenium gemeenten en de post-2015 agenda. Beschikbaar op: http://www.fairbusiness.nl/assets/Uploads/NL-SDGs-Agenda-2030.pdf. Geraadpleegd op: 22-10-2015.

VNG International, 2015. Sustainable development goals (SDGs). Localizing the post-2015 agenda. Beschikbaar op: http://www.cib-uclg.org/images/CIBimagearticle/sdgs%20 eng%20 vng %

20international.pdf.

Geraadpleegd op: 22-10-2015.

Waard de, D., 2008. Toezicht op maatschappelijk verantwoord ondernemen over de taak en opvatting van commissarissen. Assen: Koninklijke van Gorcum.

WOB. Wet openbaarheid van bestuur.

Beschikbaar op: http://wetten.overheid.nl/BWBR0005252/geldigheidsdatum_23-12-2015 Geraadpleegd op: 23-12-2015.

Williams, B., Wilmhurst, T., Clift R. 2011. Sustainability reporting by local government in Australia: Current and future prospects. Accounting forum, 35: 176-186.

Winter, S., May, P. 2000. Motivation for Compliance with Environmental Regulations. Journal of Policy Analysis and Management, 20(4): 675-698.

38

Wirtenberg, J. 2014. Building a Culture for Sustainability People, Planet, and Profits in a New Green Economy. Santa Barbara, California: Praeger, ABC-CLIO, LLC.

39

Bijlage 1: