• No results found

5.1 Conclusie

In dit onderzoek is gekeken naar de invloed van de culturele diversiteit in de directie op de mate van Integrated Reporting in 2014. De steekproef bestaat uit 74 beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. De culturele diversiteit is gemeten aan de hand van de Hofstede cultuurdimensies onzekerheidsvermijding, individualisme, machtsafstand, masculiniteit en lange termijn oriëntatie. Door de analyse van de gepubliceerde verslagen van 74 ondernemingen is een beeld gekregen van de huidige stand op het gebied van Integrated Reporting. Er zijn grote verschillen te vinden tussen de ondernemingen. Ook is de invloed van het <IR> Framework bij sommige ondernemingen duidelijk te zien. Gemiddeld wordt er in de steekproef een IR Score van 22,85 behaald, dit is iets meer dan de helft van de totale punten van 40. Er zijn vier ondernemingen die de maximale IR Score hebben behaald. Dit zijn Akzo Nobel, KPN, Philips en BAM Groep. Ondernemingen die zich willen richten op Integrated Reporting kunnen een voorbeeld nemen aan de verslagen van de hiervoor genoemde ondernemingen. Uit de analyse gesteld worden dat er nog het een en ander verbeterd kan worden. Op de kenmerken waardecreatie, stakeholders en integratie is gemiddeld ongeveer een score van 5 behaald, hierbij kan dan ook verbetering plaatsvinden. Op het kenmerk toekomstverwachting is het beste gescoord met een gemiddelde score van 7,5.

Hoewel er verwacht werd dat de cultuur in de directie een bepalende factor kan zijn voor de verslaggeving zijn er geen significante verbanden gevonden tussen de cultuurdimensies en de mate van Integrated Reporting. In tegenstelling met de resultaten uit het onderzoek van García-Sánchez et al. (2013) waaruit blijkt dat collectivisme en feminisme positief van invloed zijn op het uitbrengen van Integrated Reports, kunnen de resultaten uit dit onderzoek deze invloed niet bevestigen. Mogelijke verklaringen kunnen te maken hebben met de beperkingen van het onderzoek, die in de volgende paragraaf worden toegelicht. Daarentegen is er voor de controlevariabele ondernemingsgrootte wel een significant verband gevonden. De grootte van een onderneming is positief van invloed op de mate van Integrated Reporting, net als in voorgaande onderzoeken op het gebied van Integrated Reporting, CSR en voluntary disclosure (Frias-Aceituno et al. 2013b; Garcia-Sanchez et al. 2013; Gul en Leung, 2004; Meek et al. 1995). Ook is een significant verschil gevonden tussen de sectoren productie en financieel, verzekering en vastgoed en de mate van Integrated Reporting, echter is deze vergelijking gemaakt op een klein aantal ondernemingen, respectievelijk 24 en 16. Dit kan een bevestiging zijn voor de

39 controlevariabele sector, waarin wordt verwacht dat de mate van Integrated Reporting afhankelijk is van de sector waarin de onderneming opereert. Maar in het onderzoek van García-Sánchez et al. (2013) zijn bewust de financiële- en verzekeringssectoren uit de steekproef gehaald, omdat deze sectoren dusdanig verschillen in het vermogen en de ondernemingsstructuur. Deze verschillen kunnen van invloed zijn op het significante resultaat dat is gevonden.

5.2 Beperkingen

In dit onderzoek zijn er de volgende beperkingen te onderkennen die wellicht een invloed hebben gehad op de uitkomsten. De eerste beperking heeft betrekking op de omvang van de steekproef. Het aantal ondernemingen dat is onderzocht is 74, terwijl er minimaal 100 waarnemingen nodig zijn om betrouwbare resultaten te kunnen verkrijgen. Meerdere jaren toevoegen aan de steekproef is geen optie geweest, aangezien de directie niet veel zal verschillen met het jaar ervoor. Eventueel zou er dan een vergelijking gemaakt moeten worden met 4 a 5 jaar geleden, maar in die periode was Integrated Reporting niet zo ontwikkeld als dat het nu is. Gezien de beschikbare tijd in combinatie met de benodigde tijd om de data te verzamelen is de grootte van de steekproef een bewuste keuze geweest en zijn er geen andere beursgenoteerde bedrijven aan de steekproef toegevoegd.

De cultuurdimensies van Hofstede kunnen een beperking zijn, ze zijn namelijk gericht op een land en hoeven niet specifiek te gelden voor leden van de directie. Bovendien zijn de scores evenredig toebedeeld aan elk directielid, wat in werkelijkheid niet zo hoeft te zijn. Indien een directielid meerdere nationaliteiten heeft, zijn deze nationaliteiten evenredig verdeeld. Bij twee nationaliteiten is voor elke nationaliteit de factor 0,5 gehanteerd, dit is een aanname en hoeft niet te gelden. Tevens kan de CEO of CFO een grotere invloed op het verslaggevingsproces hebben dan een directielid met een andere functie. Daarnaast kan dit ook komen doordat de verschillen in de culturele diversiteit misschien niet groot genoeg zijn om van invloed te zijn op de mate van Integrated Reporting. Veel ondernemingen uit de steekproef hebben een meerderheid aan Nederlandse directieleden, uiteindelijk kan hierdoor het aantal internationale directieleden te weinig zijn gebleken om significant van invloed te zijn. Tevens zijn de dimensiescores van Hofstede voor de landen Hongarije, China en Luxemburg gebaseerd op schattingen in plaats van wetenschappelijk resultaat. Deze schattingen van Hofstede zijn gebruikt voor 5 ondernemingen van de steekproef. Echter wordt deze impact niet als dusdanig groot beschouwd en zijn voor de tweede regressie deze schattingen niet meer nodig geweest doordat de onderneming uit de steekproef is gevallen of de directieleden uit die betreffende landen niet in de RvC bevinden. De

40 tweede regressie waarin alleen de RvC is meegenomen heeft geen andere resultaten opgeleverd voor de culturele diversiteit.

Voor de mate van Integrated Reporting is, door gebrek aan een bestaand normenkader, zelf een maatstaf ontworpen. Deze maatstaf is zo objectief mogelijk gemaakt door 3 van de 4 onderdelen te ontlenen aan de criteria van de Transparantiebenchmark. Ook is enige subjectiviteit gemitigeerd door een tweede persoon de IR Score te laten bepalen voor een aantal ondernemingen en deze verschillen in kaart te brengen. Echter blijft de toebedeling van de IR scores afhankelijk van een oordeelsvorming en is enige mate van subjectiviteit niet te voorkomen.

5.3 Aanbevelingen voor vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek kan zich richten op verschillende punten en kan de bovenstaande beperkingen in acht nemen.

Ten eerste kan de culturele diversiteit op een andere manier inzichtelijk worden gemaakt, bijvoorbeeld door dit op een kwalitatieve manier te onderzoeken. De cultuur per directielid kan door het afnemen van enquêtes en interviews vastgesteld worden. Daarbij kan ook de beredenering voor het wel of niet rapporteren over bepaalde onderwerpen en de manier waarop, apart of geïntegreerd, achterhaald worden. Ook kan culturele diversiteit gemeten worden met de dimensies van het GLOBE-project, of kan een eenvoudig onderscheid worden gemaakt in nationale en internationale leden van de directie zoals in het onderzoek van Haniffa en Cooke (2005) wordt gedaan. Deze alternatieve methodes kunnen wellicht een ander antwoord geven op de hoofdvraag van dit onderzoek, namelijk of de culturele diversiteit in de directie van invloed is op de mate van Integrated Reporting.

Tevens kan nagedacht worden om een grotere steekproef te hanteren, waardoor de statistische resultaten betrouwbaar vastgesteld kunnen worden. Een grotere steekproef is onder andere mogelijk wanneer er ook lokaal beursgenoteerde bedrijven worden opgenomen. Bovendien kan een vergelijking tussen verschillende landen wordt gemaakt.

Daarnaast kan de definitief vastgestelde score van de Transparantiebenchmark 2015 worden afgewacht en kan het onderzoek gereproduceerd worden zonder dat er sprake is van subjectiviteit en waarbij de scores zijn vastgesteld door een deskundig team. De mate van Integrated Reporting kan ook gemeten worden op een andere manier, door een alternatieve maatstaf te gebruiken.

41 Tot slot is het interessant om te kijken in hoeverre de publicatie van het definitieve <IR> Framework van de IIRC van invloed is geweest op de mate van Integrated Reporting. Dit onderzoek is mogelijk indien er een boekjaar voor de publicatie en een boekjaar na de publicatie wordt opgenomen en de resultaten met elkaar worden vergeleken.

42

Literatuurlijst

AFM. (2013). Beursgenoteerde ondernemingen en geïntegreerde verslaggeving.

http://www.afm.nl/~/profmedia/files/doelgroepen/effectenuitgevende-ondernemingen/financiele-verslaggeving/2013/themaonderzoeken/integrated-reporting.ashx?la=nl-nl Geraadpleegd op

22-7-2015

Barako, D. G., & Brown, A. M. (2008). Corporate social reporting and board representation: evidence from the Kenyan banking sector. Journal of Management & Governance, 12(4), 309-324.

Bartels, W. J.,& op het Veld, M. A. P. (2012). Integrated Reporting: Opkomst niet-financiële informatie vraagt om betere beheersing. Compact, 9-13.

Blumberg, B., Cooper, D.R. & Schindler, P.S., (2005). Business Research Methods, McGraw-Hill.

Bradley, M., Schipani, C. A., Sundaram, A. K., & Walsh, J. P. (1999). The purposes and accountability of the corporation in contemporary society: Corporate governance at a crossroads.

Law and Contemporary Problems, 9-86. In het artikel: Orij, R. (2010). Corporate social disclosures

in the context of national cultures and stakeholder theory. Accounting, Auditing & Accountability

Journal, 23(7), 868-889.

Cheng, M., Green, W., Conradie, P., Konishi, N., & Romi, A. (2014). The international integrated reporting framework: key issues and future research opportunities. Journal of International

Financial Management & Accounting, 25(1), 90-119.

Cowen, S., Ferreri, L., & Parker, L. D. (1987). The impact of corporate characteristics on social responsibility disclosure: A typology and frequency-based analysis. Accounting, Organizations

and Society, 12(2), 111-122.

Deegan, C. & Blomquist, C. (2006). Stakeholders influence on corporate reporting: An exploration of the interaction between WWF-Australia and the Australian minerals industry, Accounting,

Organizations and Society, 31(4-5): 343-372.

Deloitte. (2013). Hoe zijn beursgenoteerde bedrijven op weg naar een Integrated Report?, http://www2.deloitte.com/nl/nl/pages/audit/articles/hoe-zijn-beursgenoteerde-bedrijven-op-weg-naar-een-integrated-report.html, Geraadpleegd op 15-7-2015

Eccles, R. G., & Krzus, M. P. (2010). One report: Integrated reporting for a sustainable strategy. John Wiley & Sons.

Eccles, R. & Serafeim, G. (2014). Corporate and Integrated Reporting: A functional perspective, Unpublished working paper, Harvard Business School, Boston. Beschikbaar op www.ssrn.com.

43 Egon Zehnder. (2014). European Board Diversity Analysis,

http://www.egonzehnder.com/files/2014_egon_zehnder_european_board_diversity_analysis.pdf

Geraadpleegd op 14-7-2015

Fernandez-Feijoo, B., Romero, S., & Ruiz‐Blanco, S. (2014). Women on boards: do they affect sustainability reporting?. Corporate Social Responsibility and Environmental Management, 21(6), 351-364.

Frías-Aceituno, J. V., Rodríguez-Ariza, L., & García-Sánchez, I. M. (2013a). The role of the board in the dissemination of integrated corporate social reporting. Corporate Social

Responsibility and Environmental Management, 20(4), 219-233.

Frías-Aceituno, J. V., Rodríguez-Ariza, L., & García-Sánchez, I. M. (2013b). Is integrated reporting determined by a country's legal system? An exploratory study. Journal of cleaner

production, 44, 45-55.

García-Sánchez, I. M., Rodríguez-Ariza, L., & Frías-Aceituno, J. V. (2013). The cultural system and integrated reporting. International business review, 22(5), 828-838.

Global Reporting Initiative (GRI). (2013). The sustainability content of integrated reports—a survey of pioneers, https://www.globalreporting.org/resourcelibrary/GRI-IR.pdf

Geraadpleegd op 14-7-2015

Gray, S. J. (1988). Towards a theory of cultural influence on the development of accounting systems internationally. Abacus, 24(1), 1-15.

Gul, F. A. & Leung, S. (2004). Board leadership, outside directors’ expertise and voluntary corporate disclosures. Journal of Accounting and public Policy,23(5), 351-379.

Hackston, D. & Milne, M. J. (1996). Some determinants of social and environmental disclosures in New Zealand companies. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 9(1), 77-108.

Haniffa, R. M. & Cooke, T. E. (2005). The impact of culture and governance on corporate social reporting. Journal of accounting and public policy, 24(5), 391-430.

Hill, C.W.L. & Jones, T.M. (1992). Stakeholder – Agency theory. Journal of Management Studies, 29 (2), 131-154.

Hofstede, G. (1983). National cultures in four dimensions. International Studies of Management

& Organization, 13: 46-74.

Hofstede, G. (1984). The cultural relativity of the quality of life concept. Academy of

44 Hofstede, G., Hofstede, G. J. & Minkov, M. (2011). Allemaal andersdenkenden, omgaan met

cultuurverschillen (derde editie), uitgeverij Contact.

Hope, O. K. (2003). Firm‐level disclosures and the relative roles of culture and legal origin.

Journal of International Financial Management & Accounting, 14(3), 218-248.

Husted, B. W. (1999). Wealth, culture, and corruption. Journal of International Business Studies, 30(2), 339-359.

International Integrated Reporting Council (IIRC), The International <IR> Framework, December 2013:

http://www.theiirc.org/wp-content/uploads/2013/12/13-12-08-THE-INTERNATIONAL-IR-FRAMEWORK-2-1.pdf

Jaggi, B., & Low, P. Y. (2000). Impact of culture, market forces, and legal system on financial disclosures. The International Journal of Accounting, 35(4), 495-519.

Jensen, M. C. & Meckling, W. H. (1976). Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure. Journal of Financial Economics, 3(4): 305-360.

Kim, Y. & Kim, S. Y. (2010). The influence of cultural values on perceptions of corporate social responsibility: Application of Hofstede’s dimensions to Korean public relations practitioners.

Journal of Business Ethics, 91(4), 485-500.

La Porta, R., Lopez-de-Silanes, F., Schleifer, A. & Vishny, R. W. (1998). Law and Finance. Journal

of Political Economy, 106(6): 1113-1155.

Lim, S., Matolcsy, Z. & Chow, D. (2007). The association between board composition and different types of voluntary disclosure. European Accounting Review, 16(3), 555-583.

Meek, G. K., Roberts, C. B., & Gray, S. J. (1995). Factors influencing voluntary annual report disclosures by US, UK and continental European multinational corporations. Journal of

International Business Studies, 555-572.

Ministerie van Economische Zaken. (2015a), Criteria Transparantiebenchmark 2015 versie 2, http://www.transparantiebenchmark.nl/sites/default/files/fotos/TB%20criteria%202015%20met% 20comments_0.pdf Geraadpleegd op 14-7-2015

Ministerie van Economische Zaken. (2015b). Proces en planning Transparantiebenchmark 2015, http://www.transparantiebenchmark.nl/sites/default/files/fotos/Proces%20en%20planning%20TB %202015%20NL.pdf Geraadpleegd op 13-7-2015

De Mooij, M. & Hofstede, G. (2010). The Hofstede model: Applications to global branding and advertising strategy and research. International Journal of Advertising, 29(1), 85-110.

45 NBA. (2013). Visiedocument: Integrated Reporting; het rapportagemodel van de toekomst!, https://www.nba.nl/Documents/Nieuws/2013/NBA-Visiedocument-IR-mei13.pdf Geraadpleegd op 15-7-2015

Ocean Tomo. (2015). Annual study of Intangible Asset Market Value, http://www.oceantomo.com/blog/2015/03-05-ocean-tomo-2015-intangible-asset-market-value/

Geraadpleegd op 16-7-2015

Orij, R. (2010). Corporate social disclosures in the context of national cultures and stakeholder theory. Accounting, Auditing & Accountability Journal, 23(7), 868-889.

Prado-Lorenzo, J.M. & García-Sánchez, I-M. (2010). The role of the board of directors in disseminating relevant information on greenhouse gases. Journal of Business Ethics, 97:391-424.

PwC. (2012). Betere verantwoording strandt in boardroom. http://www.pwc.nl/nl/integrated-reporting/actueel/betere-verantwoording-strandt-in-boardroom.jhtml Geraadpleegd op 15-7-2015 Roberts, R. W. (1992). Determinants of corporate social responsibility disclosure: An application of stakeholder theory. Accounting, Organizations and Society, 17(6), 595-612.

Scholtens, B., & Dam, L. (2007). Cultural values and international differences in business ethics.

Journal of Business Ethics, 75(3), 273-284.

Vachon, S. (2010). International operations and sustainable development: Should national culture matter?. Sustainable Development, 18(6), 350-361.

Vitell, S. J., Nwachukwu, S. L. & Barnes, J. H. (1993). The effects of culture on ethical decision-making: An application of Hofstede's typology. Journal of Business Ethics, 12(10), 753-760. De Waard, D.A. (2014). De bomen en het bos. University of Curaçao.

Watts, R. & Zimmerman, J. (1986). Positive Accounting Theory. Englewood Cliffs, N.J. : Prentice Hall

Williams, G. & Zinkin, J. (2008). The effect of culture on consumers' willingness to punish irresponsible corporate behaviour: applying Hofstede's typology to the punishment aspect of corporate social responsibility. Business Ethics: A European Review, 17(2), 210-226.

Yaveroglu, I. S. & Donthu, N. (2002). Cultural influences on the diffusion of new products. Journal

46

Websites

 Dimensiescores voor de verschillende nationaliteiten: http://geert-hofstede.com/ Geraadpleegd op 13-7-2015  Sic-codes: http://siccode.com/en/ Geraadpleegd op 13-7-2015  Wisselkoersen op 31-12-2014: http://eur.fxexchangerate.com/usd-2014_12_31-exchange-rates-history.html, Geraadpleegd op 14-7-2015 http://eur.fxexchangerate.com/gbp-2014_12_31-exchange-rates-history.html, Geraadpleegd op 14-7-2015

47

GERELATEERDE DOCUMENTEN