• No results found

5.1. Conclusie

In deze scriptie ben ik op zoek gegaan naar het antwoord op de onderzoeksvraag: ‘Welke vertaalproblematiek komt naar voren bij het vertalen van de fantasyteksten uit EON IV –

Grundboken?’ met het doel om me te verdiepen in het vertalen van fantasyfictie. De vertaling die ik

daarvoor heb gemaakt is tot stand gekomen met een karakterisering en een tekstanalyse van de brontekst en de daaruit voortvloeiende vertaalstrategieën en -procedures. Tijdens het vertalen van de fantasyteksten uit Grundboken stuitte ik op een aantal vertaalproblemen. Een deel van de problematiek was vooraf ingecalculeerd, terwijl een ander deel dat niet was.

Om tot een zo goed mogelijke vertaling te komen hanteerde ik een algemene vertaalstrategie waarbij het de bedoeling was om de vorm van de brontekst te behouden en daarbij de creativiteit van de auteurs zo goed mogelijk te laten terugkomen in de vertaling. Dit is over het algemeen zonder problemen verlopen, omdat de tekst duidelijk in stukken is verdeeld en de informele en

beschrijvende stijl goed past bij mijn eigen schrijfstijl. Soms heb ik echter toch afgeweken van de vorm van de brontekst om de tekst vloeiender te laten lopen. Dat had soms slechts te maken met het veranderen of toevoegen van leestekens, maar soms betekende dat ook dat ik verschillende kortere zinnen bij elkaar voegde of juist grotere zinnen opdeelde. Een voorbeeld hiervan is de volgende passage: “Duvan flaxade runt i panik i skänkrummet i jakten på en flyktväg. Efter duvan snubblade Grokk. En stor kropp på ett litet utrymme. Gäster knuffades omkull, ett bord vältes och billigt öl blandades på golvet med vattnig stuvning.”36 Dit heb ik als volgt vertaald: “De duif fladderde in

paniek door de gelagkamer heen op zoek naar een uitweg en Grokk strompelde onhandige achter hem aan. Met zijn enorme lichaam duwde hij andere gasten omver, kieperde hij een tafel om en kwam de vloer onder een mix te liggen van goedkoop bier en stoofpot.”

Het moeilijkste van het vertalen van deze informele stijl vond ik echter het overdragen ervan zonder daarbij zulke moderne taal te gebruiken dat het buiten de middeleeuwse setting valt. Een voorbeeld daarvan is de zin “Barflickan som Ferexior vänslats med […]”37 waarin duidelijk wordt

gemaakt dat het personage Ferexior aan het flirten is met een van de barmeisjes. Het woord ‘flirten’ pas echter niet in deze setting en daarvoor zal een alternatief gezocht moeten worden, in de vorm van bijvoorbeeld “het hof maken”. Het vertalen van de nuance die modale partikels uitdrukken stelt een vertaler voor dezelfde uitdaging. In de teksten die voor deze scriptie zijn vertaald werden bijvoorbeeld de woorden ‘så’ en ‘jo’ veelvuldig gebruikt. Het is dan de uitdaging om de

36 Fröjd, e.a., p. 9.

49 spreektaligheid die met deze woorden gepaard gaat over te brengen, zonder de tekst daarmee te modern of repetitief te maken.

Een andere uitdaging was het vertalen van de fictieve eigennamen uit de tekst. Voor veel van deze eigennamen bestond nog geen Nederlandse vertaling of vergelijkbare vertaling. De moeilijkheid zat dan ook in het maken van een beslissing waarmee ik consequente vertalingen zou kunnen maken. Dat is de reden waarom ik voornamelijk heb gekeken naar de Zweedse uitspraak van de namen en deze uitspraak vervolgens zo goed mogelijk geprobeerd weer te geven in de Nederlandse spelling. Voorbeelden daarvan zijn de vertalingen van ‘tirak’, ‘Lemira’ en ‘Rankun’ naar ‘tiraak’, ‘Lemiera’ en ‘Rankuun’. De uitzondering hierop is als de Zweedse uitspraak van bepaalde letters of

lettercombinaties heel anders zijn dan de Nederlandse uitspraak, zoals bij ‘Genrio’ dat in het Zweeds wordt uitgesproken wordt als [jenriju], maar ik heb de spelling niet veranderd waardoor het dus als [ɣɛnrio] zal worden uitgesproken. Bij andere eigennamen heb ik gekeken hoe gelijkwaardige namen zijn vertaald naar het Nederlands, zoals bij ‘Asharien’ en ‘Jargien’. Voorbeelden van vertalingen van eigennamen die op -ien eindigen zijn te vinden in het woordenboek, zoals ‘Australien’, ‘Italien’ en ‘Belgien’. Deze eindigen in het Nederlands allemaal op -ië en daarom zijn de Nederlandse vertalingen van de hierboven genoemde fictieve eigennamen ‘Asharië’ en ‘Jargië’.

Naast de spellingsverschillen tussen het Nederlands en het Zweeds op basis van de uitspraak, is er nog een spellingsverschil te benoemen. Het Zweeds gebruikt namelijk geen hoofdletters bij naamwoorden die afgeleid zijn van geografische eigennamen, zoals ‘svensk’, ‘stockholmsk’ of ‘same’. Deze zouden in het Nederlands allemaal een hoofdletter krijgen: ‘Zweed(s)’, ‘Stockholms’ of ‘Same’. Soortaanduidingen krijgen in beide talen geen hoofdletter, hierbij valt te denken aan ‘alv’ of ‘elf’ en ‘dvärg’ of ‘dwerg’. Bij het vertalen van fictieve eigennamen zal de vertaler eerst moeten kijken wat de eigennaam precies aanduidt om te bepalen of er die met een hoofdletter geschreven dient te worden. Voor deze vertaling kon ik terecht in Grundboken, want daar zijn beschrijvingen te vinden van de meeste eigennamen en hun oorsprong. Met die kennis heb ik ervoor gekozen om

bijvoorbeeld tiraak zonder hoofdletter te schrijven, maar Zhaan met hoofdletter.

Het laatste vertaalprobleem dat ik in deze scriptie wil bespreken is de verandering van het perspectief van de verteller. In de proloog wordt het duidelijk dat de stem van de verteller door middel van de vrije indirecte rede die van Drevegan is. Zoals bijvoorbeeld in de volgende zin: “Ja vad skulle han berätta? Var skulle han börja? För att få lite respit så tog han en till klunk av ölen för att väta strupen. Han ville inte dra upp sin bakgrund som soldisk riddare. Det skulle väcka frågor.”38 Op

voorhand had ik verwacht dat de stijl en het register van de vertellersstem zou veranderen in de

38 Fröjd, e.a., p. 7. Vert.: Tja, wat zou hij moeten vertellen? Waar moest hij beginnen? Hij nam een flinke teug

van zijn bier om een beetje tijd te rekken en zijn keel te smeren. Hij wilde zijn achtergrond als Soldische ridder niet aanhalen. Dat zou alleen maar vragen oproepen.

50 stukken waarin Drevegan als personage niet voorkomt. Bij het maken van de vertaling heb ik echter niet de indruk gekregen dat er wezenlijke verschillen zaten in de manier waarop de vertellersstem in de proloog is geschreven ten opzichte van die uit de introducerende teksten bij de hoofstukken. Het is dus niet nodig geweest om het register van de vertellersstem aan te passen aan bepaalde

personages.

Met deze scriptie heb ik mijn doel bereikt om me te verdiepen in en verder te bekwamen met het vertalen van fantasyfictie. Wel heb ik gemerkt dat ik nog lang niet ben waar ik zijn wil en hoop ik in de toekomst verder te kunnen gaan met het vertalen van teksten uit het fantasygenre om me zo nog verder te kunnen ontwikkelen. Daarnaast hoop ik met mijn vertalingen meer mensen kennis te laten maken met het magische en fantastische genre dat fantasy heet.

5.2. Discussie

In eerste instantie was het de bedoeling dat ik me voor deze scriptie niet alleen zou verdiepen in het fantasygenre en de vertaalproblematiek van dat genre, maar wilde ik me ook verdiepen in het vertalen van eigennamen. De aanleiding daarvoor was de handleiding die Tolkien had geschreven voor de vertalers van zijn werk, waarin hij uitleg geeft over het vertalen van met name de door hem zelfbedachte fictieve eigennamen. Tijdens het schrijfproces bleek echter dat er in deze scriptie geen ruimte zou zijn om dieper in te gaan op de problematiek van het vertalen van eigennamen en dan met name fictieve eigennamen. Dat is echter iets waar ik me in een eventueel vervolgonderzoek graag op zou willen richten om een betere onderbouwing te kunnen geven van de gemaakte vertaalkeuzes.

Voor het onderzoeken van de problematiek van het vertalen van fantasyteksten had ik uitgebreid gekeken naar het ontstaan van fantasy als literair genre. Dat was een interessante zoektocht waar ik veel wijzer van ben geworden, maar ook dit hoofdstuk is niet teruggekomen in deze scriptie. Dat was enorm frustrerend voor mij, omdat ik daar veel tijd en energie had gestoken en ik het gevoel had al het werk voor niets te hebben gedaan. Het heeft mij echter wel doen beseffen dat ik moeite had met het scheiden van hoofd en bijzaken en dat ik daar dus aan moest werken. Dit is mijn scriptie uiteindelijk ten goede gekomen en de frustratie heeft daarom uiteindelijk plaats gemaakt voor tevredenheid.

Het vertaalproces op zich heb ik als erg prettig ervaren. Ik vond het erg leuk om bezig te zijn met vertalen en zag het theoretische gedeelte van deze scriptie in eerste instantie als een hinderlijke onderbreking. In retrospectief ben ik echter blij dat ik me op een wetenschappelijke manier heb beziggehouden met de vertaalwetenschap, omdat het me heeft geholpen om de vertaling beter te maken met de kennis die ik gaandeweg heb opgedaan. Desalniettemin bleef het soms lastig om bepaalde keuzes te maken waar zelfs de wetenschappelijke verdieping niets bij hielp. Het betreft dan afwijken van de brontekst ten gunste van een goed lopende vertaling. Ik wijt de moeite die ik

51 hiermee heb aan mijn onervarenheid als vertaler en geloof dat dit beter zal gaan naarmate ik meer zal vertalen.

Ik heb in deze scriptie gekeken naar de vertaalproblematiek die naar voren komt bij het vertalen van de prozateksten uit Grundboken, maar aangezien ik de intentie heb om in de toekomst ook de rest van dit boek te vertalen, ben ik benieuwd of de vertaalproblematiek die naar voren komt bij het vertalen van de overige tekst vergelijkbaar zullen zijn als bij de prozateksten. Die teksten zijn meer informatief dan expressief, waardoor het doel van de vertaling veranderd en ook de

vertaalstrategieën. Het blijven echter wel fantasyteksten en het kan daarom interessant zijn om de beide tekstsoorten te vergelijken in een eventueel vervolgonderzoek.

Tot slot heb ik een van mijn collega’s bij UvA Talen naar mijn vertaling laten kijken. Hij is het Zweeds niet machtig en kon dus niet naar de brontekst lezen, maar hij heeft wel jarenlange ervaring als vertaler en proeflezer. Door zijn feedback heb ik sommige constructies waar ik mee worstelde kunnen verbeteren. Deze feedback heeft me bewust gemaakt van de input die een tweede lezer kan geven, ongeacht of deze de brontaal machtig is of niet. Een extra paar ogen kan soms net dat beetje meer zien waardoor je ineens een briljante ingeving kan krijgen. Tegelijkertijd besef ik me door deze feedback ook dat ik nog een lange weg te gaan heb op het vertaalgebied, dat vertalen een

I

I. Bronvermelding

Clute, John en John Grant. The Encyclopedia of Fantasy. Londen: Orbit Books, 1997.

Fröjd, Niklas, Petter Nallo en Anton Wahnström. EON IV - Grundboken. Kaunas: Helmgast BV, 2014. James, Edward en Farah Mendlesohn. The Cambridge Companion to Fantasy Literature. Cambridge:

Cambridge University Press, 2012.

Kittel, Harald en Andreas Poltermann. „German Tradition.” Baker, Mona en Gabriela Saldanha.

Routledge Encyclopedia of Translation Studies. New York: Routledge, 1998/2011. 411-418.

Loo, Oliver. Tolkien English Glossary. 12 februari 2010. 28 juli 2020. <http://www.tolkienenglishglossary.com/>.

Munday, Jeremy. Introducing Translation Studies. 3e. Abingdon: Routledge, 2012. Newmark, Peter. A Textbook of Translation. Hemel Hempstead: Prentice Hall, 1988.

Nikolajeva, Maria. „Fairy Tales and Fantasy: From Archaic to Postmodern.” Marvels & Tales 17.1 (2003): 138-156.

Reiss, Katharina. Translation Criticism: Potential and Limitations. Vert. Erroll Rhodes. Manchester: St Jerome and American Bible Society, 1971/2000.

Schleiermacher, Friedrich. „On the different methods of translating.” Venuti, Lawrence. The

Translation Studies Reader. London en New York: Routledge, 1813/2004. 43-63.

Stichting CPNB. „CPNB Top 100 bestverkochte boeken 2019.” januari 2020. CPNB Top 100 2019 . 14 augustus 2020.

Tharpe, Frazier en Nate Houston. Game of Thrones Glossary. z.d. 28 juli 2020. <https://www.complex.com/pop-culture/game-of-thrones-glossary>.

Todorov, Tzvetan. The Fantastic: A Structural Approach to a Literary Genre. Vert. Richard Howard. Cleveland/Londen: The Press of Case Western Reserve University, 1970/1973.

Venuti, Lawrence. The Translator's Invisibility: A History of Translation. Londen: Routledge, 1995/2008.

Vinay, Jean-Paul en Jean Darbelnet. Comparative Stylistics of French and English: A Methodology for

Translation. Vert. Juan Sager en Marie-Jo Hamel. Amsterdam: John Benjamins, 1958/1995.

Wikberg, Erik. Bokförsäljningsstatistiken Helåret 2019. Stockholm: Svenska Bokhandlareföreningens Service AB och Svenska Förläggareföreningen Ek. för., 2020.

II

II. Bijlage

Bijlage I - Brontekst

Döda korpens taverna

“Skål då!”

De skummande ölstopen möttes. Drevegan förde sitt stop till läpparna, det bittra jargiska ölet, corell hette det visst, smakade urvattnat och något salt. Mannen framför Drevegan, legosoldatskapten Ferexior, svepte dock stopet i ett enda drag och slog sedan ned det i bordet med en smäll och torkade därefter skummet från läpparna med handryggen.

”Så berätta om dig själv?” sade han. ”Vad gör att du skulle passa i legosoldatskompaniet Vargarna herr ehmm?”

”Drevegan”, fyllde Drevegan i.

Han satt på döda korpen, en taverna i staden Absalon. Stället låg under mark och talgljusens

smutsiga lågor var det enda som lyste upp dunklet. Rummet var stort med alkover och bås, en trappa ledde upp till övervåningen där lättklädda flickor bjöd ut sig. Halmen som var strödd över golvet luktade surt och han hade sett både en och två råttor kila runt i hörnen och gnaga på matrester. Det var än så länge tidigt på kvällen och gästerna hade just börjat strömma till. Drevegan hade blivit tipsad om att legosoldaterna Vargarna behövde vapenfört folk och nu satt han här och skulle ”berätta om sig själv”.

Han sneglade mot hörnet där Ferexiors kamrat satt. En väldig tirak som Ferexior presenterat som Grokk. Detta monster var nästan helt dolt av skuggorna men det söndertrasade ansiktet han skymtat då bjässen hade lutat sig fram och greppat en bit bröd från bordet sade Drevegan att det var en person man skulle passa sig för.

Ja vad skulle han berätta? Var skulle han börja? För att få lite respit så tog han en till klunk av ölen för att väta strupen. Han ville inte dra upp sin bakgrund som soldisk riddare. Det skulle väcka frågor. ”Jag är ett hyrsvärd… från Asharien”, ljög han. ”Jag är skicklig att bruka både svärd och sköld, har kämpat gentemot rustade krigare likväl som troll och bestar. Jag har varit i sold hos ett flertal handelshusherrar och adelsmän…” Drevegan märkte att mannen han pratade med, denne Ferexior, inte tycktes lyssna alls. Istället petade han sig noga mellan tänderna med ett fiskben, snurrade på sitt ölstop och nickade åt andra gäster som kom in i skänkrummet. Men Drevegan fortsatte, vad annat kunde han göra, den börs med silver han kommit till Absalom med var nästintill tom och nu måste han ha någon typ av anställning. Han berättade om sin tid på haven. Att han varit gladiator för ett kort tag. Han berättade till och med om sin tid som utkastare på värdshuset i den damariska

hamnstaden Mirron och försökte få det låta som en ansvarsfylld uppgift och inte det skitjobb det var. Drevegan tystnade. Ferexior var nu upptagen med att viska i örat på en av barflickorna och hon skrattade rodnade. Tiraken Grokk satt och muttrade för sig själv i skuggorna och det såg nästan ut som om ”monstret” pratade med något han hade dolt under manteln. Med en suck satte Drevegan ned det tomma stopet och ställde sig långsamt upp för att gå… detta var döfött.

”Så, Mirron säger du, fick du ihop det med någon damarisk kvinna?” sade Ferexior som från ingenstans.

III ”Jag har hört sägas att damariska kvinnor ska vara något alldeles extra.” Ferexior gav ifrån sig ett varggrin och blottade en rad med guldtänder.

”Ja, jo…” sade Drevegan trevande och försökte dra sig till minnes allt han kunde om damariskt kvinnfolk, vilket tyvärr inte var så mycket.

Barflickan som Ferexior vänslats med kom tillbaka och ställde ned två stora skummande stop på bordet. Ferexior sköt över det ena till Drevegan.

”Jo, jag har hört att när man väl får en damarisk kvinna i säng so…” *

Drevegan skrattade. Stopen stod nu staplade på bordet och han var varm i ansiktet. Ferexior skrattade han med och slog sig på låret och ylade rätt ut. Vargarna var ett passande namn för hans legosoldater. Han såg ut som en varg trots allt. Luggsliten måhända men respektingivande. Det mörka och axellånga håret var grånat vid tinningarna och ansiktets fåror var djupa men ögonen var fortfarande ungdomliga.

Döda korpen hade fyllts på med folk under kvällen och nu var så gott som alla bord och bås fyllda. Här fanns alla typer, handelsmän som tog sig en öl efter arbetet, råbarkade arbetare från

silvergruvorna i söder, en grupp kvinnor från garveriet som drack och sjöng, zhaner med sitt svarta hår och kol runt ögonen som rökte på sina långa pipor. Det var varmt, klibbigt och högljutt. Grokk den store tiraken hade sedan länge somnat i sitt skuggiga hörn.

En kvinna kom upp bakom Ferexior och lade en hand på hans axel.

”Du har hunnit roa dig ser jag”, sade hon och satte sig ned på bänken invid honom.

Ferexior nickade igenkännande och lade sin hand på hennes i en hälsning. Kvinnans smala mun var sammanbiten då hon vände sina mörka ögon mot Drevegan. Hon var klädd i en läderrustning och tycktes mer anpassad för ett liv i vildmarken än i staden. Hennes hud, den var svagt grönaktig… olivfärgad. Drevegan insåg att hon måste vara en av det adasiska folket. Hon synade Drevegan uppifrån och ned.

”Drevegan, möt en av mina vargar och min högra hand, Azari.” sade Ferexior.

Drevegan torkade av sin svettiga hand på sin tunika och sträckte den mot henne men hon tog den inte. Istället låste hon fast honom med blicken.

”Ni är ny i Absalon?” Rösten var hård och det var mer ett konstaterande än en fråga. Drevegan nickade.

”Och ni är inte från Jargien?” ”Asharien.”

”Var är de andra?” avbröt Ferexior som om detta korsförhör redan tröttade ut honom och Azari nickade mot andra sidan av skänkrummet.

Drevegan tittade dit och fick se två osannolika personer. Den ena var en ung man, strax över tjugo, klädd i en mörkröd munkkåpa med ett vitt rep om midjan. Det blänkte till, ett försilvrat Daakkors hängde runt halsen.

IV Håret var svart som midnattshimlen och föll i tjocka lockar ned över hennes rygg. De stora ögonen var svartsminkade och läpparna fylliga och sensuella. Hennes klänning var av mörkrött luftigt tyg med ett snörliv i mörkt skinn. I bältet hängde mängder av påsar, pungar, amuletter, repstumpar och en krökt dolk med handtag av vitaste ben. Något sade Drevegan att hon visste hur man använde den. Hon gestikulerade vilt när hon köpslog med värdshusvärden och de vida ärmarna föll tillbaka och

GERELATEERDE DOCUMENTEN