• No results found

Hoofdstuk 8   Conclusie, product ontwerp en aanbevelingen

8.1   Conclusie

Het doel van dit onderzoek was om een inschatting te maken van de vraag en de behoeften die 

spelen onder Twentse mantelzorgers met het oog op de respijtvoorziening Logeerhuis Twente. 

Kort  gezegd  wil  de  stichting  Logeerhuis  Twente  een  respijtvoorziening  creëren  waar 

mantelzorgers,  al  dan  niet  met  de  zorgbehoevende,  tot  rust  kunnen  komen  en  hun  zorgtaken 

even over kunnen laten aan anderen.  

 

Om  de  behoefte  van  mantelzorgers  aan  een  dergelijke  respijtvoorziening  te  onderzoeken,  is 

allereerst een literatuuronderzoek gedaan naar de sector Zorg en Welzijn in het algemeen, naar 

de omgeving van de specifieke toepassing van het Logeerhuis Twente als respijtvoorziening voor 

de Twentse mantelzorgers en naar behoeften van mantelzorgers en problemen waar zij tegenaan 

lopen. Vervolgens is een enquêteonderzoek gehouden onder mantelzorgers in de databases van 

de SIZT en MEE Twente. Aan deze enquête, betreffende de intentie om gebruik te maken van het 

aanbod van het Logeerhuis Twente en specifieke behoeften met betrekking tot de opzet van het 

aanbod,  hebben  143  mantelzorgers  meegewerkt.  In  dit  hoofdstuk  zullen  de  conclusies  van  het 

onderzoek achter elkaar gezet worden.  

 

Door de verschillende ontwikkelingen in de maatschappij en in de sector zorg en welzijn zal de 

vraag  naar  mantelzorg  toenemen.  Hoewel  het  aantal  mantelzorgers  en  vrijwilligers  in  de 

toekomst  waarschijnlijk  niet  direct  gevaar  loopt,  zal  er  door  een  lagere  zorgcapaciteit  bij 

individuele  mantelzorgers  echter  wel  een  tekort  kunnen  ontstaan.  Het  overheidsbeleid  is  erop 

gericht  mantelzorg  te  stimuleren  en  mantelzorgondersteuning  te  faciliteren  door  op  lokaal 

niveau maatschappelijke participatie van individuele burgers en organisaties te stimuleren. Het 

concept ‘Logeerhuis Twente’ past goed binnen dit beleid, omdat het aansluit bij de doelen van de 

overheid om mantelzorg te waarderen, mantelzorgers te behouden en hen te ondersteunen door 

verschillende actoren in de sector samen te laten werken met individuele burgers om zo de zorg 

voor zorgbehoevenden een onderdeel te laten zijn van de samenleving.  

Om het Logeerhuis Twente op de lange termijn te laten slagen is een goede samenwerking nodig 

tussen verschillende actoren. Als eerste zijn de actoren van belang die het aanbod bekend maken 

bij  de  doelgroep,  hierbij  is  te  denken  aan  welzijnsorganisaties,  eerstelijns  hulpverleners  en 

gemeenten. Daarnaast is het belangrijk dat zorgaanbieders, welzijnsorganisaties, indicatiestellers 

en  het  Logeerhuis  Twente  goed  samenwerken  om  een  sluitend  aanbod  van  respijtinvulling  en 

vervangende  zorg  te  creëren  en  het  organisatorische  werk  voor  de  mantelzorger  te 

minimaliseren.  Een  laatste  belangrijke  samenwerking  is  de  samenwerking  tussen 

belangenbehartigers,  financiers  en  beleidsmakers,  zodat  het  Logeerhuis  Twente  op  den  duur 

verzekerd  is  van  structurele  financiering.  Hoewel  het  concept  van  het  Logeerhuis  Twente  in 

principe  goed  aansluit  bij  de  doelen  van  de  overheid,  is  overheidsfinanciering  voor  het  project 

moeilijk  te  krijgen  en  zal  het  Logeerhuis  Twente  voor  financiering  grotendeels  afhankelijk  zijn 

van andere partijen waaronder verzekeraars. 

Het Logeerhuis Twente kan zich vooral onderscheiden door haar aandacht voor de mantelzorger. 

Het aanbod voor zorgbehoevenden is al redelijk divers. Meerdaagse ontspanningsmogelijkheden 

voor mantelzorgers, al dan niet samen met de zorgbehoevende, waarbij er specifieke aandacht is 

voor mantelzorgers, sociale interactie en huiselijke sfeer zijn er echter nauwelijks.  

Om  de  behoeften  van  mantelzorgers  goed  te  kunnen  analyseren  is  gebruik  gemaakt  van  de 

Theory  of  Planned  Behaviour  (TPB),  een  model  dat  de  intentie  om  een  bepaald  gedrag  uit  te 

voeren  voorspelt  op  basis  van  de  attitude  ten  opzichte  van  het  gedrag,  de  invloed  van  de 

omgeving, en de mate van verwachte controle over het gedrag. Door middel van een enquête is de 

intentie  om  gebruik  te  maken  van  het  aanbod  bij  143  mantelzorgers  onderzocht. 

Regressieanalyse laat zien dat de TPB in de gebruikte vorm een redelijke voorspeller is van de 

intentie,  en  dat  de  intentie  om  deel  te  nemen  aan  een  arrangement  bij  het  Logeerhuis  Twente 

voornamelijk  bepaald  wordt  door  de  houding  die  mantelzorgers  ten  opzichte  van  de 

arrangementen  hebben.  Sociale  druk  en  de  mate  waarin  men  beperkende  of  faciliterende 

factoren verwacht blijken geen belangrijke rol te spelen bij de beslissing om deel te nemen aan 

een arrangement.   

Uit  het  onderzoek  blijkt  verder  dat  de  respondenten  de  meeste  interesse  hebben  in  het 

mantelzorgarrangement  en  het  arrangement  voor  mantelzorgers  en  zorgbehoevenden  samen, 

respectievelijk  57%  en  50%.  Variaties  tussen  verschillende  groepen  mantelzorgers  zijn 

onderzocht.  

Bij  generalisatie  van  de  intentie  om  deel  te  nemen  aan  een  arrangement  is  een  correctie 

toegepast  voor  het  verschil  tussen  intentie  en  daadwerkelijk  gebruik.  Vanwege  een  grote, 

mogelijk  selectieve,  non‐respons  is  het  niet  mogelijk  om  de  kwantitatieve  vraag  op  een 

wetenschappelijke manier te specificeren. Er is daarom gewerkt met grenzen; op basis van een 

wetenschappelijke berekening kan het Logeerhuis Twente tussen de 248 en 1554 gasten per jaar 

verwachten. Een praktische indicatie van de non‐respons leidt tot een schatting van 513 gasten 

per jaar.  

Door middel van literatuur studie zijn behoeften die bestaan bij mantelzorgers geïndentificeerd. 

Op  basis  van  expert‐beoordelingen  zijn  26  behoeften  waaraan  het  Logeerhuis  Twente 

mogelijkerwijs  invulling  kan  geven  geselecteerd.  De  interesse  om  tijdens  een  arrangement 

invulling  te  geven  aan  deze  behoeften  is  zowel  voor  alle  behoeften  apart,  als  voor  geclusterde 

vormen  van  behoeften  onderzocht.  Een  Principale  Componenten  Analyse  (PCA)  resulteerde  in 

negen componenten, waarvan er zeven zijn ingesloten in het onderzoek. Dit zijn de componenten 

‘Omgaan  met  gevoelens’,  ’Informatie’,  ’Verwennen’,  ‘Tot  rust  komen’,  ‘Sociale  contacten’,  ‘Focus 

op aandoening’ en ‘Bezinning’. Samen dekken zij 20 van de 26 variabelen.  

De  behoefte  bleek  het  grootste  te  zijn  voor  de  componenten  ‘Tot  rust  komen’  en  ‘Focus  op 

aandoening’.  Een  redelijke  behoefte  bestaat  aan  de  componenten  ‘Omgaan  met  gevoelens’, 

‘Informatie’  en  ‘Sociale  contacten’,  en  de  behoefte  aan  de  componenten  ‘Verwennen’  en 

‘Bezinning’ is matig tot klein. Ook hier zijn variaties tussen verschillende groepen mantelzorgers 

onderzocht. 

Zes  behoeften  komen  niet  terug  in  de  componenten  en  zijn  daarom  apart  geanalyseerd. 

Respondenten  blijken  het  zeer  belangrijk  te  vinden  dat  het  Logeerhuis  Twente  een  huiselijke 

sfeer uitstraalt, en dat het een stimulerende omgeving is voor zorgbehoevenden. Ook blijkt een 

groot aantal respondenten  beschikbaarheid in noodsituaties zeer te waarderen. De interesse om 

tijdens  een  arrangement  creatief  bezig  te  zijn  en  uitstapjes  en  excursies  te  maken  is  redelijk 

groot, sportieve activiteiten worden echter slechts door een kwart van de respondenten gewenst.  

 

Op  basis  van  segmentatievariabelen  blijken  drie  groepen  mantelzorgers  bij  elke  analyse 

(intenties, behoeften apart en behoeften geclusterd) terug te komen. Dit zijn a) mantelzorgers die 

een  aanzienlijke  belasting  ervaren,  b)  mantelzorgers  binnen  de  GGZ  en  c)  mantelzorgers  van 

middelbare  leeftijd.  Daar  waar  mantelzorgers  van  middelbare  leeftijd  voornamelijk  behoefte 

hebben aan een arrangement waar zij volledig kunnen ontspannen, blijken mantelzorgers binnen 

de  GGZ  en  mantelzorgers  die  een  aanzienlijke  belasting  ervaren  meer  behoefte  te  hebben  aan 

ondersteuningsvormen.  

 

De  mogelijkheden  om  een  beeld  te  krijgen  van  de  huidige  respijtmogelijkheden  van 

respondenten, en daarmee indirect van concurrenten, zijn beperkt door matige operationalisatie 

van de vragen met betrekking tot dit onderwerp. Wel kan geconcludeerd worden dat meer dan de 

helft van de respondenten nooit langer dan een dag van huis weggaat en dat een kwart van de 

respondenten geen mogelijkheden heeft om zorgtaken over te dragen. Respondenten die hier wel 

mogelijkheden voor hebben blijken vooral een beroep te doen op familie en logeeropvang. Het 

Logeerhuis Twente biedt voor een kwart van de respondenten een nieuwe optie om, al dan niet 

samen met de zorgbehoevende, enkele dagen in een andere omgeving te zijn, iets wat voor hen 

normaal  niet  mogelijk  is.  Ook  blijkt  het  Logeerhuis  Twente  bij  44%  van  de  respondenten  een 

mogelijke aanvulling te zijn op huidige mogelijkheden.