• No results found

In hoofdstuk 2 is er een weergave, gegeven door de tijd heen, hoe verschillende onderzoekers en instanties, het begrip maatschappelijk verantwoord ondernemen hebben gedefinieerd. Dahlsrud stelde na bestudering van 37 definities vast dat maatschappelijk verantwoord ondernemen in vijf dimensies verdeeld kan worden. Namelijk in een milieu aspect, sociaal, economisch, de belanghebbenden en de vrijwilligheid van de onderneming.

Bovendien blijkt dat de literatuur zes argumenten noemt om maatschappelijk

verantwoord ondernemen te motiveren. Deze zes zijn: onzelfzuchtigheid van de onderneming, “window dressing” onder druk van NGO’s, klanten stellen de toepassing van maatschappelijk

verantwoord ondernemen op prijs. Daarnaast wil men ook zorgen voor een goed milieu. Het zesde argument is om geen slechte reputatie erop na te houden.

In hoofdstuk 3 zijn de risico’s en mogelijkheden besproken die maatschappelijk verantwoord ondernemen met zich meebrengen. Een van de risico’s is dat er een neutrale relatie bestaat tussen de winst en de keuze op een verantwoorde manier de onderneming te bedrijven. Tevens komt er naar voren dat er minder rendement door de onderneming kan worden gegeneerd. Het derde risico zijn de kosten, die gepaard aan met het invoeren van een verantwoordelijk beleid. Daarnaast, zijn er competitieve nadelen en is de onderneming niet competent genoeg om zich maatschappelijk verantwoord op te stellen.

Naast deze risico’s zijn er ook mogelijkheden dat maatschappelijk verantwoord ondernemen met zich meebrengt. Ten eerste, de relatie met de wetgever wordt verbeterd. Ten tweede, de onderneming krijgt een betere reputatie. Ten derde, er kan een kostendaling teweeg worden gebracht. Ten slotte, er wordt personeel aangetrokken die gemotiveerd zijn om voor de onderneming te werken, zelfs tegen een lager salaris, als er gelijkwaardig werk is bij de concurrent, maar niet het concept van maatschappelijk verantwoord ondernemen toepast.

Op het gebied van duurzaamheidverslaggeving wordt op 3 standaarden in gegaan. Het Global Reporting Initiative (GRI), AA1000 en SA8000. Het doel van de GRI is om objectieve richtlijnen vast te stellen voor het maken van duurzaamheidverslaggeving. Onder de term duurzaamheid vallen ook het milieu en de ethische aspecten van de bedrijfsvoering. Het raamwerk van AA1000 stelt zich het doel van het wantrouwen van verslaggeving betreffende mensenrechten, de gemeenschap en op economisch gebied weg te nemen. Verder, wil het AA1000 raamwerk, de prestaties van organisaties betreffende het sociale –en ethische vlak verbeteren. Het doel van de SA8000 is het bieden van een controleerbare standaard voor derden om te garanderen dat er een betrouwbaar en ethisch systeem is als het gaat om de inkoop van producten, goederen en de omstandigheden van de werknemer op de werkplaats. Het raamwerk van de SA8000 bestaat uit 9 elementen waar de organisatie zich aan moet houden. Deze elementen zijn gebaseerd op de richtlijnen van het ILO.

Door deregulering in Europa in de luchtvaartsector, is er een expansie van de

lagekostenluchtvaartmaatschappijen tot stand gekomen. Deze prijsvechter hebben het beleid om de kosten zo laag mogelijk te houden en haar tickets tegen een competitieve prijs aan te bieden. Kenmerken van deze luchtvaartmaatschappijen zijn onder meer; het hebben van een type vliegtuig, het vliegen naar secundaire luchthavens, geen tot weinig service bieden en dat er alleen van punt naar punt wordt gevlogen.

De maatregelen die Ryanair neemt ten opzichte van maatschappelijk verantwoord ondernemen is onder meer, er is een ethische code ingesteld. Verder moet het milieu zo min mogelijk negatieve effecten ondervinden. Ryanair ondersteunt door zo min mogelijk

geluidsoverlast en afval te produceren. Daarnaast wil de maatschappij efficiënt omgaan met kerosine, om zo min mogelijk CO2 uit te stoten. Tevens moet er opgemerkt worden dat Ryanair zich niet aan een duurzaamheidstandaard heeft verbonden.

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is bij Easyjet, een onderdeel van het jaarverslag. Het beleid van de Britse prijsvechter is gebaseerd op veiligheid, personeel, het milieu en zorgen voor een betere leefomgeving door innovaties. Verder kan er opgemerkt worden dat Easyjet ook geen duurzaamheidrapport heeft.

Het beleid van Norwegian Air Shuttle bestaat uit drie delen. De omgeving, deze wordt uitgebreid in het jaarverslag besproken. De relatie met Unicef en de rechten van het personeel dat gebaseerd is op de ILO. Evenals, Ryanair en Easyjet heeft Norwegian ook geen

duurzaamheidrapport. De enige overeenkomst die Norwegian vertoont met de

duurzaamheidstandaarden is dat het gebruikt van regels die gebaseerd zijn op de ILO waar ook het de SA8000 op is gebaseerd.

Terugkomend op de centrale vraag: Welke rol heeft maatschappelijk verantwoordelijk ondernemen bij de Europese lagekostenluchtvaartmaatschappijen?”

Maatschappelijk verantwoord ondernemen is voor Europese

lagekostenluchtvaartmaatschappijen van belang om haar doel te bereiken. Dit is namelijk de kosten zo laag mogelijk te houden. Als de vijf dimensies van Dahlsrud in ogenschouw worden genomen, kan er geconcludeerd worden dat de maatschappijen zich voornamelijk richten op het aspect milieu. De andere aspecten liggen in het verlengde hiervan. Zo willen alle drie de ondernemingen de uitstoot van CO2 verlagen. Dit wordt bewerkstelligd door de hoeveelheid gebruikte kerosine te verminderen. Door de technologische ontwikkelingen zijn de

vliegtuigen minder kerosine gaan verbruiken, waardoor de maatschappijen hun kosten op niveau kunnen houden. Dit heeft effect op het economisch aspect en op de belanghebbenden van de ondernemingen. Voor de maatschappijen is alleen de kostenreductie genoeg om van maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te passen. De andere voordelen die er zijn, worden voor gegeven aangenomen. Het ligt ook in de lijn van verwachtingen dat, geen van de prijsvechters duurzaamheidrapporten produceren vanwege de kosten die hiermee gepaard gaan. Wellicht, dat de Europese Unie de toekomst het gebruik van duurzaamheidrapporten zal verplichten, waardoor deze maatschappijen zich aan een van de standaarden moeten houden.

Van de drie maatschappijen scoort Easyjet beste, omdat zij in redelijke mate alle dimensies van Dahlsrud hebben belicht in hun beleid. Voor een completer beeld naar dit onderwerp, moet in de toekomst meer maatschappijen in dit onderzoek worden betrokken.

Literatuurlijst

Bowen, H. R. (1953). Social responsibilities of the businessman Harper & Brothers.

Burghouwt, G., Hakfoort, J., & Ritsema van Eck, J. (2003). The spatial configuration of airline networks in europe. Journal of Air Transport Management, 9(5), 309-323.

Buyck, C. (2005). Wooing europe's new breed. Air Transport World, 42(9), 32-35.

CAPA - Centre for Aviation.European low-cost carrier growth moderates in mar-2011. Retrieved Juni/15, 2013, from http://centreforaviation.com/analysis/european-low-cost-carrier-growth- moderates-in-mar-2011-50840

Carroll, A. B. (1979). A three-dimensional conceptual model of corporate performance. Academy of

Management Review, 4(4), 497-505.

Carroll, A. B. (1999). Corporate social responsibility evolution of a definitional construct. Business &

Society, 38(3), 268-295.

Chen, S., & Bouvain, P. (2009). Is corporate responsibility converging? A comparison of corporate responsibility reporting in the USA, UK, australia, and germany. Journal of Business Ethics,

87(1), 299-317.

Dahlsrud, A. (2008). How corporate social responsibility is defined: An analysis of 37 definitions.

Corporate Social Responsibility and Environmental Management, 15(1), 1-13.

Davis, K. (1960). Can business afford to ignore social responsibilities? California Management

Review, 2(3), 70-76.

Dobruszkes, F. (2006). An analysis of european low-cost airlines and their networks. Journal of

Easyjet. (2013). Annual report and accounts 2012. ().easyJet Plc.

ELFAA Press Office Grayling. (2013, ). ELFAA airlines break 200 million passenger mark for 2012.

Elfaa, pp. www.elfaa.com.

doi:http://www.elfaa.com/130220_ELFAA_PressRelease_Statistics2012.pdf

Epstein, M. J., & Roy, M. (2001). Sustainability in action: Identifying and measuring the key performance drivers. Long Range Planning, 34(5), 585-604.

European Commission. (2011). A renewed EU strategy 2011-14 for corporate social responsibility. communication from the commission to the european parliament, the council, the european economic and social committee and the committee of the regions, 25 october 2011.

Friedman, M. (2007). The social responsibility of business is to increase its profits Springer.

Friedman, M. (2007). The social responsibility of business is to increase its profits Springer.

Gilbert, D. U., Rasche, A., & Waddock, S. (2011). Accountability in a global economy: The emergence of international accountability standards. Business Ethics Quarterly, 21(1), 23-44.

Göbbels, M., & Jonker, J. (2003). AA1000 and SA8000 compared: A systematic comparison of contemporary accountability standards. Managerial Auditing Journal, 18(1), 54-58.

Heal, G. (2005). Corporate social responsibility: An economic and financial framework. The Geneva

Papers on Risk and Insurance-Issues and Practice, 30(3), 387-409.

Initiative, G. R. (2011). GRI reports list.

International Transport Workers Federation. (2002). ITF survey: The industrial landscape of low cost

carriers. (Enquete). Londen: International Transport Workers Federation.

Jenkins, H. (2006). Small business champions for corporate social responsibility. Journal of Business

Johnson, H. L. (1971). Business in contemporary society: Framework and issues Wadsworth Publishing Company.

Kling, M., & Hough, I. (2011). Air travel carbon and efficiency. ().Brighter Planet.

McGuire, J. W. (1963). Business and society McGraw-Hill New York.

McWilliams, A., & Siegel, D. (2000). Corporate social responsibility and financial performance: Correlation or misspecification? Strategic Management Journal, 21(5), 603-609.

Montgomery, D., & Ramus, C. (2003). Corporate social responsibility reputation effects on MBA job choice.

Norwegian. (2013). Norwegian annual report 2012. ().Norwegian.

O’Toole, K., & Ionides, N. (2005). Points of sale. Airline Business, 21(6), 42-45.

Parool. (2013, 28 juni, ). Kabinet zet in op verantwoord ondernemen

. Parool, pp. www.parool.nl.

Raad, S. (2000). De winst van waarden: Advies over maatschappelijk ondernemen SER, Sociaal- Economische Raad.

Reynolds, M., & Yuthas, K. (2008). Moral discourse and corporate social responsibility reporting.

Journal of Business Ethics, 78(1-2), 47-64.

Ryanair. (2008). Ryanair europe's greenest airline. ().Ryanair.

Ryanair Holdings PLC. (2012). Code of business conduct & ethics 2012

Smith, N. C. (2003). Corporate social responsibility: Not whether, but how. Center for Marketing

Working Paper, (03-701)

Social Accountability International. (2008). Social accoutability 8000. (). New York, NY: Social Accountability International.

Sprinkle, G. B., & Maines, L. A. (2010). The benefits and costs of corporate social responsibility.

Business Horizons, 53(5), 445-453.

Turban, D. B., & Greening, D. W. (1997). Corporate social performance and organizational attractiveness to prospective employees. Academy of Management Journal, 40(3), 658-672.

Vasigh, B., Tacker, T., & Fleming, K. (2008). Introduction to air transport economics: From theory to

applications Ashgate Publishing.

Weber, M. (2008). The business case for corporate social responsibility: A company-level measurement approach for CSR. European Management Journal, 26(4), 247-261.

GERELATEERDE DOCUMENTEN