• No results found

De dekzanden die in het onderzoeksgebied en in grote delen vaan Noord‐Brabant  voorkomen, zijn afgezet tijdens de Pleistocene ijstijden. De schrale vegetatie in deze koude  periodes hield weinig sediment vast, zodat de wind op grote schaal zand kon verplaatsen. 

Het zo afgezette dekzand is kalkloos en arm aan organisch materiaal. Om deze arme  gronden geschikt te maken voor landbouw was intensieve bemesting noodzakelijk. Tot de  uitvinding van de kunstmest gebeurde dit vooral door middel van plaggenbemesting. 

Plaggen van gras of heide werden ’s winters in de stallen gelegd. In het voorjaar werden  deze, vermengd met schapenmest, over de akkers verspreid. De zo ontstane akkers werden  essen genoemd. Het esdek, de opgebrachte laag plaggen en mest, werd in de loop der  eeuwen steeds dikker, en kan meer dan een meter dik worden. Op verschillende plaatsen in  het onderzoeksgebied komen essen voor. Het gaat voornamelijk om eenmansessen; kleine  essen die door één of enkele personen bewerkt werden. De plaggen die voor deze vorm van  bemesting gebruikt werden kwamen veelal van de heidevelden. Door het wegsteken van de  toplaag had de wind vrij spel op het onderliggende zand, en konden zandverstuivingen  ontstaan. 

 

De rivier de Aa loopt dwars door het plangebied, en is een kenmerkend element. Net als  veel rivieren in Noord‐Brabant heeft de Aa een breed en ondiep beekdal, dat wijst op een  veel grotere afvoer dan momenteel het geval is. Deze beekdalen zijn tijdens de ijstijden  gevormd, toen de afvoer van de rivieren veel groter was dan tegenwoordig. In het Holoceen  is de Aa in haar beekdal gaan meanderen. In het huidige landschap zijn op verschillende  plaatsen nog restanten van de meanders zichtbaar.  

5 Conclusie en advies

HOOFDSTUK

Deze zijn buiten werking gesteld bij de kanalisatiewerkzaamheden van de Aa, die vanaf de  jaren ’30 van de 20ste eeuw plaatsvonden.  

 

In bodemkundig opzicht bestaat het onderzoeksgebied vooral uit zand‐ en leemgronden. 

Deze zijn beiden gevormd in het tijdens de ijstijden afgezette moedermateriaal, 

respectievelijk zand en leem. Leem heeft lithologisch gezien een kleinere korrelgrootte dan  zand, en kan daardoor gemakkelijker door de wind getransporteerd worden. Op de plekken  waar essen zijn aangelegd om de vruchtbaarheid van de bodems te verbeteren zijn dikke  eerdgronden ontstaan. De esdekken, soms meer dan een meter dik, kunnen de 

onderliggende archeologie beschermd hebben. De grondwatertrappenkaart laat zien dat de  gemiddelde laagste grondwaterstand in het plangebied rond de 120 centimeter onder  maaiveld ligt. Hieronder kunnen organische resten bewaard blijven. 

 

Geschiedenis 

De ontwikkeling van het onderzoeksgebied kwam op gang in de Middeleeuwen, gedreven  door de groeiende behoefte aan hout van ’s‐Hertogenbosch. Het dorp Middelrode, direct  tegen het plangebied, is begonnen als een houthakkersnederzetting genaamd Middelrooij  (Hazen, 2009). De nabijheid van ’s‐Hertogenbosch, en de goede transportverbinding via de  Aa, deed het dorp groeien. 

 

Het naast het plangebied gelegen kasteel Heeswijk is waarschijnlijk vlak voor 1100 na Chr. 

ontstaan. In de loop van de middeleeuwen is het kasteel gesloopt, en werd een nieuw  kasteel op dezelfde plaats aangelegd. Dit kasteel staat nog steeds, maar is in de loop der  eeuwen veelvuldig verbouwd. Rond het einde van de Middeleeuwen werd de streek rond  Middelrode geliefd bij de ’s‐Hertogenboschse rijken, om de drukte en stank van de zomer in 

’s‐Hertogenbosch te ontvluchten. Kasteel Heeswijk werd hiervoor gebruikt, en verloor  gaandeweg haar verdedigbare functie. Het kasteel op het landgoed Seldensate is speciaal  hiervoor gebouwd, en is nooit als verdedigbare woning bedoeld. In de 20ste eeuw raakte het  landgoed in verval, en werd het kasteel gesloopt. 

 

Historische kaarten vanaf 1811 laten zien dat het plangebied, deel uitmakend van het  beekdal van de Aa, nauwelijks bebouwing kende. Nabijgelegen dorpen zoals Berlicum en  Middelrode, lagen op de hoger gelegen zandgronden, buiten het beekdal. Ook 

tegenwoordig nog is er weinig bebouwing in het plangebied te vinden. De 

kanalisatiewerkzaamheden aan de Aa, vanaf de jaren ’30, hadden wel grote impact op het  landschap. Grote delen van de meanderende rivierloop werden afgesneden en vervangen  door een recht kanaal. 

 

Archeologie 

Bekende archeologische vondsten laten zien dat het plangebied een lange menselijke  geschiedenis kent. Bij baggerwerkzaamheden aan de Zuid‐Willemsvaart zijn paleolithische  vuurstenen werktuigen gevonden. Een stenen bijl stamt mogelijk uit het Neolithicum. 

Verder zijn er vondsten gedaan uit de Bronstijd, IJzertijd en Romeinse Tijd. Een mogelijk  IJzertijd urnenveld heeft een AMK‐status gekregen (nrs. 4.575 en 4.589). Uit de 

Middeleeuwen en Nieuwe Tijd zijn veel losse vondsten bekend. Van deze periodes is  bekend dat er bewoning in het onderzoeksgebied was. Naast de losse vondsten zijn er ook  structuren uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd bekend.  

Opgravingen naast Kasteel Heeswijk hebben twee erven bloot gelegd. Ook werden er  aanwijzingen gevonden voor hopteelt. De kastelen Heeswijk en Seldensate zijn ook  relikwieën uit deze periodes. 

 

Opvallend is dat archeologisch onderzoek in de omgeving van het plangebied voornamelijk  materiaal uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd heeft aangetroffen, maar geen prehistorische  structuren. De vondsten uit de prehistorie lijken losse vondsten te zijn. Met een 

uitzondering van het IJzertijd urnenveld zijn er geen vindplaatsen uit de prehistorie  aangetroffen. Resten uit de (late) Middeleeuwen en Nieuwe Tijd zijn wel veelvuldig  gevonden. 

5.2

VERWACHTING

De Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) geeft het plangebied deels een  lage verwachting, en deels een hoge. De hoge verwachting ligt op de plekken waar  esdekken voorkomen, die de onderliggende archeologie beschermd kunnen hebben. 

 

Losse vondsten hebben aangetoond dat in het onderzoeksgebied archeologische resten  vanaf het Paleolithicum aangetroffen kunnen worden. Voor de prehistorische periodes zijn  losse vondsten in het onderzoeksgebied gedaan, zonder dat daarbij duidelijke vindplaatsen  zijn aangetroffen (met uitzondering van het IJzertijd urnenveld). Het gebrek aan context  voor vondsten uit deze periodes betekend dat het moeilijk is een gedetailleerde verwachting  hiervoor te geven. Beekdalen worden, vanwege hun natte context, gezien als gebieden met  een hoog archeologische potentiaal. Het gebrek aan vondsten met een duidelijke context  doet echter vermoeden dat de archeologische resten hier veelal niet in‐situ zitten. In  gebieden waar esdekken voorkomen kunnen archeologische waarden beschermd zijn tegen  aantasting. Resten uit deze periodes kunnen voorkomen in de top van het dekzand, onder  het esdek. De verwachting voor archeologische vondsten uit de prehistorie is middelhoog  waar een esdek ligt, en laag voor de gebieden daarbuiten. 

 

Uit de Romeinse Tijd zijn verschillende vondsten bekend. Ook het merendeel van de  Romeinse vondsten betreft echter losse vondsten. Wel is er een terrein met sporen van  Romeinse bewoning (AMK‐terrein nr. 4.572). Net als met de prehistorische vondsten doet  het gebrek aan context vermoeden dat veel resten niet meer in‐situ zijn. Ook voor resten uit  de Romeinse Tijd geldt dat ze tegen aantasting beschermd kunnen zijn door de esdekken. 

Resten uit de Romeinse Tijd kunnen in de top van het dekzand voorkomen, onder de  esdekken. De verwachting voor archeologische vondsten uit de Romeinse Tijd is  middelhoog waar een esdek ligt, en laag voor de gebieden daarbuiten. 

 

In de Middeleeuwen ontstonden in het onderzoeksgebied het dorp Middelrode en  buitenhuizen van de ’s‐Hertogenboschse elite. De nabijheid van de stad en de goede  transportverbindingen maakte Middelrode geschikt voor buitenhuizen. De bebouwing van  het dorp zal zich geconcentreerd hebben op de hoger gelegen gronden, buiten het beekdal. 

Dit is een beeld dat in de vroegste historische kaarten ook duidelijk te zien is. Toch zal het  beekdal zelf niet archeologisch ‘leeg’ zijn. Het gebied is gebruikt voor landbouw (zoals hop),  veeteelt en bosbouw. Er kunnen resten van agrarische activiteiten aangetroffen worden.  

Daarbij valt te denken aan verkavelingspatronen, off‐site resten of landbouw gerelateerde  bebouwing. De kadasterkaarten 1811‐1832 tonen dat bebouwing in het beekdal niet geheel  uitgesloten is, er zijn twee gebouwtjes en een vervallen watermolen langs de Aa te vinden. 

In deze periodes zijn ook de esdekken aangelegd. Bij het opbrengen van de plaggen kan  materiaal meegekomen zijn, dat zich nu in het esdek bevindt. Archeologische resten uit de  Middeleeuwen en Nieuwe Tijd kunnen in de esdekken voorkomen. Waar geen esdekken  zijn komen ze in de top van het dekzand voor. De verwachting voor archeologische  vondsten uit de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd is hoog. 

5.3

ADVIES

De delen van het plangebied waar esdekken voorkomen hebben een hoge archeologische  verwachting voor vondsten uit de Romeinse Tijd, Middeleeuwen en nieuwe Tijd, en een  middelhoge verwachting voor oudere periodes. Als in deze gebieden bodemverstorende  werkzaamheden uitgevoerd gaan worden, wordt geadviseerd een verkennend 

booronderzoek uit te voeren, waarbij de aandacht uit zal gaan naar de intactheid van de top  van het dekzand onder het esdek. 

 

De delen van het plangebied waar geen esdekken voorkomen hebben een lagere  archeologische verwachting. De lagere verwachting en het ontbreken van intacte 

archeologische vindplaatsen, leiden tot een advies om deze gebieden vrij te geven voor de  werkzaamheden. 

 

Wij maken u erop attent dat bovenstaand advies niet uitsluit dat er bij graafwerkzaamheden  (niet voorspelbare) toevalsvondsten kunnen worden aangetroffen, zoals bedoeld in 

paragraaf 7, artikel 53 van de Monumentenwet. In dat geval moet hiervan melding worden  gedaan bij het Bevoegd Gezag. 

 

Dit selectieadvies dient te worden voorgelegd aan het Bevoegd Gezag, in dit geval de  gemeente Sint‐Michielsgestel. De gemeente zal het advies beoordelen en een selectiebesluit  nemen. 

 Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN); 2003   

 Archeologisch Informatiesysteem Archis2, Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed (RCE); 

geraadpleegd op 28 september 2010   

 Archeologische Monumenten Kaart (AMK); 2010   

Beex, W., 1983: Archeologisch overzicht van de gemeente Berlicum, Brabants Heem,  Jaargang 35, 36‐42.  

 

Berendsen, H.J.A.; 1996; De vorming van het land; Assen   

Berendsen, H.J.A.; 1997; Landschappelijk Nederland; Assen   

 Bodemkaart Nederland (1:50:000); 2009;  Alterra   

 Brabants Historisch Informatie Centrum; www.bhic.nl; geraadpleegd op 16 maart 2011   

 Cultuurhistorische Waardenkaart; Provincie Noord‐Brabant; 2005   

TNO Bouw en Ondergrond; 2008; Geologische overzichtskaart van Nederland; Utrecht   

 Geomorfologische Kaart (1:50:000); 2009; Alterra   

Hazen, P.L.M.; 2009; Erven langs de Aa; Twee laatmiddeleeuwse sites in Sint‐Michielsgestel bij  de meander Assendelft te Middelrode. Een archeologische begeleiding; ADC‐rapport 1665; 

Amersfoort   

 Heemkundekring De Plaets; www.deplaets.nl; geraadpleegd op 11 oktober 2010   

 Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) 3e generatie; 2008; Rijksdienst voor  het Culturele Erfgoed 

 

 Kadasterkaart 1811‐1832   

Kuypers, J. en Wiss, S; 2009; Beter beleven van erfgoed; Een onderzoek naar de  informatiebehoefte over kastelen; Nederlandse kastelenstichting, Wijk bij Duurstede   

 Meertensinstituut; www.meertens.knaw.nl; geraadpleegd op 17 maart 2011 

6 Bronnen

HOOFDSTUK

 Nederlandse middeleeuwse kastelen; www.kasteleninnederland.nl ; geraadpleegd op 17  maart 2011 

 

 Pennings, A, 2007: Archeologie in het Beekdal in Berlicum en Middelrode, Overzicht van  archeologische vindplaatsen en waardevolle gebieden in ons Aa‐dal, Rondom de Plaets  jaargang 18 nr. 1, 24‐30. Berlicum‐Middelrode 

 

 Rijkswaterstaat; www.rijkswaterstaat.nl; geraadpleegd op 11 oktober 2010   

Schutte, A.H. en Gazenbeek, A.E.; 2009; Archeologisch onderzoek meander Kasteel Heeswijk,  gemeente Bernheze; Grontmij archeologische rapporten 825; Roermond 

 

 Stichting Kasteel Heeswijk; www.kasteelheeswijk.nl ; geraadpleegd op 13 oktober 2010   

 Topografisch militaire kaart 1900   

 Topografische kaart 1953   

 Topografische kaart 1988   

Verhoeff, G.; 2002; Archeologisch onderzoek beekdalen Brabantse Aa; Grontmij Eindhoven   

Wijnja, W. en Lapperre, R.; 2009; Onderzoek geologische en geomorfologische waarden; Aa‐

meander nabij kasteel Heeswijk; Geofox‐Lexmond Tilburg