• No results found

Conclusie In achttien passages heb ik Aristoteles' gebruik van σχολή in kaart gebracht Steeds

In document ΣΧΟΛΗ IN ARISTOTELES' POLITICA (pagina 36-40)

heb ik geanalyseerd in hoeverre deze passages in overeenstemming waren met de moderne opvatting, dat σχολή vooral gelezen zou moeten worden als een term die verwijst naar het intellectuele leven. Hieronder volgt een beknopt overzicht van mijn bevindingen: Nr. Bekker­ verwijzing Mate van overeenstemming met moderne opvatting

1 1273a32­35 geen, want σχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor het 

praktische leven.

2 1273a32­35 wel, σχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor intellectuele 

activiteit

3 1292b25­29 geen, want σχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor het  praktische leven.

4 1308b33­36 geen, σχολή verwijst naar 'vrije tijd' in de meest basale zin.

5 1322b38­1323

a3 geen, Erwerbstätigkeit, of anders naar de tijd voor sport en spel.σχολή verwijst naar 'vrije tijd' in de in de zin van  6 1323b38 geen, σχολή is niet een voorwaarde voor intellectuele activiteit, 

maar wordt gebruikt om de activiteit zelf uit te drukken.

7 1326b30­33 geen, σχολή verwijst naar 'vrije tijd' in de meest basale zin. 8 1328b34­1329

a3 ten dele, intellectueel leven en praktisch leven. Aristoteles laat de precieze σχολή verwijst zowel naar de voorwaarde voor een 

invulling hiervan open.

9­10 1333a40­1333

b5 wel, activiteitσχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor intellectuele  11­1 3 1334a13­1334 a25;  1334a26­1334 a34;  1334a34­1334 a39 ja en nee, Aristoteles laat ten eerste zien dat σχολή zeker het gezicht kan hebben van intellectuele activiteit, maar dat een  tegenovergestelde invulling net zo goed mogelijk is 14 1337b8­15 wel, σχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor intellectuele  activiteit 15­1 7 1337b28­33;  1338a14­1338 a23;  1338a5­1338a 13 zeker, de meest duidelijke passage.

18 1341a29­32 wel, σχολή wordt vooral gezien als voorwaarde voor intellectuele  activiteit

Deze achttien passages laten zien dat Aristoteles in het eerste deel van de Politica een ander σχολή­begrip hanteert dan het laatste deel, dat vooral boek VIII beslaat. In de eerste boeken gebruikt Aristoteles σχολή vooral in neutrale zin, terwijl dit woord in het laatste boek een normatieve dimensie krijgt als voorwaarde voor een intellectueel, en dus tevens een gelukkig leven. Uit deze constatering kun je meerdere conclusies trekken.

Ten   eerste   is  het   onzorgvuldig  σχολή  altijd   in   het   licht   te   zien   van   het intellectuele leven: dit zou een aantrekkelijke conclusie kunnen zijn geweest, en zou ook voor de hand liggen wegens het etymologische verband met woord 'school'. Zij doet   echter   geen   recht   aan   het   gebruik   in   Aristoteles'  Politica.   Wanneer   men   in cultuurfilosofische   studies   dan   over  σχολή  spreekt,   zou   het   beter   zijn   om   een gekwalificeerde notie van dit begrip te geven ­ door bijvoorbeeld specifieker naar Aristoteles' Politica boek VIII te verwijzen in plaats van de Aristoteles' Politica als geheel, of nog minder accuraat, naar Aristoteles als denker of de Griekse cultuur in haar geheel. Ik hoop dat dit onderzoek een bijdrage aan deze precisie heeft kunnen leveren. Een nauwkeuriger conclusie zou dan de vaststelling zijn dat de betekenis van  context­afhankelijk is. In een algemeen politieke context van descriptieve aard σχολή

­ zoals te vinden in de eerste boeken van de  Poltica  ­ krijgt σχολή een navenant neutralere betekenis. In een dergelijke context verwijst σχολή veeleer naar 'vrije tijd' als tegenhanger van de tijd van 'werk'. De invulling van deze algemene term 'werk' geeft σχολή haar betekenis. Concreet betekent dit dat iemand met regulier werk (bv. een schoenmaker) geen tijd heeft voor een politiek leven. Vice versa heeft iemand die zich   wel   bezig   houdt   met   politiek   geen   tijd   voor   zijn   eigen   zaken   noch   het intellectuele leven. Op deze manier is σχολή vooral de vrijgestelde tijd om juist te doen wat tegengesteld is aan wat je doet. Voor sommigen is dat σχολή voor politiek, voor anderen σχολή voor het intellectuele leven.

Als de betekenis van σχολή contextgevoelig is, rijst de vraag of Aristoteles een basisnotie   hanteerde   naast   een   normatief   begrip:   basis­σχολή  naast   ideale­σχολή. Aristoteles wijdt Boek VII en VIII sowieso aan de opvoeding van polis waarin in het algemeen sprake is van een normatief model: de ideale opvoeding, waarbij dan ook een ideale σχολή zou horen. Basis­σχολή zou in deze opvatting verwijzen naar 'vrije tijd' in meest basale zin en ideale­σχολή komt dan overeen met de moderne opvatting die ik geformuleerd heb in de inleiding.  Bovendien zou men de vraag kunnen stellen of deze dynamiek binnen de Politica niet alleen laat zien dat de betekenis van σχολή context­afhankelijk is, maar dat er zelfs sprake is van een bepaalde opmaat naar het ideale begrip. Zoals in de Ethica Nicomachea in boek X het intellectuele leven als preferabel wordt verklaard,

zou men ook mutatis mutandis het σχολή­idee kunnen lezen in de Politica. Aristoteles

zou dan in het eerste deel van de  Politica  σχολή als descriptief fenomeen hebben gebruikt om later duidelijk toe te werken naar het standpunt dat er ook een verhevener vorm bestaat: σχολή omwille van het intellectuele leven. Dit is een aantrekkelijke

lezing, vooral wegens de parallel met de  Ethica.  Niettemin is het lastig voor deze lezing tekstuele ondersteuning te vinden.

Onbedoeld komt de conclusie van mijn onderzoek heel dicht in de buurt bij het werk van Solmsen en Mikkola die terecht hebben gewezen op eenzelfde dynamiek in   betekenis   binnen   Aristoteles'  Politica  zelf.   Zij   hebben   hier   conclusies   aan verbonden die betrekking hadden op de compositie van dit werk, waarover ik niets gezegd heb en mij niet in verdiept heb. Het feit dat de filologische conclusies van dit onderzoek nauw overeenkomen met hun resultaten laat zien dat er sprake kan zijn van een zekere wetenschappelijke basis. Dit onderzoek zou kunnen dienen als verdere ondersteuning van hun bevindingen dat Aristoteles met de eerste boeken een heel andere doelstelling had dan met boek VIII van de Politica. Vervolgonderzoek zou gedaan kunnen worden naar Aristoteles' σχολή­gebruik in zijn gehele corpus, met in het bijzonder de  Ethica Nicomachea  en de  Magna

Moralia. Onderzoek naar deze werken zou kunnen zorgen voor een nog accurater beeld van wat σχολή precies betekent. Bovendien kan dit onderzoek als basis dienen voor een vergelijking met een andere auteur zoals Plato, wiens gebruik van σχολή in de Phaedrus en Theaetetus tot even interessante conclusies zou kunnen leiden. Hieruit zou kunnen blijken of de claim van Stocks correct is, die beweert dat het aristotelische concept overeenkomt met die van Plato.90 Dergelijk vervolgonderzoek hoeft zich niet noodzakelijkerwijs te beperken tot de Grieken, aangezien een vergelijkend onderzoek met otium (bv. in Cicero) zich even goed leent voor een filologische analyse.

In   ieder   geval   bevindt   het   belangrijkste   gebruik   van  σχολή  binnen   het aristotelische corpus zich in de Politica. Ik hoop dat deze scriptie hier een beter begrip van heeft gegeven.

Utrecht, 2 juli 2015.

Bibliografie

Anastasiadis, V. (2004). "Idealized σχολή and disdain for work: aspects of  philosophy and politics in ancient democracy" in: The Classical Quaterly.  Volume 54, Issue 1. 58­79.

Balme, M. (1984). "Attitudes to Work and Leisure in Ancient Greece. Volume 31, Issue 2. 140-152.

Bekker, I. (1831). Aristotle's Politics. Oxford: Clarendon Press.

Bunting, M. (2004). Willing Slaves: How the Overwork Culture is Ruling

Our Lives. London: Harper Collings.

Bywater, J. (1894). Aristotle's Nicomachean Ethics. Oxford: Clarendon Press.

Cawkwell, G. (1983) "The Decline of Sparta" in: The Classical

Quarterly. Volume 33. 385-400.

De Grazia, S. (1962). Of Time, Work & Leisure. New York: The Twentieth Century  Fund.

Destrée, P. (2013). "Education, leisure, and politics" in: The

Cambridge Companion to Aristotle's Politics. Cambridge:

Cambridge University Press.

Fleming, D., L. Allen & R. Barcelona (2011). "Back to the future: The potential  relationship between leisure and education" in: New Directions for Youth  Development. Number 130. 43­57. Fox, K. & E. Klaiber (2006). "Listening for a Leisure Remix" in: Leisure Sciences:  An Interdisciplinary Journal. 28:5. 411­430. Hemingway, J. (1988) "Leisure and Civility: Reflections on a Greek Ideal" in:  Leisure Sciences. Volume 10. 179­191. Hemingway, J. (2009) "Leisure, Virtue, Politics, and Work: An Aristotelian  Excursus". http://www.jhemingway.net/515_Mats/515_Readings/

Jaeger, W. (1954). Paideia: The Ideals of Greek Culture. Oxford: Basil Blackwell.

Kessels, T. (2010). Aristoteles' Politica (vertaling). Groningen: Historische Uitgeverij.

Keyt, D. (1999). Aristotle's Politics: Books V and VI (translation and commentary). Oxford: Oxford University Press.

Kraut, R. (1997). Aristotle's Politics: Books VII and VIII (translation and commentary). Oxford: Oxford University Press.

Mikkola, E. (1958). "<<Schole>> bei Aristoteles" in: Arctos: Acta Philologica 

Fennica Nova Series. Volume II. 68­87.

Ober, J. (1989). Mass and Elite in Democratic Athens. Princeton: Princeton University Press.

Pieper, J. (1989). An Anthology. San Francisco: Ignatius. Pieper, J. (2003). Rust en beschaving. Baarn: Aspekt.

Rackham, H. (1967). Aristotle's Politics. London: William Heinemann Ltd.

Ross, W.D. (1924). Aristotle's Metaphysics. Oxford: Clarendon Press. Saunders, T. (1995). Aristotle's Politics: Books I and II (translation

Schütrumpf, E. (2005). Aristoteles' Politik Buch VII/VIII. Darmstadt: Wissenschaftliche Buchgesellschaft.

Schütrumpf, E. & H.-J Gehrke (1996). Aristoteles' Politik Buck IV-VI. Darmstadt: Wissenschaftliche Buchgesellschaft.

Sertillanges, A. (1948). Het intellectuele leven: geest, voorwaarden

en methodes. Cuijk: Foreholte.

Skidelsky, E. & R. Skidelsky. (2012). How Much Is Enough?. London: Allen Lane.

Slootweg, T. & L. Smit (2004). Bij tijd en wijle: essays over rust als

ethos. Baarn: Aspekt.

Solmsen, F. (1964) “Leisure and Play in Aristotle's Ideal State” in:

Rheinisches Museum für Philologie. 107. 193–220.

Stocks, J. (1936). "ΣΧΟΛΗ" in: The Classical Outlook. 30. 177­187.

Sylvester, C. (1999). "The Classical Idea of Leisure: Cultural Ideal or Class  Prejudice" in: Leisure Sciences. 21. 3­16. 

Taylor, C. (1995). "Politics" in: The Cambridge Companion to

Aristotle. Cambridge: Cambridge University Press.

In document ΣΧΟΛΗ IN ARISTOTELES' POLITICA (pagina 36-40)