• No results found

§5.1 Inleiding

In dit onderzoek staat de volgende vraag centraal: Op welke wijze moet Nederland in de toekomst

bronbelasting gaan heffen op uitgaande dividenden, rente en royalty’s in misbruiksituaties? Aan de

hand van drie subvragen is er onderzoek gedaan om tot een antwoord op de centrale vraag te kunnen komen. In de tweede paragraaf van dit hoofdstuk worden de drie subvragen herhaald en beantwoord. Vervolgens wordt er in de derde paragraaf een antwoord gegeven op de centrale vraag. Tot slot worden er in de vierde paragraaf aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan.

§5.2 Subvragen

§5.2.1 Eerste subvraag

In het tweede hoofdstuk stond de eerste subvraag centraal: Wat is de aanleiding van het kabinet voor

het invoeren van een bronheffing op rente, royalty’s en dividenden? Uit dit hoofdstuk kwam naar voren

dat het kabinet een bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden in misbruiksituaties wil invoeren om belastingontwijking te bestrijden, de Nederlandse grondslag te beschermen en het aantal doorstroommaatschappijen te verminderen. Verder wil het kabinet in niet-misbruiksituaties de dividendbelasting afschaffen, om het vestigingsklimaat te verbeteren en bij te dragen aan verlaging van de administratieve lasten die (veelal binnenlandse) belastingplichtingen op dit moment ervaren. Aangezien de dividendbelasting een voorheffing is op de IB en Vpb, drukt dit belastingmiddel effectief op buitenlandse belastingplichtigen. De effecten op zowel de Nederlandse schatkist als het vestigingsklimaat van Nederland in internationaal perspectief zijn vooralsnog niet eenduidig te becijferen en de meningen over de effecten lopen aanzienlijk uiteen. Hoewel het voorstel tot afschaffing van de dividendbelasting al vaker in de literatuur en de politiek aan de orde is geweest, is het er tot op heden nog niet van gekomen. In de hedendaagse politiek heerst de overtuiging dat het voorstel tot afschaffing van de dividendbelasting als gevolg van jarenlange lobby door multinationals als Shell en Unilever is bewerkstelligd. Ook het feit dat het voornemen in het regeerakkoord stond terwijl het in geen één partijprogramma stond, wordt niet in dank afgenomen. Ondanks de politieke scepticisme over de motieven van het afschaffen van de dividendbelasting, ben ik van mening dat de invoering van een bronbelasting op rente, royalty’s en dividend in enkel misbruiksituaties een stap in de juiste richting is van het bestrijden van belastingontwijking, juist door de misbruiksituaties en laagbelaste entiteiten hierin te betrekken. De aanleiding voor de afschaffing van de dividendbelasting vind ik echter niet juist, gezien het onduidelijke budgettaire effect.

§5.2.2 Tweede subvraag

In het derde hoofdstuk stond de tweede subvraag centraal: Welke doelstellingen moeten in acht

worden genomen voor de invoering van bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden? Aan de hand

van vier criteria is getoetst welke elementen in acht dienen moeten worden genomen voor de invoering en hoe deze criteria effect kunnen hebben op de invoering. Deze criteria zijn effectiviteit, efficiëntie, inpasbaarheid binnen de internationale ontwikkelingen en uitvoerbaarheid.

Het eerste criterium, effectiviteit, omvat de doeltreffendheid van de wetgeving. Uit de eerste subvraag kwam naar voren dat het kabinet een bronheffing wil invoeren om ten eerste Nederland als doorstroomland in te perken doch de fiscale grondslag te beschermen.Uit de literatuur blijkt dat een bronbelasting op rente en royalty’s, naast die op dividend, een effectieve manier is tegen het bestrijden van internationale belastingontwijking. Het kabinet is ten tweede voornemens strengere eisen te stellen aan de aanwezigheid van (buitenlandse) maatschappijen in Nederland. Door middel van het doorkijken binnen structuren en materiële eisen te stellen aan misbruiktoetsen en in het bijzonder substance, kan wetgeving effectief zijn ter beschermen van de grondslag en voorkomen van het gebruik van Nederland als doorstroomland. Ten derde wil het kabinet Nederland als vestigingsklimaat versterken. De combinatie van het afschaffen van de dividendbelasting en de

invoering van een bronbelasting op rente, royalty’s en dividend zal namelijk naar verwachting het vestigingsklimaat niet ten goede komen. Een beter alternatief zou een verdere verlaging van het Vpb tarief zijn. De effectiviteit van de nieuwe bronbelasting op rente, royalty’s en dividend wordt derhalve maar deels bereikt.

Het tweede criterium, efficiëntie, ziet toe op een niet te ongunstige verhouding tussen de baten en lasten. De combinatie van de afschaffing van de dividendbelasting en de invoering van een bronbelasting leidt tot een derving van overheidsinkomsten ad € 1,4 miljard respectievelijk nihil aan inkomsten. Door gedragsveranderingen van bedrijven en personen moet ook rekening worden gehouden met de afname van inkomsten binnen de vennootschaps- en loonbelasting en negatieve werkgelegenheidseffecten. De efficiëntie van de nieuwe bronbelasting op rente, royalty’s en dividend is laag.

Het derde criterium, inpasbaarheid binnen de internationale ontwikkelingen, ziet op de aangepaste regelgeving en het verscherpte toezicht vanuit Europeesrechtelijk en internationaal niveau. De bestrijding van belastingontwijking in een vogelvlucht gekomen en door het introduceren bronbelasting op rente, royalty’s en dividend in misbruiksituaties neemt Nederland een proactieve rol aan. Wel dienen de misbruiktoetsen die worden gebruikt, beoordeeld te worden aan rechtvaardigheid van heffing op het niveau van de EU. De wetgever kan dit doen door ook niet-fiscale motieven ter goedkeuring van relevante substance toe te staan. Door bilaterale en nieuwe multilaterale verdragen zal de heffing van de bronbelasting niet altijd volledig kunnen worden geëffectueerd.

Tot slot kwam uit het onderzoek van het criterium uitvoerbaarheid dat het uitvoeren en implementeren van een nieuwe belasting tijd nodig zal hebben. De complexiteit zal voor de Belastingdienst toenemen en de recente problematiek inzake ICT-systemen zal de uitvoerbaarheid niet ten goede komen. Om de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst te vergemakkelijken, is het raadzaam om zo veel mogelijk gebruik te maken van huidige wetgeving en leerstukken. Op deze manier kan er optimaal gebruik worden gemaakt van bestaande parlementaire uitlatingen en jurisprudentie. Daarentegen zal de bronbelasting naar verwachting wel voldoen aan haar instrumentele functie en zal door verbeterde informatie-uitwisselingen op EU-niveau en verdere monitoring van het vastleggen van relevant substance de wet uitvoerbaar moeten zijn.

§5.2.3 Derde subvraag

In het vierde hoofdstuk stond de derde subvraag centraal: Wat is een alternatief van bronheffing op

rente, royalty’s en dividenden in enkel misbruiksituaties en wat is daarbij mijn toekomstverwachting?

Uit een internationale analyse van Nederland met Frankrijk, Tsjechië en Ecuador kwam naar voren dat Nederland naar verwachting een doorkijkbepaling in haar wetgeving gaat opnemen. Verder is het in het licht van de doelstellingen van het kabinet verstandig alleen gebruik te maken van een misbruikheffing en niet voor niet-misbruiksituaties. Ondanks de politieke scepticisme over de motieven van het afschaffen van de dividendbelasting, ben ik van mening dat de invoering van een bronbelasting op rente en royalty’s en de aanpassing van de dividendbelasting in misbruiksituaties een stap in de juiste richting is van het bestrijden van belastingontwijking, juist door misbruiksituaties en laagbelaste entiteiten hierin te betrekken. Een bronbelasting die ook buiten misbruiksituaties geldt is in mijn ogen niet haalbaar als dit niet EU-breed wordt gestuurd, omdat het negatieve effect op het Nederlandse investeringsklimaat niet opweegt tegen de bestrijding van belastingontwijking. Alternatieven kunnen worden gezocht in het verder herverdelen van de belastingmix met behulp van de Vpb. Ook het verder ontwikkelen en controleren van internationale informatie-uitwisseling verdient hierbij de aandacht.

In lijn met het antwoord op de eerste subvraag, ben ik van mening dat een invoering dat de invoering van een bronbelasting op rente en royalty’s een stap in de juiste richting is van het bestrijden van belastingontwijking. Aangezien ik mij niet kan vinden in de motieven voor de afschaffing van de dividendbelasting, zou een verdere verbreding van inhoudingsvrijstellingen zoals deze recentelijk zijn geïmplementeerd meer voor de hand liggen of een verlaging van het Vpb tarief. Op deze wijze kan de politiek mentaal ook langzaam meekomen.

§5.3 Conclusie

Met de antwoorden op bovenstaande subvragen kan er een antwoord worden gegeven op de centrale vraag: Op welke wijze moet Nederland in de toekomst bronbelasting gaan heffen op uitgaande

dividenden, rente en royalty’s in misbruiksituaties? Uit onderzoek blijkt dat bronbelastingen een

effectieve manier zijn om internationale belastingontwijking tegen te gaan. Nederland zal, om effectief belastingontwijking te bestrijden, de fiscale grondslag te beschermen en het aantal doorstroommaatschappijen te verminderen, de wetgeving zo moeten inrichten dat het doorkijkt binnen structuren en materiële eisen stelt aan misbruiktoetsen. Zij dient hier de bepaling van substance te toetsen aan organisatorische, economische, strategische en andere relevante kenmerken van het concern. Om aan de doelstellingen te voldoen, dient het kabinet een effectieve belastingmix te behouden. Voor het raken van de laagbelaste entiteiten onder de bronbelasting kan de kwalificatie volgens de reële heffingstoets in de Vpb worden overgenomen. Ook kunnen de antimisbruiktoetsen uit de nieuwe Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling invulling geven aan de beoordeling van kunstmatige constructies binnen de bronbelasting. Op deze manier kan er optimaal gebruik worden gemaakt van bestaande parlementaire uitlatingen en jurisprudentie. Speciale aandacht bij de invoering van de bronbelastingwetgeving dient te gaan naar de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst en de bevordering van informatie-uitwisseling.

Vanuit Nederlands perspectief kan in dit kader in mijn visie verder betoogd worden dat het verstandig is om de dividendbelasting in stand te houden, gezien de onduidelijke budgettaire effecten van de beoogde bronbelasting op dividenden, rente en royalty’s en om op deze manier (in internationaal perspectief) een verlaging van tarieven te kunnen regelen waarin de bestaande of toekomstige verdragen goed kunnen faciliteren. Daarnaast kan ik mij niet kan vinden in de motieven voor de afschaffing van de dividendbelasting, die meer neigen naar een effectieve lobby van internationale concerns zoals onder andere Unilever en Shell. Naar mijn mening zou een verdere verbreding van inhoudingsvrijstellingen zoals deze recentelijk zijn geïmplementeerd meer voor de hand liggen in combinatie met een generieke verlaging van het Vpb tarief. De verlaging van het Vpb tarief heeft een positief effect op zowel de economische groei als het Nederlandse vestigingsklimaat.

Voor de toekomst zal het invoeren van een EU-brede bronbelasting een logische vervolgstap voor het aanpakken van belastingontwijking zijn. Ik ben daarom groot voorstander voor dat het kabinet zich beijverd om de initiatieven op het gebied van bronbelasting op EU-niveau in te voeren.

§5.4 Aanbevelingen

Een aanbeveling voor vervolgonderzoek is het in kaart brengen van de macro-economische effecten van de afschaffing van de dividendbelasting, gezien het onduidelijke budgettaire effect en het gebrek aan kwantitatieve onderbouwing. Een andere aanbeveling voor vervolgonderzoek is de beoordeling van de rechtvaardigheid van de misbruiktoetsen op EU-niveau. Dit onderzoek van de Nederlandse wetgeving kan uitgevoerd worden nadat het HvJ meer uitspraken heeft gedaan.

Bibliografie

(Vak)literatuur

P.G.H. Albert, ‘Wet inhoudingsplicht houdstercoöperatie en uitbreiding inhoudingsvrijstelling’, WFR

2017/192.

A.C. Breuer, J.P. Boer & S.C.W. Douma, ‘Uitwisseling van tax rulings’, WFR 2016/50. P. Burg, ‘Country Analysis – France’, IBFD Amsterdam, 1 februari 2018.

K. Finke, C. Fuest, H. Nusser & C. Spengel, ‘Extending Taxation of Interest and Royalty Income at Source – An Option to Limit Base Erosion and Profit Shifting?’, Discussion Paper No. 14-073, Mannheim: Zentrum für Europäische Wirtschaftfoschung GmbH, september 2014.

K. Finke, C. Fuest, J.H. Heckemeyer, H. Nusser & C. Spengel, ‘Profit Shifting and ‘’Aggressive’’ Tax Planning by Multinational Firms: Issues and Options for Reform’, Discussion Paper No. 13-078, juli 2013.

J.L.M. Gribnau, ‘Machiavelli en legitieme belastingen’, NTFR 2018/588. G. Guerra, ‘Country Survey – Ecuador’, IBFD Amsterdam, 1 januari 2018. E. Heithuis, ‘Schap de vennootschapsbelasting af!’, V-N 2017/61.0.

D. A. Hofland & J.A. Lorié, ‘De hoogste tijd voor afschaffing van de dividendbelasting: een economische analyse’, WFR 2010/715.

G.T.K. Meussen, ‘Regeerakkoord kabinet-Rutte III: enkele fiscale bespiegelingen’, NTFR 2017/2607. T. Mkrtchyan, ‘Country Analysis – Czech Republic’, IBFD Amsterdam, 15 april 2018.

F.P.G. Pötgens, ‘Het regeerakkoord en het vestigingsklimaat’, WFR 2017/227. M.H.C. Ruijschop, ‘Afschaffing dividendbelasting’, NTFR 2017/2926.

M.H.C. Ruijschop, ‘De dividendbelasting is dead’, WFR 2017/208.

J. Schellingerhout, ‘De toekomst van de Nederlandse dividendbelasting’, WFR 2018/25.

L.G.M. Stevens, ‘Geeft regeerakkoord Rutte III zicht op een echte belastingherziening?’, WFR

2017/223.

H.P.A.M. van Arendonk, ‘Rutte III: Vertrouwen in de toekomst en nu de burger nog!’, MBB 2018/2-2. J.L van de Streek, ‘Shell en de dividendbelasting’, WFR 2018/118.

H. van den Hurk, ‘Dividendbelasting, bloodbath in Paradise’, WFR 2017/234.

M.P. van der Hoek, ‘Het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III: voortzetting van het procyclische beleid’, MBB 2018/2-1.

D.E. van Sprundel, ‘Het naderende einde van de dividendbelasting – een analyse’, WFR 2009/511. M. van ’t Riet & A. Lejour, ‘Europese bronbelasting op dividend vermindert belastingontwijking’, ESB

2017/102, p. 2-3.

J. Vleggeert & H. Vording, ‘A Tax on Aggressive Tax Planning’, Leiden: Leiden University – Leiden Law School, 10 april 2017.

J. Vleggeert & H. Vording, ‘Naar een bronbelasting op rente en royalty’s: een stap verder dan het regeerakkoord’, WFR 2018/3.

D.M. Weber, ‘Enkele EU aspecten van de antimisbruikbepaling van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting’, WFR 2018/75.

Kamerbrieven

Minister-President, ‘Voornemen tot afschaffing dividendbelasting’, 14 november 2017, V-N

2017/59.11.

Minister-President, ‘Dividendbelasting’, 24 april 2018.

Minister-President, ‘Bijlage bij brief Dividendbelasting: notities 1 t/m 12 ’, 24 april 2018.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Antwoorden op schriftelijke vragen over appreciatie uitkomst BEPS- rapport en vooruitblik Nederlands fiscaal vestigingsklimaat’, 19 november 2015.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Antwoorden op vragen lid Leijten (SP) over dividendbelasting’, 14 november 2017, V-N 2017/59.12.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Bijlage bij brief Aanpak belastingontwijking en belastingontduiking’, 23 februari 2018.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Bijlage Memorie van Toelichting uitvoeringstoetsen spoedreparatie fiscale eenheid bij brief Nader rapport inzake het wetsvoorstel wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969’, 6 juni 2018.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Reactie artikel Volkskrant 18 juni 2018’, 20 juni 2018.

Staatssecretaris van Financiën, ‘Voorbeelden niet-verrekenbare Nederlandse dividendbelasting’, 14 november 2017. Kamerstukken Kamerstukken I, 2015/16, 25087 L. Kamerstukken II, 1990/91, 22 008, nr. 2. Kamerstukken II, 2009/10, 32 129, nr. 3. Kamerstukken II, 2014/15, 32 140, nr. 7. Kamerstukken II, 2015/16, 29 058, nr. 113. Kamerstukken II, 2016/17, 34 550, nr. 1. Kamerstukken II, 2016/17, 34 554, nr. 7. Kamerstukken II, 2017/18, 25 087, nr. 182. Kamerstukken II, 2017/18, 25 087, nr. 199. Kamerstukken II, 2017/18, 34 700, nr. 54. Kamerstukken II, 2017/18, 34 788, nr. 3.

Richtlijnen

Europese Unie, ‘Moeder-dochterrichtlijn’, Richtlijn 2011/96/EU. Europese Unie, ‘Rente- en royaltyrichtlijn’, Richtlijn 2009/49/EG.

Arresten

HvJ EU 1 maart 2017, C-116/16, conclusie A-G J. Kokott (T Danmark). HvJ EU 1 maart 2017, C-119/16, conclusie A-G J. Kokott (C Danmark I).

HvJ EU 20 december 2017, gevoegde zaken C-504/16 en C-613/16 (Deister Holding & Juhler Holding). HvJ EU 21 juni 2018, C-480/16 (Fidelity Funds).

Nieuwsartikelen

B. Baarsma & M. Badir, ‘Met afschaffing dividendbelasting neemt Rutte III een dure gok’, Het

Financieele Dagblad 7 november 2017, fd.nl.

L. Berentsen, ‘Forse strop dreigt voor schatkist na arrest Europees Hof’, Het Financieele Dagblad 21 juni 2018, fd.nl.

J. van Teeffelen, ‘Afschaffing van de dividendbelasting: wie wint er nou?’, Stichting Onderzoek

Multinationale Ondernemingen 15 november 2017, somo.nl.

‘GroenLinks wil parlementaire enquête over dividendbelasting’, TaxLive 17 juni 2018, taxlive.nl V. Kiezebrink, ‘Belastingontwijking of staatssteun?’, Stichting Onderzoek Multinationale

Ondernemingen 16 juni 2018, somo.nl

‘Rutte komt weer met de schrik vrij maar loopt wel nieuwe deuk op’, Het Financieele Dagblad 26 april 2018, fd.nl.

‘Zal schrappen dividendtaks hoofdkantoren hier houden?’, Het Financieele Dagblad, 10 november 2017.

Rapporten

Algemene Rekenkamer, ‘Resultaten verantwoordingsonderzoek 2013 bij het Ministerie van Financiën (IXB)’, 21 mei 2014, Den Haag.

Centraal Planbureau, ‘Analyse economische effecten van de financiële bijlage van het Regeerakkoord’,

CPB Notitie, 4 oktober 2017, Den Haag.

The Boston Consulting Group, ‘Hoofdkantoren een hoofdzaak’, mei 2008. Deloitte, ‘Taxation and Investment in Czech Republic 2017’, 2017.

Deloitte, ‘Taxation and Investment in France 2017’, februari 2017.

OESO/G20 BEPS, ‘Countering Harmful Tax Practices More Effectively, Taking into Account Transparency and Substance, Action 5 - 2015 Final Report’, 5 oktober 2015

OESO/G20 BEPS, ‘Preventing the Granting of Treaty Benefits in Inappropriate Circumstances, Action 6 – 2015 Final Report’, 5 oktober 2015.

OESO/G20, ‘Tax Policy Study No. 20 - Tax Policy Reform and Economic Growth’, 2010. Rijksoverheid, ‘Ombuigings- en intensiveringslijst’, 2017.

Regeerakkoord 2017-2021, ‘Vertrouwen in de toekomst’, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie, 10 oktober 2017.

SEO, ‘Uit de schaduw van het bankwezen’, juni 2013.

Studiegroep Duurzame Groei, ‘Rapport werkgroep fiscaliteit’, 2016.

Tweede Kamer der Staten-Generaal, ‘Miljoenennota 2018’, 19 september 2017.

Overige

Besluit DGB 2014/3099 Staatssecretaris van Financiën 2014, 15956, V-N 2014/32.4. Deloitte, ‘International Tax Ecuador Highlights 2018’, 2018.

Deloitte, ‘International Tax Czech Republic Highlights 2018’, 2018. Deloitte, ‘International Tax France Highlights 2018’, 2018.

Deloitte, ‘Withholding Tax Rates 2018’, april 2018.

Tweede Kamer der Staten-Generaal, Debat over memo’s afschaffing dividendbelasting, 25 april 2018. Redactie van Vakstudie Nieuws, ‘Fiscale plannen nieuwe kabinet. Regeerakkoord 2017-2021.’ V-N

GERELATEERDE DOCUMENTEN