• No results found

Het compartiment: een Hindoestaans cultuurstuk over de positie van de vrouw

In document Wie doorbreekt het. zwijgen? (pagina 47-51)

3.2 Karin Lachmising en Ademhalen

3.2.1 Het compartiment: een Hindoestaans cultuurstuk over de positie van de vrouw

ambassade in Paramaribo. Dagblad Suriname kondigt de première van de theaterproductie als volgt aan:

Aan de basis van deze verhalen staan waargebeurde levensverhalen van vier vrouwen uit Nickerie. In de vorm van een theaterstuk worden thema’s over de beleving van vrouwenrechten in Suriname op kunstzinnige wijze belicht. De Nederlandse ambassade presenteert deze theatervoorstelling, op de Internationale Dag van de Vrouw (8 maart). De première van deze voorstelling vindt plaats in het Cultureel Centrum Nickerie (CCN) in Nieuw Nickerie (z.p.).

Het gekozen tijdstip van de Internationale Dag van de Vrouw en de locatie (Nickerie) zetten de toon voor de manier waarop De Nederlandse ambassade het stuk presenteert: als een vrouwenverhaal over Nickerie. Daarnaast benadrukt het dagblad de authenticiteit van de verhalen, door te vermelden dat “waargebeurde levensverhalen” als uitgangspunt voor de productie dienden; de verhalen komen echt uit Nickerie en zijn van echte vrouwen. Door de artistieke uiting direct te verbinden aan vrouwenrechten en de politieke organisatie van de Nederlandse ambassade, legt het dagblad bovendien een directe link met de reële positie van vrouwen. Deze link is overgenomen van de Nederlandse ambassade, die in persoon van Sandra Ammersingh, aan het woord komt in een korte documentaire over het maakproces van de theatervoorstelling van Ademhalen:

48

Het waren verhalen over vrouwen, dus we hebben al vrij snel toen de link gelegd met vrouwenrechten, met meisjes, met ontwikkeling, met ontplooiing… En zodoende is er een script geschreven door Karin Lachmising en later is er een theaterproductie van gemaakt en dat is Ademhalen geworden, met daaraan dan ook weer een voorlichtingsprogramma voor scholieren. (…) Ik ben zelf heel vrij opgegroeid en ik heb alle ruimte gehad om mezelf te ontwikkelen, maar toch kom je ook bepaalde dingen tegen dat je denkt van: ‘hey, dat speelt inderdaad, ik heb geluk gehad of dat heb ik net wel bij andere gezien (…) of ik ervaar dat hier’ en dat raakt je. (Headley 15:08-19:12)

De kenmerken op basis waarvan de Nederlandse ambassade compartimentaliseert zijn gender en de sociale positie van vrouwen in Suriname en meer specifiek in Nickerie. De motivatie voor deze compartimentalisering ligt in het verbeteren van de positie van de vrouw door het stuk direct te verbinden aan de vrouwenrechten en een lesprogramma. Door de politieke financiering krijgt de literaire uiting van emancipatie van de positie van de vrouw ook een zweem van Nederlandse bevoogding over de voormalige kolonie (vgl. Snelders 301-302).

De referentie naar de werkelijkheid maakt ook Michiel van Kempen in zijn korte bespreking van de boekuitgave voor NBD | Biblion, waarin hij over de personages schrijft:

Zij komen alle drie uit het Surinaamse district Nickerie, van oudsher een landbouwgebied bewoond door veel traditioneel denkende Hindoestanen. In hun gesprekken komt alles voorbij waar vrouwen in traditionele milieus al jaren mee bezig zijn: de wil om zelf je toekomst te bepalen, huiselijk geweld, faalangst, loyaliteit aan je religie, de verhouding tussen waar je geboren bent en wat je wilt bereiken, zwijgen of praten. (“Goed geschreven” z.p.)

Van Kempen koppelt het stuk dus niet alleen aan de werkelijkheid van de geografische locatie, maar ook aan intersectionele kenmerken zoals gender, religie en klasse. Hij beschrijft later in de recensie: “De problematiek is op en top Hindoestaans, maar de boodschap is van alle tijden en werelddelen” (“Goed geschreven” z.p.). Het compartiment waarin Van Kempen de bundel plaatst is thematisch bovenal etnisch bepaald, maar tegelijkertijd qua “boodschap” universeel.

Het omslag van de theatertekst stelt: “Een voorstelling over vrouw-zijn, over moedige keuzes, cultuur en tradities: ‘Hum log ke himmat, dekh!’ [Sarnami voor ‘Kijk ons moedig zijn!’, eigen vertaling, MvL]” (z.p.). Het onderdeel ‘cultuur’ vult de uitgever met de woorden in de Hindoestaanse taal Sarnami etnisch in als ‘Hindoestaanse cultuur’. In de binnenflappen staan zes foto’s afgedrukt van opvoeringen van het theaterstuk, met de vermelding: “Ademhalen

49

[…] beleefde in 2017 succesvolle opvoeringen in Nickerie en Paramaribo” (z.p.). Dit bijschrift plaatst het toneelstuk geografisch in Suriname en specifiek in het district Nickerie en in de hoofdstad Paramaribo. Daarnaast benadrukt het de actualiteit van de opvoeringen: in het jaar van de uitgave, is het stuk twee keer opgevoerd.

Op vijf van de zes foto’s staat het podium afgebeeld met de hoofdrolspelers tijdens het toneelstuk, een danseres en een muzikant in actie, en een deel van het publiek dat op het toneel een zitplaats heeft. Twee van de drie hoofdrolspelers hebben een Hindoestaans uiterlijk, de derde lijkt Creools. Op de zesde foto is publiek te zien en een groepje ondersteunende muzikanten. Voor zover goed zichtbaar op de foto’s staan (bijna) enkel vrouwen afgebeeld en lijkt de meerderheid Hindoestaans. Door de combinatie van foto’s en tekst over de uitvoeringen, maakt In de Knipscheer de uitgave onderdeel van de uitvoeringspraktijk in Suriname.23 Daarnaast krijgen de literaire thema’s ‘vrouw-zijn’ en de ‘Hindoestaanse cultuur’

visueel ondersteuning door de foto’s. De opvoeringen geven hiermee fysiek gestalte aan de spreekpositie van de Hindoestaanse vrouw in de werkelijkheid.

De achterflap van de uitgave verbindt het thema ‘benauwdheid’ expliciet aan genderongelijkheid en de rechten van de vrouw: de hoofdpersonages Radha, Nishta en Nanda

“maken duidelijk hoe beperkt hun bewegingsvrijheid als vrouw letterlijk en figuurlijk is en hoe ze zich aan die ongelijkheid tussen de seksen ontworsteld of erbij neergelegd hebben”

(z.p.). De vrouwelijke personages worden eerder in de tekst al geplaatst in de geografische omgeving van Nickerie: “drie onafhankelijke vrouwen in het district Nickerie in Suriname”

(z.p.). Daarbij functioneert Nickerie thematisch als ondersteuning van de benauwdheidsthematiek, waarbij religie een belangrijke rol speelt: “de benauwenis van een kleine gemeenschap, die van oudsher vastzit aan orthodoxe wijzen van samenleving en godsdienst met sterke tradities voelbaar” (z.p.). Het compartiment waarin de uitgever dit

23 Een overzichtspagina met speeldata, namen van regisseur, acteurs, een danser, en productieleden draagt hier ook aan bij (47).

50

verhaal situeert met deze parateksten en foto’s is erg nauw: vrouwelijk, Hindoestaans, Nickeriaans en (door die geografische locatie) orthodox religieus.

Op deze nauwe categorisering dingt In de Knipscheer iets af. Want dit is niet alleen een Surinaamse of Caribische kwestie, maar een universeel thema, zo stelt het omslag: “vrouwen en meisjes die nog steeds een kwetsbare en tweederangspositie bekleden wat betreft hun ontplooiing en respect” (z.p.). Deze zinsnede trekt het verhaal uit de geografische gesitueerdheid en presenteert het als ‘universeel’ voor het vrouwelijke geslacht. Eerder beschreef ik al deze spanning tussen ‘universeel’ en ‘specifiek’ die ook Van Kempen aanhaalde, opmerkelijk is dat ‘universeel’ voor dit literaire werk dus alleen op het niveau van plaats en tijd geldt, en niet voor gender; het blijft dus een ‘vrouwenthema’.

De verbinding tussen fictie en werkelijkheid is ook onderdeel van het ontstaan van de toneeltekst. Het uitgangspunt voor het toneelstuk waren, zoals ik eerder schreef, verhalen die

‘overbleven’ na de totstandkoming van het overzichtswerk Nickerie. Verhalen van mensen en gebouwen (LM Publishers, 2013). In het dankwoord schrijft Lachmising hierover: “[s]peciale dank aan de vier HIMAT (moedige) vrouwen van Nickerie die mij hun levensverhalen toevertrouwden” (z.p.).

Over de positie van Lachmising, de schrijver, schrijft de uitgever verder op de omslagteksten van de publicatie niet, deze lijkt ondergeschikt aan de posities van de beschreven vrouwen. De motivatie om het verhaal in een compartiment te plaatsen van

‘waargebeurd vrouwenverhaal uit Nickerie’ lijkt te maken te hebben met het vergroten van de urgentie om het verhaal te lezen. De suggestie wordt gewekt dat deze publicatie de sociale positie van juist deze groep ‘achtergestelde’ vrouwen kan verbeteren, terwijl het gehele publiek (waar ook ter wereld) er lessen uit kan trekken over gendergelijkheid.

51

In document Wie doorbreekt het. zwijgen? (pagina 47-51)