• No results found

Ondersteunen van de organisatie van het regionale symposium 9

In document Inhoudelijk Jaarverslag 2016 (pagina 9-0)

Het Palliatief Advies Team Oss-Uden-Veghel (PAT) en het Netwerk Palliatieve Zorg regio Oss-Uden-Veghel hebben gezamenlijk het regionale symposium over palliatieve zorg georganiseerd op donderdag 20 oktober 2016 met als thema:

Samenwerking in de regio ‘professionals voor professionals’.

Het symposium was bedoeld voor huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, arts-assistenten, medisch specialisten, praktijkondersteuners, huisartsen, verpleegkundigen Bernhoven en verpleegkundigen en verzorgenden in de regio en overige professionals direct betrokken bij de palliatieve zorg.

Als plenaire sprekers waren Stans Verhagen, internist - oncoloog Radboudumc palliatieve zorg en oncologie en Sander de Hosson, longarts Wilhelmina Ziekenhuis te gast. Met veel compassie hebben zij hun verhaal verteld.

Vervolgens hadden de 250 aanwezigen (!!) de keuze uit 7 workshops met een diversiteit aan onderwerpen. Bijzonder om te vermelden is dat de workshops nagenoeg allemaal zijn verzorgd door koppels van professionals uit 1e en 2e lijn of door een koppel van een arts en een verpleegkundige. De samenwerking in de regio en in het team is vanzelf sprekend terug te zien in het programma van dit symposium.

Uit de evaluatie kan worden opgemaakt dat het symposium goed is ontvangen en wordt t met een 7,8 beoordeeld. De vraag in welke mate het symposium aan de persoonlijke verwachtingen heeft voldaan is met een 7,6 beoordeeld. Deelnemers geven een 7,1 voor de mate waarin de opgedane kennis in de praktijk toepasbaar is. Hiermee kunnen we terugkijken op een geslaagd symposium.

Ad 5. Ondersteunen start Regionaal Palliatief Advies Team op 3 januari 2016

Vanaf 3 januari 2016 is het Palliatief Advies Team Oss-Uden-Veghel actief in de regio.

Het team bestaat uit professionals uit de regio. Bij de zorg voor patiënten in de palliatie-ve fase kunnen professionals voor complexe problemen komen te staan. Om goed op deze problemen te reageren of een pro-actief zorgplan op te stellen denken de regionale experts in het PAT graag mee met professionals werkzaam in de regio.

In het kwaliteitshandboek zijn alle door het team gemaakte afspraken vastgelegd.

De geformuleerde missie en visie luidt:

‘Palliatieve zorg is primair generalistische zorg die verleend wordt door vakbekwame zorgverleners, ondersteund door specifiek opgeleide specialistische zorgverleners en con-sulenten in de palliatieve zorg. De zorg is toegesneden op de wensen en zorgvraag van de patiënt en diens naasten en wordt bij voorkeur in de omgeving die de patiënt wenst gegeven. Aandacht, aanwezigheid en anticiperen is de kern van de palliatieve zorg en staat centraal bij het werken binnen deze zorg. Binnen de consultatievoorziening staat de patiënt centraal. Het Palliatief Advies Team Oss-Uden-Veghel richt zich op ondersteuning van de professionals in deze regio.

Het advies kan telefonisch en via een e-consult worden gegeven, daarnaast is zowel binnen als buiten Bernhoven bed-side consultatie mogelijk.

In het adviesteam is expertise aanwezig vanuit alle verschillende sectoren. Voor advies aan specifieke doelgroepen kan het team gebruik maken van experts. De samenwerking tussen de regionale consultatievoorziening en professionals is vanzelfsprekend, er wordt optimaal gebruik gemaakt van de aanwezige regionale expertise op het gebied van palliatieve zorg. Het team is in staat een brug te slaan tussen de verschillende sectoren.

Het adviesteam is goed bereikbaar, er zijn korte lijnen, er wordt snel een bruikbaar en evidence based advies gegeven. Door de samenwerking in de regio Oss-Uden-Veghel, en meer specifiek in het adviesteam, wordt de kennis over palliatieve zorg breed met elkaar gedeeld en is de regionale sociale kaart voor deze specifieke zorg inzichtelijk voor de pro-fessionals in de regio Oss-Uden-Veghel.

In 2016 wordt het aantal consulten ingeschat op 235, deze consultvragen komen van zowel binnen Bernhoven als vanuit de regio.

Het team wordt bemenst door specialisten, huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde en daarnaast door gespecialiseerde verpleegkundigen palliatieve zorg uit zowel Bernhoven als uit de VVT sector.

Er is voor het team een samenwerkingsovereenkomst en een bewerkerovereenkomst uitgewerkt.

Vier Organisaties nemen de bemensing van dit team voor hun rekening in afwachting van transmurale financiering van de consultatievoorziening palliatieve zorg in Nederland.

Er is voor het team een klankbordgroep ingericht bestaande uit professionals, zowel medici als verpleegkundigen, werkzaam in de regio die gebruik maken van het team. Dit team wordt voorgezeten door de programmadirecteur/coördinator van het Netwerk Palliatieve Zorg in de regio. De klankbordgroep heeft als doel gevraagd en ongevraagd advies te geven aan het team.

Ad 6. Actualiseren beleid kwaliteit palliatieve zorg gedurende avond- nacht- weekenduren

In 2009 is het beleidsplan palliatieve zorg gedurende de avond- nacht- en weekenduren (ANW-uren) geformuleerd voor de regio ’s-Hertogenbosch–Bommelerwaard en Os-Uden–

Veghel. Dit beleidsplan is in 2016 geactualiseerd.

Binnen het ZonMw programma ‘Palliantie. Meer dan zorg’ voert IQ healthcare in samenwerking met het NHG en een tweejarige studie uit naar de kwaliteit van de pallia-tieve spoedzorg door huisartsen in de avond-, nacht- en weekenduren (ANW).

Aanleiding voor dit onderzoek zijn signalen dat de palliatieve zorg in ANW-uren nog niet optimaal verloopt, dit ondanks meerdere pogingen tot verbetering. Er is geen duidelijk beeld van de huidige situatie en waar er verbeteringen gewenst zijn vanuit het perspec-tief van huisartsen.

Omdat we voor het actualiseren van het beleidsplan graag draagvlak wilden creëren en input krijgen van de huisartsen uit de regio hebben we ons aangemeld bij voorgaande studie. In mei-juni 2016 zijn digitale vragenlijsten uitgezet bij alle praktijkhoudende huisartsen die verbonden zijn aan de huisartsen post in de hiervoor genoemde regio. De resultaten uit deze studie zijn mede input geweest voor het actualiseren van de afspraken omtrent het beleid palliatieve zorg gedurende de ANW-uren.

Uitgangspunt in de regio’s Oss-Uden-Veghel en ’s-Hertogenbosch – Bommelerwaard is dat de continuïteit en persoonlijke zorg in de palliatieve fase 7 x 24 uur goed geregeld is!

In het geactualiseerde beleidsplan zijn afspraken gemaakt over:

 Overdracht van huisarts naar HAP via een te faxen overdrachtsformulier en via communicatieblad thuis

 Triage in palliatief terminale fase

 Visites gedurende ANW-uren bij palliatief (terminale) patiënten

 Dienstapotheken

 Specifieke medische handelingen in de palliatieve terminale fase en het aanbod van de HAP-arts

 Beschikbaarheid en vindbaarheid van de informatie op de HAP en in de visiteauto beschikbaar via directe link naar de website www.netwerkpalliatievezorg.info

 Deskundigheidsbevordering palliatieve zorg huisartsen en waarnemers HAP

Begin 2017 wordt de laatste hand gelegd aan dit beleidsplan waarna vervolgens de implementatie zal worden opgepakt.

Ad. 7 Volgen huidige en benodigde capaciteit terminale bedden regio Oss-Uden-Veghel

Het beleid van de overheid is erop gericht om de zorg dichter bij de burgers te organiseren. Het centrale motto is daarbij te komen tot zinnige en zuinige zorg, van goede kwaliteit. Dat betekent dat keuzes gemaakt moeten worden over wat goede zorg is, welke behandelingen nodig zijn en waar deze het beste plaats kunnen vinden. Burgers dienen zo lang mogelijk voor zichzelf en elkaar te zorgen. Professionele zorg, hulp en behandeling wordt pas ingezet als dit niet meer anders kan. Dit geldt ook voor zorg in de laatste levensfase. Voorgaande betekent dat mensen langer thuis wonen. Hierdoor kan het meer dan voorheen nodig zijn om in de terminale fase naar een hospicevoorziening te verhuizen.

Om de capaciteit van de benodigde zorg in een regio te kunnen bepalen is geen strikt voorgeschreven maat of model beschikbaar. In het verleden werd hiervoor het zogenaamde scenario-instrument gehanteerd, opgesteld door de landelijke Projectgroep Integratie Hospicezorg (PIH). Met deze norm werd een capaciteit van 4 – 6 bedden per 100.000 inwoners gehanteerd.

Door het Netwerk Palliatieve Zorg regio Oss-Uden-Veghel is opnieuw een inventarisatie uitgevoerd bij de aan het Netwerk deelnemende organisaties naar de capaciteit van het aantal PTZ bedden. Door het ontbreken van een goede planningsnorm dan wel heldere uitgangspunten voor de gewenste capaciteit in een gebied, is het moeilijk conclusies trekken naar aanleiding van deze inventarisatie.

De totale capaciteit in de regio Oss-Uden-Veghel, met een omvang van ruim 265.000 inwoners, is 18 bedden. Voor de regio geldt dat hiermee aan de norm die ooit is vastge-steld door PIH , 4 -6 bedden per 100.000 inwoners, wordt voldaan. Maar of het huidige aantal bedden genoeg is, is niet goed te beantwoorden. Of er genoeg aanbod is, is in feite afhankelijk van de vraag welk aanbod er precies gewenst wordt. Hierover is nooit een maatschappelijk debat gevoerd. Wat is bijvoorbeeld een acceptabele reistijd naar de dichtstbijzijnde hospicevoorziening voor patiënten en voor naasten? En moeten alle soorten voorzieningen, high care hospices, bijna-thuishuizen en palliatieve units, binnen diezelfde afstand bereikbaar zijn? Wat mag zo’n voorziening kosten? Dit zijn allemaal onbeantwoorde vragen.

De huidige inventarisatie geeft dan ook alleen inzicht in de diversiteit van het aanbod, de spreiding van de bedden in de beide regio’s en de bezettingsgraad. Helder is dat landelijk ook gestoeid wordt met de bezettingsgraad van hospices. Deze zou te laag liggen waardoor hospices ook aan het nadenken zijn over andere soorten dienstverlening dan alleen reguliere opname in terminale situaties. Denk hierbij aan de mogelijkheid van het bieden van respijtzorg en de inzet van expertise van het hospice in de wijk. Een afgegeven dat als er op een locatie een wachtlijst is, dit vaak op meerdere locaties het geval is.

Vanuit diverse sectoren is tijdens de inventarisatie naar voren gekomen dat het omzetten van een reeds bestaande ZZP indicatie naar een ZZP 10 in de laatste levensfase nauwelijks mogelijk is. Dit maakt het moeilijk in de laatste levensfase de juiste zorg in te zetten en gefinancierd te krijgen.

Wat echter ook nog steeds belangrijk is, is dat er ook regionale aandacht blijft voor ondersteunings- en zorgmogelijkheden thuis. Uit onderzoek blijkt dat mensen bij voorkeur thuis willen sterven. Door de aandacht te focussen op uitbreiding van hospice-bedden lopen we het risico dat de ondersteuningsmogelijkheden thuis moeilijker worden en aan de wens van patiënten om thuis te kunnen sterven geen gehoor gegeven kan worden. Voldoende aandacht voor en capaciteit bij de VPTZ organisaties, waarbij tevens aandacht blijft voor het verantwoord inzetten van de vrijwilligers blijft van groot belang.

Daarnaast zijn voldoende mogelijkheden voor de levering van (gespecialiseerde) thuis-zorg, ondersteuning van professionals door de aanwezigheid en goede bereikbaarheid van een Palliatief Advies Team belangrijke voorwaarden om thuis sterven kwalitatief ver-antwoord mogelijk te maken.

4. Tot slot

Na 12 jaar als programmadirecteur/netwerkcoördinator van de Netwerken Palliatieve Zorg in de regio Oss-Uden-Veghel en ’s-Hertogenbosch–Bommelerwaard actief te zijn geweest, heeft de programmadirecteur/coördinator besloten per 1 januari 2017 deze functie neer te leggen. De functie wordt overgedragen aan Monique van den Broek, zij is als beleidsmedewerker al jaren verbonden aan deze netwerken. Daarnaast zijn 2 nieuwe medewerkers aangetrokken die activiteiten als beleidsmedewerker en deskundigheids-bevordering gaan oppakken. De vele activiteiten zullen dan ook naadloos door kunnen lopen.

De Netwerken Palliatieve Zorg waren, bij de start begin jaren 2000, nieuw en dienden volledig ingericht te worden. Het was, ook landelijk, zoeken naar een manier om met elkaar de palliatieve zorg in een netwerk regio in te regelen en te verbeteren. Het Netwerk Palliatieve Zorg regio Oss-Uden-Veghel is inmiddels ondergebracht bij Stichting Kwaliteit & Integratie, een stichting die is gelieerd aan de huisartsenposten Zuidoost Brabant.

Netwerken Palliatieve Zorg hebben vier kerntaken, te weten coördineren, informeren, signaleren en faciliteren. Inmiddels zijn we in het Netwerk met veel verschillende thema’s aan de slag, allen gerelateerd aan deze kerntaken.

Zo zijn er regionale samenwerkingsafspraken geformuleerd over pijn, sedatie, COPD en hartfalen. Het beleid palliatieve zorg gedurende de ANW uren is geformuleerd en in 2016 geactualiseerd. Op het gebied van deskundigheidsbevordering is de b-learning voor verzorgenden ontwikkeld, worden er voor een brede doelgroep 2x per jaar casuïstiekbe-sprekingen georganiseerd en zijn er met regelmaat regionale symposia palliatieve zorg.

Alle aan het Netwerk deelnemende organisaties hebben een eigen beleidsplan palliatieve zorg uitgewerkt.

Voor professionals is een website en een app palliatieve zorg ingericht waarop veel in-formatie is terug te vinden. Ook publieksvoorlichting blijft een belangrijk aandachtspunt vanuit het Netwerk. Naast bijeenkomsten is voor het brede publiek ook de publieks-website voor de beide netwerken ingericht.

Eén van de grote ontwikkelingen, waar we landelijk echt vooruit lopen en trots op kunnen zijn, is de inrichting van het transmurale consultatie team palliatieve zorg in de regio. Experts op het gebied van palliatieve zorg denken op regionaal niveau transmuraal met professionals mee!

Voorgaande ontwikkelingen zijn alleen tot stand gekomen door de enorme motivatie in de regio om met elkaar de palliatieve zorg naar een hoger niveau te willen tillen. Door velen is geïnvesteerd om de projecten tot een succes te maken. De bemensing van projectgroepen, zowel medici als verpleegkundigen/verzorgenden, heeft in al die jaren nooit tot problemen geleid. Groot compliment aan alle betrokkenen in de regio hiervoor!

December 2016

 Mw. H. ter Braak

Programmadirecteur / coördinator Netwerk Palliatieve Zorg

 Mw. M. van den Broek

Beleidsmedewerker Netwerk Palliatieve Zorg

 Mw. S. van ’t Westeinde

Secretaresse Netwerk Palliatieve Zorg

In document Inhoudelijk Jaarverslag 2016 (pagina 9-0)