• No results found

In 2005 heeft de Koning Boudewijnstichting een sensibiliseringscampagne gelanceerd over de situatie van het internationaal huispersoneel in België, in samenwerking met de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de Directie van het Protocol van de FOD Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Nationale Arbeidsraad.

Als gevolg van deze samenwerking werd de directeur-generaal van het Toezicht op de Sociale Wetten aangeduid om als bemiddelaar op te treden bij geschillen tussen de diplomatieke missies en hun personeelsleden. Het merendeel van de behandelde dossiers betreffen het niet naleven van de sociale en fiscale wetgeving.

In 2011 werd het Verdrag nr. 189 van de IAO over behoorlijk werk voor de huisarbeiders goedgekeurd tijdens de Internationale Arbeidsconferentie van de IAO.

In oktober 2011 hebben de directeurs van het Toezicht op de Sociale Wetten en van de Directie van het Protocol deelgenomen aan een seminarie dat werd georganiseerd door de vakbonden, waaruit de intentie om een Commissie van goede diensten op te richten is voortgekomen (een voorstel dat uitging van de Minister van Werk).

Op 23 mei 2013 is de ministeriële omzendbrief tot oprichting van een Commissie van goede diensten van kracht geworden.

Na intensieve werkzaamheden om haar opdrachten en doelstellingen te definiëren, is de Commissie voor goede diensten voor de eerste keer samengekomen op 3 juli 2013.

Zij is samengesteld uit leden van:

- De Algemene directie van het Toezicht op de Sociale Wetten van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;

- De Directie van het Protocol van de FOD Buitenlandse zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

- De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;

- De Directie Internationale Betrekkingen van de FOD Financiën; - De Sociale Inspectie van de FOD Sociale Zekerheid;

- De vakbondsorganisaties.

De directeur-generaal van het Toezicht op de Sociale Wetten is de voorzitter van deze commissie en het adjunct-hoofd van het Protocol is de ondervoorzitter.

De belangrijkste opdrachten van de Commissie voor goede diensten zijn het onderzoek van geschillen tussen het personeel van diplomatieke missies en consulaire posten die zijn gerekruteerd in België, en hun werkgevers, het geven van advies om tot een vriendschappelijke regeling te komen, het informeren van diplomatieke missies en consulaire posten over hun plichten (voorstel van een Code van goede praktijken) en om voorstellen te formuleren om de arbeidsomstandigheden van het voornoemde personeel te verbeteren.

Hoewel het intern reglement elke twee maanden een vergadering voorziet, vergadert de Commissie, omwille van de werklast, op dit moment elke maand.

11.1 Werking

De klachten van het personeel, tewerkgesteld in de diplomatieke missies, dat is gerekruteerd in België worden:

- hetzij direct overgemaakt aan het secretariaat door de werknemers, - hetzij door de leden van de commissie,

- of door de tussenkomst van de vakbonden.

Er werd een speciaal e-mail adres gecreëerd om klachten of vragen voor informatie te verzamelen:

commissiondesbonsoffices@emploi.belgique.be

commissievoorgoedediensten@werk.belgie.be

Deze dossiers worden in de Commissie met de grootste discretie bekeken.

Het personeel bevindt zich vaak in een delicate situatie, kan het onderwerp uitmaken van bedreigingen, en kan bang zijn om te worden ontslagen als de werkgever zou vernemen dat zij stappen hebben ondernomen. Het kan hierbij gaan over individuele en collectieve klachten.

De oorzaken van deze klachten zijn verscheiden : opheffing van de index, ontslag zonder ontslagvergoeding, niet-aangifte van de werknemer en/of prestaties aan de sociale zekerheid, een groot aantal overuren zonder betaling of inhaalrust, niet-betaling van het vakantiegeld, niet-betaling van de roerende voorheffing, ontbreken van het arbeidsreglement …

Wanneer de commissie besluit om gevolg te geven aan een klacht die haar werd voorgelegd, stuurt ze eerst een brief naar de werkgever om hem te herinneren aan zijn sociale en fiscale verplichtingen. Na deze eerste brief, kan een tweede worden gestuurd als herinnering als er geen gevolg is gegeven aan de voorgaande.

Er wordt een bemiddeling georganiseerd als het probleem niet opgelost werd na het sturen van één of twee brieven of wanneer de vakbondsorganisaties de Commissie informeren dat de situatie verslechtert en dat de ambassadeur of de consul geen rekening houdt met de brieven.

De bemiddeling verenigt de werkgever aan de ene kant en de voorzitter en de vice-voorzitter van de Commissie aan de andere kant. Zij heeft plaats op de diensten van het Protocol of op de ambassade of het consulaat, volgens de wens van de ambassadeur. De bemiddelingen verlopen relatief goed, maar de ambassadeurs verklaren dat zij geen initiatief kunnen nemen zonder eerst de instanties te raadplegen in het land dat zij in België vertegenwoordigen. Dit kan als gevolg hebben dat de lopende procedure voor een tijd geblokkeerd wordt.

Het doel van deze bemiddelingen is ook het verduidelijken van de verplichtingen op sociaal en fiscaal gebied voor de werkgever en het afbakenen van de concrete uitvoering van de arbeidsovereenkomst (bepaling van de functie, het aantal uren dat moet worden gepresteerd, de uurroosters, het brutoloon, de wetten die van toepassing zijn op het contract, de bevoegde rechtspraak bij een inbreuk…)

Voor de periode van september 2013 tot eind 2014 : de Commissie heeft 39 dossiers behandeld, waarvan 3 vragen voor informatie betreffende vragen die rechtstreeks werden gesteld door ambassadeurs die bezorgd waren om de Belgische sociale wetgeving te respecteren. Er werden 7 dossiers geklasseerd in 2013 en 11 in 2014.

Naast de prioritaire noodzaak om oplossingen te zoeken voor de lopende dossiers, heeft de Commissie twee modellen van arbeidsovereenkomsten opgesteld: een model van voltijdse arbeidsovereenkomst en een model van deeltijdse arbeidsovereenkomst. Zij werden vertaald in het Nederlands en het Engels. Sinds juni 2014 worden de twee modellen van arbeidsovereenkomst ter informatie meegestuurd met de briefwisseling van de Commissie naar diplomatieke missies.

11.2 Doelstellingen van de Commissie

Verschillende doelstellingen worden op dit moment ontwikkeld: - Opstellen van een arbeidsreglement;

- Reflectie over het invoeren van de procedure om het arbeidsreglement in te voeren;

- De toepassing van de wet van 5 december 1968 bij de diplomatieke missies en consulaire posten mogelijk maken, het toepassingsgebied hiervan uitbreiden door het opstellen van een arbeidsreglement.

- Tenslotte, de toepassing van PC 218 of 337 voorstellen voor de diplomatieke missies en de consulaire posten.

Het functioneren en de huidige opdrachten van de Commissie, en ook de motivatie en het enthousiasme van de experts in de uitoefening van hun respectieve competenties ten dienste van het betrokken personeel, vormen zonder enige twijfel een vooruitgang bij de vriendschappelijke oplossing van gevoelige meningsverschillen. Dit lijkt me een ondersteunende boodschap te verdienen van de politieke autoriteiten.

Concrete voorstellen in de eerste balans die werd opgesteld door de Commissie na één jaar bestaan: 1. Uitbreiding van het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 met betrekking tot de

collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, zodat ook de diplomatieke missies en consulaire posten inbegrepen zijn. Dit zou bepaalde werknemers die worden tewerkgesteld door diplomatieke missies en consulaire posten kunnen helpen om betaald te worden op basis van een “behoorlijk” loonbarema.

3. Voorstel van een wijziging van het artikel 42 van de wet van 27 juni 1969 (sociale zekerheid van de loontrekkenden) om klaar en schriftelijk de verjaringsperiode (in principe van 3 of 7 jaar) die van toepassing is voor de inning van sociale schulden en bijdragen (verhoging van de bijdragen, verwijlintresten enz.) van de RSZ en de verjaringstermijn (die 10 jaar zou kunnen bedragen) in geval van niet-onderwerping van een werknemer aan het regime van sociale zekerheid van loontrekkende werknemers.

4. De juridische diensten van de RSZ aansporen om de verjaringsperiode van 7 jaar (« sociale fraude ») toe te passen in bepaalde dossiers, waar de ambassades bij herhaalde gelegenheden werden gewezen op hun sociale verplichtingen en – wetens en willens – beslissen om deze niet te respecteren.

5. De arbeidsauditoraten sensibiliseren voor bepaalde problematiek van illegale tewerkstelling van werknemers (niet aangegeven, onderbetaald en tewerkgesteld in omstandigheden die sterk lijken op uitbuiting)

6. Informatiesessies organiseren ter attentie van diplomatieke missies en consulaire posten betreffende hun sociale en fiscale verplichtingen.

Statistieken & bijlagen

DERDE DEEL : Statistieken en bijlagen

Hoofdstuk 1 : Uitvoering van de algemene controleopdracht