• No results found

Combinatie van participatievormen

4. Resultaten

4.1 Resultaten survey

4.1.4 Combinatie van participatievormen

Middels de enquête is onderzocht of er verschillen zijn waar te nemen in de participatiebereidheid van belanghebbenden ten opzichte van de participatievorm die gebruikt wordt door de gemeente. In figuur 3 is te zien op welke participatievormen gebruikt zijn bij de burgerparticipatieprojecten waarvoor de respondenten waren uitgenodigd.

Figuur 3: Gebruikte participatievormen bij de burgerparticipatieprojecten waarvoor de respondenten waren uitgenodigd

Uit de analyse blijkt dat respondenten die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een werkgroep significant vaker deelnemen aan het burgerparticipatieproject waarvoor ze zijn uitgenodigd dan respondenten die niet zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een werkgroep (p ≤ 0,05) (zie tabel 13, bijlage 5). Daarnaast blijkt uit de analyse dat respondenten die zijn uitgenodigd om deel te nemen aan een online forum significant vaker hebben deelgenomen, dan respondenten die zijn uitgenodigd voor andere participatievormen (p ≤ 0,1) (zie tabel 14, bijlage 5). Bij alle andere participatievormen zijn er geen significante verschillen tussen de groep respondenten die wel heeft deelgenomen aan het burgerparticipatieproject waarvoor ze waren uitgenodigd en de respondenten die niet hebben deelgenomen.

44 Weg van representatieve burgerparticpatie

Aan alle respondenten die de enquête hebben ingevuld is gevraagd om de verschillende participatievormen te rangschikken. Hierbij hebben ze de participatievorm waaraan ze het snelst aan zouden deelnemen op één gezet en de participatievorm waar ze het minst snel aan zouden deelnemen op nummer zeven gezet. De resultaten hiervan zijn terug te zien in tabel 7.

TABEL 7:BIJ WELKE PARTICIPAT IEVORM ZIJN RESPONDENTEN HET SNELST BEREID OM DEEL TE NEMEN AAN EEN BURGERPARTICIPATIEPROJECT Bij welke participatievorm bent u het snelst bereid om deel te nemen Gemiddelde Modus

1. Bewonersavond in de buurt 2,84 1

2. Online enquête 3,25 1

3. Online forum 4,05 2

4. Werkgroep 4,28 3

5. Bewonersavond gemeentehuis 4,29 5

6. Gemeente komt thuis 4,62 7

7. Op straat aangesproken 4,68 7

Opvallend is dat er een groot verschil zit tussen de gemiddelden van de bewonersavond in de buurt en de online enquête en de overige participatievormen. De bewonersavond in de buurt en de online enquête lijken voor de respondenten verreweg de populairste participatievormen. Hoewel uit het statistisch onderzoek bleek dat respondenten sneller bereid zijn om deel te nemen aan een online forum en aan een werkgroep, scoren deze twee participatievormen bij deze rangschikking minder hoog dan de online enquête en de bewonersavond in de buurt. Uit de analyse blijkt dat vrouwen en mannen de participatievormen op een andere manier ordenen. Mannen zijn sneller bereid om deel te nemen aan een bewonersavond in de buurt dan vrouwen (zie tabel 15, bijlage 5). Mannen zetten op de vraag wanneer ze het snelst bereid zijn om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject de optie bewonersavond in de buurt significant vaker op één dan vrouwen (p ≤ 0,05). Daarmee lijkt deze participatievorm beter aan te sluiten bij mannen dan bij vrouwen. Ook is er een significant verschil waar te nemen tussen mannen en vrouwen bij het rangschikken van de bewonersavond in het gemeentehuis (zie tabel 16, bijlage 5). Ook deze participatievorm wordt significant hoger gerangschikt door mannen dan door vrouwen (p ≤ 0,1). Daarentegen rangschikken vrouwen de optie ‘aangesproken worden op straat’ significant hoger dan mannen (p ≤ 0,1). Vrouwen zijn sneller dan mannen bereid om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject wanneer ze worden aangesproken op straat (zie tabel 17, bijlage 5).

4.1.5 Aansluiten bij verschillende burgerschapsstijlen

Naar aanleiding van de analyse van de gegevens behorende bij de variabele burgerschapsstijlen moet geconcludeerd worden dat de gekozen onderzoeksmethoden in het kwantitatieve deel van dit onderzoek ongeschikt is om te onderzoeken of het aansluiten bij verschillende burgerschapsstijlen van invloed is op de participatiebereidheid van belanghebbenden. Allereerst wordt dit veroorzaakt doordat de vragen op een onjuiste manier gesteld zijn aan de respondenten. Er is niet aan respondenten gevraagd om objectief te beoordelen of een bepaalde indicator aanwezig was bij het burgerparticipatieproject waarvoor ze waren uitgenodigd, maar er is gevraagd om een subjectieve mening. Door de vragen op deze manier voor te leggen aan de respondenten is de eigen burgerschapsstijl van de respondenten van invloed op hun antwoord. Buitenstaanders zullen naar alle waarschijnlijkheid de vragen behorende bij de maatschappijkritische burgerschapsstijl anders beoordelen dan respondenten met deze burgerschapsstijl. Omdat er geen zicht is op de burgerschapsstijl van de respondenten is het niet mogelijk om te controleren of de gegeven antwoorden van de respondenten samenhangen met hun eigen burgerschapsstijl.

45 Weg van representatieve burgerparticpatie

Daarnaast blijkt uit de analyse dat de indicatoren behorende bij de vier burgerschapsstijlen niet onderscheidend genoeg zijn. Hierdoor is het niet mogelijk om de vragen die bij één burgerschapsstijl behoren samen te voegen. De burgerschapsstijlen kunnen hierdoor niet afzonderlijk meetbaar gemaakt worden. De acht vragen die de vier verschillende burgerschapsstijlen representeren blijken daarentegen samen wel redelijk schaalbaar te zijn, wat betekent dat ze hetzelfde meten. Daarom moet geconcludeerd worden dat de gestelde indicatoren niet geschikt zijn om de verschillende burgerschapsstijlen te meten. Hierdoor kan niet statistisch onderzocht worden of het aansluiten bij de verschillende burgerschapsstijlen van invloed is op de participatiebereidheid van belanghebbenden.

Respondenten die nog nooit zijn gevraagd om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject hebben de stellingen behorende bij de vier verschillende burgerschapsstijlen gerangschikt. De resultaten van deze rangschikking zijn terug te zien in tabel 8 en 9. Voor de uitkomsten van deze rangschikking gelden ook de beperkingen die hiervoor besproken zijn. Wel komt er een beeld naar voren wat voor respondenten belangrijke overwegingen zijn bij deze keuze om al dan niet deel te nemen aan een burgerparticipatieproject. Het lijkt erop dat het bij de uitnodiging vooral belangrijk wordt geacht dat de informatie pakkend, levendig en ter zake is. Het gemiddelde van deze stelling is verreweg het laagst. De gemiddelden van alle andere stellingen liggen veel dichter bij elkaar.

TABEL 8:RANGORDENING VERSCHILLENDE BURGEERSCHAPSSTIJLEN

Ik ben het snelst bereid om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject

Burgerschapsstijl Gemiddelde

1. … als de uitnodiging en informatie die ik krijg pakkend, levendig en ter zake is

Pragmatische burger 1,93

2. … als de gemeente de informatie helder en eenvoudig overbrengt Plichtgetrouwe burger 2,53

3. … als de uitnodiging en informatiebrieven inhoudelijk, intellectueel en

prikkelend zijn

Maatschappijkritische burger

2,90

4. … als ik met veel plezier de uitnodiging en informatiebrieven lees en als

ze er leuk uitzien

Buitenstaander 2,91

TABEL 9:RANGORDENING VERSCHILLENDE BURGERSCHAPSST IJLEN

Ik ben het snelst bereid om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject Burgerschapsstijl Gemiddelde 1. … als ik dicht bij huis terecht kan voor persoonlijk contact met de

gemeente

Plichtsgetrouwe burger 2,32

2. … als deelname voor mij persoonlijk voordeel oplevert Buitenstaander 2,38

3. … als mijn eigen belang in het geding is Pragmatische burger 2,43

4. … als er informatieavonden en inspraakavonden georganiseerd worden Maatschappijkritische burger

2,87

Wederom zijn er significante verschillen waar te nemen wanneer gekeken wordt naar de achtergrond kenmerken van de respondenten. Zo lijken vrouwen het belangrijker te vinden dan mannen dat de uitnodiging er leuk uit ziet en met veel plezier te lezen is (zie tabel 18, bijlage 5). Vrouwen rangschikken de bijbehorende stelling significant hoger dan mannen (p ≤ 0,05). Daarnaast zit er een significant verschil op het kenmerk leeftijd in de rangschikking van de bereidheid om deel te nemen aan een burgerparticipatieproject wanneer de gemeente actief naar hen luistert (p ≤ 0,1). Het lijkt erop dat respondenten tussen de 20 en 40 jaar het belangrijker vinden dan oudere respondenten dat de gemeente actief naar hen luistert (zie tabel 19, bijlage 5).

46 Weg van representatieve burgerparticpatie