• No results found

Collectieomschrijving: schade omschrijving, niet gekoppeld aan een specifieke objectgroep

4 Resultaten & discussie

4.1 Nieuwe inventarisatie archief

4.1.6 Collectieomschrijving: schade omschrijving, niet gekoppeld aan een specifieke objectgroep

Snippers, vuil op blad.

De randen van de bladen zijn door het vuur aangetast en verkoold. De verkoolde randen zijn zodanig verzwakt dat ze bij de minste aanraking losraken van het origineel. Ze vallen dan uiteen in kleine stukjes, snippers. Veel van deze snippers liggen bij het verbrande geblokkeerde archief los in de doos.

De snippers vormen voor het digitaliseren een probleem omdat ze het beeld van het blad verstoren (afbeelding 30, waarbij over een gedeelte van de tekst snippers liggen). Ook moet er rekening mee gehouden worden dat losse snippers, wanneer ze niet goed

Afbeelding 26 Afbeelding 27

Afbeelding 28 Afbeelding 29

verwijderd zijn, of ontstaan tijdens het digitaliseren, de digitaaliseerplek zullen verontreinigen.137

Vuil, extreem vuile bladen.

Veel bladen zijn vervuild door roetsporen. Enkele bladen zijn echter zo ernstig vervuild dat dit het lezen van de tekst ernstig bemoeilijkt. Opvallend is dat juist deze bladen vaak weinig of geen tekst hebben (zie afbeelding 31, dit blad vertoont ook kreukels). Dit doet vermoeden dat het gaat om bladen die tijdens of vlak na de brand aan de buitenkant van stapels protocollen zaten. Omdat ze maar aan één kant, namelijk de kant die niet extreem vervuild is, door de overige bladen werden beschermd kon de andere kant van het blad extreem verontreinigd raken. Het vuil bestaat uit roet.

Bij het digitaliseren zijn deze vuile bladen een probleem. Niet alleen verhindert het vuil dat een goed beeld van het blad kan worden gemaakt, ook zit het roet gedeeltelijk los, en zal het de digitaliseerplek verontreinigen (zie afbeelding 32, waarbij het lezen van de tekst ernstig belemmerd wordt, terwijl het blad ook aangetast is door verbruining).138

Bluswatersporen.

Bij het blussen van de brand is bluswater op de stukken terecht gekomen dat na de door de brand aangerichte ravage vervuild is geraakt. Dit vervuilde water laat sporen na op het papier waarmee het in aanraking komt. Met UV-licht worden deze waterranden beter zichtbaar (afbeeldingen 33 en 34).

137 Bülow en Ahmon. 2011: 75 (zie noot 1 en 3). 138 Bülow en Ahmon. 2011: 75 (zie noot 1 en 3).

De bluswatersporen zijn ook zonder UV-licht bij veel stukken al zichtbaar, maar deze belemmeren het lezen van de tekst niet. Bovendien is al het vuil van het bluswater nu ingebed in het papier, zodat er geen vuil van het papier afkomt. Zodoende vormen de bluswatersporen voor het digitaliseren geen probleem. Er zou zelfs opgemerkt kunnen worden dat ze de gedigitaliseerde beelden historiciteit verlenen.

Vervorming blad.

Sommige bladen vertonen een vervorming, een kleine golving. Deze vervorming verloopt op dezelfde manier door (een groot gedeelte van) de stapel objecten van een reguliere doos (bij de fragmentendozen is dit alleen het geval wanneer de stukken aansluitend zijn, en dus van dezelfde plaats afkomstig). Deze vervorming is flauw (normaliter is het hoogteverschil kleiner dan 0,5 cm) en loopt over een groot gedeelte van het blad (afbeelding 35 gemaakt met strijklicht, waarbij het blad naar beneden toe een kleine vervorming omhoog vertoont).

De flauwe vervorming van een blad zorgt ervoor dat de scherptediepte niet meer optimaal zal zijn. Dit betekent niet per se dat de kwaliteit van het digitale beeld onder de maat is. Wel kan het tot gevolg hebben dat de digitale afbeeldingen niet meer aan de door Metamorfoze gestelde kwaliteitseis voldoet. Het diafragma aanpassen vergroot het gebied waar de scherptediepte goed is. Hierdoor kan het maken van een digitale afbeelding langer duren, waardoor het digitaliseren duurder wordt.

Omgekrulde randen

Sommige randen vertonen echter ook een andersoortige vervorming. De randen van de bladen zijn dan omgekruld. In de forensische literatuur wordt vermeld dat “zwaar lompenpapier”, zoals in dit gedeelte van het stadsarchief uitsluitend is gebruikt, beter bestand is tegen vervormen (“warping”) dan papier dat gemaakt is van houtpulp.139 Het omkrullen is ontstaan doordat het blad door de hitte van het vuur is vervormd. Dit gedeelte van het papier is dus ernstig aangetast, en daardoor extreem fragiel (oftewel verhoornd). Het is daarom waarschijnlijk dat omgekrulde randen, als ze al in dit gedeelte van het archief voorkwamen, inmiddels door brandschade verloren zijn gegaan.

De omgekrulde randen die wel voorkomen vormen een risico voor de andere objecten blad (afbeelding 36 gemaakt met strijklicht, waarbij aan de bovenkant ook een vlakkere vervorming van het blad te zien is). Het bestuderen van de hele inhoud van een aantal dozen in het steekproef-experiment laat zien dat vooral de bladen die minimaal door de brand zijn aangetast vaak omgekrulde randen laten zien. Deze bladen hebben een groter formaat dan de bladen waarvan de randen zijn afgebrokkeld door verbranding, zodat ze eerder tegen iets (bijvoorbeeld de binnenkant van een doos) zullen aanstoten en omgekruld raken. Een dergelijk blad kan door de vervorming achter andere objecten blijven haken, in de eerste plaats die met fragiele randen. Een probleem bij deze schadevorm is dat het papier ondanks de omkrulling nog stevig is. Bij het beroeren van een stapel bladen is het

139 Doud en Hilton 1955: 407 (zie noot 102).

risico groot dat door deze omgekrulde gedeelten verbrande fragiele randen van andere bladen los raken, en zo verloren gaan.

Tekst vervaagd.

Bij sommige bladen is de tekst vervaagd. De ijzergallusinkt is dan verbleekt (zie

afbeelding 37). De oorzaak hiervan is wellicht dat de inkt door het bluswater gedeeltelijk is uitgespoeld. Toch lijkt de verbleking niet per se voor te komen op bladen met waterranden. Het verschijnsel lijkt niet verspreid over het hele archief. Waarschijnlijk heeft de

verbleking te maken met de inktsamenstelling. Bij het blad op afbeelding 39 zijn twee verschillende inkten gebruikt (beide ijzergallus), maar alleen die inkt die voor het bovenste gedeelte van het blad is gebruikt is vervaagd, terwijl de inkt op het onderste gedeelte van het blad veel donkerder is.140

In deze gevallen maakt UV-licht de tekst, zeker bij enkelzijdig beschreven bladen, wel duidelijker te lezen (zie afbeelding 38). Het toepassen van strijklicht verbetert in deze opstelling het lezen van de tekst niet. Overigens moet worden opgemerkt dat de verbleking deze tekst niet onleesbaar maakt. Er is wel contrastverlies, maar met wat concentratie is de tekst nog wel te lezen. Digitaliseren met onderzoeksfotografie, wat duurder is dan

digitaliseren met conventioneel licht, wordt bij het stadsarchief alleen overwogen na een

specifieke onderzoeksvraag van een bezoeker. Het digitaliseren van alle geblokkeerde verbrande bladen met afwijkend licht kan leiden tot het dubbele aantal scans en zal ook de kosten van het digitaliseren zeer verhogen. Daarom zal dus niet snel besloten worden grote hoeveelheden niet-standaard te digitaliseren.

140 Inventarisnummer: 5075/4494 doos 2

Afbeelding 38 Afbeelding 37

Een betere optie is misschien om de bezoeker van het archief zelf met de digitale afbeelding te laten experimenteren door het manipuleren van de contrastinstellingen van het beeld de vervaging van de tekst minder te maken. Deze optie werd als succesvol beschouwd in het artikel van Emily Klayman Jacobson, ‘Solving the puzzle of Debora’s diary’.141

Kreuk

Op afbeelding 39 is ook te zien dat er een kreuk over het blad loopt. Wanneer de kreuk over de tekst loopt waardoor deze niet goed meer te lezen is zal voor het digitaliseren de kreuk verwijderd moeten worden. In de doos 2 van inventarisnummer 5075/4494 zijn veel bladen met kreuken gevonden.

Blad verbruind.

Bij sommige bladen treedt ook contrastverlies op, maar dan niet door verbleking van de tekst, maar door verbruining van het blad. Het komt voor dat het gehele blad een

bruinachtige tint heeft aangenomen (afbeelding 40, foto niet uit fragmentendoos maar inventarisnummer 5075/2615), of dat een bepaald gedeelte van het blad een (zeer) bruine kleur heeft gekregen (afbeelding 41, waarbij in het midden van het dubbelblad een

vlammenpatroon te zien is). Bij de eerste vorm van verbruining is het onduidelijk waarom juist bepaalde bladen zijn aangetast. Bij de tweede vorm van verbruining lijkt het alsof het vuur op die plek, door de ruimte tussen de bladen, meer ruimte had om het blad aan te tasten. Of misschien heeft hete waterdamp, ontstaan bij het blussen, het papier op deze plekken aangetast.

141 Jacobson 2005: 22 (zie noot 92).

Door het contrastverlies is de tekst weliswaar minder duidelijk zichtbaar, maar met wat meer inspanning nog steeds te lezen. Hier maakt het UV-licht de tekst niet duidelijker zichtbaar. De verbruinde delen van het blad absorberen het UV-licht, net als de met ijzergallus-inkt geschreven tekst. Hierdoor geven zowel de tekst als de verbruinde

gedeelten van het blad een donker beeld, en wordt het beeld onder UV-licht alleen minder duidelijk. Ook hier zou het aanpassen van contrastinstellingen van het digitale beeld de tekst beter zichtbaar kunnen maken.

Tekst op verkoolde rand.

Schade door verkoolde randen moet apart worden genoemd omdat daardoor het

gearchiveerde materiaal zijn waarde voor het archief verliest. De protocollen zijn immers waardevol zolang ze leesbaar zijn. Op verkoolde randen is de tekst moeilijk leesbaar terwijl die gemakkelijk verloren gaat vanwege de brosheid van verkoold papier (zie afbeelding 42, vooral het verbrande uitstekende stuk rechts boven loopt een zeer groot risico om los te raken).

Door UV-licht wordt de tekst op deze plekken niet beter leesbaar. De verkoolde rand geeft op UV-foto’s een zwart beeld, evenals de tekst (zie afbeelding 43). Dit betekent niet dat met andere hulpmiddelen (of andere toepassingen van UV-licht) de leesbaarheid niet zou kunnen worden vergroot. Helaas waren bij het schrijven van deze scriptie de middelen niet voorhanden om dit te testen.

Aantasting blad, UV-foto’s.

In eerste instantie werden de aangetaste bladen onder UV-licht bekeken om te zien of de tekst op de verkoolde delen beter leesbaar zou worden. Hoewel dit niet het geval bleek werd daarbij wel een interessant fenomeen waargenomen. Het leek namelijk alsof op een deel van de UV-foto’s de aantasting van het blad te zien was. Onder UV-licht leek het aangetaste deel van het blad, de zijkant, bruiner dan het deel dat minder was aangetast, het midden van het blad. Deze verbruining verliep gradueel, waardoor een mooi beeld van de risicoplekken van een blad ontstond (afbeelding 43).

Of deze interpretatie van de UV-beelden correct is is niet zeker. Het zou ook om minder duidelijk afgetekende waterranden kunnen gaan; omdat water gemakkelijker doordringt aan de rand van een blad dan in het midden, is een geleidelijk verloop van de verbruining ook dan te verwachten.

Eerdere restauraties Bij inventarisnummer 5075/3712 is een oude restauratie aangetroffen die een scheur verbergt (zie afbeelding 44). Hoewel de restauratie niet erg zorgvuldig is uitgevoerd (het materiaal dat op de scheur is geplakt is vele malen groter dan nodig is), is de tekst nog goed zichtbaar. Voor het digitaliseren lijkt dit dan ook geen probleem.

Afbeelding 42 Afbeelding 43

Verkleving

Verkleving tussen bladen te zien zowel bij zowel inventarisnummer 5075/2560 A en inventarisnummer 5075/3712. Verkleving lijkt in enkele gevallen samen te hangen met de aanwezigheid van ouwelzegels of fragmenten die eerder op een van de met elkaar

verkleefde bladen zijn geplakt. Verkleving kan tijdens het doorbladeren van de bladen zorgen voor verdere schade, wanneer men niet op deze schade bedacht is (zie afbeelding 45 met strijklicht, zodat de verkleving beter zichtbaar is.