• No results found

Click Lo Note= 23

In document 2.0 NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING (pagina 123-127)

Instellingen:

Nootnummer: 0 tot 127

33 ClickOut

Deze functie stelt de bestemming van de output van de CLICK in. U kunt bijvoorbeeld aparte outputs instellen voor de click en de song. De drummer kan de click als een guide click gebruiken als hij met een song van de DTX meespeelt gedurende een live optreden of tijdens studio opnamen.

Stel de uitgang in met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen. Selecteer uit de vol-gende jacks:

main L+R ... Output van de OUTPUT L (MONO) jack en OUTPUT R jack op het achterpaneel.

Output van de AUX OUT L jack en de AUX OUT R jack op het achter-paneel.

Output van de OUTPUT L (MONO) jack op het achterpaneel.

Output van de OUTPUT R jack op het achterpaneel.

Output van de AUX OUT L jack op het achterpaneel.

Output van de AUX OUT R jack op het achterpaneel.

Dit is een extra kenmerk van de DTX versie 2.0.

Zie de System Upgrade Information Guide (bij-gesloten in dit pakket).

35 Tempo

Deze functie stelt het tempo van een patroon in op ofwel iedere keer terugwijzigen in standaard tempo ofwel op ongewijzigd blijven op het ingestelde tempo als er van patroon gewisseld wordt in Pattern Play mode.

Stel het tempo in met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen. De volgende twee parameters zijn beschikbaar.

pattern ... Verandert het tempo van een pa-troon in het standaard tempo als er van patroon wordt gewisseld.

Het tempo blijft ongewijzigd het in-gestelde tempo als er van patroon wordt gewisseld.

Deze functie zet het aftellen, voor het afspelen of opnemen van een patroon of song, aan of uit.

Zet deze functie aan of uit met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen. Het aftellen wordt uitgevoerd als de functie aan staat.

MISC.

37 GrvCheck (groove check)

Deze stelt de Groove Check mode in.

Stel de parameter in met het Data Scroll Wiel of de +1/YES en -1/NO knoppen. De volgende twee typen zijn beschikbaar:

single ... De DTX toont de afwijking van de ontvangen data van een pad of drum ten opzichte van de beat in klok-een-heden. Dit is handig om de timing van een snare of kick te controleren.

De minimum eenheid-waarde van de groove check hangt af van de quantize instelling van de click.

De LCD toont het gemiddelde per-centage in de display van de timing van de beat ten opzichte van de pre-cieze beat van de groove check. 100%

staat voor 1/16e nootquantize. Hier-mee kunt u de groove van de gehele drumset controleren.

N.B. Zie P. 97 voor verdere details over de groove check functie.

38 Break TB (break top/bottom)

Met deze functie kunt u een break in het ritme in-voegen in Pattern Play mode. (Alleen het ritme van de gespecificeerde maten worden gemute’.) Stel de lengte van de break in door het aantal maten te selecteren.

Selecteer eerst het patroon in Pattern Play mode en ga deze pagina binnen.

Zet de pijl met de < > pijlknoppen op T (TOP) en B (BOTTOM) en stel het nummer van de maat waar een break moet volgen in met het Data Scroll Wiel of de +1/YES en -1/NO knoppen. T en B hebben de volgende functies:

1

2

T(TOP) ... Mute de geselecteerde maten van een ritmepart vanaf het begin van het pa-troon.

Mute de geselecteerde maten van een ritmepart vanaf het einde van het pa-troon.

B(BOTTOM) ...

Als u bijvoorbeeld het ritmepart van de 1e en 4e maat van een 4-maats-patroon wilt mute’n, stel dan het nummer in het T en B focus gedeelte in op “1”.

4-measure pattern

mute mute

T=1 B=1

1 2 3 4

N.B. Stel het T en B focus gedeelte in op “0” als u geen van de maten van dit patroon wilt mute’n.

Druk op de START/STOP knop om deze func-tie uit te voeren. De mute instellingen zijn ef-fectief voor het huidig geselecteerde patroon.

3

N.B. Deze functie beïnvloedt alle patronen. Vandaar dat het resultaat soms niet is zoals u het bedoeld had indien u dezelfde instelling op een patroon met een andere maatstructuur toepast.

39 MIDIctrl (MIDI control)

Deze stelt de DTX in om system real-time bood-schappen (start, doorgaan, stop) te verzenden en te ontvangen.

Als deze functie aanstaat, kunt u de externe sequencers of ritmemachines besturen met de START/STOP knop van de DTX en tevens het DTX patroon besturen of de song afspelen vanaf de externe sequencer.

Zet deze functie aan of uit met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen. Als de func-tie aanstaat kan de DTX system real-time bood-schappen verzenden en ontvangen. Zet de functie uit als u hem niet gebruikt.

MISC.

SNARE KICK CYMBAL

MIDIctrl

= on

Instellingen:

off, on

40 SyncMode (synchronisatie mode)

Deze synchroniseert de DTX met het externe MIDI apparaat zoals een ritmemachine.

Stel de SyncMode in met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen. De volgende twee modes zijn beschikbaar.

int ... Hiermee kunt u de start/stop/doorgaan (continue)/tempo en het synchroniseren van het afspelen van een patroon of song vanaf een extern apparaat met de DTX besturen.

Hiermee kunt u de start/stop/doorgaan (continue)/tempo en het synchroniseren van het afspelen van een patroon of song vanaf de DTX met een extern apparaat besturen.

ext ...

MISC.

SNARE KICK CYMBAL

SyncMode

= int

Instellingen:

int, ext

N.B. Zet de functie op “int” als u niet in sync aan het spelen bent met een extern MIDI apparaat.

N.B. Het is noodzakelijk om eerst de transmissie/recep-tie van System Real-time Message (start/stop/conti-nue) aan te zetten.

41 MULTI (multi-timbre)

Deze MULTI sub-mode bevat de DTX instellingen voor het gebruik van de DTX als een multi-timbre toongenerator. Selecteer uit deze pagina tot en met de 47e met de PAGE, en PAGE. knoppen.

N.B. Als u de DTX als een toongenerator gebruikt, moet u het toetsenbord of computer (sequencer) op de DTX aansluiten met MIDI kabels. Zie P. 129 voor details.

MISC.

SNARE KICK CYMBAL

UTILITY [ MULTI]

N.B. Ga met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen vanuit deze pagina naar sub-mo-des.

42 Mast Tune (master tune)

Deze functie stelt de master tune (master stemming) in van de toongenerator. Verfijnde stemming kan gemaakt worden met ongeveer 1.2 honderdste (cent) toe- en afname.

Stel deze parameter in met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.

MISC.

SNARE KICK CYMBAL

MastTune

= 0

Instellingen:

-64 tot 0 (normale toonhoogte) tot +63 (eenheid = 1.171875 cent)

43 Program

Deze wijst (normale) toetsenbord voices aan ieder part (1 tot 16) toe. Iedere voice correspondeert met de program change nummers 1 tot 128 (GM system niveau 1).

N.B. De huidig geselecteerde drumkit in Drum Kit Play mode is toegewezen aan part 10.

Verplaats de pijl en selecteer het partnummer met het Data Scroll Wiel of met de +1/YES en -1/NO knoppen.

Zet de pijl op voicenaam en selecteer de voice die u wilt gebruiken.

Herhaal stappen 1 en 2 en wijs een voice aan iedere part toe.

1

2

3

N.B. Zie P. 147 voor details over de voice lijst.

N.B. Het is ook mogelijk om een ander part als 10 in te stellen voor de drumkit. Een drumkit is beschikbaar na het program change nummer 128. Als deze is ingesteld op drumkit (aangezien ritmeinstrumenten niet aan alle nootnummers zijn toegewezen) toont de LCD “No Voice” op de display als de data die vanaf een extern MIDI apparaat worden verzonden niet door de DTX gegenereerd kunnen worden.

MISC.

SNARE KICK CYMBAL

Program

In document 2.0 NEDERLANDSTALIGE HANDLEIDING (pagina 123-127)