• No results found

v.4. Z one iii

VI. Chronologisch overzicht

De oudste resten op het tracé zijn enkele losse vondsten. De meest kenmerkende elementen zijn een vermoedelijk mesolithische kern aangetroffen op zone IV en een laatneolithische pijlpunt in de vermengde laag van zone I. In die laag werden ook een aantal scherven uit de metaaltijden (mogelijk late bronstijd of vroege ijzertijd) opgemerkt.

Een erg belangrijke vondst is deze van een nederzettingssite vermoedelijk uit de vroege La Tène op zone IV. In de 8m brede sleuf werden over een lengte van 0m in totaal 7 constructies herkend. Het betreft 1 tienpalig, 1 mogelijk achtpalig,  zespalige en 2 vierpalige gebouwen die wellicht te interpreteren zijn als bijgebouwen behorend tot een erf. De verschillende overlappingen en herstellingen wijzen erop dat er meerdere fases van aanleg of gebruik zijn geweest. Eén of meerdere hoofdgebouwen, samen met andere erfstructuren, bevinden zich waarschijnlijk in de directe omgeving.

Ongeveer 0m ten noorden van dit vermoede erf bevindt zich een zone die lijkt omsloten te worden door twee grachttracés. In deze zone III werd in één windval bijzonder veel aardewerk uit de vroege La Tène-periode aangetroffen. De 472 scherven dateren in de tweede helft van de de eeuw v.Chr. Het is natuurlijk de vraag hoe deze hoeveelheid aardewerk in dit spoor terechtgekomen is. Het is evenzeer opmerkelijk dat elk grondspoor van deze zone – zelfs twee kleine paalsporen – aardewerk bevat.

Op zone II werd over ongeveer 100m een Romeins grachttracé gevolgd. Op zone I waren er meer nederzettingssporen aanwezig. Het gaat over een gracht, een vierpalige spieker met mogelijke trap en een waterput uit de late 1ste eeuw die in de loop van de 2de eeuw deels werd uitgebroken en opgevuld met afval. Ook hier wijst de vondst van betrekkelijk veel en verscheiden aardewerk op de aanwezigheid van een nederzettingskern of erf in de directe nabijheid. In diezelfde zone I werden nog een aantal losse vol- tot laatmiddeleeuwse scherven aangetroffen.

hoorne J., Archeologische opvolging Aquafintracé Knesselare - Aalter-Brug Fase 2. 7 tot 18 augustus 2006. 4

VII. Conclusie

Van 7 tot 18 augustus 2006 volgde de Kale – Leie Archeologische Dienst Fase 2 van de Aquafinwerkzaamheden rond de dorpskern van Knesselare op. Gezien de uiterst succesvolle voorgaande campagne eind 200, werd ook van deze ingreep veel verwacht. Op het terrein werden bij de initiële prospectie van de afgravingen  zones weerhouden voor verder onderzoek. Deze zones leverden enkele oude losse vondsten op, waaronder een vermoedelijk mesolithische kern en een laatneolithische pijlpunt. Belangrijker waren echter de overgebleven grondsporen van een vroeg La Tène-erf met 7 bijgebouwen en ten noorden daarvan een dubbel omgrachte zone met een bijzonder mooie en grote context aardewerk vervat in een windval daterend uit de tweede helft van de de eeuw v.Chr. Eveneens van belang is zone I waar een Romeinse spieker en waterput uit de late 1ste eeuw (opgevuld met nederzettingsafval in de loop van de 2de eeuw) werden aangetroffen. Jongere resten zijn er in de vorm van enkele losse vol- en laatmiddeleeuwse scherven. Ondanks de erg spoedige afronding van het terreinwerk, kon door omstandigheden dit rapport pas begin 2009 opgeleverd worden.

Opnieuw is deze archeologische werfopvolging van de aanleg van een aquafincollector dus vrij succesvol gebleken. Ondanks de beperkte breedte van de sleuf met 8m konden toch weer enkele indicatieve vondsten worden gedaan. Niet alleen verschillende oude losse vondsten maar ook delen van erven uit zowel de ijzertijd (met 7 bijgebouwen) als de Romeinse periode (met 1 bijgebouw en een waterput) hebben hun intrinsieke waarde maar werpen ook een licht op de directe omgeving, waar met quasi zekerheid nog een uitgebreidere nederzettingskern (ofwel erf) kan worden verwacht. Hierbij wordt de echte waarde van een dergelijke werfopvolging bewezen: de input naar beheersmatige archeologie.

hoorne J., Archeologische opvolging Aquafintracé Knesselare - Aalter-Brug Fase 2. 7 tot 18 augustus 2006. 4

Bibliografie

Ampe c., bourgeois J., FockeDey l., lAngohr r., megAnck m. & semey J., 199. Cirkels in het land. Een inventaris van cirkelvormige structuren in de provincies Oost- en West-Vlaanderen. Deel 1.

bourgeois J., pArmentier F., rommelAere J. & vermeulen F., 1989. Noodopgravingen in de landelijke nederzettingen uit de late ijzertijd, de Gallo-Romeinse periode en de late middeleeuwen te Evergem/ Spoorwegstraat. Vobov-Info 4-: 28-41.

cherretté b. & bourgeois J., 2002. Palenkrans uit de midden-bronstijd en nederzettingssporen uit de late ijzertijd te Oedelem-Wulfsberge, W.-Vl. (2001). Lunula. Archaeologia protohistorica X: 1-1. De clercq W. & De mulDer g., 1998. Vroege La Tène-bewoning in de vallei van de Kale te Vosselare – Meerskant (gem. Nevele, prov. O.-Vl.): materiaalstudie en situering in het regionale nederzettingspatroon. Lunula. Archaeologia protohistorica VI: 69-74.

De clercq W., hoorne J. & vAnhee D., 2007. Een versterking te Knesselare – Kouter: opgravings-campagne 2006 (Oost-Vlaanderen). Romeinendag 21-04-2007: 111-11.

De clercq W., hoorne J. & vAnhee D., 2006. Boeren & krijgers op het Menapische platteland. Een inheemse nederzetting en een versterking te Knesselare-Kouter. Romeinendag 06-0-2006: 27-. De clercq W. & thoen h., 199. IJzertijdvondsten te Zomergemboven (gem. Zomergem, O.-Vl.). Lunula. Archaeologia protohistorica III: 7-76.

De mulDer g. & velghe m., 1997. Sporen van een vroege La Tène-nederzetting te Brakel. Vobov-Info 46: -10.

hAnecA k., 2006. Verslag dendrochronologisch onderzoek: Waterput Aquafintracé B. (= niet gepubliceerd verslag, Universiteit Gent)

hoorne J., De clercq W. & verbrugge A., 2007. Archeologisch onderzoek Aalter – Loveldlaan.  tot 1 juli 2006. (= KLAD-Rapport )

hoorne J., eggermont n., Decorte J. & vAnhee D., 2007. Sporen uit de metaaltijden op het Aquafintracé Knesselare – Aalter-Brug Fase 1 (provincie Oost-Vlaanderen). Lunula. Archaeologia protohistorica XV: 11-1.

hoorne J., eggermont n., Decorte J. & vAnhee D., 2006c. Archeologische begeleiding van het Aquafintracé Knesselare – Aalter-Brug. Jaarverslag van de provincie Oost-Vlaanderen. Monumentenzorg en Cultuurpatrimonium 200: 166-169.

hoorne J. & vAnhee D., 2007a. Romeinse resten op het Aqaufintracé Knesselare – Aalter-Brug Fase 1B en 2. Romeinendag 21-04-2007: 111-11.

hoorne J. & vAnhee D., 2007b. Nederzettingssporen uit de Vroeg La Tène-periode en andere vondsten uit de Metaaltijden op het Aquafintracé te Knesselare (provincie Oost-Vlaanderen). Lunula. Archaeologia protohistorica XV: 147-14.

6 Kale-Leie Archeologische Dienst 2009, KLAD-Rapport 12

hoorne J., vAnhee D., eggermont n. & Decorte J., 2006b. Dwars door het landschap. Resten van een nederzetting, akkersystemen en begravingen op het Aquafintracé Aalter-Brug – Knesselare. Romeinendag 06-0-2006: 41-47.

hoorne J., vAnhee D., eggermont n. & Decorte J., 2006a. Archeologische opvolging Aquafintracé Aalter-Brug – Knesselare fase 1A,  november – 2 december 200. (= KLAD-Rapport 1)

int ven i. & De clercq W., 200. Een lijn door het landschap. Archeologie en het VTN-project 1997-1998. Deel 1 & 2. (= Archeologie in Vlaanderen Monografie )

verbeek c., DelAruelle s. & bungeneers J., 200. Verloren voorwerpen. Archeologisch onderzoek op het HSL-traject in de provincie Antwerpen.

GERELATEERDE DOCUMENTEN