• No results found

CDR als aanvulling op mitigatie

Monique Riphagen, Frans Brom 6.1 Inleiding

6.9 CDR als aanvulling op mitigatie

Bovenstaande maakt duidelijk dat klimaatengineering in de vorm van CDR geen alternatief vormt voor mitigatie en zeker geen quick fix biedt voor het klimaatprobleem. De volumes aan CO2 die jaarlijks de lucht in worden gestoten, zijn te groot om volledig met CDR te kunnen compenseren. En op den duur zijn de meeste CDR-technologieën eindig, omdat ze zo grootschalig moeten worden toegepast. We kunnen niet onbeperkt doorgaan met het telen van plantaardig materiaal, het bebossen van de aarde of het delven van olivijn. Daarom kan geen enkele CDR-technologie op zichzelf het klimaatprobleem oplossen. Wel is een mix van bovenstaande technologieën een waardevolle en

noodzakelijke aanvulling op mitigatietechnologieën. De noodzaak tot het toe- passen van CDR wordt breed gevoeld en toepassing kan rekenen op een breed draagvlak onder stakeholders in het klimaatdebat (de ijzerfertilisatie van oceanen uitgezonderd). Volgens hen moeten CDR-technologieën worden toegevoegd aan de mitigatie- en adaptatie-opties, die stuk voor stuk nodig zijn om het klimaatprobleem te managen en te ernstige gevolgen te voorkomen.

6.10 Onderzoek en regulering

Ook wat betreft CDR is regulering noodzakelijk. Hierbij gaat het niet om het verdragsmatig reguleren of verbieden van de verschillende technologieën. De eventuele nadelen van CDR zijn namelijk niet grensoverschrijdend (ijzerfertili-satie uitgezonderd), en leveren geen onmiddellijke nadelen op voor buur-landen. De grootschalige toepassing van ijzerfertilisatie wordt al gereguleerd door verschillende verdragen.

Om de technologieën beter te kunnen ontwikkelen en om ze aan de mix van mitigatie en adaptatie toe te voegen is het wel wenselijk dat hun gebruik als aanvullend instrumentarium erkend wordt in het VN-Raamverdrag.

Om tot een goede inpassing van CDR-technologieën in het VN-Raamverdrag te komen, moet het effect van een bepaalde CDR-technologie vergeleken kunnen worden met uitstootverlaging; er moet dus via een betrouwbare meting vastgesteld kunnen worden hoeveel CO2 er met de toepassing van een be-paalde technologie vastgelegd kan worden. Hoeveel ruimte geven CDR-technologieën om de uitstootverlaging over een langere tijd uit te smeren? Die vraag moet binnen het verdrag beantwoord worden, en dat kan pas als deze technologieën geaccrediteerd worden. Dat wil zeggen dat er een normstelsel moet worden opgetuigd over de hoeveelheid CO2 die per technologie wordt afgevangen. Om tot betrouwbare cijfers te kunnen komen is praktijkonderzoek nodig. Dat wil zeggen onderzoek dat niet uitgaat van de ideale omstandig-heden in het lab of achter de computer, maar dat probeert te bepalen wat de bijdrage van CDR-technologieën onder reële omstandigheden is. Een uitge-breid onderzoeksprogramma dat zo is opgezet dat de uitkomsten voor interna-tionale onderhandelingen bruikbaar en betrouwbaar zijn, is nodig om hier een antwoord op te krijgen.

De weg die nu open ligt is er één waarbij de verschillende technologieën één voor één worden opgenomen in het VN-Raamverdrag. Namelijk telkens als de stand van de techniek er klaar voor is en er overeenstemming bestaat over de bijdrage die de technologie kan leveren. Monitoring van deze technologieën en van de eventuele perverse prikkels die opname ervan in het VN-Raam-verdrag impliceert, blijft nodig. CDR-technologieën leveren geen werkelijke bijdrage als bijvoorbeeld de teelt van plantaardig materiaal pas mogelijk wordt door eerst een bos te kappen. De toepassing van relatief eenvoudige en

goed-kope CDR-technologieën kan de toepassing van lastige en dure mitigatie-maat-regelen nog even uitstellen. In deze zin kan een mix van mitigatie en CDR worden samengesteld. Uit het voorgaande moet duidelijk geworden zijn dat CDR wel extra tijd voor mitigatie kan opleveren, maar dat het de grote volumes aan CO2-uitstoot niet volledig kan opvangen. De mogelijkheden die CDR-technologieën bieden, zijn eindig.

CO2-prijs

Omdat de verschillende CDR-opties vooralsnog relatief duur zijn, is toepassing op grote schaal op korte termijn niet te verwachten. Als toepassing van CDR volgens marktmechanismen plaats zou moeten vinden, vormt deze hoge prijs een belemmering. Om een markt voor CDR-technologieën te laten ontstaan is enerzijds verdere ontwikkeling van de technologie nodig, terwijl anderzijds waarschijnlijk ook de CO2-prijs zal moeten stijgen. Om een succesvolle toepas-sing van CDR mogelijk te maken, moet in internationaal verband de mogelijk-heid worden onderzocht welke instrumenten het meest effectief zijn om de CO2-prijs te laten stijgen en moeten deze worden toegepast.

Nederland kan een bijdrage leveren door CDR als instrument op de agenda te zetten van de internationale klimaatonderhandelingen in 2015. Het zou boven-dien aanbevelingswaardig zijn als Nederland het voortouw neemt door het instellen van een nationaal onderzoeksprogramma. Nederland heeft reeds enige expertise op het gebied van olivijn, biochar, biobased society en CCS. De verdere uitbouw van deze onderzoeksgebieden kan Nederland een voor-sprong geven in het ontwikkelen van deze technologieën.

Omdat publieke discussie over klimaatengineering wenselijk is, heeft het Rathenau Instituut dit rapport gepubliceerd. Voordat CDR grootschalig wordt toegepast, verdient het aanbeveling om deze discussie in een brede context van mitigatie en adaptatie te laten plaatsvinden, als onderdeel van de bredere klimaatdiscussie. Dit zal klimaatstakeholders aan het onderwerp klimaatengi-neering verbinden. Ook verbindt het de klimaatwetenschappers die zich bezighouden met de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering met de klimaatengineers. Vooralsnog zijn dit gescheiden werelden, waartussen weinig communicatie plaatsvindt. Een integrale discussie over mogelijke en wenselijke oplossingen van het klimaatprobleem, inclusief klimaatengineering, kan het probleem klimaatverandering opnieuw stevig op de kaart zetten.