• No results found

Casus ‘Oversluiten’ - antwoorden - uitwerkingen

Bas (37 jaar) en Mirthe (34 jaar )hebben zeven jaar geleden hun eerste woning gekocht. Ze willen graag de bestaande hypothecaire lening oversluiten vanwege de huidige lage rentestand.

Huidige woning en hypothecaire lening

Bas en Mirthe hebben de woning gefinancierd met een spaar/beleggingshypotheek van € 60.000 en een aflossingsvrij lening van € 140.000. De rente is zevenjaar geleden voor 10 jaar vastgezet op 6 %. De inleg op de kapitaalverzekering (KEW) bedraagt € 75 per maand. Het opgebouwde kapitaal in de KEW is momenteel € 5.000.

Over 23 jaar geeft de KEW een geprognotiseerde uitkering € 60.000. Daarnaast hebben ze destijds een annuïtair dalende overlijdensrisicoverzekering op twee levens gesloten van € 60.000. De getaxeerde marktwaarde van de woning is € 216.000.

Overige gegevens Bas en Mirthe

-Bas is in vaste dienst en heeft een bruto maandinkomen van € 3.200;

-Mirthe werkt parttime in vaste dienst en heeft een bruto maandinkomen van € 1.600;

-Bas en Mirthe sparen maandelijks € 150 op een spaarrekening, waarop nu een saldo staat van € 15.000.

Wensen van Bas en Mirthe

-Bas en Mirthe willen profiteren van de lage rente, maar ook niet teveel risico lopen op plotseling hogere maandlasten. Ze willen daarom de rente op tien jaar vast zetten tegen een rente van 3,3%;

-De boeterente voor het vervroegd aflossen is € 16.000. Daarnaast maken ze advieskosten (€ 1.400) en taxatiekosten (€ 450) voor het oversluiten. Omdat ze bij dezelfde bank blijven betalen ze geen notariskosten;

-Bas en Mirthe willen de overlijdensrisicoverzekering van € 60.000 handhaven.

Vraag 1

Bereken voor Bas en Mirthe binnen hoeveel maanden zij de kosten van het oversluiten terugverdienen indien ze de bijkomende kosten uit eigen middelen betalen. (Rond af op hele maanden)

Antwoord vraag 1

Het juiste antwoord is: 40 maanden.

Huidige bruto maandlasten: € 200.000 x 6%/12 + € 75 = € 1.075 Nieuwe bruto maandlasten: € 200.000 x 3,3%/12 + € 75 = € 625

-/-Verschil € 450 per maand

Kosten oversluiten: € 16.000 + € 1.400 + € 450 = € 17.850.

Terugverdientijd is € 17.850 / € 450 = 39,67 = 40 maanden Toetsterm 3c.2 het advies onderbouwen

Vraag 2

Stel dat Bas en Mirthe de bijkomende kosten meefinancieren. Ga uit looptijd 30 jaar rente 3,3%. Rond af op hele maanden.

Antwoord vraag 2

De annuïteitenfactor bedraagt € 228,3338. De hoogte van de bijkomende kosten bedragen € 17.850. De bruto lasten voor het nieuwe leningdeel bedragen dan € 17.850 / 228,338 = € 78,18. Het verschil in maandlasten daalt daardoor naar € 450 -/- € 78,18 = € 371,82. Terugverdientijd is € 17.850 / € 371,82 = 48 maanden.

Toetsterm 3c.2 het advies onderbouwen

Vraag 3

Je vraagt aan Bas en Mirthe waarom ze in het verleden zo’n groot gedeelte aflossingsvrij hebben afgesloten. Mirthe geeft aan dat haar vader een flinke beleggingsportefeuille heeft die zij en haar twee zussen na het overlijden van haar vader in de toekomst mogen verdelen. Toevallig is de vader van Mirthe ook een klant van je en je weet dat de waarde van de beleggingen flink is gedaald en dat de vader een gedeelte wil gaan verkopen voor de aankoop van een nieuwe luxe auto.

Welke van onderstaande reacties is het meest juist en professioneel?

A. Beste Bas en Mirthe, ik mag jullie inhoudelijk niets vertellen over de beleggingen van je vader maar ik adviseer je ten zeerste om hier met je vader over te praten.

B. Beste Bas en Mirthe, je vader is zoals je weet ook een klant van mij. De laatste tijd zijn de beleggingen door diverse oorzaken gezakt, ik zou als ik jullie was geen rekening houden met een al te groot bedrag.

C. Beste Bas en Mirthe, ik mag jullie niets zeggen over de beleggingen van je vader, ik wil graag met jullie bespreken wat de risico’s zijn van beleggen en kijken of beleggen bij jullie situatie past.

Antwoord vraag 3

Het juiste antwoord is: Beste Bas en Mirthe, ik mag jullie niets zeggen over de beleggingen van je vader, ik wil graag met jullie bespreken wat de risico’s zijn van beleggen en kijken of beleggen bij jullie situatie past. (C) Op basis van je integriteit kun je niets zeggen over de waarde van beleggingen van de vader van Mirthe. Wat je moet doen als adviseur is de klant wijzen op de risico’s van beleggen. Op basis van je klantinventarisatie stel je het risicoprofiel van Bas en Mirthe vast en bepaal je of de huidige situatie past bij de risicohouding.

Toetsterm 4a.4 Morele aspecten en verantwoordelijkheid uitleggen

Vraag 4

Uiteindelijk blijkt dat Bas en Mirthe geen beleggers zijn. Bas wil weten of hij zijn huidige KEW kan omzetten naar een spaarvariant en dan wel zodanig dat hij gegarandeerd een zo hoog mogelijk bedrag met zekerheid kan opbouwen.

Welke van onderstaande beweringen is juist?

A. Het garantiekapitaal dat Bas en Mirthe kunnen opbouwen bedraagt maximaal € 60.000.

B. Bas en Mirthe mogen de inleg van € 75 niet verhogen en ze mogen de looptijd niet verlengen.

C. Bas en Mirthe mogen de inleg van € 75 niet verhogen. Wel kunnen ze de looptijd van de verzekering eventueel verlengen.

Antwoord vraag 4

Het juiste antwoord is: Bas en Mirthe mogen de inleg van € 75 niet verhogen en ze mogen de looptijd niet verlengen. (B)

Voor alle op 31 december 2012 bestaande SEW,BEW en KEW’s geldt vanaf 1 januari 2013 het overgangsrecht. Het overgangsrecht houdt in dat alle bepalingen met betrekking tot de SEW, BEW en KEW die tot 31 december 2012 gelden, ook daarna gelden.

Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

-het eindspaarbedrag/eindkapitaal van de SEW en KEW waarbinnen alleen wordt gespaard, mag vanaf 1 april 2013 niet meer worden verhoogd;

-wordt binnen de BEW of KEW belegd, dan mag de inleg/premie vanaf 1 april 2013 niet meer worden verhoogd;

-de looptijd van de SEW, BEW en KEW mag vanaf 1 april 2013 niet meer worden verlengd;

-Dit betekent dat de premie van € 75 leidend is.

Toetsterm 1e.12 voortzetten KEW/BEW/SEW