• No results found

Hoewel De Bergen in Capelle aan den IJssel en Onder de Bogen in Zwolle qua omgeving van elkaar verschillen, hebben beide projecten bijgedragen aan een hogere woonkwaliteit, is in hoge dichtheid woningdifferentiatie ontstaan en een wisselwerking tussen privé en openbaar nagestreefd. Enerzijds in de drukte van het winkelend publiek in de stadskern van Zwolle, anderzijds in de groeikern Capelle waar kinderen rustig spelen door gescheiden verkeersstromen.

Beide projecten zijn tot stand gekomen in de tweede fase van PEW. Het beleid kwam in deze periode echt op stoom, de doelstelling om eenvormigheid te doorbreken veranderde naar de

verbetering van woonkwaliteit. Hoewel de Capelse middelhoogbouw met haar achthoekige woontorens eenvormigheid doorbreekt, verbeterde deze tegelijkertijd de woonkwaliteit van haar bewoners ten opzichte van eerder gebouwde flats in die gemeente. Ook het Zwolse

stadsvernieuwingsproject verhoogde de woonkwaliteit: in de verkrotte binnenstad ontstond een nieuw woningcomplex in plaats van de geplande vierbaansweg. De opvolgers van Minister Schut gaven prioriteit aan actuele thema’s binnen hun beleidsperiode, met hoge dichtheid,

74 combineerde met een nieuwe vorm van middelhoogbouw, ontstond in Zwolle stadsvernieuwing in hoge dichtheid.

Zowel Stegeman als van Eyck en Bosch hebben woningen in hoge dichtheid met

woningdifferentiatie ontworpen. Stegeman verklaarde dat zijn groeikernproject in het teken stond van de mensen zelf. Niet de omvangrijke hoogbouw uit de voorgaande decennia, maar

middelhoogbouw met menselijke maat als uitgangspunt. Niet bouwen voor het gezin, maar ook een plek bieden aan alleenstaanden in hetzelfde ontwerp. Van Eyck en Bosch stelden vooral de

vervlechting en diversiteit van functies voorop, “van welke wij het wonen als de meest belangrijke aanmerken”. Door handhaving van de aanwezige stedenbouwkundige structuur is in Zwolle een hoge bebouwingsdichtheid voortgevloeid die een intieme en kleinschalige sfeer heeft gekregen.138

In Capelle aan den IJssel is woningdifferentiatie ontstaan door de vier achthoekige

woonlagen naar boven toe te verjongen. Een woning in De Bergen is gelijkvloers en heeft dus maar één woonlaag. Alleen de bovenste woonlaag heeft een extra verdieping waar een vide is

gerealiseerd. In een woontoren is dus ruimte voor een gemengde bewonersgroep. Vanwege het grote aantal geschakelde wooneenheden zijn in Capelle 878 woningen ontstaan met een

parkeermogelijkheid op het maaiveld. Het Zwolse project is afwisselend drie of vier bouwlagen hoog, met aan de Nieuwstraat winkelruimtes op het maaiveld. Met minimaal één tot maximaal drie

woonlagen per woning maakt ook Onder de Bogen ruimte voor verschillende

huishoudensamenstellingen. Met 75 woningen en 21 bedrijfsruimten is het grote aantal van Capelle niet te evenaren. Het uitzonderlijk hoge woningaantal van Capelle is niet gelijk, wel heeft het Zwolse project tot 1976 de meeste woningen voorbracht in de categorie stadsvernieuwing binnen PEW. Beide projecten zijn een goed exemplaar voor wonen in hoge dichtheid met woningdifferentiatie.139

Het spanningsveld tussen openbare en private gebieden is in zowel Capelle als Zwolle een overkoepelend thema binnen de woonomgeving. De wisselwerking van de vervlochten binnenstad waar naast woningen ook winkels zijn geïntegreerd, geeft Onder de Bogen een stedelijk karakter. De

138 Bosch e.a., Wonen in de binnenstad van Zwolle, 1. Maandag, ‘Architect Benno Stegeman blikt terug’, 13 – 14.

Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 1 1971-1972, 83. 139 Bosch e.a., Wonen in de binnenstad van Zwolle, 1.

Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 1 1971-1972, 82 – 87. Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 2 1973-1974, 28 – 30.

In Zwolle zijn in totaal 96 ruimtes gerealiseerd, waarvan 75 woningen en 21 winkelpanden. Projecten met meer woningen zijn:

Rotterdam, Heinekenterrein: 270 woningwetwoningen (EX 76-259). Assen, Molenstraat: 182 woningwetwoningen (EX 77-282).

Maastricht, Boschstraatkwartier: 65 woningwetwoningen en 266 premiekoopwoningen (EX 78-315). Bron: Barzilay e.a., 66 – 68.

75 diversiteit aan functies in de stad komt terug in het gemeenschappelijke erf met toegang tot de woningen, dicht bij de winkels aan de Nieuwstraat. Overeenkomstig beschikt Capelle ook over een gemeenschappelijke tuin, in elke kern van de wooneenheid. In de groeikern kreeg Stegeman veel ruimte en mogelijkheden voor groen tot zijn beschikking en realiseerde tuinen, balkons en

woonterrassen gekoppeld aan de woningen. De groenstroken tussen wooneenheden, het buurtpark en de gescheiden rij- en voetwegen nodigen uit om vrij te spelen, fietsen en wandelen zonder hinder van autoverkeer. Deze scheiding van verkeersstromen is doorgevoerd naar de parkeermogelijkheid onder de woontorens, overdekt door de bovengelegen terrassen. Beide architecten spelen met de wisselwerking tussen openbaar en privé, aansluitend op de omgeving waar het project tot stand kwam.140

Naast overeenkomsten verschillen De Bergen en Onder de Bogen van elkaar qua

architecturale en stedenbouwkundige structuur. Ter instandhouding van de oude binnenstad volgde Zwolle het originele stratenpatroon waar de vervlechting van wonen en werken werd teruggebracht door nieuwbouw. Van Eyck en Bosch maakten de binnenstad weer gevarieerd, met woonruimte voor alleenstaanden én gezinnen. In de historische binnenstad refereerden de architecten naar

zeventiende-eeuwse tuitgevels gebouwd op smalle percelen. Deze historische referentie naar architectuur, woningdifferentiatie en vervlechting van wonen en werken was is in Capelle niet op zijn plaats. Hier is met De Bergen juist een architecturaal onconventioneel plan neergezet met

onregelmatige woningplattegronden. De gestapelde achthoeken in middelhoogbouw, onderling geschakeld in verschillende groepen, leverde een nieuw type woning op. Stegeman ontwierp bij de woningen een geheel nieuwe groenvoorziening, verkeerssysteem en sociale structuur waardoor de woonomgeving van de nieuwbouw in Capelle een herkenbare en aangename plek werd.141

De Adviescommissie gaf in haar eindoordeel aan waarom de projecten experimenteel zijn. De grensverleggende woningen in Capelle kregen lof vanwege inventiviteit en vormgeving. Het dubbele grondgebruik, hoge bebouwingsdichtheid en de geschakelde woontorens beleefde de commissie terecht als positief. Ondanks het grote aantal heeft Stegeman op intieme wijze woningen kunnen herbergen op een relatief klein oppervlakte. Daarnaast koos hij voor een achthoekige plattegrond, een geheel nieuwe vorm die in de groeikern goed tot haar recht komt. In Zwolle waardeerde de

140 Maandag, ‘Architect Benno Stegeman blikt terug’, 16 – 17.

Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 1 1971-1972, 23, 28, 35, 83 – 85. 141 Maandag, ‘Architect Benno Stegeman blikt terug’, 13 – 14.

Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 1 1971-1972, 83 – 85. Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Serie A nr. 2 1973-1974, 28 en 30.

76 Adviescommissie de woningen vanwege de opzet en gedachtegang achter het plan. De herbouw van woonfunctie met een kleinschalige en intieme opzet, verweven met de werkfunctie van de

binnenstad, is door van Eyck en Bosch knap ontworpen. Tijdens een periode waar vooral in de groeikernen woningbouw tot stand kwam, liet Onder de Bogen een tegengeluid horen die de het leven in de stadskern promootte.

Waar het stadsvernieuwing- en groeikernproject in heel andere stedenbouwkundige omgeving en architecturale vorm verrezen, zijn er veel overeenkomsten. In zowel Capelle aan den IJssel als Zwolle is een divers woonaanbod met goede woonkwaliteit gecreëerd. Waar van Stegeman een geheel nieuwe woonomgeving ontwierp, gingen van Eyck en Bosch juist uit van het bestaande stedelijke weefsel. Beide projecten spelen in op het totaalbeeld waar de woningen zich bevinden: niet enkel woningen, maar ook verkeersstromen, winkels en groen werden meegenomen in het ontwerp. Door in te spelen op de wisselwerking tussen privé en openbaar zijn in Capelle en Zwolle intieme en afwisselende woningen ontstaan met een menselijke maat. De Bergen en Onder de Bogen waren beide de eerste in haar soort die door inventiviteit en nieuwe visies het predicaat

Experimentele Woningbouw hebben gekregen.