• No results found

Casestudy Troonswisseling/Koninginnedag

PUBLICATIE FREQUENTIE Algemeen Dagblad

6. Casestudy Troonswisseling/Koninginnedag

Zoals eerder gesteld in dit onderzoek wordt er speciale aandacht besteed aan de Troonswisseling van 2013, die samenviel met Koninginnedag van dat jaar. Een kleine situatieschets leert dat de combinatie abdicatie, troonsaanvaarding en Koninginnedag een grote hoeveelheid momenten met zich meebrengt die binnen de geschetste theorie passen

. De

dag zoals die in beeld was gebracht bij de Nederlandse Omroep Stichting41 zal stapsgewijs doorlopen worden, ondersteund door andere bronnen, en direct geanalyseerd. Globaal zijn er drie categorieën, de abdicatie van voormalig koningin Beatrix, de troonsaanvaarding van Koning Willem-Alexander, en het Oranjefeest.

Het beginpunt van de meest besproken 30 april van de afgelopen jaren is 9 uur ’s ochtends. Op dat moment wordt er een salvo van 101 saluutschoten afgevuurd, iets wat al sinds de inhuldiging van koning Willem I een daadwerkelijke traditie is die bij alle

voorgaande inhuldigingen is ingezet (Hermans 2011: 21), hoewel het volgens Hermans bij alle voorgaande inhuldigingen altijd om 8 uur ’s ochtends geschiedde. Tot 10 uur ’s ochtends gebeurt er niets meer, maar vanaf dat moment wordt de officiële abdicatieceremonie in gang gezet. Elke beweging die hier gemaakt wordt, lijkt van protocol af te hangen. Prinses Beatrix (op dit moment eigenlijk nog Koningin der Nederlanden) loopt de Mozeszaal van het

Koninklijk Paleis op de Dam in. Zij wordt gevolgd door haar familie, in een bepaalde volgorde. Achter haar loopt Koning Willem-Alexander (op dat moment dus nog prins!) en daarachter loopt zijn vrouw prinses Máxima Zorreguieta gevolgd door hun drie kinderen42 (in volgorde van leeftijd, en dus troonopvolgingrecht). Daarachter lopen ook nog leden van de Koninklijke Familie, die als delegatie ‘vanuit Oranje’ meelopen. Voordat deze leden van het Huis en de Familie binnenkwamen waren echter alle belangrijke vertegenwoordigers vanuit het Koninkrijk der Nederlanden (inclusief de overzeese gebieden) al opgesteld in een lange rij, met de voorzitters van de Eerste Kamer en Tweede Kamer voorop, gevolgd door de premier en de andere leden van het Kabinet en afsluitend gevolgd door de bewindslieden van de overzeese gebieden. Dit gaat daadwerkelijk vanuit een traditie, er is hier geen sprake van een formele regeling die bij wet is vastgelegd. Beeldmateriaal van de abdicatie van toenmalig

41

Op http://nos.nl/dossier/467420-troonswisseling is de gehele ceremonie van 10.00 tot 21.00 te zien, dit is inclusief de abdicatie, de troonsaanvaarding, ceremoniële momenten en het Oranjefeest.

koningin Juliana43 laat een eenzelfde opstelling zien, beeldmateriaal van de abdicatie van toenmalig koningin Wilhelmina laat helaas de binnenkomst in de Mozeszaal niet zien. Eerder beeldmateriaal is er niet, en zowel Willem II en Willem III stierven voordat zij konden

abdiceren. Over de abdicatie van Willem I als proces is niet veel terug te vinden, behalve dat deze geschiedde op Paleis het Loo in plaats van het Paleis op de Dam. Volgens de website

www

.

parlement

.

com44 waren hier ook hoogwaardigheidsbekleders bij, en zelfs ook de leden van de Raad van State.

Nadat iedereen op zijn of haar plaats zit aan de grote tafel in de Mozeszaal, leest de ceremoniemeester de akte van abdicatie voor. De tekst van de akte van abdicatie is te lezen in Appendix E. Vrijwillige abdicatie en de akte zijn niet bij wet vastgelegd (er is immers sprake van vrijwillige aftreding) en berusten dus feitelijk gezien op traditie. Nadat de akte is

voorgelezen tekent de Koningin hem eerst, gevolgd door de troonopvolger en daarna nog door zijn echtgenote. Op het moment dat de Koningin haar handtekening zit is er officieel sprake van troonsafstand. Vervolgens tekenen alle belangrijke aanwezige bewindslieden45

de akte ook. Daarna wordt het grootzegel van het Koninkrijk der Nederlanden (deze is identiek aan het grootzegel van de regerende monarch) bevestigd. Dit zegel heeft geen enkele toegevoegde waarde46 en berust volledig op traditie, de handtekeningen zijn de officiële bevestiging. Nadat de akte volledig ‘afgewerkt’ is gaat deze naar het Nationaal Archief. Afschriften van de akte worden verstuurd naar de beide Kamers der Staten-Generaal, naar de Raad van State en naar de Hoge Raad der Nederlanden. Beeldmateriaal van 2013 laat zien dat mensen vreugdevol en blij zijn bij de ondertekening, iets wat in 1980 bij de abdicatie van toenmalig Koningin Juliana wel anders was. Er is bij deze plechtigheid dus zeker wel sprake van verbeelde

gemeenschapsvorming. Waar iedereen in 2013 blij lijkt te zijn om verenigd te leven onder een nieuwe Koning, was een groot deel van de natie een stuk sceptischer in 1980. Dit kan gezien worden als een afwijzing van deelname van de verbeelde gemeenschap, die voornamelijk aangewakkerd was door politieke onvrede.

43

Na de ondertekening van de akte vertrekken zowel prinses Beatrix, Koning Willem- Alexander en Koningin Máxima naar het balkon van het paleis. Prinses Beatrix verkondigd via een korte toespraak dat zei afstand heeft gedaan van de troon en introduceert Koning Willem-Alexander als de nieuwe Koning van het Koninkrijk der Nederlanden. Daarna houdt de kersverse koning een korte toespraak waarbij hij het koningschap publiekelijk accepteert. Het eerste couplet van het Wilhelmus wordt ingezet. Nadat het Wilhelmus is afgelopen mogen de drie prinsesjes ook verschijnen op het balkon. Sommige mensen aan de voet van het paleis zijn ontroerd, anderen blij. Nadat de prinsesjes weer naar binnen gaan is de abdicatieceremonie afgelopen in minder dan één uur tijd. Net als bij de andere delen van de abdicatieceremonie is ook dit deel berust op daadwerkelijke traditie, nergens is vastgelegd dat dit ‘moet’ of protocollair verplicht is. Op het bestaande beeldmateriaal van de abdicatie van Wilhelmina en Juliana voltrekken zich dezelfde taferelen. Wederom is hier dus sprake van een daadwerkelijke traditie. Na de abdicatieceremonie vertrekt iedereen langzaam aan naar de Nieuwe Kerk, tevens in Amsterdam47, voor de Inhuldigingsceremonie. Deze begint om half twee ’s middags.

De reden dat er zoveel tijd tussen beide ceremonieën zit, is vanwege het grote aantal gasten wat geaccommodeerd moet worden. Nieuwsbronnen rapporteren dat er ongeveer 2000 gasten aanwezig zijn in de Nieuwe Kerk tijdens de troning, allen op uitnodiging,

vertegenwoordigd in drie groepen48: gasten van de Staten-Generaal (1000 personen), gasten van het Koninklijk Huis (500 personen) en burgers (500 personen) geselecteerd vanuit heel Nederland op uitnodiging van de commissaris van de Koningin van hun desbetreffende leefprovincie. Iedereen die uitgenodigd is heeft een zitplaats en mag zijn plaats niet aan iemand anders geven, hoogstwaarschijnlijk vanwege veiligheidsredenen. Overigens zijn er doorgaans geen gasten die staatsrechtelijk gelijk staan aan de nieuwe Koning, dus geen staatshoofden49

. De Rijksvoorlichtingsdienst laat weten dat dit protocol is, de nieuwe koning

mag niet in de schaduw staan van gevestigde namen. Om half twee ’s middags is iedere gast binnen, behalve de leden van de Koninklijke familie, de leden van het Nederlandse kabinet en personen die actief deelnemen aan de ceremonie en opent de voorzitter van de Eerste Kamer

47

Artikel 32 van de Nederlandse Grondwet verplicht dat een nieuwe monarch altijd ingehuldigd wordt in de hoofdstad van Nederland.

48

In Appendix F is een lijst te vinden van het type gasten dat men had kunnen aantreffen tijdens de ceremonie. 49

de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal. Na expliciet te hebben verklaard wat er op het programma staat, kondigt de voorzitter achtereenvolgens de binnenkomst van het Nederlandse kabinet, de Koninklijke familie (met voorop de prinsessen, inclusief prinses Beatrix) en uiteindelijk Koning Willem-Alexander, Koningin Máxima en het hoofdcortège50 aan. Voordat de Koning de Nieuwe Kerk binnenloopt, slaat de ceremoniemeester twee keer hard op de grond (waarschijnlijk om de aandacht op hem te focussen) en roept uit volle borst “DE KONING”. Een buitengewoon merkwaardig stukje binnen een uiterst strak

georganiseerd evenement, wat wel indicatief is voor een echte behouden traditie. Ouder beeldmateriaal van de inhuldigingen van Beatrix en Juliana laten eenzelfde vertoon zien. Blijkbaar moet iedereen weten dat de Koning binnenkomt, zelfs nadat de voorzitter van de Verenigde Vergadering dit al expliciet heeft duidelijk gemaakt bij het kenbaar maken van de volgorde van binnenkomst.

Vanaf dit moment begint het overladen te worden symboliek in de vorm van regalia. De Koning wordt begeleid naar het troonpodium, langs de credenstafel waar de kroon, de scepter en de rijksappel opliggen. Deze drie voorwerpen symboliseren de macht van de koning en worden niet door hem gebruikt. Dit is ook de reden waarom wij niet spreken van een kroning, de Koning draagt immers nooit de kroon van het koninkrijk noch zwaait hij de scepter. Ook draagt een afgezant van het leger het rijkszwaard, en draagt een andere adjudant de rijksstandaard51, en blijven deze dragen tijdens de ceremonie. Deze vijf voorwerpen hebben altijd deel uitgemaakt van de ceremonie, maar de huidige varianten zijn vervaardigd voor de inhuldiging van Willem II in 1840 (Wap 1842: 2-3). Willem I had ook dezelfde soorten regalia, maar deze waren soberder van aard, sommige historici zeggen dat dit was omdat het in de tijd van Willem I economisch minder ging (o.a. Kikkert 2010: 112). Naast de drie regalia op de credenstafel wordt bij binnenkomst van de Koning ook een reproductie van de grondwet en een reproductie van het statuut van het Koninkrijk der Nederlanden op de

50

Het hoofdcortège is de begeleiding van de Koning tijdens de ceremonie en bestaat uit wapenkoningen en wapenherauten. Dit specifieke cortège bestaat uit astronaut André Kuipers, oud-commandant der strijdkrachten generaal buiten dienst Peter van Uhm (beide wapenkoningen), oud-president van de KNAW Robbert Dijkgraaf, amazone Anky van Grunsven en secretaris-generaal van het ministerie van Buitenlandse Zaken Renée Jones-Bos (alle drie heraut). Dit zijn nu erefuncties en worden alleen benoemd als er daadwerkelijk een inhuldiging op het

credenstafel gelegd. De traditie rondom de regalia lijkt sterk en onafgebroken vanaf de varianten die vervaardigd zijn ten tijde van Willem II. Een verschil met de inhuldiging van Willem II is echter wel dat alle regalia naar binnen gedragen werden bij zijn inhuldiging (Van Cruyningen 1989: 111). Het gebruik van de regalia is vreemd, ondanks dat het niet uniek is voor Nederland. Een andere term die misschien wat bekender is voor deze voorwerpen, is kroonjuwelen. Hoewel er sprake lijkt te zijn van een continue traditie, zijn de regalia vanaf hun vervaardiging wel degelijk indicatief voor verbeelde gemeenschapsvorming vanwege hun betekenis. Zoals hierboven gesteld staan zij voor de macht van de Koning, en heeft elk van de vijf voorwerpen daarbinnen nog een diepere betekenis. Het zwaard staat daadwerkelijk voor de Koninklijke macht, de standaard staat symbool voor de natie, de appel voor het

grondgebied, de scepter staat voor het gezag en de kroon staat voor soevereiniteit van de staat. Dit alles bij elkaar op die kleine credenstafel moet dus de uitwendige soevereiniteit van de Koning vertegenwoordigen, wat nogal scheppend oogt. Deze vijf symbolen moeten dus, simpel gezegd, Nederland voorstellen. Overigens hoort de k(r)oningsmantel niet bij de regalia, en speelt zij protocollair ook geen betekenis. Waarom deze dan nog gedragen wordt duidt op traditie, maar de mantel is bij elke ceremonie veranderd en bij de ceremonie van Juliana zelfs compleet opnieuw vervaardigd52

. Puur uitgevonden traditie, maar zonder

eenduidige reden. De zetels waarop de Koning en de Koningin plaatsnemen hebben ook een speciale betekenis, alhoewel die meer van persoonlijke aard is. De aankomende monarch heeft namelijk vrije keuze aangaande de inhuldigingszetel. De reden voor de huidige Koning om de zetel53 te kiezen die hij heeft gekozen is niet bekend. Wat wel bekend is dat hij

expliciet niet voor de zetel waar toenmalig Koningin Beatrix in zat heeft gekozen omdat die te klein zou zijn54

. Nadat iedereen eindelijk zit, worden het eerste en het zesde couplet van het

Wilhelmus ingezet en na de laatste klank van de orgel begint de Koning, na het houden van een persoonlijk toespraak, aan zijn inhuldigingseed.

De eedaflegging van de Koning symboliseert de wederkerigheid van de relatie tussen de Koning en het volk. Het is een ritueel van verantwoording afleggen, en trouw zweren aan

52

De Volkskrant, 18 maart 2013. 53

De inhuldigingszetel van Koning Willem-Alexander was dezelfde als die van toenmalig Koningin Wilhelmina, alleen wel opnieuw opgeknapt.

de grondwet. Dit gaat traditioneel zo, Willem I koos ervoor om te zwerven op de grondwet en niet op de Bijbel en sindsdien is dat altijd zo gebleven. De eed luidt hedendaags als volgt:

“Ik zweer (beloof) aan de volkeren van het Koninkrijk dat Ik het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet steeds zal onderhouden en handhaven.

Ik zweer (beloof) dat Ik de onafhankelijkheid en het grondgebied van het Koninkrijk met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dat Ik de vrijheid en de rechten van alle

Nederlanders en alle ingezetenen zal beschermen, en tot instandhouding en bevordering van de welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten Mij ter beschikking stellen, zoals een goed en getrouw Koning schuldig is te doen.

Zo waarlijk helpe Mij God almachtig! (Dat beloof Ik!)”55

De eed is door de jaren heen deels veranderd, zo spraken de vorige monarchen nog van onderdanen in plaats van ‘alle Nederlanders en alle ingezetenen’. Hoewel hier dus strikt gezien is sprake van traditiebreuk, is dit meer uit noodzaak door de veranderingen in het complete Koninkrijk dan uit willekeur ter wille van de moderniteit. Er is hier ook weer sprake van grensschepping, door expliciet te benoemen dat het gaat om alle Nederlanders bevestigt de Koning wederom de gemeenschap waar hij de leider van is. Na de eedsaflegging van de Koning leggen stuk voor stuk alle leden van de Verenigde Vergadering van de Staten- Generaal ook de eed van trouw aan de Koning af56

. Dit gaat als volgt; de voorzitter van de

vergadering leest de volgende eed op:

"Wij ontvangen en huldigen, in naam van de volkeren van het Koninkrijk en krachtens het Statuut voor het Koninkrijk en de Grondwet, U als Koning; Wij zweren (beloven) dat wij Uw onschendbaarheid en de rechten van Uw Koningschap zullen handhaven.

55

Wij zweren (beloven) alles te zullen doen wat goede en getrouwe Staten-Generaal, Staten van Aruba, de Staten van Curaçao en de Staten van Sint Maarten schuldig zijn te doen.

Zo waarlijk helpe ons God almachtig! (Dat beloven wij!)"

Hierna zegt elk van de leden van de Verenigde Vergadering van de Staten-Generaal en de vertegenwoordigers van de overzeese gebieden individueel ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig’ of ‘Dat beloof ik’, afhankelijk van de geloofsovertuiging. Nadat iedereen zijn trouw heeft gezworen roept de oudste Wapenkoning (van Uhm): “De Koning is

ingehuldigd!”, waarna de ceremoniemeester volgt met: “Leve de Koning!” en waarna iedereen behalve de Koning een driewerf hoera inzet. Iedereen viert dus de succesvolle inhuldiging en feliciteert de Koning, behalve de Koning zelf. Misschien is het omdat het feliciteren van jezelf not done is, maar een zeker onderscheid is er wel. Aansluitend wordt de ceremonie afgesloten met zang, muziek en loopt de Koning als eerste weer naar buiten nadat de oudste heraut (Robbert Dijkgraaf) ook buiten de kerk heeft verkondigd dat de inhuldiging is voltooid. Continue traditie, die niet verbroken is in het tijdperk van internet en televisie waar iedereen al live kon meekijken. Na de ceremonie vertrekken de Koning en zijn

genodigden weer naar het Paleis op de Dam voor de officiële receptie achter gesloten deuren die waarschijnlijk iets informeler verliep.

Na al deze formele ceremonies was het tijd voor iets feestelijkers, waarvoor het Nationaal Comité Inhuldiging moest zorgen. Dit Comité heeft het derde deel van de dag voor haar rekening genomen, wat voornamelijk bestond uit de boottocht over het IJ van het

Koninklijk Paar en de kinderen. Het Comité had van de Koning (toen nog prins) expliciet de opdracht gekregen om het een ‘feest voor alle Nederlanders’ te maken. Langs het IJ speelden artiesten of voerden prominente Nederlandse sporters een act op. Ook zijn overal in de

hoofdstad podia opgericht waar allerlei bekende artiesten spelen. In Ahoy te Rotterdam wordt het officiële Koningslied opgevoerd wat via videoscherm in Amsterdam live tentoongesteld wordt. Het Koningslied is interessant omdat het veel kritiek opriep van uit de bevolking. Het zou te modern zijn voor een dergelijke ceremonie, en we hadden immers het Wilhelmus toch

al57? Waar het Nationaal Comité dus eigenlijk dreigt te breken met traditie, roept een deel van de bevolking stop. Een traditie moet blijkbaar in stand gehouden worden, ondanks dat het Wilhelmus een deels uitgevonden traditie is. Een ander interessant detail van de kritiek op het Koningslied is dat het eigenlijk ‘te lage cultuur’58 zou zijn, mede vanwege de aanwezigheid van verschillende moderne muzieksoorten om de melodie te begeleiden. Blijkbaar moet de royaliteit volgens de criticasters verbonden blijven aan de ‘hoge cultuur’, grens-denken vanuit de culture elite. De Koning zelf heeft zich niet inhoudelijk uitgelaten over het Koningslied, dat zou immers ‘niet verstandig zijn’. Het Koningslied is uiteindelijk zoals eerder gesteld ondanks alle kritiek wel opgevoerd.

Deze drie dagdelen vonden natuurlijk integraal plaats gedurende Koninginnedag, de traditionele dag waarop wij de verjaardag van de monarch vieren als volk. Koninginnedag (Koningsdag) is misschien wel de verzonnen monarchistische traditie van Nederland bij uitstek. Bij de viering van de Koningsdagen van Willem I, II en III was er nergens een groot nationaal feest, hoogstens een lokale kermis, een kerkdienst of een kleinschalig Oranjefeest. Er was in die periode wel een andere nationale feestdag, Waterloodag op 18 juni (Steegmans 2011: 55). In de tijd van Wilhelmina werd dit echter anders. Op de vijfde verjaardag van toenmalig prinses Wilhelmina werd ‘Prinsessedag’ in het leven geroepen, na een oproep voor een nieuw nationaal feest in het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk Dagblad ‘om de nationale eenheid te bevorderen’ (Fasseur 2003: 46). Het werd pas echter een nationale feestdag op 31 augustus 1890 (Fasseur 2003: 46-47). Precies een jaar daarna werd het Koninginnedag, Koning Willem III was immers overleden en Wilhelmina was vorstin geworden (hoewel regentes Koningin-Moeder Emma officieel de leiding had). In 1949 is de datum verplaatst naar 30 april, de verjaardag van de toenmalige Koningin Juliana (Fasseur 2003: 47). Koningin Beatrix hield deze datum aan, waardoor er eindelijk misschien een soort van traditievorming begon op te treden, maar Koning Willem-Alexander heeft de datum weer veranderd naar 27 april, zijn verjaardagsdatum. Traditiebreuk alom. Tot overmaat van ramp is Koningsdag al ingeschreven op de lijst voor immaterieel erfgoed59

. Dus een ‘traditie’ die vanuit een roep van

het volk is ontstaan ter bevordering van de nationale eenheid, daarna geïnstitutionaliseerd is,

meerdere malen van datum is veranderd, van naam is veranderd en nog niet eens gevierd is (!) is al immaterieel erfgoed. Snapt u het nog?

7. Conclusie

In dit onderzoek is er gekeken naar de relatie tussen het concept van nationale eenheid en het Nederlandse Koninklijke Huis. De hoofdonderzoeksvraag luidde:

Is de Nederlandse Monarchie illustratief voor nationale eenheid?

Deze vraag is getracht te beantwoorden via drie deelvragen, elk met een apart analytisch hoofdstuk. Nadat er een theoretisch model was opgesteld en de methodologie besproken was, zijn er drie afzonderlijke analytische hoofdstukken gepresenteerd. De gevonden conclusies en de bijbehorende antwoorden op de drie deelvragen zullen nu eerst besproken worden.