• No results found

Schets buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met Seed, GF en DVI Buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met Seed Capital regeling

2.5 Korte blik op vergelijkbare instrumenten in het buitenland

2.5.2 Schets buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met Seed, GF en DVI Buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met Seed Capital regeling

Enkele vergelijkbare buitenlandse initiatieven op het terrein van investeringen in de Seed fase zijn:  

 High-tech Gründerfonds (Duitsland) - Het High-Tech Gründerfonds (HTGF) is in 2005 opgezet met als doel  het beschikbaar risicokapitaal voor hightech start-ups te vergroten. Het fonds richt zich op jonge hightech  bedrijven  die  zich  nog  in  de  startfase  bevinden  (tot  één  jaar  na  oprichting)  met  een  jaaromzet  van  maximaal €50 miljoen. Het financiert werkkapitaal, d.w.z. kapitaal voor de oprichting en exploitatie van  een kleine en innovatieve onderneming, maar geen buy-out, herstructurering of secundaire transacties.  De investering van Seed Capital van het HTGF vindt plaats in de vorm van een converteerbare lening van  maximaal €0,6 miljoen. Voor vervolginvestering is minstens één bijkomende private investeerder nodig,  met  wie  tot  €1,4  miljoen  kan  worden  geïnvesteerd.  Het  HTGF  is  opgericht  als  een  publiek-privaat  partnerschap  met  het  Bondsministerie  van  Economische  Zaken  en  Energie,  KfW  en  17  gevestigde  particuliere ondernemingen als aandeelhouders, waaronder BWT, Altana, Braun, BASF, Bosch, Daimler,  T-Mobile, Deutsche Post DHL, Evonik, Qiagen, RWE, Tengelmann en Zeiss. 

 Enterprise Capital Funds (Verenigd Koninkrijk): Het Enterprise Capital Funds (ECF's) programma, dat in  2006 is opgericht, is het belangrijkste programma van de British Business Bank. De British Business Bank  heeft  diverse  programma’s  voor  durfkapitaal  die  erop  gericht  zijn  de  markt  voor  risicokapitaal  te  stimuleren door investeringen van de particuliere sector in een eerder stadium aan te moedigen. Het ECF  is  een  programma  voor  risicokapitaal  in  de  beginfase  en  is  bedoeld  om  de  equity  gap  aan  te  pakken.  Overheidsfinanciering wordt naast investeringen van de private sector gebruikt om fondsen op te richten  die  worden  beheerd  door  fondsbeheerders  uit  de  private  sector.  De  overheid  verstrekt  maximaal  tweederde van de financiering (tot £50 miljoen) voor elk ECF-fonds, waaraan ten minste een derde van  de investeringen van de particuliere sector is gekoppeld. De fondsen zijn gericht op investeringen tot £5  miljoen in mkb’ers, eerder was dit £2 miljoen. Het ECF-programma is een voortschrijdend programma  waarbij elk jaar een klein aantal nieuwe fondsen wordt vastgesteld. Er zijn nu 19 ECF's met een totale  investeringscapaciteit van £666 miljoen.  Naast ECF's is in 2011 het ‘Business Angel Co-fund’ opgericht om de werking van de markt te verbeteren.  Het fonds is een co-investering van de British Business bank en tenminste drie of meer business angels.  Het verstrekt financiering tussen £50.000 en £1 miljoen.    Fonds national d’amorcage (Frankrijk): Het Fund of Funds van Bpifrance (publieke investeringsbank) is  gericht op het bevorderen van risicokapitaalinvesteringen in de Seed fase. Tussen de lancering in 2011  en eind 2015 investeerde het fonds €0,4 miljard in 21 verschillende fondsen die samen investeerden in  230 bedrijven in strategische sectoren zoals LSH, IT of hernieuwbare energie. Het fonds heeft een omvang  van €0,6 miljoen. 

Buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met de Groeifaciliteit

Voor  de  evaluatie  zijn  ook  enkele  buitenlandse  initiatieven  op  het  terrein  van  investeringen  in  bedrijven  in  de  groeifase bestudeerd alsook instrumenten die garantstellingen afgeven, bijvoorbeeld:    InnovFin SME guarantee: De InnovFin SME GF wordt uitgevoerd door het EIF. De regeling dekt een deel  van de verliezen van de financiële intermediairs op leningen, leases en garanties tussen de €25.000 en  €7,5 miljoen die aan mkb’ers worden verstrekt. Op deze manier maken de EU en het EIF het mogelijk  meer schuldfinanciering te verstrekken aan innovatieve mkb’ers (tot 499 werknemers).   Cultural and Creative Sectors Guarantee Facility (CCS GF): De CCS GF is een Europees garantiefaciliteit in  het leven geroepen door de Europese Commissie in samenwerking met het Europees Investeringsfonds  De CCS Guarantee Facility biedt risicobescherming door middel van het bieden van financiële garanties  aan  financiële  intermediairs  (banken  of  investeringsmaatschappijen)  en  het  biedt  expertise  aan  deze  financiers over financiële specificaties in de culturele en creatieve sectoren, waar deze regeling specifiek  gericht op is. 

 COSME  -  Loan  Guarantee  Facility  (Europees):  De  Loan  Guarantee  Facility  (LGF)  is  onderdeel  van  het  COSME-programma  (Programme  for  the  Competitiveness  of  Enterprises  and  Small  and  Medium-sized  Enterprises). COSME is een initiatief van de Europese Commissie en wordt beheerd door het EIF. De LGF  is de opvolger van de MKB-garantiefaciliteit (SMEG), die in de periode 2007-2013 met succes door het  EIF is uitgevoerd in het kader van het kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (KCI).  Het  EIF  biedt  via  LGF  garanties  en  contragaranties  aan  geaccrediteerde  financiële  intermediairs  (bijvoorbeeld garantie-instellingen, banken, leasemaatschappijen) om hen te helpen meer leningen aan  het mkb te verstrekken.  

Buitenlandse initiatieven vergelijkbaar met DVI

Het Europees Investeringsfonds (EIF) heeft in diverse anderen landen in Europa soortgelijke dakfondsconstructies  opgetuigd.61 

Daarnaast  is  er  het  overkoepelende  Pan-European  Venture  Capital  Fund(s)-of-Funds  programme  (VC  FoF  programme). Dit programma streeft ernaar het Europese equity gap en de fragmentatie van de risicokapitaalmarkt  verder aan te pakken en aanvullende private financiering aan te trekken van institutionele beleggers. Het EIF draagt  met €300 miljoen voor tenminste 7,5% tot 25% bij aan privaat beheerde pan-Europese fondsen. Elk pan-Europees  fonds  heeft  tenminste  een  omvang  van  €500  miljoen.  Om  in  aanmerking  te  komen  moeten  fondsen  een  evenwichtige investeringsstrategie volgen (tenminste 30% in early stage), in tenminste vier lidstaten actief zijn en  tenminste 50% private financiering aan weten te trekken. 

Conclusie

Deze  schets  van  initiatieven  in  andere  landen  is  nadrukkelijk  niet  bedoeld  om  een  oordeel  te  vellen  over  het  stimuleringsbeleid van Nederland ten opzichte van andere Europese landen. Veel landen bieden namelijk naast  garantieregelingen  en  co-investeringsregelingen  fiscale  faciliteiten  aan  beleggers,  fondsmanagers,  startups  en  andere  mkb-bedrijven  en  hun  werknemers.  Om  een  totaaloordeel  over  het  Nederlandse  stimuleringsbeleid  te  vormen dient ook de fiscale stimulering in ogenschouw te worden genomen; dit is echter een hele studie an sich  en valt buiten de scope van deze evaluatie.