• No results found

Amsterdam, 6 J u n i 1947 Excellenties,

Het Landelijk Bestuur van de Vereniging Nederland—Indonesië heeft de eer, zich eerbiedig tot U te wenden met het navolgende:

1. De Nota betreffende de uitvoering van de overeenkomst van Linggadjati, op 27 Mei j.l. namens de Commissie-Generaal aan-geboden aan de Republikeinse delegatie te Batavia (Bijl. Hand.

2e Kamer, zitt. 1946—'47, no. 475) geeft reeds door de toon, waarin zij is gesteld, blijk van de impasse, waarin de onderhandelingen tussen Nederland en de Republiek zijn geraakt. De ultimatieve bewoordingen van het stuk, die sterk doen denken aan een een-zijdige wilsoplegging, vormen een ernstige terugtred, vergeleken bij de phase, voorafgaande aan de ondertekening der Linggadjati-overeenkomst, welke gekenmerkt werd door een erkenning van de Republiek als gelijkwaardige verdragspartner.

2. Gezien de ernst van de toestand, acht de Vereniging het haar plicht, in overeenstemming met haar traditionele strijd voor een vreedzame oplossing der geschillen met Indonesië, een poging te wagen, om een constructieve bijdrage te leveren, teneinde uit de heersende impasse te geraken. Zij meent dit doel het beste te kunnen dienen, door in deze open brief een aantal opmer-kingen te maken, waartoe de inhoud van bedoelde nota haar aanleiding geeft. Daartoe is naar haar oordeel te meer aanlei-ding, nu in <ie nota, zowel als in de daarop gevolgde verklaring der Nederlandse Regering van 2 Juni j.l., niet duidelijk is uit-gesproken, welke weg-zou dienen te worden bewandeld, indien deze voorstellen door de Republikeinse Regering mochten worden verworpen en op welke „andere wijze" de Nederlandse Rege-ring, overeenkomstig haar verantwoordelijkheid, zal streven naar een oplossing van de „onhoudbare toestand, welke thans in In-donesië bestaat". De Vereniging wil uiting geven aan de ernstige bezorgdheid, bij een deel van het Nederlandse volk ontstaan, tengevolge van deze onzekerheid. Zij meent, dat een critische beschouwing van de inhoud dezer nota de te volgen weg — of juister: de in elk geval niet te volgen weg — duidelijk naar voren doet springen.

4

3. Voorop moge worden gesteld, dat de Vereniging een spoe-dige uitvoering van de Linggadjati-overeenkomst, niet in de . laatste plaats uit economische overwegingen, met de

Commissie-Generaal en de Nederlandse Regering zeer urgent acht.

4. D e Vereniging stemt in met het voorstel, om thans reeds over te gaan tot de schepping van federatieve organen, met voor-lopig gezag bekleed, ten behoeve van de samenwerking op eco-nomisch, staatkundig en bestuurstechnisch gebied. Zij meent echter, dat het aantal zetels, overeenkomstig de Nota der Com-missie-Generaal voor de bedoelde organen toe te kennen aan de Republiek en aan de verschillende z.g. ,,Malino-gebieden", te weinig rekening houdt met de overwegende betekenis van^^Java en Sumatra uit economisch en cultureel oogpunt, en een te groot relief verleent aan staatjes, na de parafering en deels zelfs na de ondertekening der Linggadjati-overeenkomst gesticht, zon-der overleg met de Republikeinse Regering.

Zij meent, dat bij het instellen van de bedoelde federatieve en andere overkappende organen de volgende richtlijnen in ieder geval behoren te worden in acht genomen:

a) In alle federale organen en andere overkappende organen, hetzij op te richten ten behoeve van het algemeen bestuursbe-leid, hetzij voor samenwerking op concreet gebied, dient ten minste de helft der zetels toe te vallen aan de Republiek.

b) Besluiten behoren door al deze organen niet eenstemmig, doch bij gewone meerderheid van stemmen te worden genomen.

c) Geen hogere beslissingsmacht mag worden toegekend aan lichamen, waarin de Republiek niet voor tenminste 50% is vertegenwoordigd. Ook een veto-recht of beslissingsrecht van de vertegenwoordiger der Kroon zou met dit beginsel in strijd komen.

d) West-Borneo, na de Linggadjati-overeenkomst gesticht, zonder overleg met de Republiek en dus in wezen in strijd met de klaarblijkelijke bedoeling van artikel 2 der Linggadjati-overeen-komst en slechts een dun bevolkt gebied omvattend, komt als zodanig voor vertegenwoordiging in overkappende, al of niet federale organen, niet in aanmerking.

Vertegenwoordiging van de staat Oost-Indonesië in de bedoelde organen is slechts aanvaardbaar, indien wordt gestreefd naar een zo snel mogelijke democratisering van het bestuur in dat gebied, mede in die zin, dat ook aanhangers der Republiek zich in dit territoir vrij mogen uiten en vrij mogen bewegen.

e) De Nederlandse vertegenwoordigers, die eventueel deel zul-len uitmaken van de in te stelzul-len federatieve of andere overkap-pende organen, zullen bekend moeten staan als uitgesproken voorstanders van een vooruitstrevende politiek en als zodanig aannemelijk moeten zijn voor de Republikeinse Regering.

5

•^ Ten aanzien van de Nederlandse troepen in Indonesië meent de v ' e Ï Ï g " g dat de Nota der Commissie-Generaal op twee essentiële punten te kort schiet.

1P In de eerste plaats dient Nederland overeenkomstig art. 16 'an de Linggad atf-overeenkomst aanstonds een ernstige aanvang e maken met de vermindering van zijn troeperi m I^do^^sie Doo^ n ï ï t te voldoen aan deze onvoorwaardelyk gestelde eis

meiijk.

2e De Vereniging meent, dat van de Republiek niet mag wor-den geëist S t % i j in dit stadium Nederlandse troepen zouwor-den m o e t e T S e l a t e n op Republikeins gebied. Heeft de Neder and-Indonesische Unie haar definitieve vorai gevonden, dan zal het vraagstuk der defensie tevens geregeld zijn.

6 Wat het politionele vraagstuk betreft, de Vereniging _ is, klaaTbl jkell k anders dan de Commissie-Generaal, van mening, dLt de v e m i h e i d binnen Republikeins gebied met name o^k^op de Westerse ondernemingen in de binnenlanden, de minste moeilijkheden zal veroorzaken indien de Republiek de volledige zorg en verantwoordelijkheid draagt voor de veihgheid, uiteiaard mits de arbeidsvoorwuiteiaarden op de ondernemmgen aan r e -delijke eisen beantwoorden. . , . j «„

Mocht van buitenlandse zijde echter positief de eis worden ge-steld van Nederlandse deelneming aan de beveiliging van cte ondernemingen, dan nog is de Vereniging van oordeel, dat bin-nen de Republiek opererende politiecorpsen, ook mdien zy deei uitmaken van een algemene Indonesische politiemacht, behoren te staan onder republikeinse bevelhebbers en voor meer dan de heHt uit door de Republiek ter besohikkmg gesteld kader en lager personeel dienen te zijn samengesteld.

7 Het behoort naar het oordeel der Vereniging vast te staan, dat verdragen met buitenlandse mogendheden, om voor Indo-nesië te gelden, voortaan de ratificatie der federale mterim-re-gering zullen behoeven.

8 Het dient eveneens vast te staan, dat de door export uit Republikeinse gebieden ter beschikking komende deviezen^ met zullen worden besteed ten behoeve van Nederlandse militaire doeleinden, doch uitsluitend voor de economische en culturele vooruitgang van Indonesië zullen dienen.

9 Naar aanleiding van de m de^.Nota uitgesproken gedachte, dat de constructie voor de overgangstijd tegelijkertijd de grond-slag zou vormen voor de latere federale Regering en voor de

6

jy

loekomstige organisatie van de Nederlands-Indonesische Unie, w e m t d e Verenfging er de nadruk op te leggen, dat de uiteindelyke Regeringsvorm eerst kan worden vastgesteld op de constitueren-de vergaconstitueren-dering van constitueren-de Verenigconstitueren-de Staten van Indonesië en op de NedeiÏands-Indonesische conferentie, en dat de thans, te tref-fen regelingen op de alsdan te nemen beslissingen m genen dele mogen prejudiciëren.

10 Uit de voorafgaande beschouwingen, welke zowel de be-woordingen als de geest van de Linggadjati-overeenkomst tot S g a n g s p u n t nemen, blijkt naar het oordeel der Vereniging ten ï u i d e l S t e , dat de'afwijzing der voorstellen of niet v o M g aanvaarding op cardinale punten van de zijde der Republiek

^ I p h i k Sfn zonder dat dit een loslaten van het basis-accoord T n L n g g ^ d / a t n o o r de Repubhek zou betekenen en dus onder

; ï ï n ^ m s ï n d i g h e d e n voor de Nederlandse a u t o r ^ e i t e n ^ mo-tief zou mogen gelden om de onderhandelingen met de ReP^bUelc a f t e b r X n . A fortiori meent de Vereniging - ë^^teld, dat

^ulks n o g n o d i g was - te hebben bewezen, dat iedere müitaire actie v a n een niet aanvaarding dezer voorstellen op geen enkele wiize te verantwoorden zou zijn.

De Vereniging maakt zich tot tolk van in brede krmgen eyende ongerustheid door te verklaren, dat zij iedere pogmg tot uit-b r e i X g v ^ de door Nederlandse troepen uit-bezette geuit-bieden, al dan nTet I S i o t f v e e r d als steun aan tegen de Republiek gerichte Ï p a r a S t f s c ï e bewegingen, ten stelligste f - j / . X ' t V Ï n houden aan haar oude standpunt, dat verder afglijden naar een

gebruik van geweld in Indonesië met alle kracht dient te wor-den voorkonaen. , i j + i

• Daarnaast echter is de Vereniging van mening, dat de voorstei-S n van I e CommissielGeneraal naar h u n inhoud een uitgangs^

nunt kuimen vormen voor verder overleg. Zij doet dan ook een e r i t i Ï b T o e p op de Regering om dit overleg in - n gees v a ^ verdraagzaamheid en bereidheid tot samenwerkmg te blijven

W e W dat U dit schrijven als open brief zult willen be-schouwen 'zodat U ons zult toestaan tot publicatie ervan over te gaan, tekenen wij, met de meeste hoogachting.

Het Bestuur van de Vereniging Nederland-Indonesië:

Mr G J van Heuven Goedhart, voorzitter; Soenito 1ste vice-voorzitter- Prof. Mr W. F . Wertheim, 2e vice-voorzitter; J^ W.

•E Rieme^s: secretaris; T. M. Daliloedin, 2e secretaris Ir S. J.

£.. xxieiui-xio, ^ n^y-a- n ^ W Fiin van Draat; Drs J. H. W.

Rutgers; Prof. C. C. Berg, Ds W-J^^J^ ^an , Veenstra; H. M. van Randwijk; J. F. H. A. de la ^oun,

7

1.) Op deze open brief mochten wij de adhaesie-betuigingen van de volgende personen ontvangen:

Dr B. S. A. Al; Ds J. J. Buskes; H. Bovenkerk; Mr Th. A.

Fruin; F. J. Goedhart )Pieter 't Hoen); Dr C. P. Gunning;

Mevr. J. H. Hooykaas-van Leeuwen Boomkamp; Prof. D r J. P . B. de Josselin de Jong; Mevr. Dr E. de Jong Keesing; Prof. Mr R. D. Kollewijn; Prof. Dr H. Kraemer; Ds K. H. Kroon; H. M.

de Lange; L. Lichtveld (Albert Helman); Drs B. W. Schaper;

Mevr. D r Henriette Roland Holst-van der Schalk; Ir P . Schut;

J. E. Stokvis; Mr G. H. Slotemaker de Bruine; P a t e r R. M. C.

Soetadi Tjipto Koesoemo; Mr B. van Tijn; Mr S. H. Tajibnapis;

Drs Tjan Tjoe Som; Mevr. Beb Vuyk; S. de Wolff.

Sticht Linggfadjati-comité's in Uw woonplaats.

Sluit U aan bij de Vereniging Nederland-Indonesië.

Steunt haar Linggadjati-fonds.

S t u u r t persoonlyke en uit de bedrijven collectieve adhaesie-betuigingen naar de Vereniging Nederland-Indonesië, Keizers-gracht 462, Amsterdam-C.

In naam van het recht, In naam van de vrijheid,

In naam van de vrede. — Aan ons de overwinning.

Ondergetekende geeft zich hierbij op aan de Vereniging Neder-land-Indonesië, Keizersgracht 462, A m s t e r d a m - C , tel. 35014.

Als l|d van de Vereniging (minimum contributie f 2.50 per jaar).

Ondergetekende wenst de snelle en radicale uitvoering van Linggadjati te steunen door:

Het verspreiden van ex. van voorgaand pamflet.

H e t storten van f in het Linggadjati-fonds van de Ver-eniging Nederland-Indonesië. Giro-nummer 321221.

Naam:

Adres:

Woonplaats:

Handtekening:

8

dan fiet Mede^dandó£^ iw£ê...