2. HET VOORONDERZOEK
2.3 DE ANALYSE VAN DE GESELECTEERDE ONDERWIJSKUNDIGE GRONDSLAGEN
2.3.4 Brainbased (en emotionbased) learning
In navolging van de analyse van de reeds bestaande programma’s binnen KCW en de
manuscripten van Europese krijgskunst is ook gekeken naar de huidige trainingen van KCW.
Deze trainingen maken veel gebruik van emoties als drijfveer voor leerprocessen. Om dit
soort trainingen ook binnen het gewenste onderwijsprogramma mogelijk te maken is gekeken
naar literatuur over het zogeheten “brainbased”-learning.
Door recente technologische ontwikkelingen, vorderingen in cognitie- en hersenwetenschap
en onderzoeken bij bijvoorbeeld mensen met hersenbeschadigingen en “wolvenkinderen”
5zijn grote vorderingen gemaakt op het gebied van de werking van het menselijk lichaam in
relatie tot de werking van de hersenen. Deze wetenschap onderzoekt onder andere de
ontwikkeling van de hersenen, het zenuwstelsel en de biologische processen in relatie tot het
geheugen en leerprocessen. Zo is bijvoorbeeld gebleken dat de hersenen, het lichaam en
vooral ook de emoties geen onafhankelijk functionerende delen zijn, maar met elkaar
verstrengeld zijn en elkaar beïnvloeden.
Dit inzicht is mede ontstaan door de ontdekking dat het lichaam twee parallelle
informatiebanen kent (McGeehan, 2001). De eerste (en meest bekende) zijn de zenuwbanen
(de baan van de neurotransmitters). Via de zenuwbanen sturen de hersenen het lichaam aan op
basis van de verkregen zintuiglijke informatie.
De tweede baan is een intercellulaire baan en betreft de baan van de hormonale
transmitters, waarvan de meest voorkomende soort de peptiden zijn. Peptiden worden in elke
cel van het lichaam aangemaakt en vormen het communicatiekanaal tussen cellen in het
gehele lichaam. Speciale receptoren in cellen verwerken de informatie van de peptiden.
Onderzoek heeft uitgewezen dat voor elke soort peptide er ook receptoren bestaan in
de hersenen. Hierdoor is een tweeweg communicatie mogelijk tussen (de cellen van) het
lichaam en de hersenen. Ander onderzoek heeft aangetoond dat in de locatie waar zintuiglijke
informatie het zenuwstelsel bereikt hoge concentraties receptoren voor peptiden zijn te
vinden. Dit betekent dat de verwerking van zintuiglijke informatie beïnvloed en gestuurd kan
worden door peptiden. Hierbij schijnen emotie-gerelateerde peptiden, zoals endorfines, van
groot belang te zijn. Deze typen peptiden zijn gerelateerd aan en worden geactiveerd door de
basisemoties.
De aanname is nu dat informatieverwerking, aandacht en filtering van informatie
gestuurd kan worden door emotie en emotie-gerelateerde peptiden. Hierdoor zijn de hersenen
niet langer de enige sturende en bepalende factor in het leerproces. Emoties en het gehele
lichaam in de vorm van de twee informatiebanen en de (emotie-gerelateerde-) peptiden en
receptoren zijn ook van invloed op het leerproces (Carter, 2003; Caine & Caine, 2006;
Kovalik, 2006 en McGeehan, 2001). Leren vindt dus plaats in en met het hele lichaam (Caine
& Caine, 2006). Onderzoek van o.a. Damasio, LeDoux, Sousa en Turnbull onder mensen
zonder kort-termijn geheugen heeft dit “lichamelijke” geheugen en leerproces aangetoond.
Dit is van grote betekenis. Volgens huidige informatieverwerkingsmodellen zou
cognitieve beschadigingen of beperkingen desastreus zijn voor het leervermogen van een
persoon. Het inzicht dat het menselijk denken niet alleen een kwestie is van mechanistisch
probleem-oplossen, maar dat denken ook onbewuste, emotie-gebaseerde systemen hanteert
(Carter, 2003) opent nieuwe wegen voor onderwijs.
Andere ontdekkingen zijn dat gevarieerde zintuiglijke ervaringen het leren bevordert, omdat
dit de aanmaak van zenuwbanen stimuleert. En hoe meer zenuwbanen, des te meer en
efficiënter informatie verwerkt (geleerd) kan worden. Delen van de hersenen die meer
gebruikt worden ontwikkelen ook fysiek meer dan delen die minder gebruikt worden.
Verder is de stelling dat de hersenen meerdere functies simultaan en parallel uitvoeren.
Informatie wordt zowel bewust als onbewust opgenomen. Delen en gehelen worden
gelijktijdig verwerkt. Visuele, auditieve en kinetische verwerkingsvormen werken samen en
wisselen elkaar af.
5 Achtergelaten baby’s die opgenomen zijn in wolvenroedels, hierin groot zijn geworden en in sommige gevallen voor meer dan 12 jaar hebben weten te overleven.