• No results found

4. Omgaan met het verlies: verhalen van verdriet en omarming

4.5 Zo blijven we samen: continuing bonds en meaning making

De verhalen van Hatidza, Jamila, Hana en Andrea laten zien dat zowel rouw als een voortgezette band met een overleden dierbare, geen lineair proces is. Tijdens bepaalde gebeurtenissen kunnen gevoelens van wanhoop, verdriet of juist verbintenis intenser zijn. Uit de verhalen blijkt dat de moeders van Srebrenica die ik interviewde op verscheidene manieren een band houden met familieleden en dat ze dat zien als manieren om met hun verlies om te gaan. Door een relatie te houden met verdwenen familieleden hebben de vrouwen hun geliefden in hun dagelijks leven aanwezig weten te houden. Deze relatie creëren de vrouwen die ik sprak door middel van objecten, innerlijke representaties, het ophalen van herinneringen, conversatie en door de overledene als rolmodel te zien. Allemaal doen ze het op hun eigen manier. Zo kan Hatidza niet naar de foto's van haar geliefden kijken omdat het te pijnlijk voor haar is, waar Jamila mij direct een foto van haar drie zonen liet zien. Hatidza heeft altijd een knikker bij zich, terwijl Jamila geen spullen van haar kinderen heeft en daar, naar eigen zeggen, ook weinig waarde aan hecht. Zij houdt haar kinderen in haar leven door over ze te praten alsof ze er nog zijn. Hana luistert dagelijks naar de stem van haar zoon en leest zijn gedichten. Daarnaast praat ze over haar zoon met Elvira, die Nihad vroeger kende. Andrea ziet haar moeder als rolmodel en komt samen met familie om over haar te praten. Zo houdt ze de overledene binnen haar sociale realiteit. Jamila doet hetzelfde door samen met haar man over en met haar kinderen te spreken alsof ze er nog zijn.

Hatidza bezoekt de graven van haar geliefden vrijwel nooit, terwijl Zinka wekelijks naar het graf van haar moeder gaat om te bidden. Toch is Hatidza blij dat er een graf is. Voor Alina is het graf puur een herinnering aan de verschrikkelijke gebeurtenissen in '95. Het blijkt dat het terugvinden van het lichaam en de confrontatie ermee, kan lijden tot acceptatie van de dood, maar ook dat de nabestaande het lichaam dat begraven is, of de delen ervan, niet kan zien als degene die zij verloren hebben. De tegenstellingen in

64

de omgang met verlies van de moeders van Srebrenica, laten zien hoe divers de manieren zijn waarop de vrouwen met rouw om zeggen te gaan en hoe ze het proces door lijken te maken. Alle vrouwen hebben een eigen manier om om te gaan met het verlies; allen houden ze op een andere manier een band met hun geliefden. Dit ondersteunt de notie dat rouw niet aan de hand van een eenduidig fasemodel te verklaren is en dat er gekeken moet worden naar de context van verlies; door de (langdurige) afwezigheid van de lichamen is de manier waarop er met verlies omgegaan wordt specifiek. Voor de moeders lijkt de afwezigheid van de lichamen van hun verloren dierbaren voor veel onzekerheid te zorgen. De meeste lichamen zijn inmiddels teruggevonden, maar nog steeds zijn er veel nabestaanden die niet weten waar de lichamen zijn, of waar en hoe hun dierbaren precies zijn overleden. Het is duidelijk dat de aan- dan wel afwezigheid van het lichaam, het rouwproces kan beïnvloeden. Zo veranderde de band die Jamila met haar zonen had toen haar jongste zoon gevonden en begraven werd; vanaf dat moment droeg Jamila geen foto

meer om haar nek tijdens de maandelijkse vredesmars in Tuzla.

De moeders geven op verschillende manieren betekenis aan het verlies van hun dierbaren. Ze reconstrueren hun zelfnarratief op uiteenlopende wijze en het verlies van hun dierbaren wordt op diverse manieren ingepast in hun wereldbeeld. Hatidza is nu een werkende vrouw die zich vasthoudt aan het feit dat haar geliefden haar kunnen zien en dat ze trots op haar zijn. Jamila spreekt tegen haar overleden zonen alsof ze er nog zijn, maar ze beseft dat dit niet zo is. Ze houdt zich vast aan het feit dat ze haar kinderen weer zal zien; dat ze alleen gescheiden zijn door de grens tussen hemel en aarde. In het verhaal van Andrea komt heel duidelijk naar voren dat zij zich nauw identificeert met haar moeder; door bepaalde sleutelgebeurtenissen in haar leven realiseert ze zich steeds meer dat ze haar moeders mist en ze vergelijkt zich met haar als moeder en als echtgenote. Ze stelt zich haar moeder voor alsof zij in de hemel is, samen met haar vader. Alle moeders zeggen er vanuit te gaan dat ze hun overleden geliefden zullen terugzien in de hemel; door de gebeurtenis in te passen in hun religieuze schema, is het verlies voor hun dragelijker. In paragraaf 5.3 zal worden teruggekomen op de rol van religie bij rouwverwerking van de moeders.

Uit het verhalen van de moeders, blijkt dat de dood en het gemis van hun geliefden, hen tot actieve vrouw hebben gemaakt. Samen strijden ze ervoor om alle lichamen te kunnen begraven en om te komen tot truth and justice. De gezamenlijke strijd van de moeders wordt in hoofdstuk vijf verder besproken.

De deelvraag (ii)’Hoe zeggen de moeders van Srebrenica op individueel vlak met het verlies van hun dierbaren om te gaan, en welke rol speelt de (langdurige) afwezigheid van het lichaam daarbij?’ werd in

65

dit hoofdstuk beantwoordt aan de hand van fragmenten van de levensverhalen van vier van de moeders van Srebrenica. In het volgende hoofdstuk zal de overgang van individuele rouw naar collectieve rouw en activiteit worden besproken: de manieren waarop de moeders van Srebrenica op collectief niveau met het verlies van hun dierbaren omgaan en de manieren waarop Žene Srebrenice en Majke Srebrenice bijdragen aan het behouden van een band en aan betekenisgeving, worden uiteengezet. Daarnaast wordt de overgang van gedeeld verdriet naar collectieve actie besproken. In hoofdstuk zes zal een conclusie geboden worden op de hoofdvraag van dit onderzoek: ‘Wat is het verband tussen rouwverwerking en collectieve actie bij de moeders van Srebrenica?’

66