• No results found

Blended Learning model

De figuren in deze paragraaf geven de belangrijkste punten weer op het gebied van blended learning. Deze punten zijn afgeleid uit de hiervoor behandelde theorie. Deze sectie kan dus worden gezien als een samenvatting van die theorie. In het onderwijs dient elke docent te streven naar succes, zo ook wanneer hij de keus maakt voor blended learning. Een docent kiest voor een bepaalde blend vanwege de verwachte voordelen. Daarbij probeert hij de nadelen te beperken. De na te streven voordelen en de beperking van de uitdagingen komen onder bepaalde condities het beste tot uiting. Deze condities zijn opgenomen in de succesfactoren en de succesfactoren modereren vervolgens de relatie tussen de blend en het succes van die blend. Figuur 3 toont de samenhang tussen blended learning, de voordelen, de uitdagingen, de succesfactoren en het uiteindelijke succes. De tussenliggende drie facetten zijn uitgewerkt in figuren 4 tot en met 8.

Figuur 3. Overzichtsmodel Blended learning.

Blended learning is een

geïntegreerde (variabele) mix van traditionele vormen van onderwijs met e-learning, waarbij de mix bij moet dragen aan het uiteindelijke doel de student het behandelde onderwerp te laten begrijpen.

Succesfactoren Voordelen

‘Uitdagingen’

Succes: Het bereiken van

goede leerresultaten, positieve leerervaringen voor studenten, hoge

docenttevredenheid en een redelijke werkbelasting voor docenten.

Succesfactoren: De factoren

die het succes van blended learning bevorderen.

Blended learning

Succes

Overzichtsmodel Blended Learning

dient te leiden tot

beïnvloeden Keus gemaakt voor

vanwege de

rekening houdende met de

Figuur 4. Voordelen Blended Learning voor studenten.

draagt bij aan

draagt bij aan

Voordelen voor studenten

Oorzaken betere leerprestaties

Bevordering discussie en kritisch denken

- Beter nadenken over wat te schrijven door het plaatsen van online berichten (argumenten overdenken en dan formuleren en plaatsen).

- Tijd en ruimte om een opmerking te plaatsen.

- Door de onderlinge interactie en het geven en ontvangen van feedback leren studenten o.a. de evaluatiecriteria van hun werk kennen, argumenteren, en anderen helpen en stimuleren.

- Kwalitatief betere discussie. - Beter begrip van de materie. - Meer doordachte reflectie. gevolg

(Grotere) autonomie - Leren hoe zelf te leren

- Meer bewust van eigen leren en daar verantwoordelijkheid voor nemen.

- Positieve invloed op motivatie (en dus de leerprestatie).

Hogere motivatie en betrokkenheid

- Tevredenheid ligt bij blended learning hoger dan bij vergelijkbare face-to-face-vakken (geldt overigens ook voor de docenten).

- Blended learning draagt bij aan betrokkenheid bij het vak en aan de uitdaging voor studenten.

Extrinsieke en intrinsieke motivatie

In het onderwijs zijn zowel extrinsieke als intrinsieke motivatie noodzakelijk en sluiten elkaar niet altijd uit.

Studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn - hebben zelf de behoefte aan de slag te gaan; - zijn meer gericht op begrip i.p.v. uit het hoofd kennen;

- vertonen meer bereidheid tot samenwerking en het delen van kennis; - presteren beter.

Extrinsieke motivatie is in het onderwijs het eindcijfer voor het vak.

Betere leerprestaties

Face-to-face-component: - Zorgt voor meer betrokkenheid

bij de groep;

- Versterkt de verwachtingen van de online leercomponenten; - Helpt bij het tot stand brengen van de relatie tussen docent en student.

Lagere tussentijdse uitval (t.o.v. vakken die volledig online worden gegeven)

Beter onthouden Meer geleerd

Hogere slagingspercentages

veroorzaakt door

Grotere flexibiliteit betreffende het leren en betere toegang daartoe

Online interactie

- Eenvoudig overbruggen van afstanden.

- Meer controle over de voortgang en locatie van het leren; zelf bepalen op welk tijdstip op welke plaats aan de slag te gaan. De verroosterde en zelf te plannen face-to-face-uren zijn hierbij wel een kleine beperking. - Snelle ontwikkeling van digitale content. De content is tijdig en eenvoudig

te delen, te doorzoeken en er is toegang tot materiaal dat anders niet of lastig te benaderen zou zijn geweest.

- Ondersteuning voor het leggen van relaties; faciliteert samenwerking.

Gemak

Face-to-face-interactie

- Voorziet in menselijke behoefte aan contact.

- Makkelijker social presence te ontwikkelen, relaties met anderen te leggen en om vertrouwen op te bouwen. combineren met

Efficiëntie

Meer onderwijskundige mogelijkheden

- Een blend biedt een student de mogelijkheid om de stof op meerdere manieren te leren.

Figuur 5. Nadelen / ‘ Uitdagingen’ Blended Learning voor studenten.

Online communicatieproblemen Random-indeling / groepsdiversiteit Homogene groepen

Studentgecentreerde benadering in een voorheen traditionele omgeving toepassen leidt over het algemeen tot een lagere waardering van de student.

Samenwerking is niet automatisch het resultaat van groepswerk.

Lerenden hebben de neiging taakspecialisatie toe te passen Weinig taakinterdependentie, weinig

samenwerking.

Werkdruk wordt door studenten soms als te hoog ervaren.

Groepsbeoordeling

Meeliftgedrag Individuele prestatie binnen het

groepsproces op waarde schatten. Eindcijfer van een individu baseren op de prestatie van zijn groep en zijn individuele prestatie binnen die groep. (Dit is belangrijker naar mate de taakinterdependentie hoger ligt.) Ontbrekende

managementvaardighe-den waaronder o.a. planningsvaardig-heden en het nemen van verantwoorde-lijkheid (1/2).

Rekening houden met leerervaring van de studenten en hun bereidheid tot blended learning. Ze moeten in staat zijn zelfstandig te werken.

Ontbrekende managementvaardighe-den waaronder o.a. planningsvaardig-heden en het nemen van verantwoorde-lijkheid (2/2).

Onvoldoende integratie van de verschillende vakonderdelen.

Ideaal als elk teamlid aan elk onderdeel zijn steentje bijdraagt.

Expliciete groepsinstructies Taakinterdependentie

Nadelen / ‘Uitdagingen’

aangaande de studenten Enkele mogelijke oorzaken Aantal eventuele oplossingen

Verkeerde inschatting van de docent bij het ontwerp van het vak. Door hogere motivatie, hogere

tijdsbesteding aan het vak.

Rekening houden met leerervaring van de studenten en hun bereidheid tot blended learning. Ze moeten in staat zijn zelfstandig te werken.

(Gedeeltelijk) herontwerp van het vak met inachtneming van de succesfactoren (Gedeeltelijk) herontwerp van het vak met inachtneming van de succesfactoren

Figuur 6. Voordelen Blended Learning voor docenten.

Figuur 7. Nadelen / ‘Uitdagingen’ Blended Learning voor docenten.

Voordelen voor docenten

Onderwijskundige mogelijkheden

- Meer onderwijskundige mogelijkheden door de combinatie van de dynamiek en spontaniteit van face-to-face en de online mogelijkheden voor discussie en reflectie.

Motivatie

- Tevredenheid ligt bij blended learning hoger dan bij vergelijkbare face-to-face-vakken.

Contact

- Verbeterde interactie met studenten.

- (Mogelijk) minder colleges (wel meer online begeleidingstaken).

Flexibiliteit

- Effectiever en efficiënter beheer van het vak(materiaal). - Zaken overlaten aan assistenten.

Resultaten

- Betere leerprestaties van de studenten.

Nadelen / ‘Uitdagingen’ betreffende de docenten

Tijd

- Het ontwikkelen van een blend, goede integratie van online en offline facetten, kost tijd. - Hogere werkbelasting tijdens de uitvoering van een blend.

Resources

- Verkrijgen van resources en het gebruik (kunnen) maken van de ervaringen van anderen.

Vaardigheden

- Hoe blended communities te ondersteunen? - Faciliteren van online discussies.

- Omgaan met problemen die betrekking hebben op online leren.

Omgaan met risico’s

- Angst controle te verliezen over het vak.

- Verwachting van de docent zelf dat een blend minder positieve studentevaluaties oplevert. - Algemeen ongemakkelijk gevoel of blended learning past bij de cultuur van de universiteit.

Succesfactoren Blended Learning

Combinatie van online en offline: Rekening houden met...

- Onderwijskundige doel en de leereffectiviteit moeten leidend zijn bij de keus van de blend.

- Integratie van technologie in het vakontwerp; weldoordachte aanpak van online & offline interactie gebaseerd op het (sociaal) constructivisme als leertheorie en kenmerken van de studenten en de docent.

- Studentgecentreerd onderwijs betekent dat de student over het algemeen zeggenschap heeft over wat, hoe en waneer hij leert. - Mediakeuze baseren op de onderdelen: Plaats, tijd en interactieniveau van en bij het leren.

- Succes BL in grote mate afhankelijk van de kwaliteit van het didactisch model en uiteindelijk dus van de didactische competenties van de ontwerper en uitvoerende van de blend.

- Sterke en zwakke punten online en offline omgeving. - Onderwerp van het vak en de vakinhoud.

- Leervolwassenheid van de studenten.

- De bekwaamheid van studenten en docenten in het omgaan met technologie en hun bereidheid tot blended learning. - Goede IT-infrastructuur is noodzakelijk.

- Beschikbaarheid ondersteuning technische services. - Rekening houden met de ‘uitdagingen’ bij blended learning.

- Begin eenvoudig (om ervaring op te kunnen doen met blended learning).

- Synergie: Delen digitale resources, herbruikbaar maken van concent (templates, modules). Rol van de docent

- Regelmatig verversen van content in ELO.

- Verwachtingen aangaande de blend vooraf duidelijk maken. - Participeren in online discussies op basis van 3 functies:

1. Organisatorisch: Structuur aanbrengen- Doel, discussie-onderwerp en communicatieregels vaststellen. 2. Sociaal: Vriendelijke sociale discussieomgeving creëren.

3. Inhoudelijk: Studenten de focus laten houden op het onderwerp en ze aan het denken zetten. - De docent moet zich niet gedragen als een student. Hij hoort boven hen te staan.

- Face-to-face feedback geven op de kwaliteit van de online discussie en evaluatie van de voortgang van het groepsproces.

Projectwerk – eisen aan student

- Blended learning vereist een zekere mate van leervolwassenheid van de student. - Studenten moeten in staat zijn zelfstandig te werken, verantwoordelijkheid te nemen. - Actieve rol vervullen tijdens het leerproces.

- Goed zijn in time management.

- Bekend zijn met student-gecentreerd onderwijs of hiermee worden geïntroduceerd om de benodigde vaardigheden op te doen. - Om kunnen gaan met geavanceerde technologie.

- Indien nodig zelf nadere invulling geven aan richtlijnen en criteria voor online discussies binnen en tussen groepen. - Interactie met groepsgenoten en leden van andere teams is essentieel voor het uitvoeren van de opdracht.

- Studenten moeten gegroepeerd in teams binnen een blended community te werk gaan: Werken aan eigen opdracht en anderen helpen.

- Vertrouwen is belangrijk bij samenwerking. In de blended community context gaan we er vanuit dat studenten elkaar vertrouwen totdat het tegendeel bewezen is.

Beoordeling

- Het geven van feedback. - Mogelijkheid tot ‘peer rating’:

- Het summatief beoordelen van geleverd werk.

- Het beoordelen van ‘team citizenship’ van groepsgenoten. Projectwerk voor studenten– eisen aan docent

- Keus tussen homogene groepen of juist groepsdiversiteit is afhankelijk van het doel van het vak. Is samenwerking een middel of het hoofddoel?

- Aantal leden per team: minimaal 3, maximaal 5.

- De aan de studenten te geven opdracht is bij voorkeur authentiek en vereist een actieve inzet, waarbij voor de uitvoering constructieve en reflectieve vaardigheden nodig zijn.

- Taakinterdependentie is voor studenten noodzakelijk bij het uitvoeren van de taken afgeleid van de opdracht. - Beloningsinterdependentie.

- Duidelijke richtlijnen en criteria online discussies. - Juiste gebruikersrechten voor de studenten.

Beoordeling

- Docent is eindverantwoordelijk voor het eindcijfer. - Beoordeel discussies op kwaliteit i.p.v. kwantiteit.

- D.m.v. ‘peer rating’ en studentenfeedback kan het eindcijfer deels gebaseerd zijn op het oordeel van de studenten zelf. - Eindcijfer van een student is een combinatie van een groepscijfer en de beoordeling van zijn individuele prestatie.

3 Onderzoeksmethode

Dit methodehoofdstuk beschrijft de wijze waarop ons onderzoek is uitgevoerd. De eerstvolgende paragraaf gaat in op de toegepaste onderzoeksstrategie, laat zien hoe de studenten zijn benaderd om aan de groepsinterviews mee te werken en toont hoe ze zijn geselecteerd. Daarop volgt de vertaling van het theoretisch model uit paragraaf 2.7 naar interviewvragen. We sluiten af met de uitwerking van het interviewprotocol. De daadwerkelijke uitkomsten van de interviews met zowel de studenten als de docent zijn te vinden in hoofdstuk 4.