• No results found

Bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling

Hoofdstuk 2. Wettelijk kader beschermingsbevelen

2.2.7. Bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijke veroordeling

Inleiding. Al in 1915 werd in het Wetboek van Strafrecht de mogelijkheid tot voorwaardelijke sanctionering (art. 14a e.v. Sr) opgenomen. Het biedt de kans om het gedrag van personen gedurende langere tijd te beïnvloeden. In de literatuur wordt de voorwaardelijke veroordeling wel aangemerkt als een straf.85 De met de straf beoogde leedtoevoeging bestaat dan uit de gebondenheid aan voorwaarden in relatie tot de strafdreiging en het eventueel moeten dulden

79 Zie Reijntjes, aant. 17.3 bij art. 167 en Groenhuijsen & Van Kalmthout (1983).

80 Bleichrodt (2011), p. 36. Het opleggen van een huisverbod, bijvoorbeeld, zou met het oog op artikel 8 EVRM wel eens te ver kunnen gaan (Deze mogelijkheid wordt genoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet tijdelijk huisverbod (Memorie van Toelichting, Kamerstukken II 2005/06, 30 657, nr. 3, p. 6.)

81 Reijntjes, aant. 17.3 bij art. 167.

82 Bleichrodt (2011), p. 36 en Kamerstukken II 2004/05, 29 849, nr. 3, p. 13. 83 Zie Reijntjes, aantekening 17.3 bij artikel 167.

84

Reijntjes, aant. 17.6 bij art. 167 Sv.

85 Zie Bleichrodt (1996), p. 34-35. De Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van o.a. de voorwaardelijke veroordeling erkent dat bepaalde voorwaarden in combinatie met de lange duur van de proeftijd zwaarder kunnen zijn voor een dader dan een korte gevangenisstraf (Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 2).

37 van toezicht. Toch beogen de op grond van artikel 14c Sr opgelegde beschermingsbevelen geen leedtoevoeging, maar veeleer het tegengaan van recidive of het voorkomen van een confrontatie tussen slachtoffer en veroordeelde. Kortom, het doorbreken van criminele gedragspatronen lijkt centraal te staan.86

Recent is de lijst met bijzondere voorwaarden uitgebreid, waarbij onder andere het contactverbod en het locatieverbod nader zijn gespecificeerd. De uitbreiding beoogde geen verruiming van de mogelijkheden tot het stellen van voorwaarden – zij zou zelfs een inperking kunnen betekenen87 – maar werd ingegeven door de wens een meer effectieve wettelijke regeling te creëren die beter kenbaar en voorzienbaar was.88

Procedure tot verkrijging beschermingsbevel. Een voorwaardelijke veroordeling kan worden opgelegd bij een veroordelend vonnis, waarin de bijzondere voorwaarden (art. 358 lid 2 Sv), de duur van de proeftijd (art. 358 lid 2 Sv) en eventueel een motivering van de gestelde bijzondere voorwaarden (art. 359 lid 2 Sv) zijn opgenomen. Er bestaat geen wettelijke verplichting voor de rechter om de voorwaarden te specificeren in het vonnis. De rechter zou kunnen volstaan door te zeggen dat de verdachte of veroordeelde zich dient te gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering. Omdat dit te weinig houvast biedt in de executiefase, dient de officier van justitie de rechter te bewegen de bijzondere voorwaarden nader te omschrijven, door de gewenste voorwaarden te specificeren in de strafeis.89

Toepassingsvoorwaarden. In beginsel kunnen alle straffen geheel of gedeeltelijk voorwaardelijk worden opgelegd.90 Een voorwaardelijke straf is echter niet van toepassing op de vervangende hechtenis en ze mag niet worden toegepast op gevangenisstraffen van meer dan vier jaar. In geval van veroordeling tot een gevangenisstraf van twee tot vier jaar, kan slechts een gedeelte van de straf (maximaal twee jaar) voorwaardelijk worden opgelegd (art. 14a lid 2 Sr). Ook zullen overwegingen van vergelding en generale preventie zich niet tegen een voorwaardelijke veroordeling mogen verzetten en moet de verwachting bestaan dat veroordeelde niet tijdens zijn proeftijd zal recidiveren.91

Soort beschermingsbevelen. Aan de voorwaardelijke veroordeling is altijd de algemene voorwaarde verbonden dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig mag maken aan een strafbaar feit (art. 14c lid 1 sub b onder a Sr). Verder dient de veroordeelde mee te werken aan identificatie en reclasseringstoezicht in geval er ook bijzondere voorwaarden zijn opgelegd (onder b). In artikel 14c lid 2 Sr is een lijst opgenomen van de mogelijke bijzondere voorwaarden. Naast dertien specifieke voorwaarden – waaronder een locatieverbod, een contactverbod en een meldplicht – is er ook een restcategorie voorwaarden ‘het gedrag van de veroordeelde betreffende’.92 Deze restcategorie laat de rechter de ruimte om de bijzondere voorwaarden op de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde toe te spitsen. Maar ook de specifieke voorwaarden, zoals een locatieverbod en een contactverbod geven geen uitsluitsel over de exacte reikwijdte van het beschermingsbevel. Valt het achtervolgen van een persoon of

86 Zo ook de Memorie van Toelichting bij de vrijheidsbeperkende maatregel (Kamerstukken II 2010/11, 32 551, nr. 3, p. 2 en 19.).

87 Zie Bleichrodt (2011), p. 46.

88Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 6.

89

Aanwijzing advies, toezicht en naleving van voorwaardelijke sancties.

90 F.W. Bleichrodt, Onder voorwaarde. Een onderzoek naar de voorwaardelijke veroordeling en andere

voorwaardelijke modaliteiten (diss. KU Nijmegen), Deventer: Gouda Quint 1996, p. 45.

91

Zie Bleichrodt (1996), p. 45.

38 het laten bezorgen van cadeaus bijvoorbeeld onder een contactverbod? En wat is de precieze reikwijdte van een locatieverbod?93

Verder moet de naleving van de voorwaarde in de macht van de veroordeelde liggen en dient de voorwaarde in verhouding dient te staan tot het doel dat ermee wordt nagestreefd.94 De bepaling dat de bijzondere voorwaarden de vrijheid van de veroordeelde zijn godsdienst of levensovertuiging te belijden en de staatkundige vrijheid niet mogen beperken is in de nieuwe wet achterwege gelaten. Gezien het huidige arsenaal aan grond- en verdragsrechten kan ze worden gemist.95

Looptijd. De maximumduur voor de proeftijd bedraagt drie jaar, maar kan oplopen tot tien jaar indien er ernstig rekening moet worden gehouden met recidive van de veroordeelde waarbij een of meer personen fysiek gevaar lopen (art. 14b Sr). Tenzij de verdachte een rechtsmiddel aanwendt, gaat de proeftijd in op de 15e dag na de einduitspraak of de betekening (art. 14b lid 3 Sr). Ze mag op verzoek van het OM één keer met ten hoogste twee jaar worden verlengd (art. 14f Sr).

Dadelijke uitvoerbaarheid. Tot voor kort was de voorwaardelijke veroordeling niet dadelijk uitvoerbaar. De executie van de voorwaarden en het toezicht werden opgeschort totdat er een onherroepelijk vonnis lag. In het nieuwe artikel 14e Sr wordt de rechter de mogelijkheid geboden het bevel dadelijk uitvoerbaar te verklaren. De rechter kan dit enkel doen indien er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de veroordeelde wederom een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.96 In hoger beroep kan het bevel tot dadelijke uitvoerbaarheid worden opgeheven.97

Handhaving van de voorwaardelijke veroordeling

Toezicht. Het OM is met het toezicht op de naleving van de voorwaarden belast (art. 14d lid 1 Sr) en kan de politie inschakelen ter controle van vrijheidsbeperkende beschermingsbevelen.98 De rechter kan elektronisch toezicht aan de bijzondere voorwaarden verbinden (art. 14c lid 3 Sr)99 en de reclassering opdracht geven de veroordeelde bij de naleving van de voorwaarden hulp en steun te verlenen (art. 14d lid 2 Sr). Indien de reclassering een overtreding constateert, kan zij dit melden aan het OM.100

93

Hoewel Bleichrodt van mening is dat het locatieverbod in het wetsvoorstel geen ruimte laat voor een gebiedsverbod van enige omvang, zijn er volgens de wetgever nog steeds vergaande beperkingen mogelijk. Zo noemt de Memorie van Toelichting het voorbeeld van een locatieverbod dat in de praktijk neerkomt op een verhuisplicht voor de veroordeelde. Uiteraard kan dit alleen in de ernstigste gevallen Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 8.

94 Bleichrodt (1996), p. 72.

95Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 20.

96

Dit is opvallend, want in de literatuur wordt juist de verwachting dat de veroordeelde tijdens de proeftijd zal recidiveren als contra-indicatie voor het opleggen van een voorwaardelijk gedeelte van de straf gezien (zie noot 89).

97Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 12-13.

98 Zie Aanwijzing advies, toezicht en naleving van voorwaardelijke sancties. 99

Het elektronisch toezicht is vooral geschikt om naleving van contact- en locatieverboden of locatiegeboden te controleren. Elektronisch kan voor de gehele proeftijd worden opgelegd, maar kan ook van kortere duur zijn (Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 20).

100

Volgens de MvT dient melding van een overtreding aan het OM zelfs de norm te zijn (Kamerstukken II 2009/10, 32 319, nr. 3, p. 3).

39 Mogelijke gevolgen overtreding. De tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke veroordeling is geregeld in de artikelen 14f t/m 14i Sr. De nieuwe wet staat een snelle en consequente handhaving van de voorwaarden voor.101Om deze reden is de mogelijkheid tot onmiddellijke aanhouding en voorlopige insluiting van de veroordeelde door de rechter-commissaris geopend (art. 14fa Sr).102 Het OM dient in dat geval zowel een vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging in bij de rechter-commissaris als een vordering tot tenuitvoerlegging bij de rechtbank. In afwachting van de beslissing van de rechter over de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf zit de veroordeelde dus vast. Onder de oude regeling kon met de tenuitvoerlegging slechts worden begonnen na een onherroepelijk vonnis.

Het huidige beleid is om in geval van substantiële of stelselmatige schending van de voorwaarden steviger in te zetten op tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf. Er zijn echter ook alternatieve reacties mogelijk. Wanneer (gedeeltelijke) tenuitvoerlegging disproportioneel is, kan de rechter in plaats daarvan besluiten tot een verlenging van de proeftijd (art.14f lid 1 Sr) en/of een wijziging van de voorwaarden (art. 14f lid 2 Sr). Hoewel het geven van een waarschuwing door de officier van justitie niet als zodanig in de wet is vastgelegd, behoort dit ook tot de mogelijkheden.103