• No results found

Bijlagen Bijlage

In document Burn-out van ontstaan naar re-integratie (pagina 57-140)

Bijlage 1

Overzicht theorieën & indicatoren en mogelijke interviewvragen

Algemene vragen

Het interview zal starten met ‘algemene vragen’ als fulltime/parttime, man/vrouw, leeftijd, sector, type baan, thuissituatie, opleidingsniveau. Dit om een beeld te krijgen van de situatie.

Deel 1 Factoren

Deel 1 van het interview is erop gericht er achter te zien te komen welke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een burn-out. Dit onderdeel zal ingericht worden in drie delen: deel A persoonlijke factoren, deel B werkgerelateerde factoren, deel C

maatschappelijke factoren. Dit deel gaat over de periode dat de respondent de burn-out ontwikkelt.

Deel A persoonsgerelateerd.

Deel A gaat in op persoonsgerelateerde factoren van een burn-out, de mate waarin personen scoren op de eigenschappen ‘neuroticisme,’extraversie’ en ‘zorgvuldigheid’, lijkt belangrijk voor het ontwikkelen van een burn-out. In dit deel zal worden gekeken in hoeverre de respondent zijn/haar burn-out wijt aan persoonlijke factoren.

Theorieën en Indicatoren: Deelvraag

(subconcepten)

Theorie/ onderzoek

Indicatoren (aspecten van het concept/deelgebied) Interviewtopics 1 welke persoonsgerelateerde factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van een burn-out. Personen die hoog scoren op ‘zorgvuldigheid’ en hoog op ‘neuroticisme’ zijn eerder geneigd tot ontwikkeling burn-out. Personen die Neurotisch, perfectionisme,

openstaan voor nieuwe ervaringen.

Mate van

zorgvuldigheid en stiptheid, mate van neuroticisme en extraversie.

hoog scoren op ‘extraversie’ hebben een lagere kans.

Begeleidende vragen; Afhankelijk van antwoorden doorvragen, op een bepaald onderwerp.

Zorgvuldigheid (verhoogde kans op burn-out)

- In hoeverre heeft u het idee dat u perfectionistisch bent ingesteld? - In welke mate stelt u eisen aan uzelf en aan het werk wat u doet?

- Vindt u het lastig werkzaamheden te weigeren of om tijd voor u zelf te nemen? - Bent u erg stipt en zorgvuldig? Wilt u taken op tijd af hebben?

- Vindt u het lastig ‘deadlines’ aan u voorbij te laten gaan?

Afhankelijk van de antwoorden hierop doorvragen, of niet.

Neuroticisme ( verhoogde kans op burn-out)

- Hebt u het idee lastig om te kunnen gaan met kleine tegenslagen op uw werk?

- Hebt u het idee dat u sneller stress ervaart onder dezelfde omstandigheden dan anderen op uw werk?

- Hebt u snel last van schuldgevoelens, depressiviteit, angst door werk sneller dan anderen hoe komt dit?

- Ervaart u uw leven en uw werksituatie op het moment van burn-out als instabiel?

- Had u het idee, dat als u anders met situaties om was gegaan de burn-out voorkomen had kunnen worden?

- Wat zou u zelf op het gebied van persoonlijkheid willen veranderen?

Extraversie ( verlaagde kans op burn-out)

- Bent u vaak enthousiast over dingen op uw werk?

- Bent u liever alleen dan in een groep? Werkte u meer alleen of met anderen?

Deel B werk gerelateerd

Contact collega’s /leidinggevende

- Hoe was het contact met leidinggevende/ collega’s gedurende de ontwikkeling van de burn- out?

- Hoe is de werksfeer/werkdruk van de baan ervaren? - Wat voor soort baan ging het om?

- Had u het idee voldoening te halen uit uw werk? - Wat voor eisen werden aan de baan gesteld?

- Had u het idee dat uw burn-out voornamelijk werd veroorzaakt door uw werk? Zoja, Hoe kan dat?

Deelvraag (subconcepten)

Theorie/ onderzoek

Indicatoren (aspecten van het concept/deelgebied) Interviewtopics

1

welke werkgerelateerde factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van burn-out *Wanneer een baan meer ‘’job demands’’ heeft en te weinig ‘’job resources’’ wordt de kans op burn- out vergroot. * een slecht/matig contact met leidinggevende vergroot kans op burn-out Jobresources, job demands, contact met leidinggevende Mogelijkheden en baaneisen, contact met collega’s. 59

Deel C maatschappij gerelateerd

Haastig bestaan/ teveel verantwoordelijkheid/ mogelijkheden

- In hoeverre hebt u het idee dat de huidige samenleving een ‘haastig bestaan’ oplevert en dit heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van uw burn-out?

- In hoeverre hebt u het idee gehad dat u ‘teveel tegelijk moest doen’ (d.w.z. gezinsleven en werk combineren) wat de mogelijkheid tot het ontwikkelen van een burn-out heeft versterkt? - In hoeverre hebt u het idee dat de vele mogelijkheden en opties u stress bezorgen en dit heeft bijgedragen aan de ontwikkeling van uw burn-out?

- Zou er iets in de maatschappij veranderd kunnen worden wat er voor kan zorgen dat u burn- out voorkomen had kunnen worden?

- Wat is uw mening over het huidig beleid omtrent burn-out?

- Hoe vindt u dat er in de huidige samenleving omgegaan wordt met burn-out?

Deelvraag (subconcepten) Theorie/ onderzoek Indicatoren (aspecten van het concept/deelgebied) Interviewtopics 1 welke maatschappelijke factoren dragen bij aan ontwikkeling van een burn-out?

Het gevoel van een ‘haastig bestaan’ teveel opties, mogelijkheden en verantwoordelijkheid leidt tot ontwikkeling burn-out. Haastig bestaan, verantwoordelijkheid, combinatie gezinsleven Gevoel haastig bestaan 60

Deel 2 interventie

Deel 2 zal ingaan op interventie van verschillende partijen ter activering van burn-out personen met een burn-out, dit deel zal bestaan uit drie onderdelen. Deel A zal gaan over interventie op persoonlijk niveau, deel B zal gaan over interventie op organisatorisch niveau en deel C op interventie vanuit de maatschappij. Deel A persoonlijk:

Persoonlijke interventie

- Welke interventie is er geweest op persoonlijk niveau? D.w.z. huisarts, psychologen, - hoe is deze interventie ervaren?

- In welke mate heeft u het idee gehad dat deze vorm van interventie belangrijk is geweest voor het re-integreren? Welke ervaringen heeft u hiermee? Hoe ging dat?

- Wat kunt u verder vertellen over hulp op persoonlijk niveau? Deelvraag

(subconcepten)

Theorie/ onderzoek

Indicatoren (aspecten van het concept/deelgebied) Interviewtopics 1 Wat is de invloed van persoonlijke interventie bij activering van burn-out personen met een burn-out? Persoonlijke interventie is belangrijk bij behandeling burn-out, cognitieve gedragstherapie/stress management blijkt te werken, eenduidigheid tussen huisarts/bedrijfsarts is van belang Cognitieve gedragstherapie/stressmanagement, behandeling Mate en invloed van persoonlijke interventie 61

Deel B werk gerelateerd

Deel B werkgerelateerde interventie

- Hoe was het contact met het werk gedurende de re-integratie? D.w.z. hoe was het contact met de bedrijfsleider, de bedrijfsarts en de collega’s?

- Was het contact stabiel of veranderde dit gedurende de re-integratieperiode?

- In hoeverre hebt u het idee gehad dat het contact met leidinggevenden/collega’s de re- integratie heeft bevorderd of heeft bemoeilijkt?

- In hoeverre hebben bedrijfsartsen/leidinggevenden bijgedragen aan de re-integratie na uw burn-out?

- Welke zaken hadden er veranderd kunnen worden vanuit werkgerelateerde interventie om u beter te laten integreren?

Deelvraag (subconcepten)

Theorie/ onderzoek

Indicatoren (aspecten van het concept/deelgebied) Interviewtopics 1 Wat is de invloed van werkgerelateerde interventie bij activering van burn-out personen met een burn-out? Interventie vanuit het bedrijf blijkt belangrijk voor activering van burn- out personen met een burn-out, goed contact met leidinggevende en collega’’s gedurende re-integratie en voldoende hulp bedrijfsarts is van belang. Contact leidinggevende, collega’s, bedrijfsarts, gesprekken bedrijfsleider Contact met werk, leidinggevenden en collega’s. 62

Deel C maatschappelijke interventie

Hoe was het contact met overheidsinstanties als UWV? - Hoe is het procedureel gegaan?

- In hoeverre hebt u het idee gehad dat de overheid bijgedragen heeft aan uw re-integratie? - Hoe heeft u de hulp vanuit maatschappelijke hoek ervaren?

- Is er contact geweest met vakbonden of andere instanties. 1 Wat is de invloed van

maatschappelijke interventie bij activering van burn-out personen met een burn-out? Interventie vanuit maatschappij, wetten/·UWV is belangrijk voor een goede re-integratie. Hoe eerder wordt opgetreden en ingrijpen hoe beter de re- integratie. Contact UWV, aansturing door wetten Contact met UWV, leidinggevenden, 63

Bijlage 2 codering

Open codering

Aan de hand van een analyse van de interviews is er gekeken welke onderwerpen vaak werden besproken door respondenten en ervaringen die vaak naar voren kwamen. Er zijn naast de eerder genoemde sub en hoofdthema’s extra topics toegevoegd. Tot de volgende onderwerpen is gekomen (zie codering in bijlage).

- Persoonlijkheid: alle respondenten spraken over hun persoonlijkheid. De meningen en ervaringen over persoonlijkheid en burn-out kwamen sterk overeen.

- Werkgerelateerde factoren & omgang leidinggevende & werksfeer: werkgerelateerde factoren kwamen in de interviews duidelijk naar voren. Iets dat ook opviel is dat respondenten over het algemeen erg uitwijden over het contact met hun leidinggevende en hun

leidinggevende. De invloed van werksfeer op de ontwikkeling van een burn-out kwam naar voren.

- Omgeving (reacties) & privésituatie: Respondenten betrokken meerdere malen hun privésituatie en hun omgeving bij hun ervaringen over burn-out.

- Maatschappelijke situatie: Opvallend was, ondanks dat dit thema wel werd besproken, respondenten weer snel teruggingen naar hun persoonlijk verhaal

- Burn-out onderschat: Uit de interviews kwam naar voren dat burn-out werd onderschat. Er een leven is voor en na de burn-out.

- Psychologische interventie: Bijna alle respondenten spraken over psychologische hulp of hulp door een maatschappelijke werkster en hun ervaringen hiermee.

- Werkgerelateerde interventie, bedrijfsarts & contact leidinggevende: Respondenten spraken bij werkgerelateerde interventie eigenlijk voornamelijk over bedrijfsarts en leidinggevende.

- Contact met vakbonden en UWV (maatschappelijke interventie): Wanneer er werd gesproken over zogenaamde ‘maatschappelijke interventie’ lieten respondenten zich voornamelijk uit over vakbonden en UWV.

- Ontstaan van burn-out/ voor en na burn-out: eigenlijk alle respondenten gaven aan tips en adviezen en voor en na de burn-out. Dit is het benoemen waard omdat het aanbevelingen kan geven voor werkenden in de huidige werkende maatschappij.

Interviews

Interview respondent 1 Geslacht: Vrouw

Wat was de functie in tijden van burn-out?

Ik was verpleegkundige A t/m Z alle afdelingen, in de avonduren deed ik daarnaast nog een opleiding en overdag werkte ik. Dat is wel anders dan nu, het was toen echt een combinatie van werk en opleidingsplaats en de studie moest ik in eigen tijd doen.

En hoe oud was u?

Ik was 17 toen ik begon met de opleiding. Daarvoor werkte ik in een bejaardentehuis in de verpleeghulp omdat ik moest wachten toen ik 17 was met de opleiding.

Hoeveel uur per week werk?

Fulltime, of zelfs wel meer. Werkte ook wel onregelmatige tijden zoals in het weekend onregelmatig avonduren of en/ook nachtdiensten helemaal volledig en ik was toen pas 2e jaars.

Hoe is de burn-out bij u ontstaan, vertel uw verhaal?

Vanaf 2e en derderjaars was er een kortere opleiding mogelijk in Harderwijk/Ermelo waarin je door kon stromen naar de psychatrie vanuit daar ben ik toen doorgestroomd naar Juliandorp vanuit daar was er een opleiding voor zwakzinnigenzorg. Er was zelfs geen opleidingsplaats.. er was een nieuwe inrichting en veel nieuwe eerstejaars. Deze stuurden mensen vanuit

Julianadorp, stuurden ze mensen naar andere internaten omdat ze teveel eerstejaarsstudenten hadden. In 1975 was ik zelf helemaal klaar, ik had daarvoor in 1972 een huisgekocht en was daar in 1973 daar gaan wonen, daarna was ik al 22. Want eerst 3 jaar eerstejaars in

Harderwijk, toen dus richting Ermelo voor psychiatrie, ondanks dat nu geen baan,toen door blijven leren, daarna toen 2 jaar in ermelo toen nog anderhalf jaar in Heemstede, in totaal is dat dus 7 jaar en dan daarnaast nog eens fulltime gewerkt. De laatste 2 jaar was in dienstijd naar Heemstede eens in de twee weken 1 dag, toen werd ik van vakken vrijgesteld en kreeg meer ontwikkelingspsychologie, neurologische, een verschijnsel hoe krijg je een zwakzinnig kind, er was al een basiskennis aanwezig vandaar dat ik van veel dingen vrijstelling kreeg. Het was echt gericht op de zwakzinnigen zorg... en bezigheidscreatieve... het was meer een andere richting... een andere diepgang... totaal verschillend.. altijd gewoon gewerkt.. een periode eruit geweest ivm zwangerschap...

- In 1977 een baan van maandag tot vrijdag van 8 tot half 1 fulltime, toen in

praktijkbegeleidster in een verzorgingshuis meestal dagdiensten maa ook soms nachtdiensten ik werd toen al snel in een leidinggevende functie geduwd dit was eigenlijk te zwaar voor me. De leidinggevende functie gaf wel iets meer regelmaat maar er waren ook andere problemen, ook vandaar kreeg ik steeds minder plezier in leidinggeven. Werd afdelingshoofd.. voor 65

mensen met alzheimer op een psychochiriatische afdeling, verantwoordelijk voor

zwakzinnigen, dit betekende veel vergaderingen met maatschappijk werkers, economisch directeur om te beslissen of mensen worden opgenomen of niet, hier voelde ik me helemaal niet prettig bij, echt een snotaap, de zorg met mensen sprak mee meer aan dan het vergaderen en beslissen. Op de achtergrond, in de privesituatie speelden er ook nog allerei dingen mee, zo was mijn opa dement en was in het weekend altijd thuis, de kinderen deden de opvang, ik moest ook van ver komen en ging er eens in de 14 dagen een heel weekend naar toe. Ik pikte in die periode ook alles, door die situatie met mijn opa was het ook moeilijker om mijn fucntie op werk goed te doen namelijk te beslissen of mensen wel of niet achter gesloten deuren moesten. Dan zat ik nog op een afdeling dat de mensen net werden opgesloten, het was een heftige baan, dat uitte zich in overspannenheid en ziek zijn.

- Toen heb ik ontslag genomen in verpleeghuis toen een jaar eruit geweest... toen 5 x5 uur in een ander verpleeghuis. Een jaar eruit... toen weer begonnen bij het verpleeghuis en toen toch ontslag genomen... tijd in het ziekenhuis.

Hoe was het contact/relatie met collega’s in die tijd?

Ik had bijna geen contact meer met collega’s was gelukkig toen wel weer aan de beterende hand.. dan is het moeilijker om weer terug te gaan... geen contact met leidinggevende.. ik had in die tijd nog wel contact met personeelsafdeling... maar was oppervlakkig....waren nare omstandigheden met weinig contact.

Hoe ging het verder?

Toen weer een jaar of 3 , 5x5uur gewerkt.Ik deed begeleiden van leerlingen die opleiding volgen in de zorg.

Was het bij die baan bekend dat u eerder problemen had gehad?

Nee, dat wisten ze niet ik sprak daar nooit over toen na een jaar in Wochnum en toen 4 x 8 uur( in zwakzinnigen zorg). .. altijd met leerlingen die je moest begeleiden... wisselend met leerlingen.

Hoe was toen het contact met collega’s?

Wel contact met collega’s maar weinig contact en oppervlakkig.

Hoe ging het toen verder, u raakte burn-out hoe ging dat?

Ja, ik raakte er op een geveven moment uit en het ging niet meer, probleem was dat er altijd medisch werd gekeken, er waren eigenlijk nooit gesprekken met een psycholoog... wel met man gesproken... psycholoog alleen met man gesproken... uiteindelijk een gesprek met man alleen. Nu is er sprake van snellere werkhervattting door werkgever, dat was toen niet of nauwelijks het geval. Ben uiteindelijk van baan gewisseld, een meer docerende functie. Het is als je in de zorg werkt, je eigen ervaring hoe je omgaat met situaties in het leven... elke tak

van zorg... houding door ervaring.

Met welke partijen heeft u nog meer contact gehad, hoe heeft u dat contact ervaren? het UWV

Hoe was dat contact?

UWV was een soort controle arts ofzo, je vulde een papiertje in... als je had gemeld dat je niet kon werken...geen stimulerende of organiserende rol om persoon weer te re-integreren. In 1987 ging het daarom weer helemaal fout was bezig met zwangerschap, toen bleek het ook nog eens dat mijn man een andere relatie had.

Nog andere partijen waar contact mee is geweest?

Ja, de bedrijfsvereniging maar die deed eigenlijk niks er was geen arbeidsbegeleiding, had alleen maar een controlerende functie. Mnr. zat achter bureau en deed weinig.

Ik was in die tijd veel alleen en moest een huis alleen betalen ik had geen auto meer.dus ook geen geld meer... toen met hulp van een vriendin, die in zuid-limburg woonde heb ik

spaarcenten voor haar kinderen kunnen lenen en mijn ex kunnen afbetalen. Had ook geen enkel contact met familie, was nog wel met een avondschool bezig in die tijd dat had ik namelijk in november opgepakt, zij wisten niks van wat er prive afspeelde. In de werksituatie sprak ik weinig over persoonlijke omstandigheden, er was geen openheid in werksituatie... weinig contact met leidinggevende van werk.. het groepshoofd was wel een goede vriendin... Ik was toen wel veel samen met vriendin, daar heb ik wel steun aan gehad zij wist wel dingen... maar speelde dit niet door naar paviljoenshoofd... veel alleen... je sprak elkaar weinig... veel alleen werken... alleen in de spitsuren maar geen tijd om prive dingen te bespreken... en ik wilde het zelf eigenlijk ook niet... heeel andere tijd...

Hoe denkt u dat het toen zo ver gekomen is?

Te weinig hulp en begeleiding... je wijtte het aan je eigen gedrag.... overlevingsstrategie... nooit stilgestaan bij wat er eigenlijk gebeurde...

In 1988 kwam ik in contact met een maatschappelijk werker .. het ging op dat moment erg slecht met me. Hulp van een onderwijzer van school... toen huisars en toen maatschappelijk werk.

Hoe beviel dat contact met de maatschappelijk werker?

Het waren maar een aantal gesprekken, het deed me niet zoveel. Toen kwam er een eerste lijnspsycholoog, het zit in mij om problemen van anderen mee naar huis te nemen... eerstelijnspsycholoog heeft veel hulp geboden... ze maakte me duidelijk van als je dingen opschrijft dan bestaan ze... toen weer geprobeerd met de thuissituatie contact op te nemen.... op niks uitgelopen.... mijn moeder heeft het nooit willen zien.... ze heeft het wel geweten en nooit wat aan gedaan heeft... eindelijk geleerd dingen bij jezelf te zien, te erkennen en eraan te werken... praatsessies en opdrachten... met dingen opschrijven en problemen herkennen...

toen na een jaar weer aan het werk....

1988: toen werd er vanuit personeelzaken geadviseerd minder te werken, 75% fulltime... toen wel contact gehad met personeelszaken.. binnen een jaar ging over in een andere regeling... dus toen personeelszaken overlegd... tussendoor wel naar BVV(uwv) .. die vonden dat het goed ging.... gaf aan zelf weer werken... en een jaar gewerkt... in Wognum... zwakzinnigen.... toen zelf contact gezocht... en contact: het bleek ze hadden het er niet opgerekend dat ik terug kwam.... alles was gereorganiseerd... van personeelszaken kwamen ze naar mij toe, toen koppen tellen en uren tellen... drie partimers waren makkelijker dan 2 fulltimers... geen rekening gehouden dat ik terug kwam...uiteindelijk er toch nog een halfjaar gewerkt... het werk ging niet meer... werk zelf wel leuk... werken met jongens en vrouwen die verstandelijk beperkt zijn.... geen mogelijkheden meer om dingen te signaleren en het werk goed te doen... en blijkbaar psychologische hulp wel goed ingeschat maar toch niet verwerkt allemaal... maar wilde zelf aan het werk... psycholoog bleef op de achtergrond.. kon ik altijd weer oppakken als het nodig was....

1990  UWV naar bedrijfsvereniging... ben ik geweest over hoe ik toekomst zag... aangemeld zelf voor vrijwilligswerk.. en administratief... probeerde zelf wel

verantwoordelijkheid te nemen... toen in gesprek met arbeidsdeskundige... andere opleiding... zelf druk bezig op vrijwilligersgebied... arbeidsdeskundige... wensenlijst wat ik zelf wilde doen... geen optie om weer aan het werk te gaan... risico op uitkering kwijtraakten...

1991 geboorte Elise .. slechte thuissituatie... hechtingsstress... slechte kijk op eigen functioneren...

intussen wel bezig met vrijwilligerswerk... toen kwam ik in biljartsport terecht... nog steeds bij netwerk.. een organisatie in hoorn die coordineert vrijwilligers... toen gesproken met arbeidsdeskundige... alleen een administratieve opleiding was mogelijk... toen een basiscursus windows en typopleiding... en toetsenbord.. Wel contact met eerstelijnspsycholoog

1994/95 een structuur gekomen... geen muur meer om heen gebouwd... toen scheiding man.. in biljartsport weer contact met nieuwe mensen... lijfelijk ging het niet zo goed... maar wel

In document Burn-out van ontstaan naar re-integratie (pagina 57-140)

GERELATEERDE DOCUMENTEN