• No results found

biggen in balans die periode van stress ten prooi aan levensbedreigende diarree.

De combinatie van de overgang van melk naar vast voedsel en het gescheiden worden van hun moeder is ze eenvoudig te veel.

Die belasting weerspiegelt zich in de samenstelling van het ecosysteem in hun darmen, dat zich op dat moment nog volop aan het ontwikkelen is. Er vinden dramatische schommelingen plaats. Sommige belangrijke bacteriepopulaties, waaronder melk- zuurbacteriën als Lactobacillus sobrius en andere voor de gezonde biggendarm specifi eke soorten, verdwijnen zelfs bijna helemaal. Het is een uitgelezen kans voor ziekteverwekkers die ze zich niet laten ontzeggen, vandaar die diarree.

Veevoer bestaat zo veel mogelijk uit grond- en reststoff en van de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie. Door meer en minder fermenteerbare bestanddelen slim te combineren, dacht men in Wageningen, moest je de micro-organismen in verschil- lende delen van het maagdarmstelsel gericht kunnen beïnvloe- den. Voorbeelden zijn stoff en als suikerbietenpulp, tarwezetmeel,

inuline en lactose. Langs die weg zou je de gevreesde onbalans wellicht kunnen verminderen, opheff en en misschien zelfs voor- komen.

Uiteindelijk bleken de Wageningers gelijk te hebben. Met be- paalde mengsels kon de diversiteit en stabiliteit van de bevolking van de dunne en de dikke darm rond het moment van spenen aanzienlijk verbeterd worden. De bijna-eclips van melkzuurbac- teriën kwam bijvoorbeeld niet meer voor.

Ook een ogenschijnlijk paardenmiddel als het direct toedie- nen van L. sobrius als probioticum in die periode bleek te werken. Biggen die daarna werden geïnfecteerd met de kwaadaardige Es-

cherichia coli K88-bacterie, bleken niet echt vatbaar. Mooier nog,

de toegediende melkzuurbacterie bleek ook nog de groei te sti- muleren.

oude china

O

verigens valt er op het gebied van de gezondheid en pro- ductiviteit van productiedieren ook nog wel wat te leren van traditionele wijsheden. Al in het oude China bijvoorbeeld, dichtte men aan gewassen als soja en alfalfa gezondheidsbevor- derende eigenschappen toe. Nog maar kort geleden werd ont- dekt dat dergelijke planten verschillende fyto-estrogenen bevat- ten, hormoonachtige stoff en die een positief eff ect hebben op de groei en de immuunfunctie van varkens en kippen. Micro-

organismen in de darm spelen daarbij een essentiële rol, omdat zij de fyto-estrogenen omzetten in de stoff en die uiteindelijk de gunstige eff ecten sorteren.

Toch is dat geen vrijbrief om veevoer zomaar duchtig met dragers van fyto-estrogenen te verrijken. Voorkomen moet im- mers worden dat ineens weer andere problemen om de hoek ko- men kijken, zoals die welke de hormoonbehandeling van vee in de Verenigde Staten met zich meebracht.

Hauke Smidt en Martin Verstegen

Dr. H. Smidt promoveerde in 2001 in Wageningen op de ge- netica en ecologie van anaërobe bacteriën betrokken bij de afbraak van milieuvreemde verbindingen. Th ans leidt hij de werkgroep Mo- leculaire Ecologie van het Laboratorium voor Microbiologie van de Wageningen Universiteit.

Prof. dr. ir. M.W.A. Verstegen is sinds 1984 hoogleraar diervoeding aan de Wageningen Universiteit. Zijn specialismen zijn de relatie tussen verteringsfysiologie en gezondheid, en energiemeta- bolisme.

B

rood, bier, wijn, kaas, chocolade, zuurkool, yoghurt. Het leven zou beslist minder smakelijk zijn als fermentatie nooit ontdekt was. Of dat toeval was, vermelden de geschiedenisboeken niet, maar waarschijnlijk is men er op allerlei plaatsen en momenten achtergekomen dat er bacteriën en gisten bestaan die koolhydra- ten om kunnen zetten in alcohol of in zuur. Zo kun je dranken en voedsel namelijk langer bewaren. Voor yoghurt luidt het recept: voeg aan melk van liefst zo’n 45 graden Celsius wat Lactobacillus

bulgaricus en Streptococcus thermophilus toe, en wacht een tijdje. De

eerste bacterie zet de lactose in melk om in melkzuur, en dat maakt de melk inderdaad zuurder van smaak, de tweede zorgt voor het aroma van de yoghurt, dat langzaam ontstaat als de bacteriën zich vermenigvuldigen.

Praktisch, en bovendien lekker vinden velen, maar dat gefer- menteerde melk ook gezond zou kunnen zijn, is een nog tamelijk jong idee. Het was een Nobelprijswinnaar die ermee kwam, de van oorsprong Russische zoöloog en microbioloog Ilya (Elie) Metch- nikoff , die leefde van 1845 tot 1916. Er loopt een directe lijn van zijn onderzoek aan het Parijse Institut Pasteur naar de tegenwoor- dige schappen vol yoghurtachtige drankjes met levende bacteriën die eff ecten claimen als: “de darmfl ora blijft in balans en dat is goed voor je spijsvertering en je natuurlijke weerstand”, “ helpt de darmen in de afweer tegen schadelijke invloeden van buitenaf ”, “draagt bij aan een evenwichtige samenstelling van de darmfl ora en helpt het spijsverteringsritme te bevorderen”. Probiotica heten die bacteriën. Daarnaast heb je prebiotica: niet-verteerbare voedingsbestandde- len, zoals vezels, die ook positieve eff ecten in de darm kunnen heb- ben. Combineer je pro- en prebiotica, in de hoop dat ze gezamen- lijk nog meer voordeel bieden, dan krijg je synbiotica.

Of commercie en gezondheid hierbij inderdaad hand in hand gaan, is nog altijd geen uitgemaakte zaak. Maar het was Metch- nikoff – onderscheiden voor zijn onderzoek met de Nobelprijs (1908) naar ons afweerstelsel – die de theorie ontwikkelde dat ‘slechte’ bacteriën in onze ingewanden veroudering en mentale af- takeling bevorderden. Op de Balkan had hij gezien dat de mensen daar heel oud werden, iets dat hij toeschreef aan hun zeer regel-