• No results found

Betekenis van verschillen

Achter op het eerste gezicht vergelijkbare ontwikkelingen van het Engelse en Nederlandse volkshuisvestingssysteem gaan zeer grote verschillen schuil tussen beide systemen. Deels zijn deze verschillen terug te voeren op andere historische ontwikkelingen in beide landen. In Nederland vindt de omslag van gemeentelijke huisvesting naar geprivatiseerde (sociale) huisvesting eerder plaats. Al in 1965 krijgen woningcorporaties hier de voorkeur boven gemeentelijke huisvesting. In de jaren ’80 worden deze laatste gedwongen om aparte stichtingen te vormen. In Engeland zijn ze nog bezig met een inhaalslag. Zo moet IVHA in Manchester nog strijden voor de gunst van bewoners om woonvoorraad over te kunnen nemen van de gemeente (Right to Choice). Zowel Engeland als Nederland zitten in een overgang van een in hoge mate door sociale verhuur gekenmerkte voorraad naar een koopwoningenvoorraad. Deze overgang vindt in Nederland geleidelijk plaats, terwijl zij in Engeland in de jaren '80 geforceerd en schoksgewijs totstandkwam.

Dit heeft in Engeland verstrekkende gevolgen: na de geforceerde omzetting van sociale huurwoningen in koopwoningen is een huursec-tor overgebleven voor de minder bedeelden. De sociale huursechuursec-tor is in Engeland sterk gestigmatiseerd en wordt vaak gezien als een opvanghuis voor de ‘very poor’. Als het even kan, koop je een huis in Engeland. In Nederland was er na de brutering sprake van een financieel zeer gezonde sociale huursector met een behoorlijke omvang en een redelijk gemengd huurdersbestand. In Engeland heeft de sociale sector het financieel moeilijk, zijn de beste delen van de woningvoorraad overgeheveld naar de eigen-woningsector en is er onder de huurders sprake van een zeer sterke concentratie van lage inkomensgroepen.

Dit is ook terug te zien in de aard en de omvang van de problemen die in Nederland ondenkbaar zijn. De concentratie van huishoudens met een laag inkomen en weinig maatschappelijke mogelijkheden brengt vaak een concentratie van maatschappelijke problemen (werk-loosheid, verloedering, criminaliteit) met zich mee. Compleet dichtgespijkerde straten, waar de politie niet meer in durft, zul je hier niet gauw aantreffen.

Huurachterstanden vormen in Nederland ook veel minder een probleem en dit heeft belangrijke gevolgen voor de ontwikkeling van Gold Service in Nederland. In Manchester is de methodiek er namelijk op gericht om grote huurachterstanden weg te werken door automati-sche betaling van de huur als lidmaatschapvoorwaarde op te nemen. In Nederland heeft dit criterium weinig zin aangezien het overgrote deel van de huurders de huur op tijd betaalt. Een andere invulling van de lidmaatschapscriteria voor Gold Service in Nederland is dus gewenst. Woonduur kan een criterium zijn, maar is passief van aard. Mate van eigen onderhoud en opfleuring (of verbouwing) van de woning kan een ander criterium zijn. Betrokkenheid bij de woonomgeving verbreedt de verantwoordelijkheid die van de huurder gevraagd wordt, maar is lastig te definiëren. Een onderscheid tussen goede en slechte huurders is in ieder geval minder makkelijk te maken. In Nederland zal het onderscheid waarschijnlijk meer te komen te liggen tussen verschillende mate van 'goedheid' bij huurders.

Beter Wonen Vechtdal in Hardenberg denkt bijvoorbeeld aan het aanbieden van verschillende servicepakketten, afhankelijk van de mate van verantwoordelijkheid die een huurder neemt. Bewoners die meer verantwoordelijkheid nemen voor hun woning en woonomgeving kunnen bij Beter Wonen Vechtdal aanspraak maken op extra service en voorzieningen. Des te meer verantwoordelijkheid een huurder demonstreert, des te meer extra service en voorzieningen hij/ zij kan krijgen.

De concentratie en cumulatie van maatschappelijke problemen in de Engelse sociale huursector heeft er ook toe geleid dat de welzijns-sector daar veel nadrukkelijker gekoppeld is aan huisvesting, terwijl in Nederland welzijn veel meer als een aparte welzijns-sector wordt gezien. In Nederland zoeken corporaties daarom samenwerking met welzijnsinstellingen, terwijl Engelse housing associations jongerenwerkers zelf in dienst nemen. Tenslotte is deze opvatting terug te zien in de regelgeving rondom huisvesting: uitzetting is bijvoorbeeld geen optie onder de Engelse wetgeving; waar moeten huurders anders heen?

Nederlandse woningcorporaties hebben over het algemeen meer vrijheid dan hun Engelse collega's, met name in de sociale huursector.

De Nederlandse overheid stuurt op afstand door het formuleren van onderhandelingsmarges. Financieel stuurt zij via het CFV en het toekennen van nieuwbouwsubsidies. De Engelse staat houdt de financiële tegels strakker in de hand. De sociale huursector in Engeland is financieel sterk afhankelijk van de overheid. De particuliere huursector en de koopsector krijgen weer meer ruimte. Door de gepolari-seerde beleidsvorming zijn Engelse corporaties ook gevoeliger voor beleidsveranderingen. Nederlandse corporaties zijn resistenter en moeten meer op eigen benen staan. Wel is de aansturing op het gebied van prijszetting en resultaat-monitoring hier sterker gecentrali-seerd dan in Engeland. De Housing Corporation in Engeland verdeelt de budgetten en monitort de resultaten van Registered Social Landlords, maar beperkt deze controle tot efficiëntie en economische management.

foto

4 Implementatieplan

Inleiding

In dit rapport is in de voorgaande hoofdstukken een stappenplan doorlopen dat in de inleiding geïntroduceerd is voor het maken van een transculturele vertaling van Gold Service. Dit stappenplan wordt hier nogmaals kort weergegeven.

Stap 1: bewezen succes?

Het maken van een transculturele vertaling begint al bij het zoeken naar geschikte initiatieven elders: heeft de methodiek zich bewezen op de plek van herkomst? Zijn er betrouwbare onderzoeken gedaan naar de werking en de effecten van de methodiek?

Stap 2: waarop levert de methodiek een antwoord?

Heb je zo’n initiatief gevonden en zijn er bewijzen van succes, dan is de volgende vraag of het project een antwoord geeft op problemen in de situatie thuis. Welke problemen dient de methodiek op te lossen? Wat draagt het buitenlandse voorbeeld daaraan bij en zit men in Nederland überhaupt wel te wachten op deze innovatie? Is er behoefte aan het initiatief in eigen land?

Stap 3: verschillen in de context?

Als deze twee stappen genomen zijn, begint eigenlijk de echte vertaling door de contexten in beide landen te vergelijken. In dit geval zijn dat de Engelse en Nederlandse huisvestingssector. Waarin verschilt de situatie in het buitenland van de praktijk in eigen land? Welke consequenties heeft dit voor de werking van de methodiek en welke aanpassingen zijn eventueel noodzakelijk om de methodiek ook hier te laten werken?

Stap 4: implementatieplan

Met deze informatie op zak is het mogelijk om een implementatieplan te schrijven. Het doordenken van de opzet van een project, het tijdspad daarbij en de benodigde logistieke inzet is belangrijk om goede afspraken te kunnen maken met alle betrokken partijen en een heldere communicatie te kunnen voeren. Goede communicatie en duidelijke afspraken zijn essentieel in een implementatie-traject.