• No results found

Beschrijving van het actuele gebruik Recreatie

Illustratie 14: Stamtalverdeling zaailingen (percelen 5-6)

2.4 Beschrijving van het actuele gebruik Recreatie

De boswegen in perceel 5 worden in het weekend en gedurende de week door omwonenden bewandeld. Niet alleen de bewegwijzerde route, maar ook de andere boswegen. Er blijkt geen echte vraag om verharding van de boswegen te bestaan, de steenslag wordt zelfs als negatief ervaren, zoals bleek op meerdere infodagen met de omwonenden. Het ganse bos, maar vooral bestanden 5j en 5l, wordt door jeugdbewegingen in het weekend gebruikt voor spelactiviteiten, ook buiten de paden (zie donkere zone rond knelpunt 8 in Figuur 15).

Er wordt zelden gefietst op de boswegen. Langs de Meersstraat (ten noorden van perceel 2) loopt de Rodelandroute1, een bewegwijzerde toeristische fietsroute.

Educatie

Een heel aantal scholen uit de buurt bezoekt het bos op weekdagen voor educatieve uitstappen. Daarbij wordt zowel op de paden als in de bosbestanden gelopen. Door gespecialiseerde onderwijsrichtingen (groenopleidingen KTA Melle, Hogeschool Gent en bio-ingenieur Universiteit Gent) worden de bestanden van de UGent in het Aelmoeseneiebos frequent gebruikt voor rondleidingen, oefeningen en experimenten in het kader van bosecologie, dendrometrie, dendrologie en bosbeheer. Een heel aantal bomen in bestanden 5j en 5l zijn gelabeld voor inventarisatieoefeningen.

Wetenschappelijk onderzoek

Het Aelmoeseneiebos wordt voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijsdoeleinden gebruikt door de Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen van de UGent en meerbepaald de Vakgroep Bos- en Waterbeheer en het Laboratorium voor Plantecologie en het Instituut voor Natuur en BosOnderzoek (INBO). Zo is er de omheinde wetenschappelijke zone in bestand 5n met de 35m hoge meettoren erin. Hierin bevinden zich twee proefvlakken van het Europese netwerk voor de intensieve monitoring van het bosecosysteem (ICP level II). Rondom de naamloze beek ligt het Essenproefvlak, de rest van het omheinde deel omvat het Eiken-Beukenproefvlak. De toren bevindt zich tegen de grens tussen beide. Er bestaat een gedetailleerde inventaris van alle houtige elementen met omtrek op borsthoogte boven 21 cm (Vande Walle et al. 2006).

In Bijlage 2 is een lijst gevoegd met gepubliceerd onderzoek in de wetenschappelijke zone en daarbuiten (Vande Walle et al. 2006). Het gaat om ecosysteemonderzoek (nutriënten- en watercycli in gemengd loofbos), onderzoek van bosontwikkeling (bestandstructuren, inclusief invloed van beheermaatregelen) en onderzoek van planten- en dierengemeenschappen (fauna en flora).

Infrastructuur

Er is een wandelroute aangegeven met groene pijltjes op houten palen. Er staan twee infoborden. Een eerste aan het pleintje in 5z, een tweede aan de zuidwesthoek van de wetenschappelijke zone in 5n. Ooit stond een bank ter hoogte van 5i, regelmatige bezoekers vragen om een nieuwe bank langs de bosweg ter hoogte van 5f.

Knelpunten wegeninfrastructuur

Op Figuur 15 worden de belangrijkste knelpunten van de wegeninfrastructuur

(1) Het pad dat langs de Molenbeek naar het arboretum (2e) loopt wordt in het groeiseizoen overwoekerd door brandnetel. Dat geeft problemen bij de lessen dendrologie. Jaarlijks zal het pad daarom met bosmaaier vrijgemaakt moeten worden op het ogenblik dat het arboretum door studenten bezocht wordt.

(2) Er is nogal wat sluikwandelverkeer langs de spoorwegbedding tussen het pad tussen 5g en 5h en het station van Gontrode. Hier zou een veilige en functionele aansluiting van de wandelpaden in perceel 5 met het station van Gontrode wenselijk zijn i.s.m. de infrastructuurbeheerder van de NMBS.

(3) Al enige jaren wordt getracht de verbinding langsheen de beek tussen 5l en 5m buiten gebruik te stellen. De voorjaarsvegetatie wordt hier door betreding negatief beïnvloed en hier staan populieren op instorten langs de beek. Dit is ook leefgebied van de Kleine bonte specht.

(4) Op deze plaats in 5j ontbreekt een goed wegprofiel. Bij exploitatie wordt de weg hier stukgereden en blijven plassen in diepe sporen staan.

(5) Het deel van de bewegwijzerde route langs de buitenkant van 5m is zeer vochtig. Bovendien groeien hier veel brandnetels en loop je vlak langs de prikkeldraad van de wei. Wandelaars doen regelmatig hun beklag over moeilijke begaanbaarheid.

(6) Dit is een veelgebruikte toegang die echter erg gevaarlijk uitkomt op de Geraardsbergsesteenweg. Het is wenselijk hier de toegang te verleggen naar het uiterste noorden van 5n. Bovendien kan deze ingang minder belangrijk gemaakt worden als punt (2) wordt aangepakt, zodat het bos via 5h bereikbaar wordt vanuit Gontrode dorp.

(7) Ook deze toegang komt erg gevaarlijk uit op de Geraardsbergsesteenweg.

Hiervoor is echter geen oplossing, tenzij een tweede goede toegang naar het station van Gontrode (2). De aangeduide wandellus loopt hier over de Aalmoezenijestraat, dit zou beter doorheen de bosrand gebeuren, zodat de lus binnen het bos gesloten kan worden.

(8) In een ruime zone in bestanden 5e, 5f, 5k en 5l, zowel op de paden als in de bestanden wordt veel gespeeld door georganiseerde jeugd (donkere zone in Figuur 15). Het gaat om jeugdbewegingen uit de deelgemeenten van Melle, Oosterzele en Merelbeke en groepen die op ‘t Hoeveke (Gijzenzele) verblijven. Voornamelijk de toegankelijkheid (bramen, struiklaag en opslag) bepaalt waar gespeeld wordt.

Omdat de meeste bezoekers te voet vanuit de omgeving komen, is de parking aan de kapel (5z) ruim voldoende. De gemeente Oosterzele heeft hier inrichtingswerken gedaan (steenslagverharding) en onderhoudt het grasperk.

Houtverkopingen

In Tabel 22 worden de houtverkopingen in het Aelmoeseneiebos tijdens de looptijd van het vorige beheerplan weergegeven.

Tabel 22: Houtverkopingen in het Aelmoeseneiebos

Jaar kappin

g

Bestanden Boomsoort Volume

Prijs

Prijs

€/m³

1999 5d, 5e, 5f, 5i zaaghout en brandhout 524

allerlei brandhout 154 45389 67

2002 6a,b allerlei loofbomen 14

2003 2h populier 639 17353 27

2004 5j, 5l, 6a, 6b allerlei brandhout 55 1000 18

allerlei zaaghout 23 700 30,5

populier 45 1180 26

Am. eik 200 19200 96

lork en beuk 58 2000 34,5

kruinhout 123 250 2

houtstalen 40 2110 53

totaal verkoop 547 26545 48,50

totale kost werken 11409

saldo dunning 15136

2005 3b, 5h, 5k allerlei brandhout ±100 Bron: Goris et al. 2005

Wildbeheer

Volgens het vorige beheerplan was geen jacht toegelaten in het Aelmoeseneiebos.

Enkel verdelging van konijn zou eventueel toegelaten zijn, maar dit werd nooit toegepast. Verder aangepast faunabeheer werd niet voorzien omwille van de kleine omvang van het bos. Ook ANB heeft sinds de aankoop van de bestanden in percelen 2 en 3 geen jacht verpacht of toegelaten. Het OCMW-Gent verpacht bestand 1a voor jacht aan jachtgroep Meirlaen-Troubleyn.

3 BEHEERDOELSTELLINGEN