• No results found

Beschrijving van de onderzochte opleiding

4.1. Inleiding

Eén van de hoofdvragen van het huidige onderzoek is in hoeverre de rij- prestatie van jonge, onervaren verkeersdeelnemers verbeterd kan worden door een praktische rij-opleiding. Voor deze vraagstelling is gebruik gemaakt van gegevens van een specifieke groep verkeersdeelnemers, namelijk jonge bromfietsers. In dit hoofdstuk beschrijven we de onderzochte opleiding voor jonge bromfietsers.

Er is een aantal redenen waarom een dergelijke studie onder jonge brom- fietsers bijzonder actueel is. Ten eerste is sinds lange tijd bekend dat jonge bromfietsers vaak betrokken zijn bij ongevallen. Onervarenheid, hoge snelheden van (opgevoerde) bromfietsen, onvoldoende veiligheidsbewust- zijn en andere factoren kunnen de frequentie van ongevallen met bromfiet- sen verklaren. Het is dan van belang na te gaan wat met een praktische rij- opleiding bereikt kan worden om de vaardigheid van jonge bromfietsers te verbeteren, temeer daar een dergelijke evaluatiestudie tot nu toe in Nederland niet is uitgevoerd. Ten tweede is ook actueel na de invoering van het bromfietscertificaat uitspraken te kunnen doen over de feitelijke rijvaardigheid van jonge verkeersdeelnemers die geslaagd zijn op een theorietest. Ofschoon kennis van de verkeersregels een voorwaarde is om veilig te kunnen rijden, valt te bezien of enkel deze kennis genoeg is om verkeersdeelnemers in staat te stellen goed en veilig te rijden. Overigens is dit onderzoek niet bedoeld als evaluatie van het nut van het bromfietscerti- ficaat. De vraagstelling kan als volgt geformuleerd worden: Gegeven het feit dat een verbetering van het kennisniveau bij deze groep jonge ver- keersdeelnemers bereikt is, hoe staat de situatie er nu voor in termen van feitelijke rijprestatie?

Achtereenvolgens wordt ingegaan op de inhoud van de opleiding (§ 4.2), het verloop van de opleiding in de praktijk (§ 4.3) en de evaluatie van de opleiding achteraf (§ 4.4).

4.2. Inhoud van de opleiding

De gegeven opleiding duurde in totaal zestien uur, verdeeld over vier blokken van vier uur. In een periode van vier aansluitende weken

(september 2000 - oktober 2000) werd per week steeds op een ochtend of middag één lesblok gegeven. Er werd over het algemeen gewerkt met groepen van vier cursisten. Omdat sommige deelnemers niet aanwezig konden zijn op de van te voren geplande bloktijden, werden sommige groepen groter dan vier cursisten en sommige juist kleiner. De opleiding werd gegeven vanuit verkeersschool Knol, gelegen op industrieterrein ‘de Hemrik’ te Leeuwarden.

In het laatste lesblok werd speciaal aandacht besteed aan de voorbereiding op de tweede testrit. Als voorbereiding konden de instructeurs zelf een testrit rijden op een route die door de CBR-examinatoren was geselecteerd,

Ontwikkeling en opbouw van de opleiding

De in Leeuwarden toegepaste opleiding werd op initiatief van het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Friesland (ROF) ontwikkeld door de KNMV . De opzet van de opleiding is door Lindeman beschreven in het document

Docentenhandleiding. Opleidingsplan ROF (Lindeman, 2000).

De opleiding was verdeeld in vier lesblokken. Elk lesblok kent een paar grotere onderwerpen die elk weer onderverdeeld kunnen worden in een aantal specifieke leerpunten.

Blok 1 (vier uur): Voertuigbeheersing

Dit onderdeel werd gegeven op een afgesloten oefenterrein. Specifieke leerdoelen hadden betrekking op kennis van voorbereiding van het voertuig voor de rit en kleding en verder:

- voertuigbediening (aandacht voor zithouding en kijktechniek); - stuurvaardigheid (kennis van en vaardigheid in inkantelen voertuig); - remmen (kennis van relatie snelheid-remweg; zich bewust zijn van wat

voertuig wel en niet kan).

Blok 2 (acht uur): Verkeersdeelneming

Dit blok werd gegeven in het stadsverkeer van Leeuwarden. De specifieke onderwerpen in dit blok waren:

- plaats op de weg, met aandacht voor de leerpunten regelgeving, veilig- heid, zichtbaarheid, communicatie, afstand houden, voorspelbaarheid; - naderen en oversteken van kruispunten, met aandacht voor regelgeving,

snelheidsregeling, kijktechniek, fouten van anderen opvangen en rotondes;

- afslaan, met aandacht voor ander verkeer, grote voertuigen, rugdekking, voorsorteren en vakken;

- inhalen en voorbijgaan, met aandacht voor achteropkomend verkeer, grote voertuigen, stilstaand verkeer en langzaam verkeer.

Blok 3 (drie uur): Verkeersinzicht De onderwerpen in dit blok zijn: - de relatie tussen snelheid en risico; - omgang met ander verkeer; - rijden buiten de bebouwde kom.

Blok 4 (een uur): Examentraining

De instructeurs kregen een speciale oefenroute toebedeeld waarop ze de met de cursisten konden trainen voor de testrit.

In de handleiding wordt aangegeven dat zestien uur te weinig is om de jonge bromfietsers op te leiden tot een complete weggebruiker. Daarom moet de nadruk van de opleiding in sterke mate liggen op veilig en ver- antwoord weggedrag.

De opleiding is in principe opgezet voor groepen van vijf cursisten. Bij het blok verkeersinzicht wordt echter wel aangegeven dat het werken met een wat kleinere groep te prefereren is.

4.3. Verloop van de opleiding in de praktijk

De opleiding in Leeuwarden werd aan 25 deelnemers gegeven, veertien jongens en elf meisjes, van wie de meesten 16 jaar. In totaal negen instructeurs van verschillende rijscholen in Friesland werden ingeschakeld voor het begeleiden van de verschillende groepen. Over het algemeen hadden de groepen een vaste ochtend of middag per week over een periode van vier weken, waarbij ze een vaste instructeur hadden. Het kwam enkele malen voor dat cursisten verplaatst moesten worden naar een ander tijdstip en dus te maken kregen met een andere instructeur.

Van de 25 cursisten waren er acht die het volledige lesprogramma bij één en dezelfde instructeur hadden gevolgd, waren er zeventien die het les- programma bij wisselende instructeurs hadden gevolgd, en waren er acht die een (klein) deel van de opleiding hadden gemist. Er werd gewerkt met groepen waarin zowel jongens als meisjes konden deelnemen.

Van de 25 cursisten/46 deelnemers aan de voor- en nameting waren er twee bij wie van tevoren tijdens de selectieprocedure werd vastgesteld dat ze leerproblemen (concentratiestoornissen?) hadden. Eén van deze deelnemers werd in de ‘geen-opleiding-conditie ingedeeld en één in de ‘opleiding-conditie’.

Er werd door instructeurs en cursisten gereden op zes/zeven bromfietsen van het type scooter (dus met automatische versnelling). Deze bromfietsen, alle met automatische versnelling, waren voor een periode van negen weken geleased van dealer Hamstra/plaatselijke dealer.

Voorafgaand aan de opleiding hadden de cursisten al ervaring opgedaan met deze bromfietsen tijdens de tests voor voertuigbeheersing en de testrit in het verkeer van Leeuwarden en omgeving.

Van de negen instructeurs die de opleiding in Leeuwarden gaven, hadden vijf instructeurs de opleiding zelf al eerder gegeven en hadden vier instruc- teurs de opleiding nog niet eerder gegeven. Alle instructeurs hadden zelf wel in 1999 de voorbereidende KNMV-applicatiecursus gevolgd, die bedoeld is om de instructeurs kennis te laten maken met de opbouw en leerdoelen van het lesprogramma.

4.4. Evaluatie van de opleiding door instructeur en examinatoren

Op 21 december 2000 vond een evaluatie plaats van het verloop en onderdelen van de opleiding. Vijf instructeurs en drie CBR-examinatoren leverden hun meningen over verloop en onderdelen van de opleiding en de rijvaardigheid van de deelnemers.

De opleiding

Wat vonden de instructeurs van de opzet van de opleiding? Iedereen was het erover eens dat vier deelnemers in een cursusgroep te veel was voor de onderdelen ‘verkeersdeelneming’ en ‘verkeersinzicht’. Om een dergelijke groep goed te onderrichten, zouden eerder dertig uur nodig zijn dan de zestien uur van de opleiding. Deze extra uren zouden dan voornamelijk

verkeersinzicht. Het ideale aantal leerlingen op een instructeur zou één of hoogstens twee zijn.

Het aanvangsniveau van de deelnemers lag sterk uiteen. Dit maakte het lastiger groepsgewijs les te geven. De ervaringen met de doelgroep waren zeer positief voor zowel de examinatoren als de instructeurs.

Voertuig

De ervaringen met de geleasde bromfietsen waren iets minder, omdat niet elke bromfiets even goed afgesteld was. Enkele bromfietsen reden te hard. Wanneer een leerling een dergelijke brommer had, bleek het voor de instructeur moeilijk te zijn de leerling bij te houden.

Tevens werd opgemerkt dat de examinatoren en instructeurs beschermend moesten rijden. Ze konden hierdoor niet altijd op de deelnemers letten, maar moesten ook aan hun eigen veiligheid denken. Zowel examinatoren als instructeurs hadden last van de uitlaatgassen van de bromfietsen.

Voor een opleiding kan het beste het bromfietstype scooter worden gebruikt. Een Puch is weliswaar wendbaarder, maar een scooter is het meest gereden type.

Organisatie en hulpmiddelen

Hulpmiddelen als een videoband waren voor de instructeurs niet nodig. De theorie kon goed worden uitgelegd aan de hand van verkeerssituaties. De accommodatie werd door iedereen als goed beschouwd.

De leskaarten werden niet door iedereen ingevuld. Dit was lastig voor de andere instructeurs. Het systeem werkte niet optimaal. Een kaartenbak met leskaarten zou beter geweest zijn.

Tijdens de tweede meetsessie zeggen de examinatoren rekening gehouden te hebben met het weer. De slechtere resultaten zouden volgens hen meer aan de motivatie van de deelnemers hebben gelegen.

Ervaringen/indrukken examinatoren

Bij enkele examinatoren was er de sterke indruk dat ook de deelnemers die redelijk goed reden, toch niet over volledige gedragautomatismen beschik- ten. Deelnemers begonnen de rit vaak wel goed, maar na een tijdje zakte het optimale verkeersgedrag weer weg.

Met name het kijkgedrag van de leerlingen was slecht. Motivatie speelde hier volgens de instructeurs ook een rol: deelnemers deden het goed wanneer ze voor een instructeur reden, maar eenmaal achter hem lieten ze het weer zakken.