• No results found

Complexiteit

Typeer de breedte en gemêleerdheid (diversiteit, variatie) van het werkterrein. Vermeld de werkaard, de product(ie)-soort(en), de soorten bemoeienis e.d.

Geef een indicatie van de frequentie waarmee zaken zich afwisselen (of verstoord worden).

Vermeld eventueel onvermijdbare bezwarende accuratesse en/of tijdsdruk.

Noteer de voor een goede functie-uitoefening noodzakelijke opleiding(en), van schoolse en/of

Typeer de vrijheid in tijdsindeling. Typeer de vrijheid in aanpak en vormgeving; noteer

gebondenheid door voorschriften, regels, procedures en dergelijke; vermeld de te maken keuzes, te nemen beslissingen en dergelijke. Typeer de invloed die van het toezicht uitgaat, tracht de relatie weer te geven tussen het probleemniveau, de opleiding en de vereiste ervaring.

Geef aan welke contacten binnen de organisatie noodzakelijk zijn voor het functioneren. Geef een typering van het eventueel opgedragen geven van leiding: aantal, tijdsbeslag, e.d.

Afbreukrisico

Typeer de schade die het gevolg kan zijn van menselijke fouten in de functie (eventueel meerdere soorten), het effect van controle(s), de mogelijkheden voor zelfcontrole etc.

Geef aan welke contacten met derden noodzakelijk zijn voor het functioneren (ook frequentie, te realiseren zaken, te overwinnen weerstand en dergelijke).

Typeer de eventueel opgedragen geheimhouding. Vermeld de eventueel aanwezige kans dat in de functie weerstand moet worden geboden tegen druk van buiten.

Fysieke Aspecten

Noteer (belangrijke) hinderlijke factoren in de werkomgeving. Vermeld lichamelijk zware elementen in het werk. Typeer de kans op gevaar voor lijf en leden.

Omschrijf de eventueel noodzakelijke bewegingsprecisie (vereiste fijne motoriek).

2.6. WOORDENLIJST BIJ DE NIVEAUBEPALING

Ad Complexiteit

 Omschakelfrequentie

"matig" of "af en toe"

"regelmatig" of "vrij frequent"

"voortdurend" of "hoog" of "frequent"

gemiddeld elk uur van onderwerp veranderen gemiddeld elke 20 tot 40 minuten

gemiddeld elke 5 tot 15 minuten

 Opleiding

"schoolsoort" + "niveau"

"bedrijfsopleiding"

"ervaring"

diploma-eisen staan niet vermeld, die zouden slechts dienen als indicatie; niet de vooropleiding als zodanig staat centraal maar de (op welke wijze dan ook verworven) kennis en vaardigheden staan centraal

een gestructureerde, geprogrammeerde en begeleide opleidingsperiode in de specifieke eigenheden van het bedrijf, processen, procedures, bewerkingen, e.d.

wordt beschouwd als een aspect dat mede de zelfstandigheid bepaalt (zie aldaar)

Ad Zelfstandigheid

 Niveau van de problemen

"normaal"

"aanmerkelijk"

"moeilijk en vergaand"

vereist een denkniveau dat equivalent is aan vmbo

vereist een denkniveau dat equivalent is aan een flink mbo- tot hbo-niveau

vereist een denkniveau dat equivalent is aan ruim hbo- tot semi-academisch niveau

 "Betekenis van contacten"

"normaal" men moet uit kunnen gaan van een ongehaperd lopen van de stroom van goederen of informatie,

de samenwerking is gericht op het tijdig tot stand brengen van juiste beslissingen van de hoogste leiding met betrekking tot forse delen van de capaciteit

 Gezag

"leidinggeven"

"functioneel leidinggeven"

over het vermelde aantal ondergeschikten (direct en indirect via lagere leidinggevenden) wordt functioneel, operationeel en disciplinair gezag uitgeoefend

bindende aanwijzingen geven over het werk aan niet-hiërarchisch ondergeschikten

Ad Afbreukrisico

 Kans op tijdig ontdekken en herstellen

"groot"

"redelijk tot matig"

bij toepassing van de normale procedures en uitoefening van de vereiste verantwoordelijkheid wordt de fout vrijwel zeker tijdig (=niet naar buiten het bedrijf tredend) ontdekt

bij goede zelfcontrole kan de fout tijdig ontdekt worden, hiertoe zijn de omstandigheden normaal gesproken aanwezig, maar er moet wel extra inspanning voor geleverd worden

Ad Fysieke Aspecten

"normale kantooromstandigheden"

"normaal schoon fabriekswerk"

rustig kantoor, samen met enkele collega's, de gebruikelijke kantoorgeluiden

goed geklimatiseerde omstandigheden, incidenteel onaangename factoren

2.7. OPLEIDING, WETTELIJKE EISEN, NORMALISERING, CERTIFICERING EN ANDERE BIJZONDERE EISEN

2.7.1. VOOROPLEIDING EN AANVULLENDE STUDIE

Het gezichtspunt kennis omschrijft het door studie verkregen kennisniveau dat voor de uitoefening van een functie vereist is. Het betreft dus kennis die via scholen en

opleidingsinstituten wordt verworven en niet kennis opgedaan door werk- of levenservaring. In het Handboek Functie-indeling voor het Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf vormt het gezichtspunt kennis samen met het gezichtspunt heterogeniteit de eerste karakteristiek

Complexiteit.

In de functiewaarderingsmethode CATS® kent het gezichtspunt kennis twee hoofdingangen en één toeslagmogelijkheid (bijblijven). De eerste hoofdingang omschrijft de vooropleiding, die men zich via het reguliere onderwijsaanbod eigen kan maken. De tweede hoofdingang omschrijft de aanvullende studie, die nodig is bovenop het kennisniveau van de vooropleiding om een

specifieke functie uit te kunnen oefenen. Voor sommige functies geldt ten slotte nog de noodzaak om systematisch kennis bij te houden om de functie blijvend te kunnen vervullen.

Voor het Handboek Functie-indeling is getracht om de kennisvereisten zo goed mogelijk in overeenstemming te brengen met het huidige Nederlandse onderwijssysteem, inclusief de nieuwe kwalificatiestructuur en gangbare terminologie daaromheen. Dit betekent dat allerlei opleidingsvormen die door wet- en regelgeving formeel niet meer bestaan, ook niet meer genoemd worden. Bovendien is ervoor gekozen om alle kennisaanduidingen in het Handboek algemeen te houden om een snelle veroudering van dit instrument tegen te gaan. Immers, de veranderingen in de wereld van het onderwijs en het concrete aanbod aan trainingen en cursussen lijken elkaar steeds sneller op te volgen.

Door deze keuze ten gunste van de actualiteit en de langere houdbaarheid van het

indelingsinstrument kan de herkenbaarheid voor menig gebruiker wellicht iets zijn afgenomen.

Daarom is op de zogenoemde voorbladen ook steeds een verwijzing opgenomen naar de site van minstens één van de kenniscentra die samenwerken in SBB. Een bezoek aan de op de voorbladen genoemde sites, aan www.s-bb.nl en de site van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen zal herkenbare en actuele informatie opleveren.

Onderstaand zijn twee schema’s en enkele toelichtingen opgenomen die kunnen helpen om de beschrijving van de kennisniveaus op de niveaubladen beter te kunnen duiden. Eerst worden de voornaamste vooropleidingen genoemd en vervolgens de benodigde aanvullende studie. Het bepalen van de noodzakelijk geachte vooropleiding is fundamenteler dan het bepalen van de aanvullende studie. De vooropleiding biedt een indicatie voor het benodigde werk- en

denkniveau; de aanvullende studie geeft vervolgens aan welke kennis nodig is om de specifieke functie te vervullen.

Vooropleiding

Uiteraard geldt dat men de wetgeving dient te volgen: d.w.z. vervullen leerplicht en zoveel mogelijk verkrijgen van een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt

Basisonderwijs (BO) Iets meer dan alleen BO

Basisonderwijs en enkele jaren Voortgezet Onderwijs zonder diploma vmbo-BG

Basisberoepsgerichte Leerweg vmbo-KB

Kaderberoepsgerichte Leerweg vmbo-GL

Gemengde Leerweg

mbo-1 niveau

vmbo-TL

Theoretische Leerweg

mbo-2 niveau

havo mbo-3 niveau

havo met pakketeisen vwo mbo-4 niveau

vwo met pakketeisen AD

Associate Degree AD

mbo-5 niveau hbo (deelcertificaten)

hbo met diploma WO (bachelor) Post-hbo (aantal jaren) WO (master)

Zwaarder komt niet voor in dit Handboek Functie-indeling