• No results found

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op De Parkenschool in Apeldoorn. Na een beschrijving van

ontwikkelingen in de context van de school volgt de algemene conclusie. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een toelichting op de algemene conclusie.

Context

De school valt onder het bevoegd gezag van de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Apeldoorn. Op 1 augustus 2006 verandert de

bestuursstructuur. De organisatie wordt verzelfstandigd en ondergebracht in een nieuwe stichting met de naam Leerplein055. De 31 scholen voor primair onderwijs worden aangestuurd door een algemeen directeur en vier unit directeuren.

De school telt op de laatste teldatum 220 leerlingen die bijna allemaal geen leerlinggewicht hebben. Het leerlingenaantal ligt de laatste vijf jaar steeds tussen de 220 en 230. Voor de komende jaren verwacht de directie geen grote veranderingen.

De Parkenschool, die vanaf de oprichting 1900 zelfstandig is geweest, maakt sinds augustus 2002 deel uit van Openbaar Primair Onderwijs Apeldoorn.

In het team is al meerdere jaren om uiteenlopende redenen sprake van ziekteverzuim. Adequate vervanging en daarbij behorende begeleiding vragen bij voortduring extra inspanningen van teamleden en directie. Na meerdere directiewisselingen is er nu sinds enkele jaren weer sprake van een stabiele situatie. Het ziekteverzuim binnen het team heeft nadrukkelijk aandacht, ook op bovenschools niveau.

De inspectie concludeert dat de ontwikkelingen in de context van de school geen risico vormen voor de kwaliteit van het onderwijs.

Algemene conclusie

De inspectie concludeert dat er sinds het inspectiebezoek van 2001 (regulier schooltoezicht) een positieve ontwikkeling heeft plaatsgevonden op De Parkenschool. Er is nu sprake van een stabiele situatie. Dit heeft een positief effect op de onderwijskundige ontwikkelingen binnen de school.

De school besteedt in toenemende mate aandacht aan kwaliteitszorg. De evaluatie van de onderdelen van onderwijs en leren krijgen echter nog onvoldoende aandacht. Dat geldt ook voor de periodieke rapportage over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Aangezien deze onderdelen in het schooljaar 2006-2007 op bovenschools niveau aangestuurd gaan worden, mag verwacht worden dat ook deze onderdelen op korte termijn aan de eisen zullen voldoen.

De aspecten over het pedagogisch didactisch handelen zijn allen van voldoende kwaliteit. Daarmee beschikt de school over een voldoende basis om de

bestaande kwaliteit te handhaven en op onderdelen te versterken. Zorgvuldige implementatie van recent gekozen nieuwe methoden en van de besluiten over onderwijswerkvormen is daarbij een belangrijke voorwaarde.

De opbrengsten liggen op schoolniveau op het niveau dat verwacht mag worden en zijn daarmee van voldoende niveau.

De inspectie komt tot de conclusie dat er geen risico's aanwezig zijn op De Parkenschool.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Parkenschool - 15-5-2006 12 De uitkomsten van het onderzoek in het kader van de pilot van de

toezichtmodule taallezen in groep 1 tot en met 4 laten zien dat de kwaliteit op vrijwel alle onderzochte onderdelen van voldoende niveau is. Wat in

onderstaande toelichting is geschreven geldt in zijn algemeenheid ook voor het taallezen in groep 1 tot en met 4 met uitzondering van enkele onderdelen van het didactisch handelen. Met name de differentiatie bij instructie en verwerking en de actieve betrokkenheid van de leerlingen vragen in de meeste groepen om verbetering. Deze onderdelen komen hier onvoldoende tot hun recht, zeker in relatie tot de samenstelling van de leerlingenpopulatie en de waarneembare verschillen in onderwijsvragen van de leerlingen.

Toelichting

De kwaliteitszorg krijgt op De Parkenschool op meerdere onderdelen voldoende aandacht maar van een cyclisch proces is nog in onvoldoende mate sprake.

Het nog niet systematisch gebruiken van een systeem of instrument waarmee periodiek de kwaliteit van de opbrengsten en de kwaliteit van het onderwijs en leren worden nagegaan, is daarvoor de belangrijkste verklaring. Op

bovenschools niveau is gekozen voor de Kwaliteitsmeter van Beekveld en Terpstra. Daarmee zijn inmiddels eerste ervaringen opgedaan door de leerlingen te bevragen. Analyses zijn echter nog niet beschikbaar. Het niet systematisch evalueren is mede een verklaring voor het ontbreken van een periodieke rapportage over gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs.

De school heeft sinds kort een nieuw intakeformulier in gebruik genomen om daarmee systematisch informatie te inventariseren over de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Op termijn kan de school daarmee zowel het

onderwijsaanbod als de onderwijsactiviteiten (nog) meer afstemmen op de onderwijsvraag van de leerlingen. Verbeteractiviteiten krijgen steeds meer een systematische aanpak. Dat geldt onder andere voor de invoering van

coöperatief leren en het dyslexieprotocol. De borging van gerealiseerde verbeteringen en veranderingen vindt structureel plaats.

De school waarborgt de sociale veiligheid in voldoende mate door periodiek de veiligheidsbeleving bij leraren en leerlingen na te gaan. Ook beschikt de school over vastgelegde afspraken over preventie van incidenten, in het bijzonder het pesten. Op bovenschools niveau krijgt de afhandeling van incidenten een nadere uitwerking, mede in het kader van de ontwikkeling van het nieuwe schoolplan.

Het leerstofaanbod voor Nederlandse taal en rekenen-wiskunde voldoet aan de kerndoelen en biedt voldoende mogelijkheden om in te spelen op de

onderwijsvragen van de leerlingen.

Enkele aspecten vormen aandachtspunten voor de school. De leerlijnen in het aanbod voor groep 1 en 2 zijn herkenbaar, maar de koppeling van inhouden aan de structuren is een langdurig proces van overleg geweest. Met de recente keuze van een eigentijdse methode voor groep 1 en 2 zijn de leerlijnen ook inhoudelijk voldoende duidelijk. De implementatie in de dagelijkse

onderwijspraktijk moet als verbeterpunt worden aangemerkt en verdient een zorgvuldige monitoring vanuit de directie. De school heeft in een notitie het beleid ten behoeve van 'plusplusleerlingen' vastgelegd. Daarmee wil de school inspelen op de verschillende mogelijkheden die de leerlingen hebben. De implementatie is in ontwikkeling. Afstemming met de didactische werkvormen en de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen is daarbij een

aandachtspunt voor het team.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Parkenschool - 15-5-2006 13 Op basis van de bijgewoonde lessen constateert de inspectie dat het

pedagogisch en didactisch handelen op vrijwel indicatoren van voldoende niveau is. Wel zijn er verschillen binnen de school waargenomen. Tegenover lessen waar het didactisch handelen uitstekend verzorgd is, staan ook lessen waar duidelijke verbeterpunten liggen. In de meeste gevallen is voldoende structuur waarneembaar en is de uitleg voldoende duidelijk. Maar in veel lessen is de rol van de leraar zodanig centraal dat de eigen verantwoordelijkheid van de leerlingen voor de organisatie van hun leerproces onvoldoende uit de verf komt. Het team heeft hier al langere tijd aandacht voor, maar de verbeteringen gaan langzaam. Het in de context beschreven ziekteverzuim en de daarmee samenhangende personele wisselingen hangen hiermee samen.

De ouders zijn nauw bij de school betrokken. Dit blijkt uit de aanwezigheid op school, uit informatie van de directie en uit de vragenlijsten ouders

basisonderwijs.

De leerlingenzorg vindt plaats aan de hand van vastgelegde procedures en adequate instrumenten. De toetskalender omvat een volledig en relevant signaleringsprogramma voor alle groepen, zowel voor de cognitieve vakken als voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De analyse van de gegevens krijgt in toenemende mate aandacht. Waar voorheen de analyse vooral op

leerlingniveau plaatsvond, krijgt de analyse op groeps- en schoolniveau steeds meer aandacht.

Op basis van de uitkomsten van de signalering wordt bepaald welke hulp een leerling nodig heeft. Dit geldt zowel voor de zwakkere leerlingen als voor de leerlingen met meer mogelijkheden. Daarbij kan de expertise van het

samenwerkingsverband WSNS ingezet worden. Zonodig wordt een

handelingsplanning opgesteld. De handelingsplannen zijn gebaseerd op een model waarin de relevante onderdelen zijn opgenomen. Het model maakt een cyclische aanpak mogelijk. De doelen zijn over het algemeen voldoende concreet en meetbaar en daarmee ook evalueerbaar. De uitvoering gebeurt als regel in de groep door de groepsleraar en in bijzondere gevallen buiten de groep. De effecten van de handelingsplannen komen tijdens

leerlingbesprekingen aan de orde.

De school heeft meerdere leerlingen met leerlinggebonden financiering. De zorg voor deze leerlingen en de begeleiding zijn vastgelegd en krijgt een adequate uitvoering zodat de leerlingen zich naar hun mogelijkheden kunnen

ontwikkelen.

De school maakt gebruik van de Cito eindtoets om haar opbrengsten te

verantwoorden. Uit de uitkomsten van de laatste drie schooljaren (2004, 2005 en 2006) blikt dat de resultaten een stijgende lijn laten zien. De resultaten van 2004 liggen onder het te verwachten niveau, in 2005 op en in 2006 boven het niveau dat op grond van de samenstelling van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De inspectie beoordeelt de eindopbrengsten over de laatste drie jaar als voldoende.

De school gebruikt aan het einde van het basisonderwijs geen genormeerde vragenlijst of instrument om de sociale vaardigheden van de leerlingen te bepalen. Om deze reden is van een beoordeling van indicator 12.2 afgezien.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Parkenschool - 15-5-2006 14 Voor de tussentijdse opbrengsten gaat de inspectie de resultaten na van de meest recente toets voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen-wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. Met uitzondering van lezen in groep 3 zijn de resultaten tenminste van voldoende niveau. De inspectie beoordeelt ook de tussentijdse opbrengsten als voldoende.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek De Parkenschool - 15-5-2006 15

GERELATEERDE DOCUMENTEN