• No results found

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op de Openbare Basisschool Berg en Bos in Apeldoorn en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en -voor zover relevant- tussen de onderzochte indicatoren en de context van de school, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere

inspectieonderzoeken.

Algemeen beeld

De inspectie concludeert dat het onderwijs op de Berg en Bosschool van voldoende kwaliteit is. De opbrengsten liggen ruim op het niveau dat verwacht mag worden op basis van de samenstelling van de leerlingenpopulatie. Dit geldt met name voor de opbrengsten aan het eind van de basisschoolperiode, maar ook voor de opbrengsten op tussengelegen momenten.

Kwaliteitszorg maakt in voldoende mate deel uit van de schoolorganisatie. De school volgt daarbij de lijn die op bestuursniveau is uitgezet. Uitkomsten van evaluaties spelen in toenemende mate een rol bij de concretisering van de kwaliteitszorg. Dat komt met name bij de leerlingenzorg en de contacten met de ouders tot uiting.

Alle indicatoren die betrekking hebben op leren en onderwijzen dragen

tenminste in voldoende mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs. Twee van de onderzochte indicatoren dragen daaraan in hoge mate bij. Deze hebben betrekking op de taakgerichte werksfeer die is waargenomen en op de actieve betrokkenheid van de leerlingen bij de onderwijsactiviteiten.

De school heeft in vergelijking met het periodiek kwaliteitsonderzoek in 2003 de toen vastgestelde kwaliteit weten te behouden en op het gebied van de kwaliteitszorg vooruitgang geboekt. Dit betreft vooral de wijze waarop de school de resultaten analyseert, de borging en de rapportage over de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. Ook de samenhang in het

leerstofaanbod is zichtbaar verbeterd door het vastleggen van de leerlijnen in groep 1 en 2 en de aansluiting naar groep 3.

De context van de school kan als gunstig worden aangeduid. Dat geldt voor de aansturing van de school nu de directie de aandacht binnenkort niet meer over meerdere scholen hoeft te verdelen. Het geldt ook voor de sinds het vorige schoolbezoek gerealiseerde uitbreiding van het schoolgebouw met enkele lokalen voor de onderbouw.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Berg en Bos - 10-5-2007 12 Toelichting

Opbrengsten

De opbrengsten aan het eind van de basisschoolperiode liggen tenminste op het niveau dat verwacht mag worden op basis van de kenmerken van de leerlingpopulatie. De inspectie baseert dit oordeel op de uitkomsten van de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito van de laatste drie jaar (2005 - 2007).

In deze drie jaren lagen de opbrengsten drie keer boven het landelijk

gemiddelde van vergelijkbare scholen en twee keer ook boven de bovenmarge die de inspectie hanteert.

De resultaten gedurende de schoolperiode liggen eveneens tenminste op het te verwachten niveau. De inspectie baseert dit oordeel op de resultaten in het schooljaar 2006-2007 van de meest recent afgenomen toetsen voor technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen-wiskunde in groep 4 en 6 en begrijpend lezen in groep 6. De resultaten op alle vijf toetsen zijn voldoende niveau en dragen daarmee in voldoende mate bij aan de kwaliteit. De resultaten in groep 4 voor zowel rekenen-wiskunde als technisch lezen springen in positieve zin in het oog.

De school gebruikt aan het einde van het basisonderwijs geen genormeerde vragenlijst of instrument om de sociale vaardigheden van de leerlingen te bepalen. Om deze reden is van een beoordeling van indicator 12.2 afgezien.

Indicator 13.2 is niet van een waardering voorzien omdat er geen leerlingen zijn waarvoor een aangepast eindniveau is vastgesteld.

Kwaliteitszorg

Kwaliteitszorg krijgt op de Berg en Bosschool voldoende aandacht. Alle indicatoren dragen daarbij zowel afzonderlijk als in samenhang in voldoende mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs.

De school werkt volgens het op bovenschools niveau opgezette

kwaliteitszorgsysteem. Naast periodieke tevredenheidspeilingen onder ouders, leraren en leerlingen werkt de school met de Kwaliteitsmeter. Dit betekent dat periodiek alle relevante onderdelen van de schoolorganisatie en het

onderwijskundig proces geëvalueerd worden.

De uitkomsten worden systematisch besproken op directie- en op teamniveau.

De uitkomsten van de evaluaties en de besprekingen leiden waar nodig tot aanpassingen. Ook de borging van de bestaande kwaliteit en van gerealiseerde verbeteringen krijgt daarbij gerichte aandacht. De verbeteringen in de

samenhang van het onderwijsaanbod in de onderbouw en de invoering van het werken met dag- en weektaken zijn daar een voorbeeld van.

De school legt met behulp van de managementrapportages verantwoording af aan het bevoegd gezag. Alle relevante onderwijskundige en organisatorische ontwikkelingen worden in de medezeggenschapsraad besproken. De

verantwoording zal met het jaarverslag nieuw stijl uitgebreid worden.

Vergeleken met de uitkomsten van het inspectiebezoek in 2003 is er sprake van zichtbare verbeteringen, zowel op papier als in de praktijk.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Berg en Bos - 10-5-2007 13 De school beschikt over een uitgewerkt beleid voor de sociale veiligheid voor personeel en leerlingen. Dit is op bestuursniveau uitgewerkt en vastgesteld.

Het betreft hier beleid in de preventieve en curatieve sfeer en omvat tevens het periodiek bevragen van personeel en leerlingen van de school op hun

veiligheidsbeleving.

De inspectie heeft de zorg voor de kwaliteit van het onderwijs voor bevordering van actief burgerschap en sociale integratie als voldoende

beoordeeld. De school kan in voldoende mate aantonen dat er aandacht is voor dit onderwerp. In het nieuwe schoolplan zal het beleid en het onderwijsaanbod op dit terrein meer specifiek worden beschreven.

Onderwijs en leren

Alle indicatoren over het pedagogisch en didactisch handelen dragen tenminste in voldoende mate bij aan de kwaliteit van het onderwijs op de Berg en

Bosschool. Dat geldt ook voor de onderlinge samenhang van de verschillende indicatoren die onder andere bij het klassenmanagement tot uiting komt. Een verdere afstemming van onderdelen als leertijd, aanbod en differentiatie bij het didactisch handelen heeft de aandacht van de school omdat de school

mogelijkheden tot verdere ontwikkeling ziet.

De leraren besteden voldoende aandacht aan een respectvolle omgang van de leerlingen met elkaar en ook tussen leraren en leerlingen. De leerlingen kennen de regels die in de groep en in de school gelden en houden zich daar ook aan.

Het onderwijsaanbod is in voldoende mate afgestemd op de onderwijsbehoefte van de leerlingen. De school besteedt daarbij gerichte aandacht aan leerlingen met meer mogelijkheden.

Door de toepassing van gevarieerde werkvormen en een efficiënte besteding van de onderwijstijd weten de leraren een taakgerichte werksfeer te creëren.

Leerlingen zijn actief bij de les betrokken en krijgen ruime gelegenheid om geconcentreerd te kunnen werken. Zij tonen daarbij zowel individueel als op groepsniveau interesse voor de leerstof en de daaraan verbonden activiteiten.

De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten en brengen daarbij elementen van coöperatief leren op een natuurlijke wijze in de praktijk.

Zij tonen daarmee aan actieve leerders te zijn.

De leerlingen krijgen daarbij voldoende ruimte voor het maken van eigen keuzes, passend bij hun ontwikkelingsmogelijkheden. Het werken met vormen van dag- en weektaken is één van de ontwikkelpunten waar de school mee bezig is. Op schoolniveau krijgt dit onderwerp voldoende aandacht, maar er zijn wel verschillen in de bezochte groepen waargenomen. Het realiseren van een doorgaande lijn is op dit punt nog niet afgerond.

De uitleg door de leraren voldoet aan de eisen die daaraan gesteld mogen worden. Zij spelen in voldoende mate in op de verschillen in ontwikkeling tussen leerlingen. Er is sprake van voldoende aandacht voor de afstemming op de verschillen in onderwijsvragen van de leerlingen. De leraren bieden

voldoende variatie aan bij de instructievormen. Leerlingen die met een korte instructie aan de slag kunnen, krijgen daarvoor de ruimte. Leerlingen die meer of andere instructievormen nodig hebben, krijgen die ook. Ook bij de

verwerkingsopdrachten houden de leraren voldoende rekening met de mogelijkheden van de leerlingen.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Berg en Bos - 10-5-2007 14 Tijdens de instructiemomenten is er voldoende aandacht voor strategieën voor denken en leren. De mogelijkheden die in de bezochte lessen aanwezig waren, werden over het algemeen op een passende wijze benut.

Zorg en begeleiding

De kwaliteit van zorg en begeleiding draagt in voldoende mate bij aan de kwaliteit van de school.

De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. De signalering bij de cognitieve ontwikkeling vindt plaats met methodegebonden en methode-onafhankelijke toetsen. Voor het volgen van de sociaal-emotionele

ontwikkeling zijn zelfontwikkelde observatielijsten in gebruik. De lijst 'pedagogische kenmerken' is gericht op het verkrijgen van een algemene indruk over persoonlijkheid, werkhouding en gedrag. Van een gerichte signalering om in voorkomende gevallen handelend te kunnen optreden is minder sprake. De school oriënteert zich daarom terecht op een nieuw signaleringsinstrument dat aansluit op het methodische aanbod voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen.

De organisatie van de leerlingenzorg is beschreven in een zorgdocument. De interne begeleider heeft naast de coördinerende taken vooral een

ondersteunende en coachende rol. De ondersteunende rol komt met name t ot uiting in het schrijven van de handelingsplannen die in gebruik zijn. De

uitvoering van de extra hulp en begeleiding wordt in principe in de groep door de groepsleraar gegeven.

De interne begeleider bespreekt de ontwikkeling van de leerlingen meerdere keren per jaar met de groepsleraren. Bij het maken van analyses komen ook in toenemende mate trendanalyses aan de orde. Daarmee worden ook afwijkende ontwikkelingslijnen van leerlingen in beeld gebracht. De bespreking van de signaleringsuitslagen leidt tot een omschrijving van de zorgbehoefte op leerlingniveau.

Leerlingen die extra zorg en/of begeleiding nodig hebben, krijgen die ook. Dat geldt zowel voor leerlingen met een vertraagde ontwikkeling als voor leerlingen die meer mogelijkheden hebben. De school gebruikt daarbij in toenemende mate vormen van pre-teaching waardoor leerlingen niet in achterstandsituaties belanden.

Voor het opstellen van een handelingsplanning is een vast format in gebruik dat de gebruikelijke onderdelen bevat. De doelen zijn over het algemeen in voldoende mate in concrete en meetbare termen geformuleerd. De

leerinhouden en de daarbij behorende werkwijze zijn eveneens voldoende concreet beschreven. Daardoor is duidelijk wat van de leraar wordt verwacht.

De uitvoering vindt conform de beschrijving in het handelingsplan plaats. De invoering van vormen van zelfstandig werken waaraan de school werkt, geeft nieuwe mogelijkheden om het werken aan het handelingsplan te integreren in de reguliere weektaak van de leerlingen.

De effecten van de handelingsplanning worden volgens afspraak geëvalueerd.

Dat geldt vooral voor de gemaakte vorderingen maar in mindere mate voor de procesmatige kant van de uitvoering. De uitkomsten van de evaluaties bepalen het eventuele vervolg. De kwaliteitscyclus bij de leerlingenzorg is daarmee voldoende mate aanwezig.

Rapport periodiek kwaliteitsonderzoek Basisschool Berg en Bos - 10-5-2007 15

GERELATEERDE DOCUMENTEN