• No results found

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op o.b.s. Wethouder A. Heida en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de context van de instelling, de specifieke

doelstellingen van o.b.s. Wethouder A. Heida en eerdere inspectieonderzoeken.

Algemeen beeld

De inspectie komt tot de conclusie dat de kwaliteit van het onderwijs op een aantal belangrijke punten is verbeterd, maar dat dit nog niet heeft geleid tot een voldoende niveau van de eindopbrengsten. Ondanks deze belangrijke tekortkoming, is er geen sprake meer van een zeer zwakke school.

Tijdens het onderzoek naar kwaliteitsverbetering is gebleken dat de normindicatoren die tijdens het kwaliteitsonderzoek in maart 2005 als onvoldoende zijn beoordeeld, nu een positieve beoordeling hebben gekregen.

Bovendien zijn de opbrengsten gedurende de basisschool nu voldoende.

De inspectie zag in 2005 een aantal grote belemmeringen in de context van de school die de kwaliteit van het onderwijs negatief beïnvloedde. Om tot

verbetering van de relatie te komen, is door het ministerie van OCW een bestuurlijk traject in gang gezet in de vorm van opgelegde mediation. Tijdens het verloop van dat traject is regelmatig rechtstreeks door de mediators aan OCW gerapporteerd. Het ministerie heeft de inspectie van het onderwijs verzocht na te gaan in hoeverre de in een eerder stadium verstoorde relatie tussen het bevoegd gezag en de oudergeleding van de medezeggenschapsraad is verbeterd.

De inspectie stelt, voor zover dat binnen de mogelijkheden van een

kwaliteitsonderzoek kan, vast dat aan het langdurige conflict tussen directie, team, bovenschools management aan de ene kant en een deel van de ouders aan de andere kant onlangs een einde is gekomen. In de voortgangsbespreking van april 2007 is al gemeld dat het overgrote deel van de ouders vertrouwen heeft in een goede uitvoering van het plan van aanpak. Zeer recentelijk hebben alle leden van de oudergeleding van medezeggenschapsraad de gedragsregels onderschreven, die het functioneren van de raad moeten verbeteren. Verder wijst de uitkomst van de ouderenquête van september van dit jaar niet op opvallende zaken.

Sinds februari 2007 heeft de school een eigen directeur, die de

schoolontwikkeling leidt en inhoud geeft. Bovendien is het personeel langzaam gegroeid naar een hecht team, dat elkaar ondersteunt en uitdaagt om het onderwijs verder te verbeteren.

Rapport onderzoek naar de kwaliteitsverbetering o.b.s. Wethouder A. Heida -

13-12-2007 14

Directiewisselingen en spanningen in de afgelopen jaren hebben een effectief verbetertraject gehinderd. Uit de voortgangsrapportages en de

voortgangsgesprekken van de afgelopen periode blijkt dat de voortgang met name in de laatste fase van het verbetertraject is geboekt.

Evaluatie en borging blijven in de komende periode essentieel om de gerealiseerde verbeteringen ook daadwerkelijk vast te houden. Stabiel

leiderschap en het bijeenhouden van het huidige team is een voorwaarde voor een succesvolle voortzetting van het ingezette ontwikkelingsproces.

Hieronder worden de oordelen toegelicht.

Toelichting Opbrengsten

De inspectie beoordeelt de eindopbrengsten als onvoldoende. Dit baseert zij op een analyse van de resultaten op landelijk genormeerde eindtoetsen over drie jaren. Het aantal leerlingen dat deze toets jaarlijks maakt op de o.b.s.

Wethouder A. Heida is klein. In dergelijke gevallen baseert de inspectie haar oordeel bij voorkeur op een gewogen gemiddelde van vijf jaren. Gegevens van voor 2005 zijn echter niet beschikbaar en die van 2005 zijn niet volledig. De gegevens van 2006 en 2007 zijn wel volledig. Het gewogen gemiddelde over de laatste twee jaar ligt beneden de ondergrens die de inspectie hiervoor hanteert. Bovendien ligt de score van het meest recente jaar (2007) ruim onder de ondergrens.

Over de resultaten gedurende de schoolperiode is de inspectie positief. Dit oordeel baseert zij op de methodeonafhankelijke toetsen voor technisch lezen, rekenen en wiskunde en begrijpend lezen in de groepen 3, 4, 5 en 6.

De inspectie geeft geen oordeel over de sociale vaardigheden van de

leerlingen, omdat de school hiervoor niet beschikt over genormeerde gegevens.

De indicator over op de ontwikkeling van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften is als onvoldoende beoordeeld, omdat het

ontwikkelingsperspectief onvoldoende wordt onderbouwd op basis van objectieve gegevens, zoals bijvoorbeeld een IQ-test.

Kwaliteitszorg

Evenals in 2005 oordeelt de inspectie positief over de evaluatie van de opbrengsten. De school analyseert haar resultaten en neemt op basis daarvan maatregelen ter verbetering. Deze verbeteringen worden verwoord in plannen van aanpak, waarin doelen zijn geformuleerd die in de meeste gevallen in meetbare termen en/of beoogde effecten zijn geformuleerd.

De school evalueert haar onderwijs en leren met behulp van een instrument.

Een aantal onderdelen daarvan is inmiddels al uitgevoerd, andere staan voor de komende periode gepland. Een ouder-, personeel- en leerlingenquête maken deel uit van de evaluatie.

Rapport onderzoek naar de kwaliteitsverbetering o.b.s. Wethouder A. Heida -

13-12-2007 15

Twee onderdelen van het sociaal veiligheidsbeleid vragen de komende periode nog aandacht. Van scholen wordt verwacht dat zij niet alleen hun beleid ter preventie, maar ook ter afhandeling van incidenten vastleggen. Daarbij zijn peilingen van de veiligheidsbeleving onder leraren en leerlingen noodzakelijk om inzicht in de veiligheidsbeleving te krijgen. Omdat de school nog geen integraal veiligheidsbeleid heeft met bovengenoemde onderdelen, beoordeelt de

inspectie dit als onvoldoende. Dat betekent overigens niet, dat er op dit moment sprake zou zijn van een onveilig klimaat. De inspectie heeft geen signalen die daarop duiden.

De indicator die zich richt op de bevordering van sociale integratie en actief burgerschap is als voldoende beoordeeld. De school maakt in haar aanbod en werkwijze gebruik van de mogelijkheden om risico's en ongewenste

opvattingen, houdingen en gedragingen van leerlingen rond dit thema te vermijden en waar nodig aan te pakken.

Onderwijsleerproces

Uit het kwaliteitsprofiel blijkt dat de inspectie overwegend positief is over de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De onderdelen die als onvoldoende zijn beoordeeld en de indicatoren die in vergelijking met 2005 zijn verbeterd, worden toegelicht.

Diverse nieuwe methoden zijn ingevoerd. Daarmee beschikt de school nu over een actueel aanbod en waarborgt zij de doorgaande lijn over de verschillende leerjaren. Leerstofplanningen en de controle daarop bevorderen de aansluiting.

De onderwijstijd wordt nu effectief gebruikt. Ook stemmen de leraren de tijd af op verschillen tusse n de leerlingen. De gekozen vorm van zelfstandig werken draagt hier tevens aan bij. Passend bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen geeft de school leerlingen verantwoordelijkheid voor hun eigen leerproces. Leerlingen zijn nu voldoende betrokken bij de lessen.

De uitleg, die nu plaatsvindt volgens het model voor directe instructie, is duidelijk. Leraren maken gebruik van de mogelijkheden om te differentiëren die de nieuwe methoden bieden. De instructie en verwerking wordt nu voldoende afgestemd op de verschillen in onderwijsbehoeften van leerlingen. Vormen van verlengde instructie zijn in alle lessen waargenomen. Dit geldt in mindere mate voor verkorte instructie. Een analyse van de vorderingen en de gegevens van het leerlingvolgsysteem kunnen meer dan nu het geval is, op voorhand het instructiegedrag van de leraren bepalen.

Tot slot constateert de inspectie dat de leraren tijdens de instructie te weinig aandacht hebben voor leerstrategieën. Ook is interactie tussen leerlingen over gevolgde oplossingsstrategieën nauwelijks geobserveerd.

Rapport onderzoek naar de kwaliteitsverbetering o.b.s. Wethouder A. Heida -

13-12-2007 16

Sfeer op school

In 2005 concludeerde de inspectie dat zowel leraren als leerlingen zich niet veilig voelden op school. Zowel uit enquêtes als uit gesprekken die zijn gevoerd, komt de inspectie tot de slotsom dat dit ten positieve is gekeerd.

Ruzies komen weinig voor en als ze voorkomen reageren leraren volgens de leerlingen adequaat. Leerlingen zeggen met plezier naar school te gaan en de begeleiding van leraren te waarderen. Ook de leraren zijn positief. Vooral de laatste periode zijn de voorwaarden voor schoolontwikkeling in ruime mate aanwezig. Hoewel het verbeterproces de afgelopen jaren extra druk met zich meebracht, vonden zij de periode waardevol en (achteraf) noodzakelijk. Uit de ouderenquête - met een respons van 60% - die in september is gehouden, krijgt de inspectie geen signalen die duiden op ontevredenheid van ouders. Ook zijn er sinds de start van dit schooljaar geen signalen bij de inspectie

binnengekomen.

Zorg en begeleiding

De zorg en begeleiding is overwegend positief beoordeeld. Op een onderdeel van de begeleiding oordeelt de inspectie negatief: de mate waarin de school de effecten nagaat van de extra hulp. Uit de evaluaties blijkt dat de school de nadruk legt op het product en in mindere mate aandacht schenkt aan de proceskant van de evaluaties. Het is nog niet vanzelfsprekend om in evaluaties concrete aanknopingspunten te noemen voor verder handelen en eventuele belemmerende factoren.

Rapport onderzoek naar de kwaliteitsverbetering o.b.s. Wethouder A. Heida -

13-12-2007 17

GERELATEERDE DOCUMENTEN