• No results found

In dit hoofdstuk wordt een beschouwing gegeven over de kwaliteit van het onderwijs op de school. De beschouwing begint met een algemeen beeld van de school. In paragraaf 3.1 beschrijft de inspectie allereerst de uitgangssituatie van de school aan de hand van de context (3.1.1) In paragraaf 3.2 brengt zij deze gegevens in relatie met de gegeven waarderingen in een samenvattend oordeel over de kwaliteit. Hierin komt allereerst de gerealiseerde kwaliteit naar voren (3.2.1). Vervolgens gaat de inspectie kort in op de voor dit onderzoek belangrijke aspecten 'Begeleiding' en 'Opbrengsten' (3.2.2). In paragraaf 3.3.

noemt zij onderdelen waarvoor kwaliteitsverbetering noodzakelijk is.

3.1 Uitgangssituatie

In februari 2006 bezocht de inspectie De Lucasschool, een school voor speciaal basisonderwijs in Rotterdam - Delfshaven, in het kader van een

periodiek kwaliteitsonderzoek. Tijdens dat onderzoek concludeerde de inspectie dat het onderwijs op de Lucasschool op onderdelen verbetering behoefde. In de eerste plaats werd gewezen op het belang de doel- en opbrengstgerichtheid van de school te versterken. Een tweede punt waarvoor aandacht werd

gevraagd betrof de planmatigheid binnen zorg en begeleiding en het werken met ontwikkelingsperspectieven. Tenslotte werd ingegaan op enkele aspecten van het didactisch handelen waarvoor versterking wenselijk werd geacht.

3.1.1 Context

Op dit moment telt de Lucasschool 55 leerlingen en is daardoor een kleine en kwetsbare organisatie. Die kwetsbaarheid komt pregnant naar voren wanneer de school te maken krijgt met een hoog percentage langdurig zieken zoals nu al enige tijd het geval is. Het onderwijs in de groepen kan - mede door de

bereidheid van collega's om taken over te nemen - tot op heden gegarandeerd worden, maar het (bijbehorende) takenpakket van zowel de zieke collega, als dat van de collega die de groep overneemt, wordt gedurende de invalperiode niet of onvolledig uitgevoerd. Dat is dan ook de belangrijkste reden waarom een aantal geplande ontwikkelingen niet is uitgevoerd of in de ontwikkelfase is blijven steken. De beoordeling van zorg en begeleiding maakt dit duidelijk. De inspectie ziet dit als een risico, omdat ook in 2006 al werd vastgesteld de zorg meer systematisch zou moeten worden ingericht. Ook het werken met

ontwikkelingsperspectieven voor alle leerlingen is gestagneerd. Daarnaast wordt het niet tijdig beschikbaar hebben van ondersteunende systemen door de school als een extra belemmering ervaren.

Aan de personele zorgen lijkt nog niet direct een einde te komen, ook al heeft de school (tijdelijk) enkele enthousiaste nieuwe collega's weten te vinden. Dat neemt niet weg dat op verschillende terreinen van het onderwijs, ook met een kleinere groep van leraren, enthousiast is verder gewerkt aan verbetering van het onderwijs. De doorgaande lijn in het leerstofaanbod is op orde; aan de zelfstandigheid van de leerlingen is hard gewerkt en ook is een begin gemaakt met de afstemming van het onderwijs binnen de stamgroep en de

niveaugroepen.

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs Lucasschool voor speciaal basisonderwijs - 6 november 2008

12 3.2 Samenvattend oordeel over de kwaliteit

Het onderwijs op de Lucasschool kent sterke en minder sterke onderdelen. De school heeft de sterke punten uit het vorige inspectiebezoek vast weten te houden, maar is er niet in geslaagd om significant vooruitgang te boeken op enkele belangrijke indicatoren waarop in 2006 nog onvoldoende werd

gescoord. Het betreft de afstemming van het onderwijs op verschillen tussen leerlingen, het werken met ontwikkelingsperspectieven en de planmatigheid van de zorg. Deze aspecten van het onderwijs zijn sterk van elkaar afhankelijk.

Een heldere zorgstructuur vormt er de basis voor. Om die reden acht de inspectie verbetering van de zorgstructuur op de Lucasschool noodzakelijk.

3.2.1

Een belangrijk punt dat men heeft weten vast te houden betreft het

(ortho)pedagogisch handelen van de meeste teamleden. De inspectie treft in de meeste groepen een veilig en gestructureerd pedagogisch klimaat, waarin leerlingen weten wat er van hen wordt verwacht. Er wordt met veel respect voor de leerlingen en hun specifieke situatie omgegaan. Dit verdient een compliment wanneer men bedenkt dat de leerlingen te maken hebben met veel invalkrachten en nieuwe leraren.

Ook het didactisch handelen is overwegend van voldoende kwaliteit. Een punt van aandacht daarbij betreft het geven van feedback aan leerlingen op hun leer- en ontwikkelproces. De inspectie heeft hiervan enkele goede voorbeelden aangetroffen maar stelt vast dat het geven van feedback in de meeste groepen blijft steken bij het geven van een pluimpje aan het einde van de les. Er wordt nog onvoldoende ingegaan op het verloop van de les of op hetgeen er geleerd is en een enkele les wordt zelfs abrupt beëindigd omdat de bel gaat. Er wordt geen ruimte geboden aan leerlingen om via onderlinge interactie op elkaar te reageren. Daardoor en door het ontbreken van een duidelijke doel aan het begin van de les laten leraren een kans liggen het leerproces duidelijker te structureren, iets wat voor sbo-leerlingen van groot belang is.

Ten opzichte van 2006 is er bij de afstemming van het onderwijs op

verschillen in ontwikkeling eveneens enige vooruitgang geboekt. Vrij snel na toelating wordt het beginniveau van elke leerling vastgesteld en wordt de leerling ingedeeld in een passende niveaugroep. In de niveaugroepen is direct zichtbaar op welk niveau de leerlingen werken, welke leerstof daarbij hoort en welke taken gemaakt moeten worden. Tijdens enkele lessen aan de

niveaugroep is tevens instructie op verschillende niveaus aangetroffen. Er zijn echter ook nog lessituaties bijgewoond waarbij de niveaugroep, ondanks verschillen tussen leerlingen, wordt benaderd als een homogene

vorderingengroep. Daarbij komt dat handelingsplannen in de groepen niet zijn aangetroffen. Aantekeningen die leraren over leerlingen hebben komen voort uit de leerlingbespreking.

3.2.2 Begeleiding en opbrengsten

De ontwikkeling ten aanzien van en begeleiding en de opbrengsten is op de Lucasschool in de afgelopen periode om diverse redenen minder positief verlopen dan men zich had voorgesteld.

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs Lucasschool voor speciaal basisonderwijs - 6 november 2008

13 De school heeft zich grondig in de materie verdiept, maar beschikt nog niet over een ontwikkelingsperspectief voor elke leerling. Wel zijn er in de

voorwaardelijke sfeer een aantal stappen gezet en zijn er diverse instrumenten ontwikkeld.

De beginsituatie van de leerling wordt in kaart gebracht waardoor een juiste inschaling (plaatsbepaling) kan plaatsvinden. De volgende stap, het bepalen van het uitstroomniveau, op basis waarvan men de verwachte

ontwikkelingslijn kan uitstippelen en een passend aanbod kan samenstellen, wordt nog verkend.

Een goede ontwikkeling is de maandelijkse leerlingbespreking, waardoor snel kan worden ingespeeld op ontwikkelingen die om herziene afstemming van de leerstof of plaatsing in een andere niveaugroep vragen. Door het ontbreken van een eindperspectief echter blijft er voorlopig nog sprake van volgend onderwijs en kan de inspectie niet vaststellen of de school voor alle leerlingen 'hoog genoeg heeft ingezet'. Met betrekking tot de opbrengsten van de Lucasschool onthoudt de inspectie zich daarom nog van een oordeel.

In het schooljaar 2007 - 2008 stroomden tien leerlingen uit. Vijf van deze leerlingen vervolgen hun schoolloopbaan conform de verwachtingen in het praktijkonderwijs. Vijf leerlingen presteren boven verwachting en gaan naar het vmbo, waarvan vier met leerwegondersteuning.

3.3. Onderdelen waarvoor kwaliteitsverbetering noodzakelijk is.

Een belangrijke pijler van het speciaal basisonderwijs is de zorg. De inspectie is van oordeel dat de zorg op de Lucasschool op dit moment onvoldoende is.

In de eerste plaats omdat het, door het ontbreken van een goede

handelingsplanning, niet mogelijk is optimaal te werken aan de ontwikkeling van de leerlingen conform het voor hen opgestelde ontwikkelingsperspectief.

In de tweede plaats omdat de zorgstructuur onvoldoende ondersteunend werkt voor het planmatig handelen van de leraren.

In de huidige werkwijze van de school krijgt de zorg voornamelijk gestalte door een goede inschaling in stamgroep en niveaugroepen en een juiste afstemming van het leerstofaanbod. Tijdens de maandelijkse leerlingbespreking wordt nagegaan of de leerlingen zich naar verwachting ontwikkelen of dat

aanpassingen nodig zijn. Deze aanpassingen betreffen veelal de leerstof, soms het niveau van de groep. Voor vrijwel geen enkele leerling is een

handelingsplan aangetroffen waaruit blijkt dat men met specifieke

(ortho)pedagogische en/of (ortho)didactische ondersteuning aan het eerder gestelde doel wil vasthouden. Wel worden er tijdens de leerlingbespreking tips en adviezen gegeven die als ondersteunend worden ervaren door de leraren.

Dit leidt echter nog niet tot planmatig handelen.

Het gaat er naar het oordeel van de inspectie om, dat net als in het regulier basisonderwijs elke leerling zich ontwikkelt conform het voor hem opgestelde perspectief. Uit de handelingsplanning moet duidelijk worden dat de school er 'alles aan doet' om de gestelde doelen te bereiken. Dit betekent dat zowel vanuit (ortho)didactische inzichten als (ortho)pedagogische inzichten handelingsplannen worden opgesteld voor díe leerlingen die zich 'anders' ontwikkelen dan werd verwacht.

Op basis van systematische handelingsplanning kan van de leraar een goede afstemming van instructie en verwerking verwacht worden, die past bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen

Rapport kwaliteitsonderzoek speciaal basisonderwijs Lucasschool voor speciaal basisonderwijs - 6 november 2008

15

GERELATEERDE DOCUMENTEN